ik hoor de winter want het vriest dat het kraakt de meeuwen fladderen gaten in de lucht drie koeien in de wei met hun hoge schoft naar het noorden koud zeggen ze tegen mekaar ik voel je lichaam tegen het mijne zo warm als een brood dat net uit de oven komt de grond bevroren als een uitdeinende klomp vlees bessen aan de struiken rijp en rood als bloedblaren morgen gaan de merels er mee vandoor en als dan alles donker wordt dan brandt er in jou nog licht
jij staat altijd op mij te wachten zoals het glas wijn staat te wachten op de lippen vol en geduldig daarom wil ik je blijven dragen als een warme jas, me opvouwen in je armen, voor altijd met mooie woorden je haren strelen
de rimpels tussen mijn wenkbrauwen worden gladder vangen minder schaduw jij strijkt mijn gezicht glad want jij bent mijn antirimpelcrème voor mij is dit een geruststellende gedachte elke dag die ik ouder word heb ik je meer nodig jij bent de vierkantswortel die me uit de oneindigheid trekt
achter de lakens van het licht heb ik je geofferd liet ik je as neerregenen op de lippen van de seizoenen maar steeds staan tussen mijn ogen en jouw tranen die koffer en de afstanden van zoveel uren naar het vuur van de passie in een franssprekend land
schrijven doe ik graag liever dan spreken als ik schrijf hoort niemand waar ik ben hoort niemand hoe ik struikel over de stoep van mijn woorden niemand ziet dan de achtergebleven broodkruimels op mijn slechtgeschoren wang niemand ziet dan dat mijn verlangen angst is geworden niemand hoort dan dat ik je mis
er hangen duizend spreeuwen kwetterend in de oranje lucht een kleed dat boven mijn tuin wordt opgeschud lang en dun en dan weer dik als een luchtballon stuk voor stuk felle zwarte krijsers als groep imposant en angstaanjagend heersers van het luchtruim
is het de wijsheid of de onrust die ze elk jaar vlucht na vlucht naar het zuiden drijft
Vroeger stond mijn straat in vuur door de prachtige kleuren van de Japanse kerselaars . Vandaag werden alle bomen gerooid om plaats te maken voor een nieuw voetpad. Het zal nooit meer zijn zoals gisteren ...
iedere lente kwamen de twee duiven terug in de boom voor mijn huis bouwden zij hun nest met vergeten takken van het struikgewas
ze zullen de boom niet meer terugvinden op zijn plaats stond vandaag een bulldozer zijn rook een nutteloze parasol een luidruchtige wolk tussen de lippen van de lucht
morgen rust mijn boom in de as van de ovens en leunt de zon op het nieuwe voetpad ik wacht gespannen op de kwade blikken van de duiven
het woord liefde je krult je tong omhoog en zet het puntje ervan zachtjes tegen je verhemelte luchtig zoals je la-la-la zingt dan laat je je tong los als een mooie vlinder die zelfverzekerd door de tuin fladdert op zoek naar een andere vlinder
de champagnepluk in Damery begint op zaterdag 22 sept...
daar heeft elke wijnrank van de grond geleerd te praten met de lucht van de seizoenen en de vogels daar hebben de schoonste velden van Frankrijk hun bed gevonden daar hebben de druiven propaganda gevoerd om in een tros te gaan groeien daar fluisteren de sappen zich parelend vast in de geluiden van gepelde lucht daar pakken de plukkers mijn hart en schudden het dooreen als een spel kaarten
vandaag nog zegden mijn ogen tegen mij binnen enkele dagen zien we iedereen weer
het licht slaat een zijstraat in om je door te laten je bent alleen maar heupen en mooi als de kleur van je ogen ik weet niet wat ik hoor in het geritsel van je haar zijn het de stemmen van een engelenkoor licht als wimpers of kraait de haan hopeloos tot driemaal toe mijn hart valt in duigen als ongelezen boeken in de regen kom en kruip in mij verteer in mij los in mij op als een klontje in mijn koffie