| 
					
					 het vuur knaagt aan de tijd 
te laat om verder door te dringen 
in de vergeten droom 
de morgen klaart in de huid van de gevels 
laat de tranen voor mijn ogen stollen 
want er is niets meer te zeggen 
geen enkel woord brengt nog  
de zachte regen van de heuvels terug 
de echo van je lach 
parelt in de schaduw van de grotten 
die we samen bouwden 
het lijkt zo moeilijk nu de juiste klank te vinden 
om de geur van je glanzend lichaam  
te doven 
je leeft steeds voort in mij 
als rozendauw en schlagerplaten 
als bloemengeur en nachtlawaai 
maar kom 
je weet toch 
dat ik met je adem 
de stukken van geluk  
als morgensterren lijmen zal 
want straks dragen de rozen linten in hun haar 
					
 
					
					
					 |