Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
22-11-2006
WALNOOT GEVELD
Walnoot geveld
Weinigen
zullen het zich herinneren, maar 1962-1963 was nog een van die ouderwetse
winters. Het vroor van november tot begin maart.
Het
Albertkanaal lag dichtgevroren en de zee was zelfs bevroren! Ijsrotsen op het
strand.
Het had
wat gesneeuwd en de sneeuw was een halfdoorzichtige ijslaag geworden. Ik weet
nog hoe ik verwonderd was onder de ijslaag tal van gangen te zien van de
woelmuizen.
Het was
het eerste jaar dat we hier woonden.
Tijdens
de herfst had ik verschillende bomen aangeplant, waaronder een walnoot.
Na de
lente bleek de kroon bevroren. Onderaan vormde de boom drie nieuwe scheuten.
Twee ervan zijn verder uitgegroeid. Ik had een boom met twee stammen.
Maar
vruchten heb ik er haast nooit aan gezien. Ook dit jaar een uitzonderlijk notenjaar!- vielen er slechts
enkele noten te rapen.
Op een
ongeveer 6 jarige boom stonden er al heel wat meer. Een stukken interessanter
exemplaar, dat nodig uitgeplant wordt.
De oude
boom moest wijken.
Ik ben
begonnen er in een grote cirkel rond te graven, een diameter van 2,5 m.
Vervolgens werden de wortels aan de stam ontbloot en dan de zware bijl erin.
Ferme uithalen met de nodige rustpozen tussendoor.
De
afgehakte wortels werden verder uitgegraven.
Ik zorgde
ervoor dat enkele wortels aan een kant de boom tegenhielden zodat hij op de
voorbestemde plaats zou vallen.
Na het
doorhakken van een zware wortel was het zover. De boom trok de laatste wortels
los en viel naar wens.
Zelf was
ik tevreden over mijn fysiek dat ik deze zware karwei nog tamelijk gemakkelijk
tot een goed einde heb kunnen brengen.
Nu nog
het jong exemplaar uitdoen, nieuwe grond en wat compost aanvoeren en de boom
herplanten.
Dat zal voor na de regen zijn. Aangieten overbodig!
Gedurende de laatste maanden ben
ik druk bezig geweest met de voorbereiding van een kleinfruittuin (haagsysteem
met snoeren). In de rij kruis- of stekelbessen zou ik onder andere een
Worcesterbes willen aanplanten. In uw blog (8.09.2006) schrijft u echter
:
Ik ging kijken bij de
kruisbessen. Men kweekt die als één snoer en ze worden heel kort gesnoeid. Alle
scheuten waren al flink ingekort (zomersnoei). Alleen Black Velvet vertoonde
alweer lange scheuten. Dit is een kruising tussen Worcester (Ribes divaraticum,
een Amerikaanse stekelbes en een zwarte bes, veel feller groeiend dan onze
soort kruisbessen (Ribes uva-crispa).
Het is duidelijk dat dit
ras hier in deze rijenniet past.
Betekent dit dat met name de
Worcester niet als één snoer in de rij kan worden gekweekt of dat dit ras, als
snoer of als spil, lang moet worden gesnoeid en de afstand tot de andere
planten in de rij eventueel ruimer moet worden bemeten dan de onderlinge
afstand tussen andere rassen met een bescheidener groei ?
En meteen een tweede vraagje :
bij uw informatie over (herfst)frambozen hebt u vermeld dat Polka nauwelijks of
geen steun behoeft; geldt dit ook voor Autumn Bliss ?
Antwoord
De beschrijving slaat op hoe
men kruisbessen snoeit in Wisley (hoofdkwartier van the Royal
Horticultural Society, met 300.000 leden). Met
Worcester en Black Velvet hebben ze het blijvend
mis voor. Korte snoei is beslist uit den boze. Tenzij je wilt blijven
bewijzen dat dit geen vruchtbaar ras is. Zie Fruit van Harry Baker
vertaald in de Groenboekerij, uitgave 1981 blz 75 Vergeleken met de kruisbes is hij niet erg productief. Je hebt gelijk als je zo goed als alle vruchttakken
wegsnoeit! De dracht is anders jaar na jaar geweldig.
Ik had deze rassen voor de
ruiming van mijn kleinfruittuin o.w.v. de gasleiding aan draad staan. Het
opkweken van de takken was niet zeer systematisch gebeurd. Die werden pas
achteraf opgebonden op voldoende afstand van elkaar en zeer matig, dit is lang gesnoeid.
Vooral de topscheuten diende ik weg te nemen omdat ze anders door het afdeknet
groeiden. Het zijn echt ferme groeiers.
Ik hoop volgend jaar, nadat de Fluxysleiding
er ligt, terug te kunnen aanplanten. De kruisbessen komen op ongeveer 60 cm van
elkaar. Ik zal slechts één snoer aanhouden.
Bij de Worcester worden dat
echter 3 takken op +/- 35 cm van elkaar.
Autumn Bliss steun ik niet;
enkel achteraan was een koord gespannen om ze weg te houden van het net van de
bessentuin. (Ze stonden in de lengte buiten de kleinfruittuin.)
Polka staat op een wachtperceel
en zou eveneens niet te fel groeien, althans naar wat ik erover las.
Polana, de voorgangster, dient niet gesteund te worden.
Himbo-Top en Joan Squire groeien
een stuk hoger en redden het niet zonder steun.
Kunt u mij vertellen of er een bijna volwassen notenboom te koop is liefst met Buccaneer noten. Waarom zo groot. Ik ben 65 jaar en wil er nog graag van genieten. Ik hoop van u te horen.
Hallo,
Ik heb op een geënte noot Broadview al noten gezien in een derde jaar. Wellicht draagt een Buccaneer ook vrij vroeg. Het kan best dat je hier en daar een oudere boom van een geënte noot kunt vinden.
De kwekerij van noten is bij uitstek 't Westhof van de familie Van 't Westeinde in Zeeland. Zie http://walnoten.nl
Je kan met mijn groeten navragen bij Henk Houtman : 299681692
Met zijn vieren: Vincent, Jacques, Dirk en ik reden we vanmorgen naar Taisnières sur Hon, op de weg van Mons naar Bavay. De Ferme du bois Griffon ligt maar net over de Franse grens. De plaats van samenkomst, ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de afdeling Nord, Pas de Calais et Belgique van de Crocqueurs de Pommes lag maar net over de grens.
We leerden er Pierre Demeulenaere van Wevelgem kennen, de vertegenwoordiger van de Vlaamse tak.
Pierre maakte een opmerkelijke entré door bij het binnenkomen een reuzenpeer op tafel te zetten.
Hij had de boom gekocht als Beurré Sterckmans, doch Jacques en Vincent herkenden de vrucht als een General Totleben.
Een kanjer van 1,200 kg, de grootste peer die ik ooit zag.
Coöperatie Pure and Tasty lanceert eind deze maand in Nederland een nieuwe appel op de markt onder de naam Evita.
Twee jaar geleden kocht een groep biologische fruittelers, die zich verenigde in coöperatie Pure and Tasty, de rechten van het appelras Rode Topaz. Deze appel is bij uitstek geschikt voor de biologische teelt.
Het ras staat bekend om zijn goede smaak en goede bewaring. Inmiddels zijn er ongeveer 40.000 bomen in Nederland aangeplant. De beste appels van deze aanplant met Rode Topaz komen onder de naam Evita op de markt en worden voorzien van een speciaal kwaliteitsmerk.
Voor het vermarkten van Evita zoekt de coöperatie nog naar een of meer geschikte partners.
vrijdag 17 november 2006, Door: Weekblad Groenten & Fruit
Woensdag 29 november 2006 van 15.00 uur tot 18.00 uur nodigen wij u van harte
uit om met ons op het fruitbedrijf van Harry van den Elzen de introductie van
EVITA te vieren
Naast een bijzonder treinrit, de creativiteit van onze William, en de
kennismaking met de andere EVITA telers zullen wij onze ogen en nog meer onze
smaakpapillen verwennen.
info@pureandtasty.nl www.pureandtasty.nl
Bent u van plan te komen: bel, fax of mail even naar een van de telers of naar
bovenstaande adres. Kunt u niet komen maar moeten wij u niet vergeten bij onze
zoektocht naar een geschikte partner, laat het ons dan ook weten.
Tot woensdag 29 november bij Harry van den Elzen
Korte Dijk 2
5411 BJ Zeeland ( Brabant)
Vandaag, bij wijze van spreken, mijn mouwen opgestroopt om de laatste appels te plukken. Met 16 ° is het uitzonderlijk warm voor een 16 de november!
Op de Mutsu bleven er nog enkele vruchten te plukken.
Dit jaar kon ik zelfs enkele gave vruchten oogsten. Gewoonlijk is de schurftaantasting sterker. Mutsu is een lekkere bewaarappel, zeker tot maart.
Tot een twintig jaar geleden werd dit ras, net als Golden gekweekt in het Waasland.
Mutsu ontstond in 1930 in Japan uit een kruising van Golden en Indo.
In Engeland werd dhet ras herdoopt in Crispin.
Het vruchtvlees is vast, sappig en aangenaam zoet.
De boom is zon 35 jaar oud. Op een M 7 onderstam is het een flinke klepper geworden van 7 m. Te hoog voor mijn plukladder. Maar gezien de vlak ingeplante takken is er makkelijk in te klimmen.
Ik let er op de kankertakjes weg te nemen. Vandaag waren er dat maar twee.
Het andere ras was Baujade, een Franse kruising met Granny Smith en een schurftresistent ras. Elk jaar is er een goede dracht. Alhoewel deze dit jaar zeer sterk was, waren de vruchten gemiddeld van maat. Ik herinner mij jaren dat de appeltjes veel kleiner waren.
Onder de veranda hingen nog een paar trossen van Bianca, Himrod en Swenson Red. Ze werden de laatste dagen danig belaagd door grote, zwarte vliegen en een paar overlevende wespen. Hoge tijd om ze weg te knippen voor de snoodaards!
Bianca, een witte druif, die vooral gekweekt wordt als wijndruif valt blijkbaar het meest in de smaak. t Meest suiker?Als tweede is hun keuze Himrod, een witte pitloze druif. Swenson Red lieten ze 't meest met rust. Van dit ras had ik eigenlijk iets te veel trossen laten hangen. Is het daarom dat aan trossen een heel deel bessen niet rood kleuren. Ook de groenblijvende bessen smaken goed.
Ik ben van plan volgend jaar maar één tros per tak, te laten hangen.
Enkele dagen terug kwamen Jules en Paula weer een lading grote kartonnen brengen. Straks gaan die mee in de container naar Kameroen om er ter plaatse zonneovens mee te construeren.In Nederland zijn Margreet en Aleide 3 rollen aluminiumfolie gaan halen, genoeg om een duizendtal ovens te bouwen. Het benodigde karton hebben we nog niet helemaal bijeen, wel al een hele vracht andere spullen, waaronder een aantal fietsen.
Terloops vertelde Paula hoe lekker een appel in sneetjes met een (spiegel)eitje gebakken in de pan wel was.
Nu ben ik aan het experimenteren met diverse rassen.
Ik laat eerst de appelschijven wat zacht stoven in de pan; deksel er op als energiebesparing. En dan het ei erover. Smakelijk.
In het dagelijkse Morgenmagazin
van de Duitse zenders ARD/ZDF kwam in het kader van het thema dat deze week aan
bod kwam, nl. deklimaatverandering, het volgende item
aan bod over appels :
(Ik heb de ontvangen Duitse teksten net vertaald)
Door de sterke opwarming wordt in de belangrijke fruitstreek aan de
Bodensee (het grote meer tussen
Duitsland en Zwitserland, ook het meer van Konstanz genoemd) de teelt mogelijk van appelrassen die meer warmte
vragen. Rassen als Schone van Boskoop, Cox en
Jonagold, geschikt voor een koeler klimaat, verliezen steeds meer aan kwaliteit.
(Jacqueline vreest voor het
teloorgaan van haar lievelingsappel De Schone van Boskoop.)
Anderzijds winnen de nieuwe rassen als Braeburn, Fuji en Gala aan
kwaliteit. 12 15 jaar terug was de teelt met deze rassen nog problematisch.
Ziekten als meeldauw en bacterieuur, schadelijke insecten als de fruitmot,
Laspeyresia pomella, Carcocapsa), in het Duits: der Apfelwickler nemen toe.
Er zijn meer hagelvlagen.
Precies over deze nieuwe soorten
ging het in de wekelijkse uitzending ZDF-Umwelt (Tweede Duits Net)
Wat blijkt: de
oude rassen veroorzaken minder allergieën.
Wetenschappers van de universiteit Hohenheim, samen met dokters van de
universiteit Hamburg hebben de verklaring
gevonden.
Een sleutelrol spelen de zogenaamde polyphenolen,
die als kleur en smaakstoffen voorkomen.
Deze komen voornamelijk voor in de oude rassen (bv Boskoop).
De nieuwe rassen hebben slechts weinig phenolen. Dit
komt omdat men de zuurheidscomponenten weggekruist heeft.
Polyphenolen zijn echter waardevolle stoffen. Ze behoeden de vruchten tegen
beschadiging. Bij de mensen werken ze gezondheidsbevorderend.
De wetenschappers van Hohenheim konden daarenboven vaststellen dat ze nog
een andere belangrijke eigenschap bezitten: ze binden de allergene eiwitten die
zich in de appel bevinden.
Een vrucht met veel polyphenolen kan bij een mens geen allergische reacties
oproepen.
Als er daarentegen geen polyphenolen zijn, dan reageren de vrije eiwitten
van de appel met deze van de mensen en ontstaan de allergische symptomen.
Een snelle test om te weten of het een oud of nieuw
ras betreft
Of een appel veel of weinig
polyphenolen bevat blijkt uit een simpele en snelle test.
Men snijdt een vrucht in twee stukken. Als men vaststelt dat het
vruchtvlees zeer snel bruinkleurt, dan betreft het een ras met veel
polyphenolen, een oud ras. De verkleuring ontstaat omdat deze reageren op de
zuurstof in de lucht.
Nieuwe rassen hebben die verkleuring niet en missen dus die polyphenolen.
De wetenschappers hebben ook de verwerking van appels nader onderzocht.
Daarbij stelden ze vast dat vers appelsap van oude rassen maar een gering
allergiepotentiaal bevat. Sap van nieuwe rassen een hoog allergiepotentiaal.
Hetzelfde geldt voor appelschijfjes.
Na verhitting zijn er geen problemen. Bij temperaturen boven de 80 ° C
worden de eiwitten die allergie veroorzaken onschadelijk gemaakt.
Ik ben Jacqueline veel dank
verschuldigd voor het doorgeven van deze interessante teksten.
Het ras ontstond voor 1870 bij J. Drisket. In de literatuur is terug te vinden dat het ras sedert 1870 elk jaar regelmatig draagt. Het is een zeer late bloeier en gedeeltelijk zelffertiel. Daardoor ontsnapt hij normaal aan late lentenachtvorsten.
In het Frans spreekt men van Pomme de Fer en Pomme de deux Ans, wat wijst op de lange bewaarcapaciteit.
Ik entte dit ras een eerste maal in 1986 op een M 7, onze generatieboom, met op dit ogenblik 16 verschillende rassen, naar de 17 kleinkinderen. Eén ras heeft dit jaar de geest gegeven: een Melba.
Dit ras was geënt op een kleine tak onderaan, in de broek van de boom en is na 20 jaar in de onderdrukking, uiteindelijk bezweken bij gebrek aan licht.
Marie Joseph dOthée staat op een veel gunstiger plaats, bijna bovenaan.
Dit jaar waren er weer veel vruchten. De vruchten van deze boom zijn een stuk minder groot, maar veel beter gekleurd met rode langsstrepen.
Volgend jaar in het beurtjaar zullen er maar weinig vruchten zijn. Ook dan bereiken ze maar een gemiddelde grootte.
Veel groter zijn de vruchten op de MM 106, geënt in 1991. Hier zijn de vruchten een stuk groter, maar minder gekleurd, meestal wel met een blos. De late lichtinval wordt beperkt door een bosstrook aan de westkant.
Hier is de dracht regelmatiger, maar in een goed appeljaar als 2006, toch een stuk hoger.
De Ijzerappel begint vroeg te dragen. De eerste appelen aan deze boom werden al 4 jaar later geplukt in 1995.
Over het algemeen is dit ras gezond. In een zwaar schurftjaar is hier ook aantasting maar niet zo zwaar. Regelmatig moet ik hier en daar eenkankertak wegknippen. Zo blijft de boom behoorlijk intact.
Bij dit ras is de vertakking niet zeer evenwichtig. Een laag ingeplante tak op de halfstamboom moet serieus ondersteund worden, wanneer deze vol vruchten hangt.
Ik laat de vruchten lang hangen. Ze zijn pas met Allerheiligen geoogst.
Ze bewaren tot april. In het nieuwe jaar smaken ze beter.
We hebben ondervonden dat dit ras zeer geschikt is om te drogen in appelschijfjes. De smaak is zeer goed.
In mijn ogen een oud ras dat nog steeds het telen waard is.
Boomkwekerij De Linde te Kemmel heeft een assortiment van 6 rassen, waaronder dit ras Agvambari
Het ras wordt omschreven als : groot, weinig ziekte, zeer productief.
De 19 de Rassenlijst voor groot-fruitgewassenvan 1999 omschrijft het ras als: zeer productief, met gave, tamelijk kleine, op citroenen gelijkende, aantrekkelijke vruchten, weinig geribd, van goede tot zeer goede kwaliteit.
De oorsprong van het ras is onbekend.
Ziektegevoeligheid: (Zeer) weinig vatbaar voor meeldauw.
Eerder vermelde ik bij mijn kweeperen de schurftaantasting. Dit moet echter Blad en vruchtvlekkenziekte zijn, veroorzaakt door diverse schimmels w.o. Septoria, Phyllosticta en Diplocarpon (Fabraea stigmatea). De meest voorkomende schimmel is Diplocarpon (Fabraea) maculatum, die behalve kwee ook peer en mispel aantast.
Op de bladeren ontstaan donkerbruine, ronde vlekjes vergelijk de bladvalziekte bij kruisbessen en rode bessen! -, die samenvloeien tot grote, onregelmatige vlekken. De zieke bladeren vallen af. Deze bladval kan haast kale struiken veroorzaken.
Op de kweeperen zelf ontstaan menigvuldige, donkere, kringvormige vlekken.
De schimmel zelf overleeft op afgevallen bladeren. Vandaar het belang van een goede bladvertering.
Rassenkeuze, aanplant, snoei, vermeerdering en verzorging
Donderdag 16 november Variëteitenkeuze oogsten en bewaren bestuiving
19.00 22.00uBinnenles - theorie
Donderdag 14 december Grondbewerking planttechnieken principes van de snoei
19.00 22.00uBinnenles theorie
Donderdag 18 januariEnten en fysiologie van de boom
19.00 22.00uBinnenles praktijk
Zaterdag 17 februariSnoei van jonge bomen vormsnoei
09.00 12.00uBuitenles - praktijk
Zaterdag 24maartSleunen en renovatie van oudere bomen
14.00 17.00uBuitenles praktijk
Zaterdag 16 juniHerkennen en behandelen van ziekten en plagen
09.00 11.00uBinnenles theorie
Zaterdag 16 juniHerkennen en behandelen van ziekten en plagen
11.00 13.00uBuitenles praktijk
Zaterdag 30 JuniGeleid bezoek aan de museumtuin van Gaasbeek
14.00 + 16.00uExcursie
Zaterdag 18 augustusZomersnoei
09.00 10.00uBinnenles theorie
Zaterdag 18 augustusZomersnoei
10.00 12.00uBuitenles praktijk
Zondag 16 septemberUitreiking getuigschriften
14.00u- 17.00uTijdens een fruitproefdag in de boomgaard
Ieder thema wordt afgesloten met een examen die tesamen recht geven op een door het Ministerie van Land- en Tuinbouw erkend getuigschriftVorming en onderhoud van vruchtbomen en boomgaarden binnen het kader van de naschoolse vorming.
Praktische informatie
Prijs: 69,00 euro voor niet-leden, 59 euro voor leden. Inbegrepen een uitgebreide cursustekst. Deze som kan gestort worden op rekening451-8525391-96van de N.B.S. Gezien het aantal plaatsen beperkt is, is vooraf inschrijven en overschrijven aangewezen! Datum betaling geldt als bewijs.
Binnenlessen gaan door in de lokalen van Hof Ter Saksen, Haasdonkse baan 101 te 9120 Beveren.
Voor de buitenlessen wordt verzameld aan de boomgaard van het domein, tenzij anders wordt afgesproken. Laarzen, waterdichte schoenen en aangepaste kleding zijn aanbevolen voor de buitenlessen!
Voor verdere inlichtingen en inschrijvingen kan u tijdens de kantooruren terecht op het NBS secretariaat aan de Leopold III-straat 8 3724 Vliermaal
tel: 012/39.11.88, fax: 012/74.74.38 of via e-mail: info@boomgaardenstichting.be
Kweeperen komen meer in de belangstelling. Men heeft er mij dit najaar enkele keren naar gevraagd. Zelf had ik vijf rassen staan, maar ze moesten alle vijf verplant worden wegens de aardgasleiding. Vier konden voorbereid worden op de verplanting en hebben het goed overleefd. Samen hadden ze 5 vruchten. Als je dan bedenkt dat ik twee jaar terug 60 kg had om te persen tot sap!
Het kweeperensap ( één derde kweepeer en twee derden appel) vond ikoverheerlijk. Mijn gezondste kweepeer, Champion moest in maart bijkomend verplant worden, zonder voorbereiding en heeft het niet overleefd. Champion ontstond rond 1870 in de Verenigde Staten en kwam in 1889, het geboortejaar van mijn vader Jules en de beter bekende Adolf in Duitsland, naar Frankrijk, vanwaar ik ook mijn boom meebracht. Trouwens ik heb lang gedacht dat dit een Frans ras was.
Dit ras heeft dikke bladeren die niet aangetast worden. De mooie, gele vruchten laat je best niet te lang hangen, om deze iets langer te kunnen bewaren.
Het ras dat praktisch jaar op jaar een goede opbrengst gaf was Leskovac. Ontstond rond 1890 in de gelijknamige plaats in Servië. Middelmatig grote, appelvormige vruchten. Vrij gezond blad.
Rheas Mammoth voldeed bij mij minder. Te veel aantasting. Jaren met mooie, grote vruchten waren te zeldzaam. Dit wil nog niet zeggen dat dit ras op een andere standplaats niet meer voldoening kan geven.
Een vierde ras was een uitloper, misschien van een kwee A, dAngers ?
De kleine, peervormige vruchten waren te ongezond en wil ik absoluut omenten.
Op diverse plaatsen heb ik dit jaar gezonde en goed beladen bomen gezien. In januari hoop ik enten te snijden en begin april mijn boom om te enten, via kroonenting.
In een jaar met minder schurft als dit jaar doen kweeperen het opmerkelijk beter. Vranja, een oud, Servisch ras van 1898 geeft in een gering schurftjaar als 2006 grote, peervormige vruchten. In een slecht jaar met veel schurft en sterk aangetaste bladeren en vruchten is het resultaat veel minder.
Op de Europom in Duitsland schafte ik Die Quitte van Monika Schirmer aan. IHW-Verlag 2005ISBN 3-930167-54-9413 blz 30
Dit werk behandelt alle aspecten: de plant. (Een aspect dat ik hierbij zeer waardeer is dat de mevrouw ook eigen ondervinding verwerkt.)
Een tweede hoofdstuk gaat over speuren in de literatuur. 3. Cultuurgeschiedenis 4. Quitten als Heilmittel (geneesmiddel).
Op blz 87 begint al deel 5 . Fenomenaalwat men allemaal met kweeperen kan doen.Eerst enkele blz. met steekwoorden. Het begint al zeer interessant: Kan men kweeperen rauw eten?...
Mijn echtgenote, Aleide is altijd al zeer creatief geweest voor de verwerking van ons fruit.
Momenteel heeft zij haar handen meer dan vol met CoZoeGo (Comité Zoersel Going). Going is het geboortedorp van onze schoonzoon Aminou, gehuwd met onze oudste dochter Leen. Ze wonen met hun 4 kinderen in Douala, de grootste stad en havenstad van Kameroen.
Going ligt naast het stadje Kaéle in de provincielExstrème Nord de Cameroun. Daar heerst een verwoestijnend Sahelklimaat. Niet elk jaar valt er voldoende water en is er op het einde te weinig voedsel en hongersnood. Dit jaar was er wel een goede oogst. Daarom wil Aleide een container naar ginder versturen als graanopslagplaats. Zij lanceerde een oproep voor hulpgoederen om de container te vullen. De schuur ligt al vol en ook onze veranda. De gemeente brengt de goederen naar Wereldmissiehulp in Boechout, die zullen zorgen voor de verzending.
Gans dit project wordt mogelijk omdat CoZoeGo, samen met een ander project deelt in de opbrengst van de Kerstmarkt.
Ik heb stellig de indruk dat de late winterappelen dit jaar groter zijn dan gewoonlijk. Dit is mij opgevallen bij het plukken van de Wintercitroenen, de Ijzerappels, de Cabarette (President van Dievoet) enz. en dit niettegenstaande dat de bomen zwaar beladen zijn met vruchten.
Ik zoek de verklaring in het uitzonderlijk mooie herfstweer, zodat de vruchten uitzonderlijk lang konden doorgroeien.
Deze namiddag terwijl ik de Ijzerappels, Marie-Joseph dOthée aan het plukken was, hoorde ik het geluid van ganzen.Een grote V-formatie trok voorbij, mooi afgetekend tegen de helblauwe hemel.
Als ik daarstraks om elf uur buiten kwam hoorde ik nog ganzen overtrekken.
In 2000 leerden we deze bezielde man met volle, rosse baard en een grote bos krolhaar kennen, een moderne profeet. Daarenboven spreekt hij een voortreffelijk Nederlands.
Op zijn 30 ste trok hij terug naar zijn roots, de Elbemeersen in Das Alte Land.
Te Grossenwörden (50 km van Hamburg) kocht hij in 1983 een hoeve met boomgaard, - een Apfelhof in de huidige spraak.600 jaar terug heette dat en Bomghart in het Platduits. - met oude rassen als Schone van Boskoop, Gravenstein; maar de Finkenwerder Herfstprinzen maakten de meerderheid uit. Deze grote, klokvormige, gouden appelen met een rode zonkant veroverden algauw zijn hart. Hij huurde daarbij nog enkele Ha fruitpercelen met de gangbare rassen Cox, Gloster, Golden Delicious, Ingrid Marie en Laxton Superb.
Van huis uit imker verloor hij nogal wat bijen door het spuiten van fruittelers. Zelf wou hij niet spuiten, waardoor de opbrengst danig terugviel.
Als pionier bioboer-autodidact in de fruitteelt betaalde hij het nodige leergeld.
Zijn oogst kon alleen verwerkt worden en hij begon een sapmakersbedrijf.
Klanten kwamen met hun oude, meestel gezonde rassen. Zijn interesse was verder gewekt.
Eckart begon al in 1984 zijn Boomgarden-Projekt (let op de korte a!) om de oude rassen op te sporen en verder te kweken. Overal ging hij enten snijden en had contacten met vele getuigen van het verleden. De eerste uitplant van zijn opkweek omvatte 150 bomen op een perceel van 6000 m2 (lente 1988). Stilaan werd hij een bekende in het Elbeland. De grootste appelschat vond hij in 1994 bij de meer dan 80 jarige, vroegere boomkweker Karl Mohr. Op een beperkte ruimte had deze man 700 rassen geplant, die al gedeeltelijk van ouderdom begonnen af te sterven. De volgende twee winters kon Karl er een goede 500 handveredelingen van maken op zwakke onderstam, telkens een boom per ras, waarvan een honderdtal op naam. De rest was niet meer te redden. Met nog meer ijver zocht Eckart de laatste getuigen op.
Eckart Brandt slaagde erin zon 800 rassen op te sporen en van de ondergang te redden. Ze staan opgeplant op verschillende percelen, zon 6 tal Ha.
Vanmorgen kwam een koolmees snoepen van de druiven onder het afdak. Nu de peren geplukt zijn en dus niet meer beschikbaar hangen komt hij/zij het bij de druiven zoeken!
Tijdens de
terugkomdag van de NBS bij u hebben we die rozenbottels geproefden heel goed bevonden. Graag zouden we dat
ook aan enkele rozenvrienden willen aanbieden.
2 Vragen:
Van welke
roos (rozen) waren de bottels?
Welke
handelingen werden met de bottels uitgevoerd?
Volgens een
vriend rozenliefhebber waren ze gekonfijt.
Beste Gust en Blanche,
De rozenbottels die ik gebruikte ken ik als Japanse rozenbottel. Men
gebruikt deze rozen veel als boordgarnituur langs wegen en
in aanplantingen.
Bij de bloei gebruik ik de geurige bloemblaadjes, juist
vooraleer ze afvallen om rozendrank te maken voor direct gebruik. Rozendrank
bestaat uit water met rozenblaadjes, gezoet met rozijnen.
De Bloemblaadjes doe ik ook in wat lopende acasiahoning en
maak er rozenhoning mee. Ik meng deze honing als broodbeleg met
tahin of gebruik deze als zoetstof in heerlijke thee.
De rijpe Japanse rozenbottels schil ik. De pitten gebruik ik voor thee of
voor pektine.
Het vruchtvlees meng ik met vaste honing. Voor jullie was dat de
sterk afsmakende honing van Soria, een Spaans bergstadje. De honing wordt door
de firma Soria uit Ichtegem verdeeld (te koop in apotheken).
De bereiding is dus heel eenvoudig: Een tas vers rozenbottelvlees mengen
met twee kleine soeplepels honing. Door de honing bewaart deze bereiding een
week in de koelkast. Ik belegde er toastjes van maismeel mee.
Ik kom net terug van de Europese Fruittentoonstelling in Naumburg, Hessen, Duitsland, zon 400 km van Antwerpen. De Nationale Boomgaardenstichting (Ludo Royen en Erno Eersels) stonden samen met de afdeling Nord et Pas de Calais van de Crocqueurs de Pomme (dhr. en Mevr. Ponchau).
Weer heel wat personen ontmoet, veel gezien en veel informatie opgedaan. Om minder te vergeten en interessante dingen te kunnen doorgeven volgen er de komende dagen een aantal aantekeningen.
Volgend jaar krijgen de Luxemburgers voor de eerste maal de kans om de fruitverenigingen van de omringende landen te ontvangen, dit van zat. 13 okt. tot en met zo. 21 okt. In LuxExpo van Luxemburg stad.
Een van de eerste appels die ik in Engeland 15 jaar terug aanschafte was deze appel. Ik had gelezen dat hij bij proefpennels er reeds als nummer één uitgekomen was.
Zijn ontstaan dateert al van rond 1700. De waarde van deze vrucht werd pas laat erkend. De Royal Horticultural Society gaf dit ras pas in 1981 een FCC, een First Class Certeficate.
Ik denk dat dit komt omdat zijn uiterlijk nogal ruw is: grijsbruinachtig en wat ruw. In het Engels gebruikt men dan de benaming : russet, roestachtig. (Vergelijk de Rabau; de Gris de Saintogne) Een aantal van de vruchten vertoont gemakkelijk misvormingen, vooral de kleinere. Mooi belichte vruchten krijgen een geelrode schijn aan de zonkant.
Vast wit vruchtvlees, knapperig, sappig met een intense, zuur-zoete, aromatische smaak. De vrucht is op zijn best december, januari; maar is nog goed te genieten in februari. Het is een gezond groeiend ras. Gezonde bladeren. Haast geen schurft. Zeer weinig kanker.
In The Book of Apples spreekt Joan Morgan van 'poor crops' (weinig vruchten). Mijn ondervinding spreekt dit tegen.
Het ras staat op een MM 106 onderstam. Het duurde wel lang vooraleer de dracht begon en de eerste jaren waren er niet veel vruchten. Ik was dan ook verwonderd door 3 opeenvolgende jaren (2002-2004) met zeer veel vruchten.
Begin vorig jaar moest de boom echter voorbereid worden om verplant te worden. Hij zou moeten wijken voor het aardgastracé.
Het rondom graven van een sleuf en het afsteken van de wortels gebeurde deskundig door de NBS (Nationale Boomgaardenstichting). Deze boom had echter een allesoverheersende wortel gevormd die ongeveer 30 cm diep, evenwijdig met de oppervlakte liep. Ludo Royen vond het dan ook erg deze wortel te moeten doorsteken en vreesde voor de gevolgen. In de kroon werden grote takken weggenomen.
De sleuf zelf werd daarna weer aangevuld met oude, goed verteerde compost, om nieuwe wortelvorming te stimuleren.
Deze boom heeft vorig jaar het meest geleden onder de behandeling en kon slechts kleine blaadjes vormen. Begin november vonden we gelukkig een definitieve plantplaats en moest hij niet naar het wachtbed. Dit jaar vertoonde de boom, zoals verwacht, nog steeds een zwakke groei. Het zal nog wel even duren vooraleer hij zich volledig kan herstellen.
Gelukkig had ik het ras verder geënt, ook op een MM 106, en plukten we enkele dagen terug een grote krat vol.