o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
30-03-2009
nawal el saadawi
zaterdagavond 28 maart 2009. we stonden op het perron in het station van halle. door een bommelding in het station van edingen had onze trein (van 19u.30) 35 minuten vertraging. we werden zenuwachtig, veranderden van perron voor de volgende trein, om '54. we hadden tickets voor een avondje muntschouwburg, waar een internationaal literatuurfestival doorging, remapping the world. (programma zie onderaan).
we hadden al zin om terug naar huis te keren, maar toen begon het te regenen. uiteindelijk kwamen we 25 minuten te laat aan de munt, want had me dan nog uiteindelijk vergist in het aanvangsuur: 8u. i..p.v. 8u.30. dit gebeurt me dikwijls de laatste tijd: als ik iets wil, schijn ik het alleen maar te kunnen bereiken langs een kronkeldroom van omwegen. vertragingen, vergissingen, regen, wijziging van de plannen en dan toch weer niet...
maar dan, aan het einde van de tunnel, de beloning. we kregen een uitzonderlijk leuke plaats in een loge rechts van het podium, een plek met leuke klapdeurtjes en fluwelen zeteltjes. genoten eerst en vooral van het barokke interieur van de muntschouwburg: een en al krulletjes en bladgoud en cupidootjes en zware rode gordijnen.
nawal el saadawi, een tachtigjarige egyptische schrijfster, zei haar sublieme tekst met krachtige stem. ze was gekleed in zandkleurige pantalon, kleurige sjaal en zonnig-oranje trui. ik onthield volgende quote: we are all of mixed origin, waamee ze duidelijk sneerde naar alle extreem populistisch-nationlstische moves die we de laatste tijd in de wereld en ook bij ons moeten gedogen...
ik heb ook goed kunnen zien hoe nawal aan het eind van het programma nog een smaragdgroen jasje aantrok, dan nog een zonnig geel vestje en een extra turkooizen sjaal die schitterend kleurde tegen haar woeste, sneeuwwitte lokken. een heerlijke dame, die nawal. ze was grappig en sterk tegelijk en stak een hart onder de riem van a., omdat ze de palestijnen schitterend verdedigde...
we genoten ook van ramsey nasr, die zijn gedicht ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven) fantastisch is komen voordragen. de cubaanse zoé valdés besloot haar mooie voorleessessie met: ik wil niet doorzichtig sterven, een intrigerende zin die ik herhaal en herhaal en tot nu toe heel mysterieus vind!
Een reis door de hedendaagse wereldliteratuur Tien auteurs van diverse origine geven hun visie op de wereldorde vandaag. De
teksten die ze brengen weerspiegelen de huidige tijdsgeest en woelige gebeurtenissen
in verschillende werelddelen. Componist Dick van der Harst plaatst
de wereld in een nieuwe muzikale context. Annelies Beck et Hadja Lahbib
begeleiden het publiek doorheen deze rijkgevulde avond met woord, muziek
en beeld.
1989. Een cruciaal jaar in de wereldgeschiedenis. In
Europa valt een muur. In China staat een tank stil
voor een man. In de Verenigde Staten wordt Bush
Senior president. Het einde van de koude oorlog
luidt een nieuw tijdperk in. Nieuwe conflictgebieden
ontstaan, staten verdwijnen, andere naties worden
gevormd. Het woord grens krijgt een hele nieuwe
betekenis. Welke impact hebben deze cruciale veranderingen
op identiteit, taal en literatuur?
Nawal El Saadawi geeft een literaire stem aan vrouwen
in de Arabische wereld. De Nederlander Geert
Mak houdt de vinger aan de pols in een veranderend
Europa. Péter Nádas neemt zijn leven in Hongarije
als uitgangspunt om te reflecteren over universele
themas. Ramsey Nasr draagt bij aan de dialoog tussen
oosterse en westerse culturen. Joseph ONeill
schrijft over Amerika na 9/11. De Fransman Olivier
Rolin laat zich inspireren door reizen in de tijd en in
de wereld. Ingo Schulze zet een treffend beeld neer
van het leven in Duitsland sinds de hereniging. Elif
Shafak biedt een blik op de wereld vanuit Turkije.
Zoé Valdés praat over haar geboorteland Cuba, en
de Colombiaan Juan Gabriel Vásquez over de toekomst
van Latijns-Amerika.
Een reis door de hedendaagse wereldliteratuur in acht talen: Arabisch, Duits, Engels, Frans, Hongaars, Nederlands, Spaans en Turks. Met vertalingen in het Nederlands en Frans.
ik ben dus niet verkozen tot stadsdichteres van halle! zeven kandidaten
hadden zich aangemeld, drie werden geselecteerd (waaronder de schitterende
ondergetekende, yasmin), maar nipt werd een nog onbekende (jonge) halse dichter
gelauwerd. zijn naam wordt pas binnen enkele maanden bekendgemaakt. ben heel
nieuwsgierig, niet alleen naar zijn persoon, vooral naar zijn schrijfsels. zijn
taak (het dus is bijna zeker geen vrouw!), zijn taak zal niet de minste zijn:
twaalf gedichten in opdracht schrijven, gedichten in hals dialect schrijven (?),
aanwezig zijn bij evementen en in de jury zitten van de halse poëzieprijs,
haha!
het interview met de jury was wel spannend (ik was het eerste slachtoffer!), de
juryleden hadden zichtbaar pret omdat ze hun vragen zomaar konden afvuren op
het leuke grijze dametje dat haar gedichten zo gevoelig kon voordragen.
alhoewel ik een beetje uit mijn nek heb zitten kletsen, vond ik toch dat ik
goeie reclame voor mezelf heb gemaakt. ach, mijn palmares is toch niet de
minste: ben redactielid geweest van twee literaire tijdschriften en heb
voorlopig drie dichtbundels uitgegeven. mijn roman in schijfjes zit bij
de uitgever, ik heb een literaire blog en zeker genoeg materiaal voor twee
nieuwe dichtbundels. ik weet ook iets af van het theater (zie mijn
persoonsbeschrijving) en organiseerde talloze schrijfateliers op school.
tenslotte ben ik ook een fervente haiku-dichteres, waw!
heb ik er verkeerd aan gedaan te refereren naar david lynch (wiens film inland
me toch lichtjes inspireerde voor het gedicht over halle), ramsey nasr (die
als stadsdichter van antwerpen probeerde toegankelijke gedichten te
schrijven), radio klara (op wiens website ik had zitten lezen over clichés
betreffende poëzie), het steenwegenproject (waar ik toch met veel
enthousiasme aan had meegewerkt en waarvoor ik de leuke gedichten ontijd en
plaslion had geschreven) ??? ach,
misschien is het juist die veelzijdigheid, die verspreiding, die veelheid aan
referenties, die me de spreekwoordelijke das heeft omgedaan. hoe ouder ik word,
hoe meer ik besef dat het beter is je duidelijk met maar een paar disciplines
bezig te houden dan je te zeer te spreiden. wat je dan doet, doe je goed en
afgelijnd.
ook ontdekte ik bij mezelf misschien te veel gevoelens van bereidheid (ik ben
echt te plat gaan liggen, alhoewel ik aan een jurylid, de dorpsdichter
van galmaarden, toch brutaal heb durven zeggen dat hij mijn gedicht niet
goed had gelezen), te veel enthousiasme en misschien zelfs een beetje te veel
happigheid naar geld en eerbetoon (money, money...). niets menselijks is mij
vreemd. want alhoewel de 2000 euro, het bedrag dat ik na een snelle berekening
vooropstel als totale verloning van de halse stadsdichter, maar een piepkleine
maandwedde (in vroegere jaren) voor me betekent, is het geld toch maar goed
meegenomen in deze tijden van crisis, haha!
maar er spookt nog een ander argument door mijn hoofdje: werd ik misschien te
oud bevonden door de heren en dame van de jury? het is waar: deze winter
heb ik voor 't eerst in mijn leven mezelf voelen ouder worden, heel vreemd. ik
werd er zowaar depressief van. maar gelukkig ben ik al aan een tegenbeweging
bezig: ik ga elke week naar de yoga en probeer trouw (zoals ingeborg)
elke dag enkele houdingen op mijn tapijtje in te oefenen.
eigenlijk wil ik dansen.
2.
ondertussen bereiken mij enkele reacties, mensen houden mij op straat tegen om
mij moed in te spreken en mij bijna gefluisterde boodschappen door te
geven. naar het schijnt doen geruchten de ronde, als zou de verkiezing van de
halse stadsdichter nep zijn, een vooropgesteld scenario met politieke
connotaties (ik kan er makkelijk zelf enkele bedenken).
dit zou me verbazen en vooral veel verdriet doen, een afgang voor de poëzie, de
literatuur en de politiek an sich. ik weet: er is ook zoiets als de
tijdgeest en in eerste instantie is het handig om je met de tijdgeest mee
te laten drijven. maar ik ben hoogstwaarschijnlijk ouderwets (of liever: wijs)
en laat mij niet meer zo makkelijk meeslepen. in dit meest zuidelijke
stadje waar nederlands gesproken wordt is het tegenwoordig zowaar de trend het
zogenaamde zuiverevlaamse karakter van halle koste wat koste te willen
behouden. met het eerste deel van deze wens ga ik plus of min akkoord, alhoewel
ik mij voortdurend afvraag wat dat 'zuivere vlaams' nu eigenlijk betekent. over
het tweede heb ik enige reserves.
als politieke ideeën mensen tegen elkaar opruien met even ingebeelde als
waardeloze argumenten (taal, huidskleur, geslacht, afkomst, ideologie), wat dan
resulteert in het goedpraten van onwaarschijnlijk grof en gewelddadig gedrag,
dan neem ik afstand. meningsverschillen mogen bestaan, ruzie maken mag (liefst
zelfs), maar toch stel ik een warme, menswaardige en open samenleving
voorop. uiteindelijk hebben we allen maar 1 gemeenschappelijke vijand: domheid,
egoïsme en eigenbelang in al zijn uitingsvormen.
daarbij zijn er, naast de lawine van economische crisissen waarmee we de laatste
tijd worden overdonderd (al die ontslagen moeten toch zware
gevolgen hebben op de dagelijkse levensomstandigheden van de betrokkenen, zeg?!?!?) geopolitieke
evoluties aan de gang waar wij toch even stil moeten bij staan: maandag 23
maart naar koppen XL gekeken, dames en heren? als de aarde 6 graden
opwarmt verdwijnt alle leven op aarde...
ach, mijn gedachten zijn misschien te algemeen en te open-minded. misschien
moet ik ook een krengerige en hautaine attitude aankweken als ik weet dat dedie
en dedie er voor bepaalde zaken een andere mening op nahoudt dan ik, zo pas ik
beter in een bepaald plaatje. misschien om deze redenen dat ik (nog) geen stadsdichteres
van halle ben geworden?
3.
maar argh, alle gekheid op een stokje: ik ben eerder het type vrouw dat zich
amuseert. ben heel tevreden dat ik heb durven deelnemen aan de wedstrijd stadsdichteres
van halle. ben ook tevreden over mijn inzending (zie bijlage), die
misschien de aanzet is tot een nieuwe cyclus.ook moest ik een paar dagen geleden monkelen toen een jonge schrijversvriend
me voorstelde om schaduwdichteres van halle te worden. ik zou dan iedere
keer als de stadsdichter aan het werk wordt gezet een schaduwgedicht (cool!)
moeten schrijven. leuk idee, ik zie me al de stadsdichter voortdurend schaduwen,
spannend!
lieve leden van de jury (1 vrouw en voor de rest allemaal mannen, haha, heb ze
in gedachten allemaal sprookjesnamen gegeven), wees dus gewaarschuwd:
dit grijze gevoelige dametje zal - lichtjes loensend misschien van het overdadig
(dit zal ondertussen weer een bericht worden van 1785 woorden, de teller duidt
het aan) tokkelen op deze verdomde pc- nooit stoppen met schrijven, of het nu in de
schaduw is, of in het immense licht.
ps: in bijlage twee vragen uit een
interview met miriam van hee over het gentse stadsdichterschap (geplukt
uit het digitaal literair tijdschrift meander, zie http://meandermagazine.net/wp/2009/03/gedichten-64/).
dit is de cover van de zesde (!) roman van suzanne binnemans, een
verrukkelijke dame uit lier die verrukkelijke romans schrijft.
ik wil dit bericht dus
wijden aan prooi, een boekje van 128 pagina's. het verhaal leest
als een trein, maar als vrouwelijke lezer stel je je toch heel veel vragen en
misschien blijf je zitten met gevoelens van vervreemding en verwarring, zo
intrigerend is deze roman van suzanne binnemans.
ik knip en plak hierbij eerst de algemene introductie, zoals ik ze kan lezen op
de achterflap en ook op de webpagia van haar uitgever:
Eva, een
getrouwde vrouw van net veertig, is de gedroomde prooi. Ze zoekt iemand die
haar weer gelukkig kan maken, iemand die na haar opas dood zijn plaats in kan
nemen, iemand bij wie ze het gevoel kan hebben dat ze leeft. Hij, een man op
leeftijd, wil haar niet bezitten in de betekenis die andere mannen eraan geven.
Hij wil dat ze van hem houdt, dat ze verslaafd raakt aan zijn oordelen en
meningen. Hij wil haar binden door macht. Verlangt naar onvoorwaardelijke
toewijding en onderdanigheid. Er ontstaat een soort bedrog, een soort
overspel. Haar nood tot spreken en begrepen te worden is echter net zo groot
als de zijne. Tot hij te ver gaat en er een machtsstrijd ontstaat. Ze willen
beiden zien wie het langst stand houdt en wie het meest heeft geleerd. Evas
angst om verlaten te worden en zijn problemen met de onmacht en aftakeling die
bij het ouder worden horen, klinken door tot in iedere zin.
oeps, de beschrijving
van een relatie tussen een oudere man en een jonge vrouw? niks bijzonders, zou
ik zo op het eerste zicht zeggen, niks origineels, maatschappelijk totaal
verantwoord. als dit boekje nu zou gaan over een oudere dame die verliefd wordt
op een jonge man? tegenwoordig ook wel in de mode, zon rijpere vrouwelijke geliefde
wordt dan een poema genoemd
hehe, yasmientje, lees
eerst en verorber, voor je met je belachelijke vooroordelen afkomt!
en dat heb dus ik de
laatste paar uren amechtig gedaan. het boek is een bevreemdend relaas in de
ik-persoon van een oude man van 75, een zakenman, die mijmerend verslag
uitbrengt over zijn liefdesavontuur met de veertigjarige eva.
het verhaal is in
eerste instantie ronduit vertederend. de oude man is als een zorgzame vriend,
die troost en bescherming biedt aan een jonge vrouw, wiens huwelijk net op de
klippen is gelopen. de oude man is voor haar een surrogaat grootvader, want
haar eigen opa is oud en ziek en tot immens verdriet van evaatje gaat hij dood.
de toon gebezigd door
de oude zakenman in zijn bijna-dagboekrelaas, lijkt aanvankelijk zacht en
luchtig en onthecht. af en toe bekent hij zelfs openlijk aan de lezer dat hij
zich anders voordoet dan hij is. hij heeft altijd geleerd zich te profileren
als mannelijk en sterk en weigert een softe houding aan te nemen. diep in zichzelf
beseft hij dat zijn krachten zienderogen afnemen.
door het
leeftijdsverschil heeft hij de indruk dat hij eva volledig kan manipuleren,
haar gedachten en gevoelens kan leiden en sturen in de richting die hij wil.
tot hij fataal een grens overschrijdt en eva zich verontwaardigd en gekwetst
terugtrekt. zij wil niet misbruikt worden, haar oude zachte vriend blijkt niet
de persoon te zijn die zij dacht, maar een mannetjesputter die zijn prooi wil
vernederen en bezitten. hij wil haar in zijn macht. maar dat is zonder de
vrouwelijke intuïtie gerekend. net op tijd worden evas ogen geopend en
zij zoekt hem niet langer op.
het verhaal baadt in een sfeer van warme familierelaties. het verleden (in
de gedaante van de levensverhalen van de ouders en grootouders van eva) wordt
door suzanne binnemans kunstig verweven met de actuele setting, een ijvere
omgeving van zakelijke werksituaties en een dagelijkse levenssfeer zoals wij
die allemaal kennen. naar het einde toe wordt de toon killer, en het boek
eindigt bijna als een psychologische thriller, waarbij de lezer zelf de
dramatische uitkomst van de relatie tussen de oude man en zijn geliefde eva kan
invullen.
suzanne binnemans doet hier een poging om in de huid te kruipen van een
oude eenzame man. de vraag die ik me voordurend stel is: slaagt zij hierin? of
liever: kan een (oudere) man echt een mix zijn van vriendelijkheid en
machtswellust? kan een man zijn 'mannelijkheid' alleen maar bewijzen door daden
te stellen die getuigen van een misselijk makende pervertie? eigenlijk zou ik
het advies van een mannelijke lezer moeten inwinnen, die dan misschien met meer
zekerheid zou kunnen beamen of een man zo denkt als het hoofdpersonage van prooi.
mijn eigen evaringen zeggen me wel dat mannen heel subtiel en zachtaardig
kunnen zijn, ontzettend gevoelig en attent en tegelijk ook heel macho en
viriel. maar bewijst suzanne binnemans hier niet dat er altijd een angeltje
onder het gras schuilt? wat is nu eigenlijk de bedoeling van een man als hij
een vrouw begeert? hoe functioneert hij werkelijk in een liefdesrelatie? kunnen
we de bedreigende portretten die de schrijfster hier van onze mannelijke
vrienden en geliefden schetst voor waar aannemen, of zijn de oude zakenman en zijn
zoon alex prototypes van het soort individuen, waar we maar best bij uit de
buurt blijven???
in elk geval heb ik genoten van dit verrukkelijke boekje. suzanne binnemans
gebruikt een loepzuivere taal en haar stijl is ietwat onderkoeld. toch zijn haar
personages heel vriendelijk, levenesecht en charmant. ik raad iedereen aan, om
de winter knus te beëindigen,, dit boekje op de nachttafel te leggen en zich te
laten bekoren door de vertelkunst van deze te weinig gekende vlaamse
schrijfster.
Suzanne BINNEMANS, Prooi,
Haarlem, In de Knipscheer, 2008, 128 p., 14,50 .
hèhè, eindelijk ben ik erin geslaagd twee foto's tegelijk te publiceren. oef,
ze verschijnen plots onder elkaar op deze blogpagina, daarom plaats ik er mijn tekst tussen.
onderste foto is de cover van de zesde (!) roman van suzanne binnemans, een
verrukkelijke dame uit lier die verrukkelijke romans schrijft. bovenste
foto is haar liefelijk portret.
ik wil dit bericht dus
wijden aan prooi, een boekje van 128 pagina's. het verhaal leest
als een trein, maar als vrouwelijke lezer stel je je toch heel veel vragen en
misschien blijf je zitten met gevoelens van vervreemding en verwarring, zo
intrigerend is deze roman van suzanne binnemans.
ik knip en plak hierbij eerst de algemene introductie, zoals ik ze kan lezen op
de achterflap en ook op de webpagia van haar uitgever:
Eva, een
getrouwde vrouw van net veertig, is de gedroomde prooi. Ze zoekt iemand die
haar weer gelukkig kan maken, iemand die na haar opas dood zijn plaats in kan
nemen, iemand bij wie ze het gevoel kan hebben dat ze leeft. Hij, een man op
leeftijd, wil haar niet bezitten in de betekenis die andere mannen eraan geven.
Hij wil dat ze van hem houdt, dat ze verslaafd raakt aan zijn oordelen en
meningen. Hij wil haar binden door macht. Verlangt naar onvoorwaardelijke
toewijding en onderdanigheid. Er ontstaat een soort bedrog, een soort
overspel. Haar nood tot spreken en begrepen te worden is echter net zo groot
als de zijne. Tot hij te ver gaat en er een machtsstrijd ontstaat. Ze willen
beiden zien wie het langst stand houdt en wie het meest heeft geleerd. Evas
angst om verlaten te worden en zijn problemen met de onmacht en aftakeling die
bij het ouder worden horen, klinken door tot in iedere zin.
oeps, de beschrijving
van een relatie tussen een oudere man en een jonge vrouw? niks bijzonders, zou
ik zo op het eerste zicht zeggen, niks origineels, maatschappelijk totaal
verantwoord. als dit boekje nu zou gaan over een oudere dame die verliefd wordt
op een jonge man? tegenwoordig ook wel in de mode, zon rijpere vrouwelijke geliefde
wordt dan een poema genoemd
hehe, yasmientje, lees
eerst en verorber, voor je met je belachelijke vooroordelen afkomt!
en dat heb dus ik de
laatste paar uren amechtig gedaan. het boek is een bevreemdend relaas in de
ik-persoon van een oude man van 75, een zakenman, die mijmerend verslag
uitbrengt over zijn liefdesavontuur met de veertigjarige eva.
het verhaal is in
eerste instantie ronduit vertederend. de oude man is als een zorgzame vriend,
die troost en bescherming biedt aan een jonge vrouw, wiens huwelijk net op de
klippen is gelopen. de oude man is voor haar een surrogaat grootvader, want
haar eigen opa is oud en ziek en tot immens verdriet van evaatje gaat hij dood.
de toon gebezigd door
de oude zakenman in zijn bijna-dagboekrelaas, lijkt aanvankelijk zacht en
luchtig en onthecht. af en toe bekent hij zelfs openlijk aan de lezer dat hij
zich anders voordoet dan hij is. hij heeft altijd geleerd zich te profileren
als mannelijk en sterk en weigert een softe houding aan te nemen. diep in zichzelf
beseft hij dat zijn krachten zienderogen afnemen.
door het
leeftijdsverschil heeft hij de indruk dat hij eva volledig kan manipuleren,
haar gedachten en gevoelens kan leiden en sturen in de richting die hij wil.
tot hij fataal een grens overschrijdt en eva zich verontwaardigd en gekwetst
terugtrekt. zij wil niet misbruikt worden, haar oude zachte vriend blijkt niet
de persoon te zijn die zij dacht, maar een mannetjesputter die zijn prooi wil
vernederen en bezitten. hij wil haar in zijn macht. maar dat is zonder de
vrouwelijke intuïtie gerekend. net op tijd worden evas ogen geopend en
zij zoekt hem niet langer op.
het verhaal baadt in een sfeer van warme familierelaties. het verleden (in
de gedaante van de levensverhalen van de ouders en grootouders van eva) wordt
door suzanne binnemans kunstig verweven met de actuele setting, een ijvere
omgeving van zakelijke werksituaties en een dagelijkse levenssfeer zoals wij
die allemaal kennen. naar het einde toe wordt de toon killer, en het boek
eindigt bijna als een psychologische thriller, waarbij de lezer zelf de
dramatische uitkomst van de relatie tussen de oude man en zijn geliefde eva kan
invullen.
suzanne binnemans doet hier een poging om in de huid te kruipen van een
oude eenzame man. de vraag die ik me voordurend stel is: slaagt zij hierin? of
liever: kan een (oudere) man echt een mix zijn vriendelijkheid en
machtswellust? kan een man zijn 'mannelijkheid' alleen maar bewijzen door daden
te stellen die getuigen van een misselijk makende pervertie? eigenlijk zou ik
het advies van een mannelijke lezer moeten inwinnen, die dan misschien met meer
zekerheid zou kunnen beamen of een man zo denkt als het hoofdpersonage van prooi.
mijn eigen evaringen zeggen me wel dat mannen heel subtiel en zachtaardig
kunnen zijn, ontzettend gevoelig en attent en tegelijk ook heel macho en
viriel. maar bewijst suzanne binnemans hier niet dat er altijd een angeltje
onder het gras schuilt? wat is nu eigenlijk de bedoeling van een man als hij
een vrouw begeert? hoe functioneert hij werkelijk in een liefdesrelatie? kunnen
we de bedreigende portretten die de schrijfster hier van onze mannelijke
vrienden en geliefden schetst voor waar aannemen, of zijn de oude zakenman en zijn
zoon alex prototypes van het soort individuen, waar we maar best bij uit de
buurt blijven???
in elk geval heb ik genoten van dit verrukkelijke boekje. suzanne binnemans
gebruikt een loepzuivere taal en haar stijl is ietwat onderkoeld. toch zijn haar
personages heel vriendelijk, levenesecht en charmant. ik raad iedereen aan, om
de winter knus te beëindigen,, dit boekje op de nachttafel te leggen en zich te
laten bekoren door de vertelkunst van deze te weinig gekende vlaamse
schrijfster.
Suzanne BINNEMANS, Prooi,
Haarlem, In de Knipscheer, 2008, 128 p., 14,50 .
even op een rijtje zetten wat mijn opdrachtjes zijn de komende dagen (om de tel niet kwijt te raken en niets te vergeten):
1. elke dag mijn potjes krokussen, die ik uit de tuin naar binnen heb gehaald, nauwkeurig bewonderen en bestuderen. een potje-met-krokusbolletje had ik al wat vroeger dan de anderen op de vensterbank gezet en zowaar, de tedere lila kopjes openen zich elke dag een millimeterstreepje wijder. ik zie langs de binnenkant van de kelkblaadjes donkere paarse stipjes, heel mooi. maar 's avonds sluiten ze zich opnieuw, het is trouwens nog altijd grijs druilerig februariweer, zo intriest...
2. al een beetje aan de grote schoonmaak denken, hier en daar een kastje opruimen, overgordijnen in de wasmachine steken en stapels papieren ordenen...
3. beginnen met de opdracht voor de leesclub: heb al opgezocht wat elementaire deeltjes zijn, ben al aan hoofdstuk 3. ga namen noteren en nog wat termen opzoeken, want van genetica en scheikunde heb ik geen kaas gegeten.
4. men heeft mij ook gevraagd een oordeel uit te spreken over een reeks van 270 (!) haiku's. het gaat met cijfertjes, maar toch ben ik verplicht in totaal 810 verzen en 4590 lettegrepen te lezen, whaw!
4. het artikel van walter over de theeceremonie lezen en van een kleine commentaar voorzien.
5. mijn boeken van de bib uitlezen.
6. dit blog verder indelen en verfraaien.
7. aan mijn haikublog werken.
8. aan mijn twee dichtbundels- in- voorbereiding werken.
9. haiku's schrijven over tekens van leven
10. het kleine verrukkelijke boekje van annie ernaux uitlezen, passion simple, over een obsessioneel liefdesavontuur, waarbij alles, maar dan ook alles in het dagelijkse leven van de ik-persoon in het teken komt te staan van die liefde. le moment suprème...
oei, oei, foei, foei. zo weinig tijd de laatste dagen!
ik wil eigenlijk al enkele ochtenden een bericht schrijven over de toffe nederlandse dichteres anne vegter, maar eigenlijk spookt een gedachte, of liever een vraag door mijn hoofdje, dat door zijn bijzondere lading eigenlijk meer tot het domein van de levenskunst behoort, de flosofie, de ethiek en de moraal. maar ben er helemaal mee bezig, moet er uit zien te raken, het is een bijna levensnoodzakelijke queeste, alsof ik zonder antwoord niet zou kunnen overleven..
dit is de vraag: moet ik nu, op mijn toch wel rijpere leeftijd, na alles wat ik in dit leven heb moeten smaken en met alle dramatische tijdingen die me de laatste dagen bijvoorbeeld bereiken (a. heeft kanker, b. gaat dood aan diezelfde kanker, c. zijn vriend heeft zichzelf gedood, c. zijn dochter is aan het scheiden, d. heeft maar 1 onderwerp waarover ze
kan praten en juist over dat onderwerp wil ik niet praten, daarom gooit
ze woedend de telefoon neer, e. heeft zich onder een trein gegooid, f. is voor zijn leven lang gehandicapt, niet omdat hij, zoals hij eerst vertelde, door een waanzinnige patiënt is aangerand, maar wel omdat hij zelf zijn polsen met messen heeft bewerkt, zijn vitale zenuwbanen definitief heeft doorgesneden omwille van een vrouw enz enz)...
moet ik nu medeleven betonen, solidariteit, emoties, omwille van al deze drama's??? moet ik mezelf confronteren met deze onaangename toestanden, er zelf ook onder lijden (mee-lijden), dit alles uit menselijkheid, mededogen, naastenliefde enz... moet ik dit in mijn leven toelaten, of mag ik deze drama's mentaal van me afzetten en me alleen concentreren op positieve ervaringen, dingen die me gelukkig maken, schoonheid, kunst, liefde, ontspanning, onthechting enz...
ik heb een voorgevoel dat, als je extreem het onaangename (en ook mensen die je onaangename gevoelens bezorgen!) uit je leven bant en je zogenaamd laat medrijven door het geluk, het niet-geluk plots opnieuw zal verschijnen als een grote donkere allesoverheersende wolk, als donder en bliksem, je zal er dan niet tegen opgewassen zijn... ach, ik probeer het zo: als ik het onheil een beetje beu ben, dan sluit ik me af, zoek andere energiebronnen op, lees, lees en lees, luister rnaar prachtige muziek en vermijd vooral mensen. heel egoistisch, maar het zij zo.
daarna kan ik weer wat aan. schrijven moet ik, al is het maar dit tokkelen op mijn blog. de laatste dagen droom ik van bloesemwandelingen in haspengouw: dit is mijn volgend onhandig en dus fantastisch project!
2.
anne vegter dus. van de bib heb ik de dichtbundel spamfighter* geleend. gebiologeerd staar ik naar haar verzen, probeer ze te snappen, kom tot de ontdekking dat je ze niet vlug kunt lezen, heel langzaam ontdooit het ijs waarin haar woorden gevangen zitten, maar o, wat een revelatie...
Er was op deze dag - tijdens
de lunchpauze - iemand die wilde weten hoe ik werk,
waar mijn ideeën vandaan
komen. Tja, zei ik het probleem van de idee is
dat de problemen precies
daar beginnen waar ze vandaan komt, neem nu dit gesprek.
(fragment)
haha, schitterend aforistisch woordenspel. de idee als oorsprong van alle kwaad. heeft wel iets, dit vers!
All inclusive
Wat wil je geven? Of beter vragen wat het laatste is wat
je onthield,
het kon wel eens de moeite waard zijn. Hecht je aan boodschappen?
Vandaag kocht ik doodgewone groene rijst. Ik trof een
wethouder
in de supermarkt die tegen me zei: hoe snel het organisme zich herstelt!
Ook slechte mensen overleven gemakkelijk. Ons gesprek was
van christelijke aard,
want overigens zijn we het oneens. Hij eet met kerst bij voorkeur in zijn
hoekhuis.
Ik heb je liefde genoemd als woord en daad en jij valt
van de trap en je hoofd knapt
en het geheugen stroomt uit je oren. Liefste, zwijgen verheft niet
steeds.
We zullen middelen moeten vinden om onze eindigheid te
vervullen.
Keer de attracties niet de rug toe. Botsen, zweven, duiken, rollen, hangen
en trilling lengt tijd.
tijdens het lezen van anne vegters gedichten vroeg ik me telkens af: kan ik ook zo schrijven? het is alsof anne vegter zomaar flarden van gesprekken noteert, in de surrealistische, soms grappige en dikwijls incoherente volgorde waarin gesprekszinnen mekaar opvolgen. heerlijk! maar haar eigen commentaren en verdichtingen maken het gedicht wat het is. ik vraag nog eens: kan ik dit ook?
Negen
moest ik worden, negen werden
ik en mijn vriendjes
later, allemaal vroeger, maar
ik zei neger, een woord
dat wel kon, ik word
negerrrrrrr. Mijn broer fluisterde
in me dat ik groot werd en dat
onder de haren van grote
kunstenaars kleine
oren zitten en dat oren groeien als je ouder wordt
maar die van kunstenaars blijven klein
(fragment)
Zeventien werd ik
en op een dag voelde ik mij waardeloos omdat ik zeventien
werd.
Mijn haar viel uit, ik vond ochtendbossen op de sloop.
We deden huidje en transplantatietje, ik had al eens een
neger gehad.
Ik speelde twintig maanden in reservetijd met oude mandarijnen.
Schoor de neger, hij was lief. Hij had zijn ouders nog. Toen
sloopte hij
mijn kleine driehoek. Het schreeuwen van een kut in mijn slip:
ik wilde op de buik, inzwarte ander. Hij nam het kind op,
mijn natte bit. Zo oud kon je niet die ouders leefden toch.
Later, zei hij, echt zou hij schrijven.
in deze twee gedichten gaat het over opgroeien, ouder worden. zal ik naar dit voorbeeld eens beginnen schrijven over hoe het aanvoelt, oud te worden - op je zestigste?
de volgende opdracht in de leesclub read and meet: de elementaire deeltjes van de franse schrijver michel houellebecq*. ik lees hem in het frans, zware opdracht. zal nota's nemen...
* MICHEL HOUELLEBECQ, Les particules élémentaires, Flammarion,
1998
de stad halle heeft een galerie: in het oude postgebouw mogen kunstenaars die het willen hun kunstwerken tentoonstellen. motor achter deze activiteiten is een vereniging, de kader genoemd geloof ik, waar jean-pierre laus een van de inspirerende leden is.
dit keer was ik uitgenodigd op de vernissage van de tentoonstelling not now/here (kan ook gelezen worden als: not nowhere) van bruno hardt* - zie canvas labodelux. ik publiceer hier een paragraaf uit de bijhorende tekst, die ik verrukkelijk vindt, omdat jpl - misschien zonder dat hij het zelf beseft- in een paar zinnen de eenzaamheid van het moderne individu omschrijft:
vanuit een 'beeldenbank' die hij heeft aangelegd, boetseerde bruno hardt plaasteren hoofden die her en der in de tentoonstellingsruimte werden geplaatst. ze tonen bruno's kijk op een wereld van vervreemde individuen die zich afschermen van de anderen door het dragen van luisteroortjes van ipod en mp3 of mobiele spelapparaten. andere passed-out-figuren zijn dan weer het slachtoffer van manipulatie of bevinden zich in een roes. allen slaken een kreet van wanhoop en happen naar lucht. bruno confronteert de bezoeker met een stilgelegd moment van ontreddering.
volgende zondag hou ik de galerie open. tijd zat dus om deze intrigerende kunstwerken van nabij te bekjken. wat niet zo erg lukte op de vernissage, want er was toch wat volk en ik weet niet wie dit had uitgevonden: de zaal was verduisterd, heel mysterieus. alleen de kunstwerken waren belicht.
het publiek bewoog zich daarentegen in een schaduwwereld. een kunstwerk op zich, moet ik zeggen.
* van 6 februari tot 22 februari 2009, in de oude post te halle
de palestijns-nederlandse dichter ramsey nasr is de nieuwe dichter des vaderlands!
mijn vreugde kan niet op. hij was overduidelijk mijn favoriet. hij verdient de prijs voor honderd procent. hij is dan ook de auteur van verrukkelijke gedichten als:
wonderbaarlijke maand
dat was in de wonderbaarlijke maand
van bloesemingen en overvloed
toen mijn borstkas opstoof als papaver
ribben in sierpennen uitwaaierden
mei mijn magere taal openbrak
vergelijkingen vrat als vuur water
ik schaamde mij diep naar poldergewoonte
in loden jas tussen druppel en wind
ongevoelig bij takken struikgewas doornen
had ik licht opgevat
ik wreef haar in
en doorzichtig vernederend fonkelniezen
kwam over mij o wonder daar ging ik
men zou van mij minder uit schamen gaan
maar dit was mijn ziekte baarlijke liefde
Gedicht van Ramsey Nasr uit de bundel: onhandig bloesemend (2004).
overheerlijk, niet?
maar met dit gedicht verantwoordde hij zijn dichtersschap:
ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven)
en dit is mijn gedicht, komt u binnen let niet op de galm, wees niet bang laat ons beginnen in leegte welkom in mijn krater van licht
ooit kwamen wij samen, u en ik, weet u nog koel leefden wij op in de glans van een roemer onze schaduwen als helder kristal onze roem even terloops als de lichtval op de brief van een windstille vrouw
goudbestoft waren wij bleek, bijna doorschijnend van liefde waren wij wij loken de ogen voor de ander
en wij hielden van boetedoen vroeg iemand hoe het met ons ging dan zeiden we naar waarheid we schamen ons kapot, meneer wij waren er heilig van overtuigd dat wij ooit onze bloedeigen heer zelf met gesels ineengeslagen en op eigen houtje gekruisigd hadden de apocalyps stond bij voorbaat als straf op ons netvlies gebrand
en wat is er gebeurd in die paar eeuwen dat wij even de andere kant opkeken?
ik wilde u graag een vaderland tonen vormvast, zuiver en met volgehouden metaforen een gedicht kneden over ons, maar toen ik begon moest ik toezien hoe hier het ene volk het andere spontaan begon te vagen als twee onverenigbare republieken
hoe kwamen wij zo snel van nietig tot lomp van weerschijn tot alomaanwezige schreeuwhomp? hoe kon uit zuinige rupsen dit hummervolk opstaan?
ze zeggen: omdat god verdween - onze vader had besloten nog wat onzichtbaarder te worden dan hij al was, kijken of dat kon, nee dat kon niet weg was god en in dit stilleven met grote afwezige stonden nu de verbijsterde nederlanden hun monden nog vol van vergankelijkheid vol wuftheid en alom gewaardeerd doodsverlangen
al hun ijdelheid was ijdelheid gebleken al hun schijn, hun gekoesterde slijk, heel dit spiegelpaleis dat men ooit voor oneindigheid hield werd nu voorgoed onbewoonbaar verklaard je hoorde de rijp op hun zielen kraken
en uit dat gat daar werden wij geboren kevin, ramsey, dunya, dagmar, roman en charity als bij toverslag kwamen wij tevoorschijn bungeejumpend, met oranje opblaashamers gillend en krijsend en antidepressief of zwijgend voor een breezer gegangbangd welkom in nederland vakantieland
ja dat krijg je ervan, dit volk houdt men over wanneer je de schuld uit ons lijf ramt we vullen de holte met glimmende leegte
tussen psalmenzangers en pillenslikkers tussen het goud en het blingbling vond ik een land dat werd opgeheven
dit land is de wraak van de voorvaderen als een beeldenstorm razen zij in ons voort maar het bestaat zoals ook het verband tussen kinderstring en boerka bestaat tussen karnemelk en comazuipen: hol en bol schuiven wij onze eeuwen ineen
elkaar opheffen is onze kracht wij streven van nature naar leegte zoals een cycloop naar diepte snakt
ziet u, een vaderland wilde ik u tonen niet deze woestijn van oneindige vrijheid maar hier wonen wij, en hoe mooi zou het zijn als iemand ooit als een tweedehands godheid rijm voor rijm een land zou bouwen voor dit volk dat zijn volk mist
hier, in de open kuil van onze ziel juist hier zou iets groots kunnen worden verricht laat ons beginnen met een gedicht
bij de eedaflegging van de gloednieuwe amerikaanse president barack obama was een dichteres uitgenodigd, elizabeth alexander, ooit geboren in harlem, nu professor in yale. ik vond dit gedicht terug gisteren, bij het opruimen van tijdschriften en kranten. ik vertaalde het, enigszins met nonchalance, maar toch met veel enthousiasme:
Praise song for the
day.
Each day we go about our
business, walking past each other, catching each others eyes or not, about to
speak or speaking. All about us is noise. All about us is noise and bramble,
thorn and din, each one of our ancestors on our tongues. Someone is stitching
up a hem, darning a hole in a uniform, patching a tire, repairing the things in
need of repair.
Someone is trying to make
music somewhere with a pair of wooden spoons on an oil drum with cello, boom box,
harmonica, voice.
A woman and her son wait
for the bus.
Elke dag doen we ons ding, we lopen mekaar voorbij, maken oogcontact of
geen oogcontact, we gaan spreken of niet spreken. Alles omtrent ons is
gekrakeel. Alles omtrent ons is gekrakeel en zwarigheid, doornen en lawaai, al
onze voorvaders liggen op onze tong. Iemand naait een zoom, verstelt een gaatje
in zijn uniform, herstelt een lekke band, verstelt en herstelt de noodzakelijke
dingen.
Iemand probeert ergens muziek te maken met een paar houten lepels op een
olievat met een cello, geluidsbox, harmonica, stem.
Een vrouw en haar zoon wachten op de bus.
A farmer considers the
changing sky; A teacher says, Take out your pencils. Begin.
We encounter each other
in words, words spiny or smooth, whispered or declaimed; words to consider,
reconsider.
We cross dirt roads and
highways that mark the will of someone and then others who said, I need to see
whats on the other side; I know theres something better down the road.
We need to find a place
where we are safe; We walk into that which we cannot yet see.
Say it plain, that many
have died for this day. Sing the names of the dead who brought us here, who
laid the train tracks, raised the bridges, picked the cotton and the lettuce,
built brick by brick the glittering edifices they would then keep clean and
work inside of.
Praise song for struggle;
praise song for the day. Praise song for every hand-lettered sign; The figuring
it out at kitchen tables.
Some live by Love thy
neighbor as thy self.
Others by first do no
harm, or take no more than you need.
Een boer kijkt naar de veranderende hemel: Een leraar zegt: Neem jullie
potloden. Begin.
We ontmoeten elkaar in woorden, beenharde woorden, zachte woorden,
gefluisterde of gedeclameerde, woorden om over na te denken en om opnieuw over
na te denken.
We steken modderige straten over, banen die iemands wil markeren en van
anderen die zeiden: Ik moet zien of er zich aan de andere zijde iets beters
bevindt.
We moeten een plek vinden waar we ons veilig voelen;We wandelen naar hetgeen we nog niet kunnen
zien.
Zeg het ronduit, dat menigen gestorven zijn voor deze dag. Zing de namen
van de doden die ons hier naartoe brachten, die de treinsporen legden, de
bruggen bouwden, die katoen plukten en de sla, die steen voor steen de gebouwen
oprichtten die zij daarna schoon zouden houden en waarin ze zouden werken.
Lofdicht voor de strijd, lofdicht voor de dag. Lofdicht voor elk
handgeschreven teken: het uitschrijven ervan op keukentafels.
Sommigen leven bij Hou van je buur zoals je van jezelf houdt. Anderen
doen geen kwaad en nemen alleen wat ze nodig hebben.
What if the mightiest
word is love, love beyond marital, filial, national. Love that casts a widening
pool of light. Love with no need to preempt grievance.
In todays sharp sparkle,
this winter air, anything can be made, any sentence begun.
On the brink, on the
brim, on the cusp - praise song for walking forward in that light.
Wat als het machtigste woord liefde is, liefde verder
reikend dan huwelijk, kinderen, natie. Liefde die een weidse lichtbron vangt.
Liefde die het niet nodig vindt voorbij te gaan aan verdriet.
In de scherpte van de dag, in deze winterlucht, kan alles
gemaakt worden, elke zin begonnen.
Op het bord, aan de kant, aan het gewelf - lofdicht om
voorwaarts te treden in dit licht.
de pret
duurt nog een even voort: ben surfend op zoek gegaan naar koreaanse
poezie, heb dit sprookjesachtig gedicht gevonden, van ho nansorhon*, op de webstek* van de
nederlandse dichter lucas husgen:
WINTER
Lang ligt de
koude nacht rond de koperen pot van de waterklok.
De maan beschijnt het gazen gordijn, kil zijn de zijden dekens.
De bronemmer kraakt: de kauwen van het paleis stuiven uiteen.
Door schemertinten overvallen ligt het zolderraam in de schaduw.
De dames, bijeen bij de blinden, gieten de gouden kruiken vol.
Ruw in de hand ligt het jaden vat, maar vol aroma is de rouge.
Ze vaart uit tegen de handen die bergen in de lente tekenden;
de parkiet in de gouden kooi heeft een hekel aan de ochtendvorst.
De twee buurvrouwen giechelen en kwebbelen onder elkaar.
Zijn gelaat, als jade zo mooi, verbleekt in haar gedachten.
Boven de houtskool gloeit het komfoor; ze bespeelt de feniksenfluit.
Geitenkalfjeswijn raakt onder het gordijn omgezet in lentewijn.
Ze leunt en denkt: ben verloochend door de man uit de grensstreek.
Wil te paard, met de gouden speer, wil naar het Blauwe Meer.
Overrompelt dan een wind vol sneeuw en zand mijn zwarte bont,
denk ik
gedwee, zakdoek betraand, aan de donkere vrouwenkamer.
* De klassieke dichteres Ho Nansorhon (1563-1589) werd
geboren in de omgeving van de stad Kangnung. Ho Nansorhon geldt nog altijd als
een van de onbetwiste grootheden uit de Koreaanse literatuur. Zij bracht
het toen nog maar honderd jaar oude genre kasa tot bloei. Zij schreef echter
slechts twee Koreaanse kasa; het overgrote deel van haar werk is in het
Chinees.
Maar ook daar bezigt zij een kleurrijke taal, vol emotie, beeld, gevoel
voor detail. Anders dan in haar tijd gebruikelijk, maakte ze rijkelijk gebruik
van beeldmateriaal uit taoïstische sferen. De sprookjesachtigheid van haar werk
paste alleen daarom al niet in het streng confucianistische Korea van die
dagen.
gisteren op de valreep nog naar de tentoonstelling over de glimlachende boeddha in bozar geweest. het ging hier eigenlijk over de geschiedenis van 1600 jaar boeddhisme in korea.
de vriendelijke en ijverige koreaan aan de ingang beweerde dat korea zowat aan de oorsprong van de beschaving lag: zelfs de boekdrukkunst hadden zij onder de knie, voor de chinezen dit item konden toevoegen aan hun indrukwekkende reeks uitvindingen...
korea heeft me altijd geintrigeerd: behoort deze beschaving nu tot de chinese of de japanse? tja, korea is een bergland en daardoor wat afgesloten van de buitenwereld. korea ontwikkelde een eigen cultuur, een eigen schrift en blijkbaar staan de koreanen erop onafhankelijk van de twee grote nabije beschavingen te worden vermeld. natuurlijk is korea in de loop van de geschiedenis in contact gekomen met china en met japan. vooral de verspreiding van het boeddhisme, afkomstig uit china, is daar een goed voorbeeld van. maar de vermenging met oorspronkelijk sjamanistische* elementen wijst op een heel andere basisinstelling en het koreaanse boeddhisme heeft een eigen karakter gekregen.
we zagen gracieuze boeddha's, in verguld brons en graniet, in een kenmerkende zithouding: de rechtervoet op de linkerknie en hat andere been bengelend naar beneden, waarbij de plooien van hun kleed elegant uitwaaierden in een vefijnd draperiespel. heel erg kenmerkend: de boeddha's van korea hebben allen een geheimzinige, verzaligde glimlach op het gelaat. het mooist waren de meditatieve bodhisattva's* uit de zesde en zevende eeuw, die met hun superverfijnde uitstraling (de rechterhand zachtjes de rechterwang strelend, met peinzende blik) ieders hart stalen. mijn favoriet was een eenvoudig vriendelijk beeldje van een bodhishattva aan het begin van de tentoonstelling, afkomstig uit het gyeongju nationaal museum van korea.
de gyeongju-periode was eigenlijk pre-koreaans. in de teruggevonden koningsgraven dolven archeologen een schitterende collectie juwelen op, in jade, goud en kristal. de schitterend kroon, in een vitrine tentoonsgesteld samen met een gouden gordel, was versierd met een hertengewei, van oorsprong een sjamanistisch element.
* Shamanisme bestaat wereldwijd en is een mengeling van godsdienst,
spiritisme, bijgeloof, folklore en magie. Korea heeft echter een eigen
vorm van shamanisme, die er mee voor zorgde, dat oude tradities en
culturen tijdens vele, lange en bloedige overheersingen konden
overleven.
Koreaanse wetenschappers noemen het shamanisme
overigens de sleutel om 's lands oude culturen te doordringen. Tijdens
de Choson-dynastie werd het shamanisme verboden en ook tijdens
Wereldoorlog II kwam het in de verdrukking. Hoewel het niet als
godsdienst wordt erkend, en het aantal gelovigen dus niet geteld wordt,
is algemeen aangenomen dat het shamanisme nog bij vele miljoenen
Koreanen voortleeft. Het shamanisme werd verwerkt in de
nationalistische Koreaanse godsdienst Chondogyo en ligt overigens aan
de basis van vele, nog bestaande sekten, en werd vooral gepropageerd
via de leer van Changsun.
Het eeuwenoude shamanisme heeft overigens
'nieuwe' godsdiensten als boeddhisme en christianisme een Koreaans
kleurtje gegeven en er aldus mede voor gezorgd dat zij beiden snel door
een groot deel van de bevolking werden aanvaard. Nadat
confucianisme en boeddhisme Korea in hun greep kregen, werd het
shamanisme eerder de geloofsbelijdenis van het gewone volk.
* De sanskriet term Bodhisattva is het equivalent van de pali term Bodhisatta. De term bodhisattva wordt in het Mahayana boeddhisme gebruikt, terwijl bodhisatta in het Theravada gebruikt wordt. In beide tradities verwijst het woord naar een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft.
daarnet de zoveelste petitie ondertekend met als doel de afschuwelijke moordpartijen in gaza te doen stoppen. hoe kan een volk (?) dat toch bekend staat om zijn intelligentie (en ik bedoel hier wel degelijk israël !) zo'n bloedbad aanrichten? ik lees de commentaren in de beste kranten: het gaat hier om de nakende verkiezingen, het westen wil een uitvalsbasis behouden in het midden-oosten, wij moeten de toegang tot onze energiebronnen in de regio veilig stellen enz...
het argument dat israël zich moet beschermen tegen de belachelijke (?) raketaanvallen van hamas is dus nep. het gaat hier alleen maar om power and money! hamas een terroristische organisatie? hamas heeft de verkiezingen in palestina gewonnen volgens de regels van het spel, dus op democratische wijze. elmut olmert is zwaar veroordeeld voor fraude-schandalen, corruptie en leugenachtige praktijken allerhande. zijn belangrijkste oorlogsministers (die eigenlijk van oost-europese afkomst zijn en dus niks te maken hebben met het midden-oosten) hebben een zwaar terroristisch verleden. wie zijn de goeden, wie de slechten?
ach, mijn hart bloedt als ik denk aan de ontelbare kinderen die gedood zijn aan palestijnse zijde. (natuurlijk denk ik ook aan de 'andere' slachtoffers, aan joodse zijde, maar er zijn er praktisch geen!). zo jong, zo onschuldig aan het leven ontrukt. zo onrechtvaardig!
en dat juist op het moment dat wij hier de geboorte van een ander kind vieren en ook het licht zien schijnen in het oosten, samen met de drie koningen....
. 11 januari 2009 ik kon het niet laten: in een tiental minuten schreef ik een reeks haiku's over de oorlog. ik hoefde maar een krant open te slaan, werd met de oneliners om de oren geslagen...
winter in gaza
zij kent de moordende woorden
de ukkepuk
hij legt ze te slapen
in verspreide kamers
de bezorgde vader
een babylijkje
opgepeuzeld door honden
oorlogslogica
ons huis davert
op zijn grondvesten - altijd,
altijd
neem ik afscheid
na de ontploffing
mijn dode moeder onder het
tapijt
mijn naam is samira
in dit kamp is leven
moeilijk. doodgaan daarentegen
een makkie
een dode moeder
vier kleuters houden de wacht
zij kunnen niet meer staan
oorlogswinter
onze kracht is eindeloos
onze pijn een vogel
witte winterkrokus
bloeit op de heuvels van gaza
mijn hart krimpt
de uitgeputte man
zal hij de lente nog zien
de anemonen
.
12 januari 2009
niets is wat het lijkt. we hebben
allen een compleet verkeerde perceptie van het midden-oosten: denken
we niet onmiddellijk aan geweld, terreur en oorlog als we op tv beelden zien uit
iran, irak, turkije, palestina, syrie, azerbaijan enz... ? nochthans is dit gebied
de bakermat van de soefi, een mystieke religieuze stroming die zowel in
de islam als in het
hindoeïsme zijn sporen heeft nagelaten, met als
schitterend gevolg: hemels mooie, vredevolle, rustgevende muziek, die ik gisteravond met heel
veel genoegen heb beluisterd op radio klara, in het programma hemel en
aarde.*
Hemel en Aarde, Mystieke gezangen en muziek van de Soefi's, verinnerlijkt of uitbundig. Mohamed Reza Shajarian, zang; Hossein Alizadeh, tar; Kayhan Kalhor, kamancheh; Homayoun Shajarian, tombak: Avaz va Saz (Comp. Sa'adi / Kayhan Kalhor) - FARYAD - WORLD VILLAGE 468023 - [0:02:54]
morning snow on moor and mountain nothing stirs (chiyo-ni)
1.
dindsdag 23 december 2008, tadema. het wellnesscentrum dichtbij. wij houden van het turks stoombad, de heerlijke schuimige jacuzzi en de bio-sauna. voor negen euro kun je er ook aquagymmen en je mag dan nog gedurende enkele uren gebruik maken van alle heerlijkheden.
de dame-instructrice droeg een schattig kersthoedje. in een heerlijk dampend verwarmd zwembad rondspringen in de koude buitenlucht, het water doen opstuiven en bruisen en mekaar giechelend bepletsen: niks is heerlijker om de donkere wintersfeer te vergeten.
2.
kerstochtend, 7u.48. omdat a. nog steeds ziek was, het kerstmenu zo eenvoudig mogelijk gehouden. toch nog teveel van het goede. de hoofdschotel, papillotten van zalm met groentjes in roomsaus perfect gelukt.
om 11 uur 's avonds kwam dit gerecht op tafel, we hebben echt de tijd genomen voor eerst een heerlijk aperitiefje, een entreeke, een soepeke, nog een voorgerechtje, het kado-moment, een uurtje keeping up appearences (tot de vrij prettige ontdekking gekomen dat hyacintje heel erg lijkt op een oostenrijkse vriendin) en... het luisteren naar willy deville, een oude liefde van me, opgediept uit mijn cd-koffer en wiens diep-rauwe keelgeluiden mij nog altijd in vervoering brengen, na al die jaren!
het dessert hebben we dan maar in de ijskast laten staan, we voelden ons al zo voldaan!
3.
vrijdag, 26 december 2008. vandaag verstuur ik kerstwensen, vooral virtuele. voor een keer mag het zeemzoete van kitch, voor een keer mogen kerstmannetjes en elanden over het scherm huppelen. a. houdt niet van te ernstige wensen. hij heeft een toffe site ontdekt* waarop schattiige beertjes en konijntjes in bewegende postkaarten zingen, dansen en the blue danube spelen.
Pourquoi
écrit-on? J'imagine que chacun a sa réponse à cette simple question.
Il y a les prédispositions, le milieu, les circonstances. Les
incapacités aussi. Si l'on écrit, cela veut dire que l'on n'agit pas.
Que l'on se sent en difficulté devant la réalité, que l'on choisit un
autre moyen de réaction, une autre façon de communiquer, une distance,
un temps de réflexion.
Jean-Marie Gustave Le Clézio
vandaag wil ik even de eerste paragraaf van de feesttoespraak van nobelprijswinnaar literatuur 2008 overpennen. op mijn nachtkastje heb ik l' etoile errante liggen, uitgegeven bij gallimard*, in folio.
ben nog niet beginnen lezen (het is een boekje over de palestijnse kwestie). heb de indruk dat le clezio, ondanks zijn indrukwekkend palmares, mij minder ligt. over reizen naar het verre oosten heeft hij bijvoorbeeld nauwelijks geschreven en het oosten is nu eenmaal mijn ultieme droom.
maar de aanzet tot zijn toespraak (die ik trouwens met genoegen integraal gelezen heb) vind ik toch de moeite. waarom schrijven wij? omdat we niet anders kunnen: wij willen op papier dingen vertellen die we in het dagelijkse leven nergens anders kwijt kunnen. de realiteit is zo dwingend, dat er soms geen ruimte is voor dromen, voor schoonheid, voor genoegen. maar we kunnen dat alles zelf creeëren, we hoeven maar een potlood vast te nemen of te beginnen tokkelen....
* J .M. G. Le Clezio, Etoile errante, Gallimard, 1992
lead me from the unreal to the real, from darkness to light
beste lezers, vandaag 21 december, aan het begin van de winter, deze blog opnieuw opgestart.
bijna een jaar lang gewerkt aan een manuscript, een soort verhalenbundel/roman met als titel het verdriet van halle.stuur
het eerstdaags naar enkele uitgevers. 2009 wordt beslist een spannend
jaar! maar ervaar tegelijk heel vreemde gevoelens: zodra het boekje
klaar was, interesseerde het me totaal niet meer. heb vage plannen om
opnieuw poëzie te schrijven, een eigen literaire website op te starten
enz..
ook wemelen in mijn hoofdje nieuwe nieuwe verhalen.
2008 eindigt voor ons een beetje in mineur: tv plots kapot (beelden roodgekleurd,
beeld valt uit, wat gerammeld en geklopt op het toestel, niks hielp)
warmwaterkranen helemaal verkalkt zodat we met moeite nog kunnen baden,
mijn voet verzwikt, a. ziek (een soort bronchitis, opgelopen tijdens
een kille avondlijke zoektocht naar onze verdwenen poes) en hilarische
conflicten met de zussen.
maar gelukkig volg ik sinds enkele weken een cursus yoga. eigenlijk had ik me hiervoor ingeschreven omdat ik sinds de zomer regelmatig opsta
met stijve nek en schouders (ook mijn linkervoetgewricht doet soms pijn
en verknobbelt) en het kraken van sommige knookjes doet zeker een
belletje rinkelen: alleluja, N. wordt een dagje ouder!
maar waw! ik struikel bijna over mijn woorden als ik wil uitleggen wat
yoga in die luttele tijdspanne (drie weken!) reeds met me heeft
aangericht: na een yoga-sessie voel ik me soepel als een poema.
elke ochtend kijk ik dus op internet naar een joetjoeb video: asa to ma, beautiful vedic mantra uit de brihadaranyaka upanishad*, achtste
eeuw. daarna snel ik naar boven, spreid gezwind mijn matje, brand
een wierookstokje, zet een esoterische cd op. daarna wring ik mj in
allerlei bochten.
verleden woensdag was de zwelling in mijn
linkervoet na de les als bij wonder verdwenen. mijn andere pijnprobleempjes, na
de dagelijkse sessie, schijnen zich oeps! te verplaatsen: van mijn nek
naar mijn schouders, van mijn hoofd naar mijn wangen, van mijn romp
naar mijn knieen... maar joehoe! als ik er nu eens in slaag de pijn door te geven aan de aarde...
heb ik mijn blog de laatste weken, dagen, uren. foei. ook mijn bezoekers veronachtzaamd, bijna niet meer naar andere blogs gesurfd, hoho!
1 van de voornaamste redenen hiervoor is: ik werk opnieuw aan mijn kortverhalen, dank zij de frisse wind die kwam aangewaaid van het schrijfgroepje lesamys (zie favo's) waar ik nu toe behoor.
zo'n paar decennia geleden publiceerde ik twee kortverhalen (1 in het tijdschift appel en 1 in gierik) maar daarna werd ik verliefd op gedichten. onlangs vond ik echter een hele map met notities en kortverhalen-in-wording terug en ik besloot ze uit te typen.
om mijn lezers te plezieren dit keer een preview van een kortverhaal, eigenlijk een soort jeugdflashback, jaren en jaren geleden opgetekend en nu pas tot een volkomen verhaal uitgeschreven.
jeanneke smokkel
. ik woonde als kind in een straat met de naam van een boom. de meiboom. altijd, altijd, als ik de naam van die straat hoorde vernoemen, sloeg mijn verbeelding op hol. ik stelde mij voor hoe het zou zijn in een echte boom te wonen. ik verzon allerlei fantasieën rondom boomhutten. ik maakte mezelf wijs dat mijn straat vroeger tot een of ander natuurgebied behoorde (het woord natuurgebied bestond toen nog niet, ik geloof dat ik aan zoiets dacht als aan het concept bos). een gebied (in mijn verbeelding) bijna gelijk aan de jungle. ik was een junglekind, een wolfskind. ik leefde volledig volgens het ritme van de natuur.
zelfs al ging het hier om een imaginaire boom (een meiboom bestond niet. een meiboom was een vegetatientius die op 1 mei traditiegetrouw werd geplant* om de groeikracht van de natuur over te brengen op de gehele samenleving. een kerselaar, een els, een hagendoornstruik of brem konden ook de dienst uitmaken*), toch kibbelden wilde dagdromen omtrent natuur-en oerwoudtoestanden koortsachtig om een plaatsje in mijn jeugdig en fragiel geestelijk bestand.
. ook mijn eerste imaginaire liefdesavonturen speelden zich af in een identieke omgeving: ik was een roversmeisje, dat met haar familie diep in het bos woonde. de roversbende had een roodharige, koene ridder met de naam timoer gekaapt om losgeld te eisen van de slechte hertog, die wreedaardig zijn volk verknechtte en die hoogstnodig zijn lesje moest leren.
natuurlijk werd ik verliefd op timoer, bracht hem eten in zijn hok en hielp hem ontsnappen, tot grote consternatie van de roversbende. maar alles liep toch nog goed af: timoer had sympathie opgevat voor de rovers in het bos, die leefden volgens de wetten van de natuur en elke dag eerbiedig de bomen groetten. hij kwam bij de hertog tussenbeide en/of stootte hem van de troon (de versies verschilden van dag tot dag) en schonk zijn volk de opbrengsten van hun eigen oogst (die ze vroeger volledig moesten afstaan!). daarbij organiseerde hij elk jaar grote zomer-, herfst-, winter- en lentefeesten, waarbij het volk naar hartelust mocht schransen, dansen en grote bekers wijn drinken. en natuurlijk trouwde ik met mijn koene roodharige ridder. end of story. . de meiboom - ik heb het opnieuw over mijn straat - werd indertijd (ik spreek hier over de vroege jaren vijftig) bevolkt door heel wat oudere dames, bijna allemaal weduwen, die in kleine, maar nette arbeidershuisjes woonden. wij noemden ze bij hun bijnaam - in sappig hals dialect: mariatche, clementin van fernand (die familie was van de befaamde toots thielemans) stine petont, fiene vawuile en de laatste, maar niet de minste: jeanneke smokkel.
jeanneke smokkel droeg altijd een lavendelblauwe geruite voorschoot, was ostentatief corpulent en stonk altijd naar (vonden wij als ukkies, excuseer voor het woord) pis. in de zomer zat zij (zoals vele oudjes in die tijd) op een stoel in het deurgat en breide donkerblauwe sokken. tegelijk hield zij de spelende kinderen (dat waren wij) in de gaten.
wij noemden jeanneke smokkel jeanneke smokkel omdat zij de hele tijd door snoepte (muntjes, of zuurbollen) en daarbij lelijke smoelen trok. snoep was in die tijd smokkelink. neen, dit woord duidde niet op smokkelpraktijken, maar betekende eigenlijk gewoon zoetigheid. wij wisten altijd wanneer jeanneke smokkel een nieuwe voorraad snoep bijhad: dan vertoonden haar zakken vreemde bobbels en gingen wij in haar omgeving hinkelen. wij kregen dan ook een snoepje, als we braaf waren geweest en niet teveel kabaal hadden gemaakt.
. op een koude winteravond had mijn bobonne (wij woonden bij mijn grootouders in) de vriendinnen (eigenlijk waren het aartsvijandinnen, maar ze deden zich voor als vriendinnen) jeanneke smokkel en fiene vawuile uitgenodigd voor een rijstepapfeestje. in die tijd waren wij nog dol op eenvoudige desserts als rijstepap met bruine suiker, opgediend in diepe, witte borden met reliëfversiering aan de randen. die borden gebruikten wij niet alleen voor het middagmaal (aardappelen, groenten en vlees), maar ook voor gerechten als rijstepap, meutekespap en biersoep. het waren borden all-in.
jeanneke smokkel vertelde de hele avond over de oorlog. over een vroegere buurvrouw haar dochter, die toen de duitsers hier in halle gelegerd waren, verplicht was geweest aan een duitse officier ik citeer jeannekes woorden letterlijk te werken.
te werken? toen jeanneke smokkel die rare uitdrukking gebruikte, keek ze obsceen en met een mengeling van brutaliteit en verlegenheid naar een punt in de verte. of liever, naar de schouw vol postuurkes recht tegenover haar plaats aan tafel.
ik vroeg me toch af, in mijn kinderlijke verbeelding, wat dat werken wel betekende. was de dame misschien verplicht geweest zorg te dragen voor het uniform van die officier? had zij de opdracht gekregen de pluisjes en stofjes elke dag van de kraag en de revers van zijn kakikleurige jas af te borstelen met een kleerborstel van varkenshaar? de koperen knopen te poetsen met sidol? elke dag zijn manchetten en pattekes glad te strijken met zachte, bedrijvige vingers? te zorgen voor een handgestreken zakdoek elke dag in zijn linkerpocket?
maar toen ik de bestraffende blik van mijn moeder opmerkte en plotseling haar gefluisterd sjuut hoorde, kreeg ik ineens argwaan. ik wist dat me iets ontging, de soort belangrijke informatie die grote mensen altijd uitwisselen en waar we als ukkepukken altijd maar konden naar raden. plots was het verhaal dat jeanneke smokkel vertelde vreemd spannend, ondanks of misschien juist dank zij de verpletterende blik van moeder, die in een oogwenk jeanneke het zwijgen had opgelegd.
. van het rijstepapfeestje herinner ik me eigenlijk alleen nog de pijnlijke stilte achteraf, onderbroken door het luide geslurp van fiene vawuile, die toen reeds lichtjes dement was en zich van het hele gesprek niks had aangetrokken.
het is pas later, veel later, toen ik op de hogeschool de etymologie van het woord smokkelen had geleerd, dat ik aan het rijstepapfeestje bij bobonne terugdacht en begreep waar het verhaal van jeanneke smokkel over ging. maar toen sprak ik reeds algemeen beschaafd nederlands en droomde van een carrière in het onderwijs.
aan boomhutten dacht ik allang niet meer, laat staan dat ik nog verliefd werd op roodharige ridders.
* Dit volksfeest vindt zijn oorsprong in zeer oude gebruiken: een vegetatieritus die de groeikracht van de natuur moest overbrengen op de gehele samenleving. De versierde boom is het symbool van de vruchtbaarheid van mens, dier en akker.
"Schoon lief, waar waarde gij den eersten meiennacht, dat gij mij genen mei en bracht" zingt een alom gekend meilied. Daarbij wordt dan geduid op een even oud middeleeuws gebruik: het planten van de mei.
Het behoort tot de traditie dat de jongens aan de huwbare meisjes een 'meitak' schonken. Dit teken was algemeen verspreid en de meitakken spraken voor ieder verstaanbare taal. In de vroege morgen van 1 mei voor de deur van de uitverkorene geplant, symboliseerden ze het oordeel van de jongelingen over de huwbare meisjes. Sommige onbetrouwbaren kregen een kerselaar, een hagedoorntak bestempelde het meisje als een katje dat niet zonder handschoenen mocht worden aangepakt, een bremstruik betekende 'flauwe trees' en een elzetak een praatzieke meid.
nawoord:
hehe, fijn dat dit verhaal is afgeraakt. de eventuele lezer mag gerust zijn commentaar posten, liefst zelfs! op zaterdag 12 april ga ik o.a. een workshop kortverhaal volgen op de schrijfdag van creatief schrijven in gent. ook herinneringendingen staat op mijn programma, maar ik herinner me niet meer waarover deze workshop gaat.... ..
vreemd, hoe tegenwoordig woorden,
beelden, geuren en vooral smaken mij terugvoeren in de tijd.
alleen al de gedachte aan bloemkool- met-garnalengratin bijvoorbeeld
(een suggestie uit vorig blogbericht) bracht me ogenblikkeljk terug naar mijn
schooltijd. ik proefde dit gerecht voor het eerst in de grote refter van de
toen (in de vroege jaren zestig) superprestigieuze normaalschool in laken, waar ik
zes jaar lang studeerde en zowat twintig jaar heb lesgegeven .
wij konden warm eten in de refter, samen met de internen. omdat wij lange uren
op school moesten 'kloppen', waren mijn ouders akkoord dat ik bonnetjes kocht
voor 'de warme refter' i.p.v. elke dag met boterhammekes te zeulen. vermits wij
in die tijd nooit buitenshuis gingen eten, waren de maaltijden op school voor
mij ronduit revelaties: ik werd ingewijd in zgn. sjieke 'tafelmanieren' (heel
streng was de opvoedster, wij moesten er niet aan denken het voedsel in de
verkeerde volgorde en op onjuiste wijze te verorberen, zelfs fruit moesten we
met mes en vork leren eten!) en proefde dingen die bij ons thuis nooit op tafel
kwamen.
zo ook gegratineerde bloemkool met garnalen. het gerecht werd opgediend in de
typische metaalachtige (alu?) kommen die in gaarkeukens worden gebruikt, maar
wij waren er desondanks allemaal dol op. als ik dit gerecht later zelf ben
beginnen klaarmaken, ben ik me er duidelijk bewust van geworden dat het oog ook
wat wil: gegratineerde bloemkool met garnalen wordt liefst opgediend in een
(witte?) terrine van aardewerk of glas, zeker niet in een grijze metalen
gedeukte gaarkeukenkom!!
ik wil hier (op aanvraag!) een eenvoudige bereidingswijze van bloemkkoolgratin
met garnalen publiceren, maar ondertussen bestaan op internet ook heerlijke
varianten en zeker meer gesofisticeerde bereidingswijzen (met o.a. porto en
cognac) * van dit oorspronkelijk typisch vlaams recept:
Bloemkool met kaassaus en
garnalen, gegratineerd
Aantal personen: 4
·1 frisse 'flandria'
bloemkool
·zout
·3 dl halfvolle melk
·50 gram smeerkaas
·nootmuskaat
·citroensap
·150 gram grijze noordzee-garnalen
* Kook de bloemkool, laat ze
uitlekken en schik de roosjes in een ovenschaal.
* Roer de smeerkaas door de hete melk tot zij er volledig in is opgenomen en
maak de saus af met nootmuskaat en citroensap.
* Giet haar over de bloemkoolroosjes in de ovenschaal, strooi de garnalen
erover en laat in de oven een bruin korstje op het gerecht komen.
nog een tip: zorg ervoor dat de garnalen volledig bedekt zijn met de kaassaus.
het is de kaas die moet gratineren, niet de garnalen!
vreemd, hoe tegenwoordig woorden, beelden, geuren en vooral smaken mij terugvoeren in de tijd.
alleen al de gedachte aan bloemkool- met-garnalengratin bijvoorbeeld
(een suggestie uit vorig blogbericht) bracht me ogenblikkeljk terug
naar mijn schooltijd. ik proefde dit gerecht voor het eerst in de grote
refter van de toen (vroege jaren zestig) superprestigieuze
normaalschool in laken, waar ik zes jaar lang studeerde en zowat
twintig jaar heb lesgegeven .
wij konden warm eten in de
refter, samen met de internen. omdat wij lange uren op school moesten
'kloppen', waren mijn ouders akkoord dat ik bonnetjes kocht voor 'de
warme refter' i.p.v. elke dag met boterhammekes te zeulen. vermits wij
in die tijd nooit buitenshuis gingen eten, waren de maaltijden op
school voor mij ronduit revelaties: ik werd ingewijd in zgn. sjieke
'tafelmanieren' (heel streng was de opvoedster, wij moesten er niet aan
denken het voedsel in de verkeerde volgorde en op onjuiste wijze te
verorberen, zelfs fruit moesten we met mes en vork leren eten!) en
proefde dingen die bij ons thuis nooit op tafel kwamen.
zo ook
gegratineerde bloemkool met garnalen. het gerecht werd opgediend in de
typische metaalachtige (alu?) kommen die in gaarkeukens worden
gebruikt, maar wij waren er desondanks allemaal dol op. als ik dit
gerecht later zelf ben beginnen klaarmaken, ben ik me er duidelijk
bewust van geworden dat het oog ook wat wil: gegratineerde bloemkool
met garnalen wordt liefst opgediend in een (witte?) terrine van
aardewerk of glas, zeker niet in een grijze metalen gedeukte
gaarkeukenkom!!
ik wil hier (op aanvraag!) een eenvoudige
bereidingswijze van bloemkkoolgratin met garnalen publiceren, maar
ondertussen bestaan op internet ook heerlijke varianten en zeker meer
gesofisticeerde bereidingswijzen (met o.a. porto en cognac) * van dit
oorspronkelijk typisch vlaams recept:
Bloemkool
met kaassaus en garnalen, gegratineerd
Aantal personen: 4
·1 frisse 'flandria' bloemkool
·zout
·3 dl halfvolle melk
·50 gram smeerkaas
·nootmuskaat
·citroensap
·150 gram grijze noordzee-garnalen
* Kook de bloemkool, laat ze uitlekken en schik de
roosjes in een ovenschaal.
* Roer de smeerkaas door de hete melk tot zij er
volledig in is opgenomen en maak de saus af met nootmuskaat en citroensap.
* Giet
haar over de bloemkoolroosjes in de ovenschaal, strooi de garnalen erover en
laat in de oven een bruin korstje op het gerecht komen.
nog
een tip: zorg ervoor dat de garnalen volledig bedekt zijn met de
kaassaus. het is de kaas die moet gratineren, niet de garnalen!
hèhè, in mijn profiel beweer ik dat ik hou van koken. nochtans heb ik nog
maar 2 x een recept gepubliceerd op deze blog, foei! deze leemte wil ik vandaag
goedmaken met een verrukkelijk recept voor bloemkoolsoep.
1.
gekregen van de afghanen: 4 kleine, redelijk uitgebloeide bloemkooltjes. hier
en daar een vlekje weggesneden, bloemkooltjes in roosjes verdeeld en in
stromend water gewassen. nog eens gewassen in zout water.
wat nu? voor een slaatje vond ik deze roosjes beetje te rijp, voor bloemkool
met garnalengratin had ik niet alle ingrediënten bij de hand.
de laatste tijd kook ik trouwens bij voorkeur met ingrediënten die ik per
toeval vind in mijn voorraadkasten, ik bespaar zo heel wat tijd en geld.
en o wonder, schitterend recept gevonden op internet*
:
1. Fruit de ui glazig in de sesamolie. Doe er de knoflook en de currypasta bij.
Schep om tot de aroma's vrijkomen.
2. Schenk er de bouillon bij. Voeg er de bloemkoolroosjes en de specerijen aan
toe. Breng aan de kook. Dek af. Laat 20 minuten zacht koken.
3. Schep met een schuimspaan een flinke portie bloemkoolroosjes uit de soep. Hou
ze apart.
4. Doe de kokosmelk bij de soep en pureer. Breng ze weer aan de kook. Kruid
naar smaak met peper en zout. Doe er de apart gehouden bloemkoolroosjes weer
bij.
5. Laat de soep nog even goed doorwarmen. Schep ze in kommetjes of borden. Werk
af met koriander.
2.
mijn currypasta was echter niet
groen, maar geel en had niet de vorm van pasta, maar van een blokje. de
kokosmelk had ik ook niet in huis, maar verving ik gezwind door kokospoeder
opgelost in halfvolle melk en de verse koriander heb ik uiteindelijk dan maar
vervangen door peterselie.
deze soep is dus eigenlijk heel makkelijk te maken. als je alle kruiden (of
substituten ervan) verzameld hebt, kun je aan de slag. daarbij geurt deze soep
overheerlijk, terwijl je ze kookt loopt het water je zo in de mond.
3.
a. heeft de afghanen een kom hete soep gebracht. ze vonden ze lekker, maar te
zoutig. gelijk hadden ze: ik had gewoontegetrouw wat zout en peper bijgevoegd,
maar dat was absoluut niet nodig, de kruiden brachten op zichzelf genoeg pit in
de soep. om het zoutige te blussen (a. vond de soep niet te zout, maar hij
houdt nu eenmaal van zoutige dingen) heb ik room op de tafel gezet: de smeuïge smaak van de crème bluste perfect
de ietwat overdreven hartigheid van de soep en genereerde in een softe, volle
body die roomsoepen zo heerlijk maakt. een handvol gewassen en gesneden peterselie
maakte het soepje op grandioze wijze af.
* elke dag stel ik mezelf de vraag: doe ik genoeg voor anderen, doe ik genoeg voor deze wereld? draag ik mijn steentje bij, zelfs in mijn kleinste daden en geringste uitspraken, om het goede te doen, mijn medemensen en ook mijn omgeving een beetje beter, gezonder en menselijker te maken?
ach, ik heb in mijn leven al veel stommiteiten gedaan, mensen gekwetst, in de steek gelaten. mij hard en superieur opgesteld, onverschillig, laf en verwaand. maar joehoe! deze melige schuldbekentenis is alleen belangrijk voor mezelf.
ik weet dat anderen ook zulke dingen doen - niets menselijks is hun vreemd - en ik weet: je moet elke dag opnieuw beginnen. ouder worden heeft vele voordelen: je bent je duidelijk bewust van je woorden en daden en je hebt de handigheid verworven om te 'spelen' met je eigen attitudes. zaak is te kiezen - zonder enig schuld- of schaamtegevoel - in welke omstandigheden, voor welke toestanden je je nog wil engageren en voor welke niet. ouder worden betekent een scala aan mogelijkheden bezitten om te ageren of niet, je in te zetten of niet, je te laten vertederen of niet, je te laten meeslepen of niet. ik zeg wel: laten. want je hebt al zoveel meegemaakt, dat het moeilijker wordt nog door iets of iemand geboeid te raken.
terwijl ik bovenstaande zinnen neertokkel wil ik toch onmiddellijk nuanceren: het is maar als je je afsluit voor je gevoeligheden, dat de onverschilligheid om het hoekje kijkt. ontroerd en 'ingepakt' worden heeft eigenlijk niets met leeftijd te maken. sommige jonge mensen zijn of worden ook afgesloten van de troost die schoonheid en ontroering kan schenken en zijn alleen bezig met het bevredigen van hun materialistische, dus eigenlijk doodsaaie, dagdagelijkse behoeften.
dus wil ik heel de tijd ook anderen enthousiast meeslepen when I am deeply touched by something. als ik bijvoorbeeld de lente ruik en ik zie hoe de piepkleine botergele bloempjes van mijn forsythia voorzichtig openbloeien. als ik net een verrukkelijk boekje heb gelezen, zoals het vintage kortverhaal dat a. een paar dagen geleden voor me meebracht, van kazuo ichigiro*, over een zomer na de oorlog in kagoshima, japan.
reeds op de eerste pagina leidt kazuo ichigiro ons naar een tuin waarin het gebladerte en de struiken rijke en vreemde kleuren aannemen: gamma's van rood en oranje en violet. de zon komt in de late ochtend over het muurtje heenkijken en tovert 'lichtgevende vlekken' op de geboende plankenvloer van de veranda. een pad van stapstenen kronkelt naar de achterzijde van de tuin en verdwijnt tussen de bomen... waw! zo'n zen-tuintje wil ik ook wel!
maar deze schitterende intro verraadt het talent van een meester-verteller. en dat is hij ook, kazuo ichigiro. een van zijn belangrijkste romans, the remains of the day, is schitterend verfilmd*. in mijn oosters blibliotheekje bevindt zich een andere parel: de troostelozen*, een dikke, ongelooflijk intrigerende en kronkelende roman over de labyrinten van de geest, over de verraderlijkheid en het onwezenlijke van menselijke emoties. als je begint te lezen, lees je de 535 pagina's in één ruk door tot aan het einde!
* voel mij opnieuw vaag verkouden, heb vervelende hoofdpijn en voel nog de napijn van mijn spectaculaire val verleden week. ik gleed grandioos van een gevaarlijk gladde (het had juist gesneeuwregend!) houten trap, ik hotste en botste naar hartelust en een toevallige getuige zei dat hij mij had 'horen' vallen. ik hield er een blauwe bult van zeventien centimeter doorsnede van over en een stijf, pijnlijk lichaam, alsof ik uren had getraind voor een olympische medaille. maar zo ben ik: eigenlijk voel ik me gelukkig dat het maar 'dat' is geweest, ik kan er nu vrolijk om lachen en sta weer dagelijks op mijn trilplaat om mijn stijfheid weg te masseren.
zondag ben ik met n. gaan stappen in oostende. de meeuwen waren weer prominent aanwezig, ze cirkelden krijsend over het wapenplein en samen met de druilerige regenvlagen en de donkere, pruisisch-blauwe zee vond ik de sfeer weer op en top. in de kapellestraat hoorden wij de schitterende song van bryan adems: when a man loves a woman uit de film don juan di marco en even later op het dijkterras van venezia zong sinead o'connor 'nothing compares to u'....
n. zocht een jeansjasje, heeft het echter niet gevonden, want overal werden regenjassen aangeboden in het zwart en ook leren jasjes, waar n. niet van houdt. zelf zocht ik een blauw khol-potlood, want mijn blauw potlood van bourgeois was op en een streepje aan mijn ogen is zowaar mijn handelsmerk. als ik geen oogschmink gebruik voel ik me naakt. ik vond een pruimkleurige starry plum cream shaper for eyes van clinique en kocht ook een bleu étincelante potlood van bourgeois, met glitters. leuk voor een feestje. mooi, mooi. maar toch heb ik een nostalgisch verlangen naar mijn eerste schitterend blauw ogenpotlood, bleuette, van bourgeois, een kleur die ik nergens meer tegenkom. eigenlijk zoek ik ook zwarte eyeliner, want ik wil de ogenmake-up van amy winehouse.
om van haar onnavolgbaar stemgeluid niet te spreken.
The Unconsoled (1995) is a novel by Kazuo Ishiguro.
It is about Ryder, a famous pianist who arrives in a central European
city to perform a concert. However, he appears to have lost most of his
memory and finds his new environment surreal and dreamlike. He
struggles to fulfill his commitments before Thursday night's
performance.
The novel takes place over a period of three days.
charlotte
mutsaers* heeft een uitdeinende nekrimpel in de vorm van een onvolprezen parallellogram,
of eenvoudiger gezegd een ruit.
ik merkte
geamuseerd, maar toch een beetje verbouwereerd deze vreemde huidkronkel op.
want die bewuste woensdagavond zat ik pal achter deze dame, in passa porta, het
internationaal literatuurhuis te brussel, net vóór zij geinterviewd zou worden
door dirk leyman, journalist bij de morgen*.
mijn vriendin
monika had gezien dat het slotje van charlotte's halssnoer was losgeraakt en
zij dreigde dit kostbaar kleinnnood te verliezen. maar toen monika op haar
schouder tikte om haar voor 'het gevaar' te verwittigen, werd ik me plotseling
bewust van de vreemde vorm van de huidplooi in charlotte mutsaers' ranke nek.
waw! wat een
dame, die charlotte! niet alleen heeft zij reeds 12 schitterende romans op haar
actief, zij is ook gelauwerd met 4 prestigieuze literaire prijzen. ik geloof
dat ik jaren geleden zeepijn* heb gelezen en dat deze bundel essays en
verhalen mij beviel. of liever: ik herinner mij haar springerige manier van
schrijven, die ik leuk en inventief vond en zo helemaal vrouwelijk... maar
naast een knappe schrijfster is charlotte ook een elegante vijfenzestigjarige
dame, die in een kort pied-de-poule-rokje, laarzen, zwartgebreide kantkousen en
daarbovenop een lief roze truitje op en top indruk maakt en met haar pittige
présence een hele zaal aan het lachen krijgt.
de titel van
haar gloednieuwe roman, koetsier herfst,is ontleend aan een gedicht van
niemand minder dan osama bin laden - o, schande? blijkbaar zoekt
charlotte een beetje de controverse op. dat zij door haar grappige maar
weerbarstige uitspraken het publiek een beetje wil ontregelen, is zeker een
feit. verontwaardigd protesteerde zij ook tegen het etiket 'lichtheid', door
sommige commentatoren voor haar bedacht. charlotte wil niet 'licht' bevonden
worden, zij vindt van zichzelf dat zij echte serieuze literatuur schrijft. of
dat zo is wil ik even aan volgend fragment* toetsen:
Zodra de lente begon, vertrokken mijn ouders naar Parijs. Mijn moeder om
zomertailleurtjes te kopen, Chanel n°5 en lippenstift. En mijn vader om lekker
te eten en te genieten van de vele vrouwen in open bloesjes en met hangend
haar. Wij kregen dan een oppas, Anna geheten. Ook Anna droeg open bloesjes en
hangend haar. Maar van vogels had ze geen verstand. Ze kon nog geen kraai van
een meeuw onderscheiden. Goed, dat komt meer voor. Je zou alleen zeggen: als
het over vogels gaat, hou dan je mond. Dat deed ze niet. En ik was zo dom naar
haar te luisteren.
Ik wist alles van vogels. In de boekjes stond dat ze alleen maar zongen uit
angst of uit baltsaandrift. Dat was niet waar. De meeste vogels, zo had ik
ontdekt, zongen puur voor de lol. Ik heb nog meer ontdekt : kippen komen
graag bij je op schoot. In Oostende ken ik een man, hij werkt bij de
kaartverkoop van het museum, wiens kippen ook altijd op schoot komen. Je moet
je er natuurlijk wel voor openstellen maar dat geldt voor alles. In de zomer
kwamen de duiven bij ons naar binnen en dan speelden ze boven op de
speelgoedkast.
tja, ze leest
wel lekker, die charlotte. leuk, eenvoudig, concreet geschreven. nog een hele
tijd door praat ze in dit fragment over haar liefde voor vogels allerhande: zij
is er duidelijk dol op!
maar kan ik
mezelf in charlotte's proza terugvinden?
welnu:
haar moeder gebruikte chanel n°5. mijn moeder had een
flesjepompéïa van l.t. piver op haar nachtkastje staan.
mijn moeder naaide zelf haar kleren en kocht zeker geen tailleurtjes in parijs.
zelf ben ik
ben bang van vogels. charlotte is duidelijk een dierenliefhebster. bij mij is
het vreemd genoeg net omgekeerd: dieren houden van mij. honden en poezen komen
direct naar mij toe, alsof ik een van hen ben, haha!
alle gekheid
op een stokje: ik wou hier even de 'lichtheid' van charlotte's literatuur
afwegen. wat zeg ik nu? charlotte schrijft licht en vlot, maar door de
uitwerking van haar plots en personages en hoogstwaarschijnlijk ook door de
gelaagdheid van haar teksten, de 'onderstroom', krijgt deze lichtheid een
andere dimensie. daarbij is een roman schrijven als 'koetsier herfst" (464
bladzijden) ernstige arbeid: charlotte heeft er 7 jaar aan gewerkt!
maar het
belangrijkste is toch altijd het effect dat een schrijver bij de lezer
genereert. en ik moet zeggen: de speelsheid en kruidigheid van charlotte's
proza bevalt mij wel.
hoogstwaarschijnljk
zal ik ze lezen, die charlotte.
* Charlotte Mutsaers is een van de belangrijkste auteurs uit ons
taalgebied. Haar werk is moeilijk in een genre onder te brengen. Zelf gebruikt
ze liefst het woord 'charlottesque'. Haar boeken en schilderijen getuigen van
een unieke kijk op de wereld.
* Charlotte Mutsaers, Zeepijn, Meulenhoff, 1999
* (Aankondiging programma van woensdag
27 februari '08 - 20.00
in Passa Porta:)
Uitgever op bezoek is een reeks avonden van de
literaire organisatie Het beschrijf en het Vlaams-Nederlands Huis de Buren
waarin literaire uitgeverijen u een blik achter de schermen gunnen. Waarom
wordt de ene tekst een boek en belandt de andere in de prullenmand? Hoe maken
uitgeverijen een keuze uit het enorme aanbod aan te vertalen boeken? Wat is de relatie tussen een auteur en zijn redacteur?
Hoofdredacteur Suzanne Holzer brengt
de Nederlands-Belgische schrijfster Charlotte
Mutsaers mee met haar gloednieuwe roman Koetsier Herfst. Ze
wordt vergezeld door collega Thomas
Van den Berg en dichter-redacteur Alfred Schaffer . Deze laatste
praat met Miriam Van hee
, een van de vijf genomineerden van de Herman de Coninckprijs voor haar nieuwe
bundel Buitenland. Moderator en gastheer van de reeks 'Uitgever op bezoek' is
Dirk Leyman.
haha, eigenlijk wordt het misschien stilaan tijd om een tweede blog te beginnen, met alleen mijn gedichten. soms publiceer ik hier de aanhef van een gedicht (zie vorige berichten) en dat maakt mijn lezers nieuwsgierig naar het geheel.
daarom uitzonderlijk op dit bericht twee gedichten van me, geschreven in 2004, voor het project steenwegen, een initiatief van de stad halle. de gedichten zijn daadwerkelijk wekenlang tentoongesteld op het oudstrijdersplein (plaslion) en in de minderbroedersstraat.
opzettelijk gebruikte ik in deze gedichten een breed-uitdeinende, barokke, ietwat badinerende didactische stijl, waar ik me nu absoluut niet meer in kan vinden. maar soit, ik beleefde veel plezier in het beschrijven van oude foto's van halle (want dat was de opdracht) en het was dus een superleuke oefening.
hier komen ze:
plaslion
(waarom
wegen herinneringen zwaar?
omdat
ze vol zijn van gedachten.)
wanneer
wij in de nadagen,
in de
donkere nadagen van februari
in de
straten verdwalen, wanneer wij
in de
krolse kattendagen - in de krokusdagen
van de
kat - blijven sluimeren als het sneeuwt,
heeft
de tijd zich loom in dromen verstopt,
op het
plein van vele namen. dit is het plein
van de
krijgers, van de leeuwen en de kinderen.
dit is
het plein van ijs. maar bovenal is dit
het
plein van de hemelse vlucht.
ziehier
een foto van de plaslion,
in 1911
of 28. het was toen vliegfeest,
een
reuzeluchtballon werd opgelaten om halftwee.
wij zien
de school, het witte huis en een lantaarn.
de
punthoed op de ronde kiosk werd rechtgezet
voor
doege tippe. de massa
stond opzij en keek
met open
oog. zij die daar zaten op de voorste rij
wachtten
heel braaf tot het begon, maar zij die
stonden
aan de rechterkant drumden amechtig
naar een
plaats, om zeker niets te missen.
ojee, dit
is een tweede foto van het plein,
maar nu
vanuit een andere hoek. links
zien wij
een huis met naam. de ballong dirrigé
stijgt
langzaam naar omhoog, de vracht is vrij.
de massa staat nog steeds
paraat, maar dreigt
te
smelten tot een brij. wij zien daar vaag
een
canotier, maar de elegante dame in pak
en
pelerine staat buiten kijf. we kijken vlug
naar
boven, waar de ballong hangt te flemen
- ach,
dit feestje was een streling, zo voorbij.
(hoe zou
het zijn geweest, te wonen op dit plein?
waren er
al gele hyacinten - en prinsen van carnaval?)
woensdag, 25 februari 2004
ontijd
(in het hoekige en ronde van straten en pleinen
zoeken
wij naar sporen, het duister van herinnering.)