Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
welkom!
Problemen Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
30-10-2009
Duitse Keizer
Duitse Keizer - historische sagen -
Op 15 mei 1917 droomde de Duitse Keizer X dat hij een oorlog voerde met alle omringende landen. Omdat Y de droom niet kon verklaren, liet de Keizer een advertentie plaatsen in de Rotterdamse Courant. Een man die beweerde de droom te kunnen verklaren, werd de volgende dag door twee sergeant-majoors bij een herberg in Henis opgehaald en naar de Duitse Keizer gebracht. De man verklaarde de droom van de Keizer als volgt: "Duitsland zal in een oorlog achtereenvolgens Frankrijk, Rusland en Engeland overwinnen. Daarna zal Duitsland een oorlog voeren tegen Amerika". Toen de Keizer zei: "Dan zal ik ook een oorlog voeren tegen België", stond de man recht en sprak: "Ik ben Napoleon Bonaparte. Mijn soldaten zijn gevallen in Waterloo. Die van u zullen vallen bij de Ijzer." Daarop stuurde de Duitse Keizer de man prompt weg.
Op de hoeve van Xander in Vrijhern zat de boer met enkele vrienden te wachten tot de merrie haar veulen zou werpen.
Ondertussen speelden ze met de kaarten en dronken ze jenever. Toen de jenever op was, daagde de boer zijn knecht uit om in Hern-St.-Hubert een nieuwe fles te gaan kopen.
Zodra de knecht was vertrokken, ging één van de mannen met een stierenvel op zijn rug bij het Duivelskruis staan. Op de terugweg schrok de knecht door de vreemde verschijning die hij voor de duivel aanzag.
Hij sloeg met zijn mestvork zijn vriend de schedel in.
Xander van Niel bezat een boekje waarmee hij heksen kon doen blijven staan alsof ze aan de grond waren genageld. Op zekere dag stond hij met enkele vrienden buiten en zei: "Daar komt een heks aan. Zal ik ze eens doen stilstaan?" Toen de heks voorbijkwam, las Xander enkele woorden in zijn toverboekje waardoor de heks bleef staan als een paal.
Vervolgens stak de heks haar vuist uit en sprak: "Xander, Xander, dat zal u nog zuur opbreken!"
Datzelfde jaar stierven bij de familie Zuipen - dat was de familienaam van Xander - vier van de beste melkkoeien.
Alle heksen van Niel waren boos op Xander. Toen Xander ging sterven, wilde dat maar niet lukken.
De pastoor kon hem niet helpen. Hoewel Xander nooit iemand kwaad had gedaan, bezat hij een boekje met bijzondere krachten, die de pastoor niet kon wegnemen.
Daarom heeft men een heilige pater laten komen, die Xander van zijn krachten kon bevrijden door het boekje te verbranden.
Een man uit Velm zat met vrienden bier te drinken.
Toen de politie er aankwam om het gezelschap te arresteren, verzekerde hij zijn vrienden dat ze zich geen zorgen hoefden te maken.
De politiemannen vond niets anders dan kachels in de herberg, en keerden van een kale reis terug.
De man had zijn kunsten uit speciale boeken geleerd. Hij kon bijvoorbeeld ook tegen de muur op lopen of een glas omdraaien zonder dat er een druppel uit liep.
De Heer van Heks en die van Lauw konden niet met elkaar overweg.
Toen de Heer van Lauw in het nauw werd gedreven door zijn vijand, verschool hij zich in een bos in Groot-Lauw ten zuiden van de Jeker.
Op de 'Hondel' in Groot-Lauw werd een veldslag gevochten. Omdat de Heer van Lauw de hulp van de Prinsbisschop van Luik had ingeroepen, hoorde Lauw bij het Kapittel van Sint-Kruis van Luik.
Een man die 's avonds met zijn vrienden was gaan kaarten, wandelde langs een gracht naar huis.
Opeens zag hij een vreemd schijnsel in de gracht alsof de zon in het water scheen. Het was de vuurman.
De vader van de man was op een dag naar Maastricht geweest om boter te halen. Op de terugweg langs de Mechelse Hei was de vuurman op de kar gesprongen. Een knecht die tegen beter weten in naar de vuurman had gefloten, moest snel naar binnen lopen.
De volgende ochtend vond hij op de deur de handafdruk van de vuurman.
Enkele mannen gingen stiekem kersen plukken in een ommuurde weide.
Eén van de mannen had een witte zakdoek aan de muur vastgemaakt opdat hij de uitgang makkelijk zou kunnen terugvinden. Een andere man schrok bij het zien van de zakdoek en liep schreeuwend weg.
In zijn haast viel de man op een beest met horens, dat plots opstond en wegliep met hem op zijn rug.
De man was er van overtuigd dat het beest de duivel was.
Drie zonen hadden na lang zeuren van hun ouders de toestemming gekregen om te gaan dansen. In werkelijkheid gingen de jongens echter stelen met de bokkenrijders.
Toen de knecht om vier uur 's ochtends de paarden ging voederen, vroeg hij de vrouw des huizes om eens in de stal te komen kijken:
de drie jongens zaten op het paard van de drossaard die de bokkenrijders had opgepakt.
Een stroper die al veel hazen had gezien, slaagde er maar niet in om één van de dieren neer te schieten.
Toen hij er uiteindelijk toch in slaagde een haas te treffen, sprak een vreemde stem: "Xiste, waar zit je?" Omdat de geschrokken stroper plots omgeven werd door tientallen hazen, maakte hij zich snel uit de voeten.
De wervers waren mensen die nieuwe leden voor de bokkenrijders moesten ronselen. Ze hielden bijeenkomsten in het Molenhuis in Maaseik.
Op een nacht klopte drossaard Xaden uit Neerpelt aan bij een man aan wie hij vroeg of hij niemand kende met de naam Yaro Daarop antwoordde de man:
"Hier achter woont wel iemand die Yaro heet. Maar drossaard, u bent helemaal alleen met uw hond en uw paard. Bent u dan niet bang?" Maar de drossaard antwoordde:
"Wanneer de bokkenrijders de oren van mijn paard zien, dan zullen ze allemaal beven van angst."