traag en behoedzaam
draaide het licht zich om
toen ik je zag en
de brede lokken van de ochtendzon
slopen listig om je heupen
ik werd met mijn hoofd in de wolken
achter de praalwagens van jasmijngeur
door de straten gesleurd
je was zo mooi
en zo lief als de schaterlach van je ogen
je sneed voor mij onhoorbare woorden
uit zacht wilgenhout
het gaat goed met mij
dacht ik
terwijl ik wachtte
tot de wind mij rondom jou zou dragen
zo gevoelig als het ochtendgras
doordrongen van dauw en wellust
trok de fluistering van je adem
voetstappen in het zand
naar de gedaanteloze beweeglijkheid
van het water
ik denk door jou leef ik langer
maar verdomme, je maakt me banger en banger
helaas
vandaag weet ik
je bent zo gevaarlijk als een vliegenvanger
|