o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
18-11-2007
cherubijnen 3 - de engelen van de wereld
Het dorp Hollywood is ontworpen naar de voorstellingen Die men hier heeft van de hemel. Hier Heeft men uitgerekend dat God, die hemel en hel nodig heeft, niet twee Etablssementen hoefde te ontwerpen, maar Slechts een, namelijk de hemel. Die Dient voor hen die middelen noch succes hebben Als hel.
Bertold Brecht, Hollywoodelegieën 1
oeps! de eerste vrieskou dient zich aan, wij cocoonen en kruipen diep onder de wol. de schrijfmicrobe gedijt: niet alleen ik voel elke ochtend de bijna obsessieve drang na het ontbijt onmiddellijk te beginnen surfen en bloggen. ook de engelen zenden de hele tijd boodschappen door de hemelruimte!
in dit derde en laatste deel van mijn engelentriptiek publiceer ik een alarmerend bericht van een engel van de wereld*, een vorst of voornaamste. (in mijn onderzoek naar engelencategorieënval ik van de ene verbazing in de andere. nooit gedacht dat er zoveel soorten engelen bestonden!). vorsten of voornaamsten zijn eigenlijk geen cherubijnen, maar engelen van de zogenaamde tweede triade of orde. zij hebben een voorname taak: de heersers van de wereld begeleiden en goede raad geven. ook de leiders van ons eigen belgenlandje, ons geliefd belgikske, kunnen rekenen op de steun van de voornaamsten.
maar o, hell! wat was hier aan de hand? in ons eigen petieterig engelenlandje ging het niet zo goed. foei, het ging zelfs slecht. vooral met de heersers ging het barslecht - en dus ook met de mensen. het ging zo slecht, dat de voornaamste het nodig vond eens zijn gedacht te zeggen. dat was nu eenmaal zijn taak. hij zette zich aan zijn zweeftafel en tokkelde gezwind, na grondig onderzoek, een analyse op zijn hemelse pc.
want de engel van de wereld observeerde al geruime tijd nauwkeurig de zogenaamde ontwikkelingen. niet alleen was hij verbaasd over de bizarre groei van de koppen van de heersers (het leken stilaan wel dikkoppen), maar ook over het formaat en de ontzettend slechte kwaliteit van hun woordslierten, waar geen einde aan scheen te komen. het was een en al gekrul en gespriraal en gekraam en gekuip van jewelste. hoe konden gewone stervelingen in 's hemelsnaam die rare leugenachtige spaghetti nog slikken?
maar eerder dan naar die sukkelaars van heersers te kijken, wou de voornaamste zich bekommeren om de mensen. want hij had allang ontdekt, dat de mensen toch maar het slachtoffer waren van deze cinema, van deze oerslechte pogingen tot bestuur. door hen te ondervragen en te observeren zou hij misschien de heersers kunnen helpen en ze enkele tips geven voor beter leiderschap.
hij verwonderde zich eerst en vooral danig, net zoals cherub 2, over zoiets eenvoudigs als de prijs van het brood. in het bijzonder vertelden de mensen hem dat zij sinds kort vele centen moesten betalen voor dit levensmanna.
de voornaamste engel, die zich voortdurend door de lucht verplaatste, kwam tot de ontstellende ontdekking dat zijn verblijf hier op aarde er niet zo simpel uitzag: hij moest niet enkel en alleen nadenken over brood! na enkele vluchten boven bekende supermarkten wist hij ook dat pizza, bloedworst, koffie, spuitwater, biefstuk, brandwater en nog vele andere producten stikduur waren geworden. daarbij kwam nog, dat de omgeving waarin mensen moesten leven, de laatste decennia steeds meer vervuilde.
terwijl de gewone mensen dus diep in hun portemonnee moesten tasten en stilaan in een staat van diepe ontreddering begonnen te verkeren, omdat ze heel de tijd door slechte lucht moesten inademen, amuseerden de heersers zich met onnozelheden als het eindeloos veranderen van werkwijzen, van uitgangspunten en methodes. niet dat dit helemaal fout was: af en toe moeten systemen gerepareerd en bijgestuurd worden, daar waar het sputtert. want tijden veranderen en ook werkwijzen moeten mee veranderen. alhoewel: elke wijze heerser weet dat zulke veranderingen alleen maar kunnen in lichte en luchtige mate, mensen houden nu eenmaal van hun natuurlijke gewoontes en van de longe fleuve tranquille. grote schokveranderingen maken iedereen bang en ontregelen de levensritmes.
daarbij maakten de heersers zich schuldig aan nog een ander crimineel verzuim: zij vergaten de mensen aan te zetten tot begrip voor elkaars problemen. integendeel, zij vonden alsmaar meer argumenten om mensengroepen in staat van oorlog te brengen. daarbij beriepen ze zich op de verschillen: een blanke mens is nu eenmaal een andere mens dan een zwarte, een welvarende mens is een andere mens dan een arme, iemand die een bepaalde taal spreekt is nu eenmaal van een ander ras als hij/ zij die een andere taal spreekt enz..... samengevat: de heersers vergaten de liefde te verkondigen, de solidariteit.
de voornaamste begon te vermoeden dat de heersers van belgikse een gigantisch mist- of rookgordijn wilden optrekken, zodat de geesten van de mensen niet meer in staat zouden zijn de ware esbattementen van de heersers te onderscheppen, die eigenlijk allemaal draaiden rond het versterken van eigen hun macht en rijkdom, hun plaatske quoi.
de voornaamste werd overweldigd door een gevoel van diepe ontgoocheling en stuurde mij ogenblikkelijk zijn in toorn en furie geschreven commentaar. hier komt het:
Pauvre Belgique
Waar mensen samen leven
moeten sommige handelswijzen groepsgewijs geregeld worden. Samenleven is the
game, besturen is the name.
Naast de vraag of er goede of
slechte bestuursresultaten zijn, is er de kwestie van hoe er bestuurd wordt:
soms wordt dat aan één individu overgelaten, of aan een klein of minder klein
clubje van individuen, en het is ook wel eens voorgekomen dat men elk individu
van een groep bij haar regelgeving betrekt.
Het portret van hoe het er in
België anno 2007 toegaat, wordt niet bepaald door alle Belgen.
De schilders zijn beperkt in
aantal: een kleine collectie zelfbenoemden die een eigen numerus clausus
invoeren om na te gaan wie de Belgen zal besturen.
Zij hanteren een New Speak en
leggen middels hun gekwaak helaas een waas van mist en nevel over de
hoe-kwestie. Een waas dat geweven is met woorden die de dingen zoals ze zijn in
een Lof der Zotheid omdichten.
Zo is er een eerste
pathologische tic om complexe verkiezingsresultaten samen te vatten in een
simplistische tweedeling van "overwinningen" versus
"nederlagen". De enen dichten zich veel rechten toe en de anderen
wanen zich in een plicht tot nederigheid.
Hoewel het In 't echt evenwel
koppig zo blijft dat de kiezers qua gedachtengoed uiteenvallen in diverse
nuances, wordt de gevarieerdheid van dat palet genegeerd: enkel de deelgroepjes
die een hapje van de "vlottende massa" (d.i. de kleine aantal burgers
die elke verkiezing een ander gedacht hebben) gestrikt hebben, beginnen de plak
te zwaaien. Omdat ze "gewonnen" hebben zeggen ze (wát ze precies
gewonnen hebben weet niemand).
Dat neemt niet weg dat geen
van die victoriekraaiers ooit maar in de buurt komt van de helft van de
stemmen. Het zijn stuk voor stuk slechts beperkte spiekes van de taart, en toch
zie je ze stuk voor stuk bombastisch doen als de Grenouille qui veut se faire
aussi grosse que le boeuf.
Lof der Zotheid...
Een tweede pathologische tic
werd bedacht met het woord "coalitievorming". Geen enkel van de
partjes van de taart, die zich belangrijk vinden, is groot genoeg om te lijken
op een halve taart, laat staan op de hele taart.
Daarom zoeken ze contact met
andere partjes tot ze samen een halve taart vormen. Op dat ogenblik vindt de
halve taart dat ze aan regelgeving zou kunnen doen voor en namens de hele taart
: la grenouille qui veut se faire aussi grosse que le boeuf. Alweer die numerus
clausus die zich "coalitie" noemt. De rest van de taart wordt
"oppositie" genoemd en mag opzij gaan staan. Alsof ook zij geen stuk
taart is.
Lof der Zotheid.
Het wordt pas echt dol in dit
asiel als de kikkers het gaan hebben over wat "voorkeurstemmen" heet.
Wie een stem naast zijn naam krijgt springt driest naar de conclusie dat hij
daardoor de voorkeur van die kiezer geniet. Wie de meeste van die onvoorzichtige
stemmen verzamelt vindt dat hij/zij de vlag mag dragen. Je zou denken dat
"de meeste" zou betekenen "boven de 50%". Hier niet: als 't
maar meer is dan een ander, dan mag je de vlag dragen. De stemmentrekker wordt
plots een Grenouille qui veut se faire aussi grosse que le boeuf: de kikker in
kwestie stelt dat hij de tricolore ook niet enkel kan, maar moet dragen. Hoewel
niemand, maar dan ook niemand hem precies daartoe expliciet heeft verzocht.
Lof der Zotheid.
Waar mensen samen leven
moeten sommige handelswijzen groepsgewijs geregeld worden. Om dat mogelijk te
maken zijn een aantal bestuurders nodig.
Indien die niet kunnen
gevonden worden omdat de zoekers psychotisch zijn, moet men anderen aan de
speurtocht zetten.
Niet zich verder laten
opzuigen in een stinkend moeras door nutteloos heftig te spartelen.
Nochtans is het precies dát
wat die paar Baas-Ganzendoncken klaarblijkelijk wensen te doen. En hardnekkig
te blijven doen.
Wie is verwonderd dat
niemand, noch in het binnenland noch in het buitenland, deze tentoonstelling
van immoraliteiten apprecieert ?
Waar schuilt de
gemandateerdheid van die paar zieke individuen om onze moeizaam en hard
bevochten maar afkalvende welvaart elke dag met meer dédain te behandelen en in
de schaduw van hun psychotische eigenwanen te plaatsen ?
Waar halen de kikkers die
beneden in de waterput denken dat ze de wereld kunnen zien in godsnaam het
récht vandaan om de Citoyens zó nietsontziend te belazeren waar ze bij staan ?
En waar halen de Citoyens het recht vandaan om die kwakers niet krachtdadig een
halt toe te roepen ?
Wie kan zoveel dwaasheid en
slechtheid vergeven of vergeten ?
Ach, er is niks nieuws onder
de zon.
Laus Stultitiae
oeps! wat een schitterend, vorstelijk bericht! beetje in ouderwetse en plechtige stijl, beetje grappig ook, maar getuigend van een waarachtige verontwaardiging en een intense bekommernis om het welzijn van de mensen. daarbij toont de voornaamste onmiddellijk aan wat de huidige heersers in belgikse heden ten dage ontbreekt: eer en geweten. empathie met de mensen. kennis van en respect voor natuurlijke levensprocessen. hoffelijkheid, tact, humor en intelligentie.
zo kan ik, dames en heren, tot in den treure doorgaan....
maar de voornaamste fluisterde mij ook op de valreep, net voor hij in de hemelruimte verdween voor een volgende opdracht, een rits mogelijke oplossingen in het oor (wat niet tot zijn eigenlijke taak behoorde, want een voornaamste mag zich eigenlijk niet rechtstreeks tot de mensen riichten):
hij raadde de stervelingen aan flink ongehoorzaam te zijn
niet te luisteren naar het stelletje onbekwame heersers
zeker niet te veel aandacht te besteden aan hun gekwaak (zij stonden al lang genoeg in het zonnetje, ook het journaille beleefde heden ten dage gouden tijden)
verder: op intelligente, humane en warme manier met vrienden, familieleden en buren te blijven omgaan, ongeacht leeftijd, geslacht, taal, status en ras.
innig zuinig te leven en alleen duurzame aankopen te doen: niks consumptiegedrag ingegeven door commercie op straat, in cafés, in theaters en voetbalstadions, in winkels, in
virtuele ruimtes en tijdens luchtconversaties met mobieltjes, steeds uiting te
geven aan hun gevoelens van diepe onvrede omtrent de heilige mantra genaamd egoïsme, geponeerd door de
heersers zelf
oude, wijze teksten te lezen, romans fleuves (om de loop der dingen te vatten)
en poëzie (om weer te leren zingen) en ook wondermooie verhalen uit het
oosten (om zo de verlichting of het aha-gevoel te ervaren)
de heersers van hun kant, werden aangeraden rekening te houden met de raad der wijzen. nog beter: zij zouden opnieuw moeten leren luisteren naar de stem van de natuur. deze stem was in elk van hen aanwezig, maar o zo dikwijls onhoorbaar, want weggemoffeld onder stapels en stapels vilein klatergoud....
* de engelen van de wereld zijn zij die regeren over de hele wereld. zij worden ook genoemd: voornaamsten, vorsten,
overheden.
zij beheren het dodenrijk en beschermen de aarde, niet alleen de steden maar
ook de religie en de politiek. zij hebben meer vrijheden dan de engelen die
onder hen staan. de voornaamsten zijn de managers van de aartsengelen en
engelen. zij zijn de begeleiders van de heersers der aarde.
het is november, wellicht de ideale engelentijd. toevallig ontmoette ik een paar dagen geleden op de trein een oude, lichtgevende serafijn* die al jaren op aarde in mensengedaante rondloopt. deze engel van de hoogste categorie verkondigde plechtig dat weldra een beeltenis van me door de hemelruimte zou worden gestuurd, zodat ik mezelf opnieuw zou ontmoeten vele jaren terug in de tijd.
deze welwillendheid vertoonde hij alleen maar op 1 voorwaarde: dat ik hem aardse informatie zou doorspelen omtrent een geheimzinnig personage, codenaam silk okie. ik voelde me plotseling meespelen in een of andere ouderwetse james-bondfilm, maar of ik de info heb gevonden en doorgestuurd, doet hier in dit blogje eigenlijk niet ter zake. toch zal het de aandachtige lezer niet zijn ontgaan dat boven dit bericht de beruchte beeltenis prijkt. de serafijn zal dus tevreden zijn geweest met mijn kreetjes en gefluister.
ik wil het hier in dit bericht eigenlijk hebben over cherub 2, een engeltje dat me onlangs werd voorgesteld door cherub 1. omdat cherub 2 tekenen vertoonde van gelijkenissen met mezelf, tientallen jaren terug, vond cherub 1 dat we moesten samenkomen om eventuele verleden en toekomstige metamorfoses te bespreken, we konden nooit voorzichtig genoeg zijn betreffende onzer beider levensloop, een verwittigde engel is er twee waard, als jullie begrijpen wat ik bedoel - vandaar ook bovenstaande beeltenis als ultieme baken.
zoals altijd bij een eerste kennismaking, maakte cherub 2 op mij een diepe, alhoewel licht mistige indruk. kon niet anders! als je dezer dagen als hemelgeest naar de aarde reist moet je met dit herfstweer door dichte mistbanken en voorbijdrijvende stormwolken. toch onderscheidde ik doorheen de slierten witte lucht een wonderbaarlijk wezen, dat me vreemd genoeg deed denken aanmijn droom omtrent een engelachtig koekendozendametje met roze wangen, een pruiilmond en een leuk krullenkapsel, helemaal gekleed in tule en zijde.. dit persoontje zat bovendien in een orangerie thee te drinken uit een bebloemd kopje, typisch engels natuurlijk....
maar ach en wee! cherub 2 was absoluut niet akkoord met mijn hemelcommentaar over onze eerste ontmoeting. niet dat zij een indruk wilde achterlaten van latex en leer, maar
euhm...engelse thee...toch niet. geef mij maar munt of sterke groene thee met kilo's suiker. tule, dan in een ballerinapakje op een terras in parijs. of in een bikini op de noordpool'.
oeps! van een duideljke profilering gesproken.....daarbij worstelde cherub 2 sinds haar (want dit keer is de cherub een zij) aankomst hier op aarde met echte mensenmuizenissen:
de laatste tijd krijg ik veel esoterische toestanden en goede raad over mij heen. mensen vinden het nodig om mij te zeggen dat alles goed komt, ying en yang, in het nu leven, grenzen verleggen, yoga, erin geloven. nee, nee, nee mijn gezond engelenverstand kan er niet meer tegen. gedaan ermee. ik wil wenen en ongelukkig zijn. janken als een hond in mijn bed. opstaan en de wereld vervloeken. oh hell-gevoelens kweken. niets meer schattigheid of bloempjes in de wei. ik ben op zoek naar evenwicht, het beruchte ik sta in het leven en adem. wel, ik kan het niet. ik ben dan maar extreem, de onevenwichtige onstabiele, die van niks iets begrijpt. soms in het hoog en soms in het laag. en daarom stuur ik berichten naar mijzelf 20 jaar later. ...
tja, cherub 2 is ondanks haar verzuchtingen 'in het hoog en in het laag' (wat betekent: in de hemel en op aarde) ijverig bezig een volwaardig mens te worden. moet ze ook, wil ze haar cherubijnenopdracht (wijsheid, kennis en inzicht brengen in het leven van iedereen) tot een goed einde brengen.
bij het afscheid vertelde cherub 2 mij echter dat zij desondanks toch de hele tijd door feesten in haar hoofd had, een fenomeen dat hoogstwaarschijnlijk te wijten was aan haar engelenafkomst. het wemelde van feesten die zich integraal en in technicolor, als op een supergesofistikeerd flatscreen plasmascherm in haar verbeelding afspeelden. oeps! haar ultieme droom was dat zij die feesten eens in de realiteit zou kunnen verwezenlijken, maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren...
of begreep ik het helemaal verkeerd: wilde zij misschien het concept van de feesten als een constante in haar geest bewaren, zodat zij met een simpele transformatietechniek, eigen aan de sjamanistische traditie, plotseling kon 'verhuizen' naar een subliem, uitzonderlijk feest, waarbij zij dan ogenblikkelijk in een lief feestbeest veranderde, terwijl haar omgeving zich simultaan aanpaste aan de kleur van elk feest afzonderljk?
hehe, wat een hemels, uitzonderlijk verhaal! vanaf nu noem ik cherub 2 het meisje met de feesten...
2.
ik moet toegeven dat de avonturen
van cherub 2 mij af en toe binnenpretjes bezorgen - ik ben dan ook een
eerbiedwaardige, ervaren, barokke putti - maar toch vind ik dat cherub
2, net zoals cherub 1, in de toekomst mijn volle steun en medewerking
moet krijgen in haar zoektocht naar mensengeluk. alle begin is moeilijk. cherub 2 stuurde mij niet zo lang geleden plotsklaps een licht alarmerend bericht: zij sukkelde met een ronduit dwaas mensenprobleem....
ik ben geopereerd!! ik vind dat cool. want ik woon in belgië en kan zomaar een ziekenhuis binnenwandelen en alles fixen wat fout is. niets ergs hoor, ik ben gewoon een wijheidstand kwijt, doet pijn, maar nu 3 dagen later, kan ik weer hartelijk babbelen.
haha! een engel die naar de tandarts moet! kom dat tegen!
maar, ach, dames en heren, liever dan mij vrolijk te maken over (hihi) een onnozel wijsheidstandje, wil ik hier (dit is een ernstige literaire blog, weetjewel!) finaal en uitgebreid aandacht besteden aan de liederen die cherub 2 componeert tijdens haar verblijf hier op aarde. zij schrijft sinds een tijdje fragiele, jonge spreekslierten en stuurt ze mij op. ik heb haar toestemming gevraagd ze in mijn blog te verwerken, want zelfs een engel beschikt over copyright, vermoed ik...
3.
Ik ging naar zee om zee te zien Ik was alleen en de meeuw wandelde mee Met onze poten in de zee hadden we het over de prijs van het brood en de kwaliteit van het water Ik ging naar zee om zee te zien Ik was alleen en de meeuw wandelde mee Met onze poten in de zee hadden we het over bellen blazen en onkruid in de vijver Ik ging naar zee om zee te zien Ik was alleen en de meeuw wandelde mee
deze spreeksliert gaf aanleiding tot volgende uitwisseling van berichten door het hemelruim:
' zie je wel, je beheerst de poëtische taal tiptop! inhoudelijk
ontwikkel je in dit gedicht een heel mooie gedachte: je wil de de zee
zien, je bent alleen, maar je eenzaamheid wordt 'gedragen' door de
meeuw, die zusterlijk, broederlijk, vriendelijk, liefelijk met je
meeloopt. de meeuw troost je. heel verrassend is dat je in je gesprek
met de meeuw niet praat over bijvoorbeeld de kleur van de wolken of het
water, maar over dagdagelijkse beslommeringen als de prijs van het
brood.
de
suggestie van 'bellen blazen' en 'het onkruid in de vijver' bezit
eigenlijk reeds een toegevoegde waarde, speelsheid bijvoorbeeld en het
onkruid als symbool voor iets wat wij mensen weg willen maar eigenlijk heel
natuurlijk is en daarom niet passend in het 'materiele' verhaal van
nuttigheid en efficiëntie.
heel
knap is de vormgeving van je gedicht. het zit perfect in elkaar, je
breekt de woordgroepen op de correcte manier af, de herhalingen (het
refrein!), de alliteraties en (binnen)rijmen versterken het ritme en
dus de poëtische kracht van deze luttele verzen. het woord 'vijver'
geeft dan weer een ander timbre aan: de ij-klank is afwijkend en is het
je bedoeling je gedicht wat mijmerend te besluiten of sluit je hiermee
je gedachtengang af (de zee is oneindig, de vijver eindig, want
afgebakend)? opvallend is dat je drie keer refereert naar water: de
zee, de vijver, het water.... opvallend is ook dat je geen leestekens
gebruikt, wel hoofdletters.
en
nu komt het: als ik een gedicht bespreek voeg ik er ook 2 percent
opbouwende kritiek aan toe (altijd, altijd vind ik wel iets, geen enkel
gedicht is volmaakt!) - ik hou niet van het woord 'poten' als je
refereert naar jezelf.
hehe, jij hebt als jonge engel kleine elegante voetjes, zeg!
(nooit zelf je waarde verminderen, dit geldt ook in het dagelijkse leven, heb een ultiem respect voor jezelf en je lichaam!)
maar
er is natuurlijk het probleem van de meeuw, van wie je wel kunt zeggen
dat hij poten heeft. wat te doen? een lief woord vinden dat bij jou en
bij de meeuw past? ik suggereer het diminutief: 'pootjes' veel
schattiger en ook passend bij de vogel.
natuurlijk
hoef je mijn suggestie niet te volgen, want eigenlijk
is je gedicht foutloos. dit is een krachtig, speels, grappig en
dromerig gedichtje, helemaal voor jezelf sprekend zoals ik je nu al ken.
(als je er in slaagt enkele gelijkwaardige gedichtjes te schrijven heb je al een cyclus!)'
cherub 2 antwoordde hierop bijna ogenblikkelijk:
Wauw, stiekem vind ik je bespreking wel heel fijn! Vreemd dat mensen opeens dingen zien in mijn woorden. Over
de binnenrijm en buitenrijm en woordgroepen en afbreken had ik nog
nooit nagedacht. Ik ken die termen, maar termen zijn mijn ding zo niet.
Ik lees gewoon hardop en hoor dan waar het rammelt. Maar wel fijn dat
iemand zulke woorden bij mijn gedicht plaatst. Opeens lijkt het zo
volwaardig. Alsof het echt iets betekent, terwijl het gewoon woorden
zijn die in een versleten map in mijn hemelse balzaal liggen. Het referen
naar het water doe ik vaak. Water vind ik zo iets vreemd. Het is een vreemde substantie, wij zijn
water. Ik vloei uit kranen. Ik begrijp je kritiek rond poten, maar
'pootjes' vind ik niet mooi. Ik wil vooral dat het aards blijft. Want dat
vind ik zo'n lelijke poëzie, zo'n zweverige toestanden. Verkleinwoorden
maken een gedicht vaak te. Met aards bedoel ik niet zwaar. Gewoon,
echt degenlijk, menselijk. Mens en dier hebben van die gekke dingen
waarmee ze op de grond staan, van mij mag dat best poten genoemd
worden.
tja, cherub 2 bevindt zich duidelijk in een toestand van constante verwondering over aardse toestanden! tenslotte stuurde ze me nog enkele hersenspinsels, die ik voor het einde van dit bericht heb bewaard:
Smeerkaas Het is niet waar dat ik altijd lach en toch Tussen kuip en madelief ligt een schoon uitzicht Maar ik zou de zee wel eens willen zien
Elke dag ruim je samen met de resten van het avondeten jezelf op Je leeft enkel nog van voordeur tot brievenbus De postbode rijdt voorbij
deze laatste gedichten zijn literaire
juweeltjes. het gedicht smeerkaas is
een eerder grappige verwoording van het (voor een engel heel begrijpelijk) verlangen naar ruimte, maar in de laatste spreeksliert weet cherub 2 op intense manier uitdrukking te geven aan mensengevoelens van ultieme vervreemdig, existentiele isolatie en eenzaamheid.
alhoewel zij nog niet zolang op aarde is verschenen, heeft cherub 2, ondanks haar jeugdige speelsheid en fantasie, bijna onmiddellijk de belangrijkste problematiek in het mensenbestaan gedetecteerd. wij stervelingen kunnen dus nog hopen op een betere toekomst, want o, jubel, er lopen hier op aarde schitterende cherubijnen rond (onzichtbaar weliswaar, maar toch duidelijk aanwezig!), die ons mensenkinderen perfect aanvoelen en dan ook de beloften in zich dragen van intense liefde en troost...
Het Nederlandse woord 'seraf' is via het Latijn afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord saraph (branden), zie ook het akkadische woord sarapu (branden) en het middelegyptische śrf (warm zijn).
Men beschrijft hen als engelen
met vier gezichten en zes vleugels.
de laatste maanden en zelfs jaren voer ik gesprekken met cherubijnen*. tot mijn
grote verbazing en nog groter genoegen zijn druppelsgewijs jonge, trendy wezens
in mijn leven verschenen (moet ik aardse namen noemen? ward, annelies, anne, jan,
kim, sofie, joris, marie, noah, lisa etc....)
zij vrolijken de laatste segmenten van mijn aards bestaan op (oef, oef, niet
te negatief denken, het flesje is halfvol, niet halfleeg en ik wil hier
achteraf zeker nog aanwezig blijven in de gedaante van een vrolijk spookje!),
zij voeden mijn toch ouder wordende ziel met frisse, pittiige ideeën en grappige
spirituele capriolen.
zij stellen mijn zogezegde zekerheden in vraag en dwingen mij als het ware
opnieuw conclusies te formuleren over onderwerpen en thema's die ik allang als
definitief onveranderlijk en dus afgedaan beschouwde. o wonder, ik leer en
ontdek nieuwe nuances, hoor mezelf waarheden en tegenstrijdigheden declareren
en probeer hieraan te remediëren door daadwerkelijk (om te beginnen naar de geest!) te
veranderen en bijvoorbeeld nieuwe inzichten en levensrituelen aan mijn oude toe
te voegen.
niks dus generatieconflict en generatieapartheid - en leve de interactie
tussen ouderen en jongeren. wij eerbiedwaardige dames en heren moeten een keuze
maken: blijven we zagen over de verdoemenissen des levens, of staan we
open voor de originele en exclusieve exchange die anderen, de facto dus
de jongeren, maar ook de middenjongeren en oudere jongeren, tout court de
mensen dus, ons aanbieden.
wat de keuzes van de jongeren betreft: daar ben ik niet zo zeker van. leren zij
van ons, creëren zij nieuwe rituelen uit de chaos, of
netwerken ze verder aan de bestaande? het leven en de levensinzichten van
anderen blijven mij eindeloos boeien, zij zijn mijn dagelijks brood, de kers
op de taart, het neusje van de zalm, roze schuimige champagne, verrukkelijke
sneeuw in de lente. ojee!
2.
zo kreeg ik onlangs voortdurend hemelse (want in engelentaal geformuleerde)
boodschappen van cherubs die me na aan het hart liggen. hun berichten kietelden
mij als weliswaar onschuldige elektrische stroomstoten. zij veroorzaakten bij
mij stante pede een gedachtenweb en zijn reeds uitgemond in enkele
daadwerkelijke zwerftochten op instant winterse straten en pleinen.
hilarishe kleumtherapieën slingerden zich
rond tafeltjes en stoelen van verwarmde terrasjes, ademloze gesprekken bloeiden
op in bruine kroegen.
andere en nog subliemere esbattementen,
zoals het formuleren van schitterende zweefzinnen en schrijfslierten, poëtische ontboezemingen en liefdesverklaringen à gogo
zijn dan het uiteindelijke, ultieme resultaat en maken mij intens blij, want
ook ik word overstroomd en gelouterd door een gelukzaligheid, een
woordenrijkdom zonder weerga. 3.
natuurlijk, beste lezers, heb ik jullie nieuwsgierigheid gewekt en naar
gewoonte zal ik bovenstaande beweringen illustreren met voorbeelden. ik stel
jullie concreet enkele cherubs voor en plak hun dromerige, romerige
spaghettizinnen in mijn eigen bericht als bewijs à charge:
een eerste boodschapper - ik omschrijf hem als cherub 1 - noemt zich in zijn
vrije uren ook chocolaatje en daarbij ik verdenk hem ervan dol te zijn
op de kleur rood. als hij me vroeger in mijn dromen verscheen was hij
altijd omgeven door lyrische stofwolken in groen en roze (in een van
zijn laatste berichten had hij het trouwens nog over een door hem bijna gewenst
bezoek van een gifgroene kikker, een bezoekje dat niet doorging, maar
naar een latere datum verschoven). de laatste tijd echter neuriet hij alleen
maar engelenliedjes omtrent rode papavers (klaprozen dus), authentieke rode
toasters en stressballen in de vorm van rode bloedcellen...
rood chocolaatje is eigenlijk een cherub die daadwerkelijk hier op aarde is verschenen
om mensen uit de nood te helpen (zoals engelen nu eenmaal doen). hij houdt
zelfs kantoor en schrijft hun mensenproblemen op ouderwetse kaartjes die hij
dan niet terugvindt, want een engel is ook maar een engel en soms een wreed
verstrooide, haha!
'Later op de dag kwamen er andere telefoontjes. Mensen die kwaad waren,
kaartjes die ik niet meer terugvond, mensen die ineens in mijn bureau stonden
en waarmee ik niet wist wat ik moest doen. Werken voelde als kennis, net
wanneer je dacht dat je het een beetje onder de knie had, glipte het weg onder
je vingers omdat er nieuwe inzichten waren. Ik had niets tegen bijleren,
maar liefst met mate en niet 5 levenslessen op 1 dag...'
maar
sinds zijn komst werkt cherub 1 hier niet alleen hier op aarde, hij ontmoette
ook bijna onmiddellijk de aardse liefde. hierover stuurt hij me dan zo'n mooie
hemelse berichten, die ik absoluut wil bestendigen. daarom heb ik besloten ze
in mijn blog op te nemen, zo krijgen ze daadwerkeljk a touch of frost en
blijven ze voor eeuwig en altijd bestaan.
let u a.u.b.
niet op chocolaatjes gebruik van het persoonlijk voornaamwoord hij,
dames en heren. daar engelen lichtjes androgyn zijn, is menselijke communicatie
voor hen soms een vreemde bedoening. een hij of een zij, in de hemel doet het
er echt niet toe... 'Gelukkig was er nog de liefde. Liefde aan mijn voeten, liefde aan mijn
sokken, liefde aan mijn tenen. Hij hield mij warm, hij was mijn grond, hij vond
mijn stabiliteit. Mijn lieve vriendje heeft mij schoenen gegeven. Geen nieuwe
schoenen, oude schoenen, oude schoenen die hij kocht maar die te klein
bleken te zijn. Ik kreeg ze. Ik droeg ze. Ik hield van ze. Ze waren van
hem, ze zijn van mij, ze worden ons. Het voelde alsof hij mijn
voeten knuffelden bij elke stap die ik zette. Liefde, een genereuze handpalm
die op mijn enkels rustte. Kwade huisbaas? Kijk, ik heb schoenen van mijn
vriendje aan. Lastige klant? Kijk, heb je dat zachte leder al gezien! Papier
verloren? En ze zitten zo goed
...'
en:
Misschien
is het tijd voor vakantie wanneer ik antwoord op de vraag "Hoe gaat
het", "Ik heb een stressbal nodig op het werk!". Ja, het is tijd
voor een beetje vakantie. Samen met het vriendje wil ik naar het Kröller-Muller
museum gaan in Nederland. Domme dingen zeggen zoals "Jij bent mijn
stoofkonijn". Samen eten uit één bord, zo intiem, zo teder, zo samen, zo
alles wat ik wil dat samen zijn is. Samen ajuinen snijden. Samen in een bed
liggen, samen nergens naartoe lopen in een stad, samen verdwalen in een
kruidtuin,. Samen geen paraplu nodig hebben in de regen. Samen bijten op
elkaars tong tijdens het zoenen en vooral samen knuffelen, dat moet zo heel erg
met twee als je het goed wil doen. Knuffelen is als de stressbal op het werk:
spanning glijdt weg, maakt plaats voor verruiming in je hoofd en je kan geven. Knuffelen
is als een bloedcel, noodzakelijk om te (over)leven.
oef! dat was dus een hele boterham. in mijn volgende berichten plak ik alvast
spreekslierten van cherub 2 en 3 (= van het meisje met de feesten en van
belgikske, eigenlijk een echte serafijn). zo zal het zijn, beloofd!
* ik bedoel
hier (natuurlijk symbolisch!) tegelijk
de Cherubijnen, cherubs of cherubim
(ook wel terug te vinden als kerub), machtige engelen van het tweede
koor, volgend na de serafijnen. het hebreeuwse woord is keroev,
dat lijkt op het akkadische ka-ri-bu (betekenis: zegenende
[geest]). karibu waren onheil afwerende
bewakers van de tempels en paleizen in het oude
Sumerië en Babylonië.
en de
mollige, kleine baby's
met vleugels die zich ophouden in de hoeken van barokke plafonds. de correcte
benaming hiervoor is putti.
deze herfst en winter gaan we naar het theater, dat hebben wij (n. en a. en
ikzelf) afgesproken. alvast willen we zoveel mogelijk de matinees in de
schitterend vernieuwde kvs in brussel bijwonen, maar ook de leuke producties
hier in ons eigen stadje (het brussels volkstejoeter speelt o.a. ambras op
de vismet in het cc 't vondel), staan op het menu. overal waar we ons per
toeval bevinden (aan zee bijvoorbeeld) pikken we een theatertje mee, het zij
zo!
want wat is er fijner dan zich zalig neer te vleien in de zachte zetels van een
geheimzinnig verlichte theaterzaal (met zachtgele en purperen en karmozijnrode
spotlights) en zich te laten meeslepen door een verhaal waarin je zelf bijna
betrokken wordt, omdat de acteurs lijfelijk aanwezig zijn op de scène en de
realiteit die ze uitbeelden waarachtiger lijkt dan waarachtig? (ik heb, haha,
na al die jaren, nog altijd de kinderlijke neiging mee te spelen, op het podium
te klauteren en de personages van antwoord te dienen, zo ga ik op in het
spel!).
natuurlijk is theater een droom, niet echt dus. maar goed is het als wij daar
op de scène herkenbare situaties uitgebeeld zien, gespeeld door echte mensen en
zodoende kunnen refereren naar het echte leven. ook dit keer (gisteren* dus,
bij de opvoering van shakespeare's koning lear in de kvs) was het verhaal heel
levensecht: het ging hier eigenlijk over het geruzie tussen kinderen om een
erfenis (gaat er bij jullie, best lezers, al een lichtje flikkeren?) die dan
nog door een dwaze koning lear bij voorbaat verdeeld werd (ojee! daar zijn de
poppen reeds aan het dansen!). daarbij wordt hij verblind door de vleiende
woorden van zijn oudste dochters en verstoot hierom zijn jongste dochter, die
veel eerljker is en oprecht van haar vader houdt, maar zich niet wil verlagen
tot valse liefdesverklaringen. met als gevolg: hebzucht, kuiperijen, egoïsme,
oorlog en de uiteindelijke dood van king lear en zijn kinderen.
dit konigsdrama werd geregisseerd door een dame (alize zandwijk) en ik moet
zeggen: wat een sublieme prestatie! ook de decors en de kostuums waren
koninklijk en een beetje surrealistisch (wat wij top vinden). alleen vonden wij
het stuk, ondanks de grappige intermezzo's in de replieken van de nar, in zijn
geheel een beetje lang: twee en een half uur moesten we daar zitten! achteraf
waren wij wel een beetje moe, moet ik zeggen.
toen we thuiskwamen (rond 19 uur,
de matinee begon om drie uur en duurde dus tot halfzes) hadden we een
reuzenhonger en we besloten de avond in ons keukentje met een heerlijk
doordeweeks bord spaghetti en een glaasje wijn, terwijl we nog na-babbelden: omtrent de schitterende schoenen van de prinsessen (rood gelakte heel hoge high
heels voor goneril, gespeeld door de sublieme fania sorel en glitterpumps voor regan, gespeeld door esther scheldwacht) en de halloween-achtige
dierenmaskers die de personages opzetten tijdens de legendarische storm op de
heide (in het laatste deel van het stuk). ook vonden wij dat de acteur*, die koning lear speelde, zich toch maar durfde bloot geven: hij toont zonder schroom zijn halfnaakte lichaam, met dikke uitpuilende buik en hangborstjes aan het publiek, op het ogenblik dat de waanzin toeslaat.
ik heb hieronder een paar tekstcommentaren van de website van het ro-theater geplukt, plus enkele authentieke tekstfragmenten uit het stuk zelf, in oud engels.
het eerste fragment is een grapje van de nar, die vraagt aan koning lear of hij weet waarom onze ogen langs beide kanten van onze neus staan. het antwoord is: opdat we zouden kunnen zien wat we anders met onze neus niet kunnen ruiken. haha, evident zeg.
in het tweede fragment, een monoloog van edmund, de slechte zoon van de graaf van gloucester, vraagt deze zich af waarom mensen zich verschuilen achter de natuurverschijnselen als zij fouten maken. bullshit zegt hij, dat we zijn zoals we zijn wordt niet veroorzaakt door de invloed van de zon, de man en de sterren, maar door onszelf. ondanks zijn foute inborst doet edmund hier een uitspraak die het overdenken waard is. ik vond deze monoloog echt indrukwekkend, zeer goed gezegd en geacteerd door roger philipoom.
het derde fragment wordt uitgesproken door de hertog van albany, gespeeld door de zwarte acteur dennis de getrouwe. hij is een zachtaardig personage, dat zegt dat wij onze gevoelens moeten uitdrukken, in plaats van te zeggen wat we denken te moeten zeggen.
hij neemt uiteindelijk ook de verantwoordelijkheid op voor 'the weight of the sad times' en heeft consideratie voor het lot dat konig lear moest ondergaan. albany was de liefste man op de scène, vond ik (ik hou nu eenmaal van softies) en mooi contrasteerde zijn witte kostuum - met bont afgezet - met zijn donkere, ebbenhouten huid.
besluit: een theaterstuk van shakespeare bijwonen is toch een heel avontuur - hallo, zeg!
Koning Lear
van William Shakespeare | regie Alize Zandwijk
een produktie van KVS
en RO Theater
Hou me niet voor de gek. Alsjeblieft. Ik ben een zeer oude, kindse,
dwaze man, van meer dan tachtig, geen uur meer of minder en om het
vlakaf te zeggen, ik ben bang dat ik niet goed bij mij hoofd ben. Ik
geloof dat ik u ken, maar ik ben het niet zeker, want eerst en vooral
ken ik deze plek niet, en hoe ik ook pieker, ik kan me deze kleren niet
herinneren. En ik weet ook niet waar ik deze nacht geslapen heb. Lach
mij niet uit, maar, zowaar ik een man ben, denk ik dat deze dame hier
mijn kind is, Cordelia."
Alize Zandwijk regisseert Koning
Lear, een van de meest aangrijpende en confronterende stukken
van Shakespeare. In de titelrol is Jack Wouterse opnieuw bij het RO Theater te
zien. Hij wordt omringd door een deel van het vaste acteursensemble van het RO
Theater en spelers van de KVS Brussel.
De oude vorst Lear staat op het punt zijn rijk te verdelen onder zijn drie
dochters, waarbij degene die het meeste van hem houdt het grootste deel zal
krijgen. De oudste twee, Goneril en Regan, weten met veel mooie woorden de
koning van hun liefde te overtuigen. Cordelia, de jongste, weigert het
spelletje mee te spelen en wordt verstoten. Pas later zal Lear merken hoe hij
door deze foute keuze zijn anker in het leven verliest.
Het verhaal van Koning Lear
wordt gespiegeld door dat van de graaf van Gloucester en zijn zonen Edgar en
Edmund. Beide vaders miskennen het kind dat oprecht van hen houdt. Beroemd is
de scène op de heide waar beide verhalen bij elkaar komen en de oude Lear
rondzwalkt in een storm die ook en vooral in zijn eigen hoofd raast.
Voor Alize Zandwijk gaat Koning Lear over
de problemen die ontstaan als een mens zich bij het maken van keuzes laat
leiden door mooi ingeklede leugens. Over de blindheid van iemand die zich laat
verleiden door uiterlijke schijn en mooipraterij. En over de tragiek van het te
laat beseffen dat je niet naar je gevoel hebt geluisterd. Lear komt tot inzicht
als de onttakeling compleet is, als hij temidden van de elementen door de storm
wordt wakker geblazen. In die zin is de oude Lear een moderne mens: in
verwarring, juist omdat hij denkt alles in de hand te hebben.
* Koning Lear door KVS & RO Theaterdata:
20, 23 > 28, 30, 31 oktober en 1 > 3 november 2007 om 20.00 uur (28
oktober om 15.00 uur). Locatie: KVS - BOL, Lakensestraat 146, 1000 Brussel -
sinds kort wonen wij naast afghanen. de elektro-winkel van charly verkocht hij door aan turkse mensen, die op hun beurt het (handels)pand doorverkochten aan afghanen: grote, sterke mannen met gebruinde huid en een brede smile op hun gelaat, een smile die ik - misschien wel tot hun grote consternatie - stralend terugkaats, want eigenlijk ben ik toch een beetje blij dat zij vlak naast mijn deur een kruidenierswinkeltje begonnen zijn. de GB op de hoek - onze huisleverancier - gaat namelijk dicht op 31 december 2007!
a. is al eens voorzichtig boodschappen gaan doen bij de buur en zo hebben ze kennisgemaakt: de afghanen spreken nederlands en frans. een paar huizen verder bevindt zich een turkse pitta-zaak en aan de andere kant van de laan, rechtover ons dus, woont een kolonie chinezen uit shangai! (verder op het trottoir opende onlangs ook een nieuwe gigantische kapperszaak, redkin. duur, maar de coiffeur - afkomstig uit knokke - knipt goddelijk!)
in afghanistan bestaan naar het schijnt ook vestigingen van de winkelketen carrefour - de GB dus -, maar die zijn alleen toegankelijk voor westerlingen. de inlandse bevolking wordt liever nog een beetje op afstand en dus onwetend gehouden, want als zij die overvloed zouden zien.... doet me wel een beetje aan noord-koreaanse toestanden denken...
maar ondertussen zijn er blijkbaar toch afghanen die vloksgewijs naar onze contreien komen afgezakt (in oostende ken ik ook een jong echtpaar uit kaboel, zij hebben een nightshop) en misschien zullen zij af en toe hun verhalen wel vertellen in de afgelegen bergdorpjes van hun thuisland. tja, binnen een paar decennia is onze buurt misschien multi en ik vrees dat binnen een halve eeuw halle reeds een voorstad is geworden van brussel. de opmars van de grootstad is immers onomkeerbaar en niet tegen te houden - binnen onafzienbare tijd zal ook hier een kleurrijk en genuanceerd samenlevingsmodel worden gecreëerd, zoals in alle voorsteden van alle metropolen over heel de wereld....
bij het horen van het woord 'afghanen' dwarrelden onmiddellijk allerlei clichématige beelden en verhalen door mijn hoofdje: taliban-strijders, vrouwen in boerka, afghaanse windhonden, kaboel in de sneeeuw... maar ook het verhaal van die amerikaanse dame die een kapperszaak begonnen was in de hoofdstad en die de afghaanse ladies de finesses van coiffure en nagelstudio bijbracht... ach, ach, mijn verbeelding sloeg zowaar op hol, maar a. kwam met de mededeling thuis dat onze nieuwe kruidenier zelfs bestellingen aan huis bezorgt en ook 's zondags open is. als dat de westerse consumenten niet verleiden kan, dan weet ik het niet meer!
maar alle gekheid op een stokje: de vraag die mij hier op dit blogje het meest bezighoudt is deze: schrijven afghanen ook mooie poëzie - en waarover schrijven ze dan? over oorlog, over armoede en bittere kou, over de betoverende landschappen? natuurlijk zullen zij, zoals alle volkeren die nog dicht bij de natuur staan (of liever: die nog hun oorspronkelijke, niet door westerse 'mode' beïnvloedde cultuur beleven) prachtige lyrische teksten 'zingen'. maar de geschreven variant, waar kan ik die vinden? afghaanse poëzie leunt aan, vermoed ik, bij de perzische, want het farsi, een perzisch 'dialect', wordt ook in afghanistan gesproken. bij een lichtgewicht surftocht op internet vond ik dit - eveneens lichtgewicht - spoor terug. een gedicht van Shakila Azizzada*, een jonge afghaanse dichteres die blijkbaar haar land is ontvlucht en in nederland woont:
Een bloementuin van tranen
het bitter van de ballingschap,
dat oud, verstikkend verdriet,
bijt jou in het hart.
het geloof
- weeskind van alle tijden -
in je handen:
het kan die zoete warmte
amper geloven
en plukt met gretige vreugde
de dauw van genegenheid
die opglanst tussen je wimpers.
en ik zag in je ogen
een bloementuin van tranen.
Shakila Azizzada
toch een heel mooi gedicht, doordrenkt met een tedere dosis nostalgie en prachtige beelden. bravo, shakila! ach, ik hoop dat je je thuisland ooit kunt bezoeken en dat je daar als dichteres en geleerde je 'vrouwtje' kan staan!
* Shakila Azizzadeh (Afghanistan, 1964) studeerde rechten aan de
Universiteit van Kabul. Daarnaast heeft zij korte verhalen gepubliceerd in literaire
tijdschriften. Shakila woont en werkt sinds 1985 in Nederland waar zij de studie
Perzische literatuur voltooide op de Rijksuniversiteit Utrecht. Van haar werk
zijn inmiddels in Nederland een aantal gedichten (in bloemlezingen) en een toneelstuk
gepubliceerd. Naast haar literaire werkzaamheden oefent zij het beroep uit van
tolk.
Fernando Pessoa (1888 - 1935) schreef onder vele
namen. De hulpboekhouder Bernardo Soares liet hij ruim twintig jaar lang aan -
het onvoltooid gebleven - Boek der rusteloosheid werken....
tot mijn grote vreugde had mijn vriendin kris roose ontdekt dat gisteren* een
lezing werd gehouden in bozar, in het kader van europalia portugal, over een
van mijn lievelingsdichters: fernando pessoa. als altijd verscheen kris in perfecte outfit, met een fleurig sjaaltje gedrapeerd over haar zachtroze trui. ik natuurlijk in mijn zwart heksenpak, want zwart is een beetje mijn lievelingskleur geworden. zwart staat altijd sjiek en ik beeld me in dat deze non-kleur mij slanker maakt.
kris roose wou me na de lezing meenemen naar le cercle des voyageurs in de lievevrouwbroerstraat, maar dit etablissement was jammer genoeg gesloten en we drentelden dan maar naar de zuidstraat, waar we een kleine vietnamese snack ontdekten (een huisgemaakte dagschotel voor een luttele vijf euro!) en ons uitje eindigde in de markten. van op ons terrasstoeltje - het was een zachte indian-summer-rmiddag- zagen wij (ojee!) de fine fleur van brusselse vlamingen passeren: de zanger arno, de acteur jan de corte, studenten en leerkrachten van kunstscholen en brusselse athenea, vakbondsmensen en slenteraars...
maar ach, ik ga het hier niet hebben over mode of dansaert-vlamingen, maar over literatuur. samen met de griekse konstantinos kavafis
behoort fernando pessoa tot de schrijvers en dichters uit de mediterrane sfeer wiens
boekjes altijd op mijn nachttafeltje mogen liggen - of liever: zich mogen
verbergen onder mijn hoofdkussens, zodat ik ze bij het slapengaan en bij het
opstaan stilletjes en geconcentreerd kan doorbladeren.
vreemd, dat ik van mediterrane dichters hou. alhoewel ik tegenwoordig meer
geneigd ben de koelte van het noorden en het minimalisme van zen te prefereren
boven zuiderse luidruchtigheid, hitte en glitter, toch blijven deze twee
auteurs, die jaren geleden mijn leven kwamen binnengewandeld en wiens verzen
sindsdien altijd diep in mezelf aanwezig blijven, mijn onvolprezenpréférés. dat komt misschien omdat zij beiden een nostalgie en een gevoeligheid bezitten,
die niet van deze tijd is en eerder naar het innerlijke zijn gericht, zodat zij
voor mij een soort rustpunt vertegenwoordigen en volgend effect genereren:
i.p.v. mij duizend kilometers van wat ik noem: 'de extraverte hinderlijke warmbloedigheid
van de zuiderlingen' te verwijderen, koester ik mij in hun zaligheid. zo hou ik
bijvoorbeeld ook van puur klassieke arabische muziek en van bepaalde aspecten
van het soefisme, zo hou ik ook van de mystieke geschriften van de zwitserse
ontdekkingsreizigster isabelle eberhardt, teksten die ze vorige eeuw schreef tijdens
haar zwerftochten in de woestijnen van noord-afrika....
de voordrachtgever was de nederlander harrie lemmens, geboren in nijmegen en woonachtig in brussel. harrie lemmens vertaalde het boek der rusteloosheid, een werk van pessoa dat eigenlijk nooit was afgeraakt en pas achteraf door literatuurwetenschappers werd samengesteld. pessoa signeert deze aantekeningen met zijn heteroniem bernardo soares, een van de vier fictieve literaire persoonlijkheden die hij zich tijdens zijn leven had aangemeten, een fenomeen waardoor hij wereldberoemd is geworden.
bernardo soares, hulpboekhouder, lijkt het meest op fernando pessoa zelf. daarnaast nam pessoa ook de gedaante aan van een zekere alberto careiro (= het kind in pessoa), ricardo reis (= de technisch knappe maar steriele dichter) en tenslotte ook alvaro de campos, de wilde aanvaller en de levend geworden brok emotie, schrijver van beroemde odes en bijvoorbeeld ook het schitterende gedicht tobacconist's. natuurlijk weet iedereen die zich ooit een beetje in pessoa geïnteresseerd heeft van
deze heteroniemen af, ik vertel dus niks nieuws.
maar harrie lemmens
vond voor dit uitzonderlijk fenomeen volgende interessante verklaring:
tijdens zijn jeugdjaren in durban, zuid-afrika, had pessoa voeling
gekregen met de oorspronkelijke autochtone bevolking van durban en
omgeving, afrikaanse stammen die geloofden in de gedaanteverwisseling. mensen konden tijdens hun leven tegelijk ook de gedaante aannemen van andere personen, soms waren ze de ene, soms de andere, soms vele personen tegelijk en ze gedroegen zich soms heel vreemd en - in moderne westerse termen uitgedrukt - redelijk schizofreen. ze praatten op bepaalde momenten van de dag anders, bewogen anders, hadden schijnbare waanvoorstellingen, hielden conversaties met niet aanwezige personages e.d.. in onze optiek misschien wel een beetje gek, maar voor de afrikaanse bevolking dagelijkse kost. pessoa heeft deze esbattementen toen goed geobserveerd en misschien zelf meegemaakt, in gesprekken en informele contacten met de inheemse bevolking en hij heeft deze ervaringen dan geprojecteerd in zijn literatuur.
maar dit besef van permanente zielsverhuizing en van intense inleving in andere personen is, vind ik, niet zo ongewoon als het lijkt. acteurs bijvoorbeeld moeten beroepsmatig voortdurend van ' persoon' veranderen. kinderen hebben ook genoeg verbeelding en inlevingsvermogen om in de huid van hun sprookjes- en striphelden te kruipen. daarbij geloof ik vast dat dit verlangen naar processen van verandering en gedaanteverwisseling in de kiem bij iedereen aanwezig is (denk maar maar aan onze verkleedpartijen en aan carnaval), maar dan als een eerder uitzonderlijk en bizar fenomeen wordt beschouwd. kunstenaars ontwikkelen deze 'gave' wel en brengen ze doodleuk in toepassing in hun werk en soms ook in hun dagelijks leven, zoals fernando pessoa. schitterend vind ik dit!
harrie lemmens is duidelijk een erudiet kenner en vertaler van pessoa. niet alleen situeerde hij tijdens zijn lezing virtuoos het boek der rusteloosheid in het geheel van pessoa' s oeuvre, ook las hij een selectie van fragmenten voor uit dit boek, fragmenten die ik (haha) ondertussen koortsig opzoek in mijn eigen exemplaar, een schitterende franstalige uitgave* die, o rampzaligheid, uit 2 delen bestaat en waarvan ik maar 1 deel heb teruggevonden! (twee fragmenten vond ik ondertussen echter zonder veel moeilijkheden terug: een eerste fragment waarin pessoa de wens uitdrukt niet te moeten bestaan en een fragment waarbij hij het schrijven vergelijkt met haakwerk. in een derde fragment heeft hij het over de schitterend gele kleur van bananen, naar dit fragment ben ik nu nog op zoek...)
ojee, ik doe pessoa oneer aan door op zo' anekdotische manier over zijn teksten te schrijven. natuurlijk gaat het bij pessoa niet over breien of haken of bananen eten. pessoa grijpt de meest ongebruikelijke aspecten van het dagelijkse leven aan om zich onherroeplijk te verliezen in het labyrint van de droom. hij zegt van zichzelf dat hij niet alleen een dromer is, maar een exclusieve dromer. zijn bestaan zelf is een droom, niets dan een droom en hij twijfelt voortdurend aan het feit of hij wel echt bestaat..
om dit te begrijpen en om u in de wereld van pessoa in te leven raad ik u aan, geachte lezers, zo vlug mogelijk teksten van pessoa te verorberen. misschien zullen de pennenlikkers onder u, net zo jaloers zijn op pessoa als ik, want hij slaagde erin te schrijven wat ik al jarenlang ook wil schrijven. ferando pessoa lezen is meer dan een exotische reis naar lissabon, veel meer dan een toevallige literaire ervaring. fernando pessoa lezen voelt aan als een echte gedaanteverwisseling....
* Fernando Pessoa, Le Livre de l'intranquillité de Bernardo Soares, Traduit du Portugais par Edwardo Lourenco et Antonio Tabucchi, Christian Bourgeois Editeur, 1988
in de sjamanistische traditie heeft iedereen een totemdier. het mijne is de specht, een vogel die symbool staat voor onderscheidingsvermogen, de toekomst kan voorspellen en ritme (hij tikt en tikt en tikt) als toverkracht bezit. de specht is de drummer van de aarde en ontdekt wat verborgen is, tot de waarheid boven komt.
hehe, ben ik zo? bezit ik onderscheidingsvermogen? och, soms zie ik de dingen klaar en duidelijk in, maar in mijn leven ben ik al dikwijls naiëf geweest omtrent de intenties van mensen die mij blijkbaar niet zo gunstig gezind waren (ik hou mij echt te weinig bezig met het kwaad) en pardoes! daar schoten zij hun pijlen af en raak!
de toekomst voorspellen? soms voel ik de dingen aan (bijvoorbeeld de spreekwoordelijke onkunde van de generatie politici die nu aan zet is - ik heb zeker niet voor hen gestemd, omdat ik de rotzooi zo voelde aankomen!), maar toch ben ik altijd verbaasd over hoe mijn leven en dat van anderen verloopt, plots gebeurt er iets en alles wordt anders. het leven is, vind ik, totaal onvoorspelbaar....
maar 1 ding klopt wel: ik hou van ritme. ik heb gevoel voor ritme. als ik muziek hoor, wil ik dansen, tik ik met de tippen van mijn voeten het ritme mee. ook ben ik er totaal van overtuigd dat het leven op aarde verloopt volgens bepaalde ritmes, volgens de cyclus bijvoorbeeld van de natuur, de grootse drumstick ooit. ik beleef de wisseling der seizoenen op intense, bijna lichameljke wijze en ben er me nauwkeurig van bewust hoe ik per seizoen vervel en verander.
deze lange inleiding om mijn derde en laatste stukje uit a pepper- pod van kenneth yasuda* vrij te vertalen en van commentaren te voorzien. ik noem dit stukje haiku en ritme. hehe, zelfs zo'n pieterklein gedicht schrijven als een haiku heeft heel veel te maken met ritme...
op p. 24 begint duidelijk de analyse over ritme en haiku. k. yasuda vertrekt van volgende zelfgemaakte haiku:
Brushing the leaves, fell (5) A camelia into the soft (7) Darkness of the well. (5)
ik heb deze haiku vrij vertaald:
de bladeren rakend, viel een camelia in de zachte donkerte van de bron
mijn vertaling bevat 4 lettergrepen te veel, dit komt omdat leaves in het engels herleid kan worden tot 1 lettergreep, terwijl dit woord in het nederlands 3 lettergrepen heeft. hetzelfde voor zachte en donkerte: 2 extra lettergrepen tegenover het engelse soft en darkness.
maar geen nood: we zien hier duidelijk hoe harmonieus klank en gedachte samensmelten, zij volgen het gevoel van de dichter betreffende de beweging van het object, in dit geval de vallende camelia.
yasuda noemt het ritme dat de gedachtengang in een tijdsorde volgt 'longitudinal'. dit is een woord afkomstig uit de wereld van de geografie en betekent 'naar of in de lengte'. in haiku wordt dit ritme in de gedachtengang uitgedrukt in het aantal lettergrepen (17). hij noemt dit ritme ook 'haiku tune', een typisch haiku-wijsje dus. het ritme in de breedte (latitudinal) betekent zoveel als de pulsering van de emoties die de gedachtendtroom vergezellen en vindt zijn uitdrukking in kwaliteiten van klanken, toon en accenten.
nu is er wel een probleem: in het japans worden woordaccenten en zinsaccenten op een andere wijze toegepast dan in een westerse taal. een lettergreep bestaat trouwens altijd uit een medeklinker plus een klinker, wat zeker resulteert in een ander spreektrime.
toch vind ik yasuda's analyse van het ritme in zijn engelstalige haiku het overwegen waard.
1.
de gedachtengang in bovenstaand gedicht kan als volgt worden ingedeeld:
* brushig the leaves * fell * a camelia * into te oft darkness * of the well
in vijf stappen dus.
het eerste vers van de haiku bestaat dan nog uit twee 'gedachten' of 'gedachtenbeelden':
brushing
en
the leaves
als we de lettergrepen tellen, komen we tot dit resultaat:
brushing the leaves, fell 2 (1+1)=2 1
de tweede lijn geeft dit:
a camela into the soft (1+3)=4 2 (1+1)=2
en de derde:
darkness of the well 2 1 (1+1)=2
daar de eenheid van het ritme in de lengte in principe dezelfde moet zijn als de eenheid van onze gedachtengang, kan deze eenheid worden voorgesteld door een woord bestaande uit 1 syllabe, want de eenheid van een woord is 1 syllabe.
maar omdat er in de muziek twee eenheden nodig zijn om een maat te maken, zijn er ook in haiku minstens twee eenheden nodig om een basisritme te vormen. het gedachtenritme vloeit dus ook op een basis van twee eenheden, met als eenheid de syllabe in combinatie met zijn rmeervouden.
in de eerste en de derde lijn van een haiku zijn volgende combi's mogelijk:
1 2 2 2 1 2 2 2 1
in het tweede vers zijn deze combi's mogelijk:
1 2 2 2 2 1 2 2 2 2 2 1
2.
het haiku-wijsje heeft effect op de harmonie tussen het ritme in de breedte en het ritme in de lengte.
we nemen opnieuw deze haiku als uitgangspunt: Brushing the leaves, fell A camelia into the soft Darkness of the well
de eerste lijn volgt deze wijs:
2 2 1
het wijsje vordert egaal in 2 2 en verandert op het einde in 1, wat een onregelmatig ritmisch effect geeft en mede door de betekenis en de klank van dit woord wordt de indruk van 'een plots vallen' gesuggereerd. het bijhorende gevoel verwekt door het waarnemen van de beweging van de vallende camelia versterkt de harmonie van het ritme in de lengte en de breedte.
het eerste vers opent met een trochee*, gevolgd door een jambe*.
-uu--
brushing the leaves, fell
dit creëert een rijke en zachte 'trog', waarbij de twee onbeklemtoonde lettergrepen in het midden het 'borstelen', het zacht aanraken dus, suggereren; de laatste benadrukte syllaben krijgen hierdoor nog meer kracht in de suggestie van 'vallen'. daarbij ebt het eerste vers ritmisch naar het tweede vers, dat begint met een onbeklemtoonde syllabe, gevolgd door een onbeklemtoonde, een beklemtoonde en een onbklemtoonde syllabe in het woord camelia.
uu uu -u-
a camelia into the soft
zo blijft de maat behouden en het woord camelia (met een klemtoon op de middelste lettergreep) krijgt de volle aandacht omdat de drie lettergrepen body en gewicht geven aan de positieve impressie van een grote rode bloem in contrast met de zachte donkerte van de bron.
de half benadrukte trochee in het woord into, gevolgd door de half benadrukte jambe van the soft, draagt het object naar de laatste lijn.
-uu u-
darkness of the well
hier wordt de sterke begintrochee verzacht door het voorgaande halfbenadrukte woordaccent in soft. de lange trog gecreëerd door de onbeklemtoonde syllabes tussen de twee toppen in het begin en op het einde suggereren de diepe passage van de bron gevuld door een zachte donkerte waarin de camelia valt.
door het conclusieve karakter van de haiku-tune 2 1 2 voelen we ook aan dat de camelia tot rust is gekomen. het eindrijm in het woord wellgeeft een klankecho aan het woord fell en sluit dan uiteindelijk de haiku in een harmonische cyclus af.
het ritme in haiku beweegt in cirkels. het gebruik van het woordaccent is niet bedoeld om het metrum te beveiligen, maar om op natuurlijke en harmonische wijze de gedachtengang (in de lengte) zowel als de emotionele impulsen (in de breedte) volgen, met als resultaat een bijna organisch perfect afgewerkte haiku.
ach, ach,ik heb er ook enkele uurtjes over gedaan om dit stukje over ritme en metrum in haiku te schrijven en heb het betoog van kenneth yasuda flink vereenvoudigd en ingekort, niet alleen voor de lezers, maar vooral voor mezelf. omdat ik het eerst en vooral een uitdaging vond dit keimoeilijke hoofdstuk uit het peperpotje te doorgronden, maar vooral omdat ik tot een duidelijk vergelijk wou komen omtrent het fenomeen ritme in haiku - het kleinste gedicht van de wereld met de lengte van een ademtocht.
* A PEPPER-POD, a Haiku Sampler, Kenneth Yasuda, Charles E.Tuttle Company, Rutland, Vermont & Tokio, Japan, 1976
* Trochee
Van Wikipedia
Een trochee (mv. trocheeën) of trocheus (mv. trochei) is een versvoet die bestaat uit een beklemtoonde en daarna een onbeklemtoonde lettergreep (notatie: ∪).
* Jambe
Van Wikipedia
De jambe (mv. jamben) is een versvoet die bestaat uit een onbeklemtoonde en daarna een beklemtoonde lettergreep (notatie: ∪ )
watertanden. wat de afgronden betreft, die zijn er alom.
zij blijven, duizelingwekkend in dit heelal
fragment uit: 'orp '
nvo (maandag
7 april 2003)
waarom schrijven? dit is een vraag die ik me voortdurend stel. als ik aan sommige mensen beken dat ik mijn vroege ochtenduurtjes (dat is meestal tussen halfzeven en negen) doorbreng al tokkelend op mijn pc en een soort dagboek op internet bijhou, reageren ze dikwijls met meewarige blikken. ofwel doen ze gemaakt enthousiast: wat ik grappig vind, want ojee mensen, ik ben wel een beetje naïef, maar de jaren, de jaren....
een van de (vele) redenen waarom ik schrijf, is omdat ik zo de indruk heb mijn levensloop te kunnen ordenen. in de chaos die dagelijks als een reusachtige surfgolf op me afkomt leg ik een klein, sterk, prettig en inhoudsvol verhaal vast dat bestaat, dames en heren, dat gewoonweg bestaat omdat ik het heb opgeschreven. want ja, we kunnen natuurlijk ook herinneringen ophalen, maar in de loop der tijden vervagen deze en natuurlijk veranderen ze ook voortdurend van kleur, want onthouden wij niet alleen wat we willen onthouden? maar een geschreven aantekening van enkele jaren geleden herlezen is een sublieme ervaring.
want zo kunnen we nagaan hoe verandering ons leven beheerst. niets blijft hetzelfde, verandering is de enige constante. als we dit tenvolle beseffen, vermindert ook de wanhoop: zelfs al bevinden wij ons op dit ogenblik in een precaire situatie, alles gaat voorbij, niets blijft. deze gedachte is natuurlijk ook beangstigend. want als we gelukkig zijn, kan dit geluk dan morgen plotseling veranderen in ongeluk? zeker: wat wij nu als prettig ervaren, kan eigenlijk binnen een paar maanden omslaan in een pijnlijke ervaring. mensen die wij nu als 'vrienden' beschouwen, kunnen echt onze 'vijanden' worden. op dat ogenblik moeten we loslaten, want eigenlijk is dan de verandering reeds ingezet en nieuwe elementen kondigen zich aan. als we daarvoor oog hebben, klimmen we weer uit het dal en zweven we gelukzalig naar de volgende levenservaring.
ach, ik stel het hier een beetje infantiel en oppervlakkig voor, ik weet echt wel dat het allemaal niet zo makkelijk is. in mijn zen-boekjes staat dat de meeste mensen er een heel leven over doen voor ze de toestand van verlichting, inzicht in de levensprocessen dus, bereiken.
niets of niemend kan mij vertellen mij hoeveel inzicht ik zelf al heb verworven. misschien schrijf ik ook daarom: om iets te weten te komen over mezelf en anderen, om mezelf en mijn medemensen telkens te toetsen en ojee, ben ik (of hij, of zij?) al op weg naar de satori, de eeuwige gelukzaligheid, of modderen wij maar een beetje aan?
slotwoord:
in bovenstaand gedicht orp doe ik duidelijk ook aan deze vorm van introspectie. constant ben ik me ervan bewust dat ik reflecteer naar mijn innerlijke zelf.
snijden wij/ onszelf met dit heksenmes mompelend in tweeën,/ peuteren spitsvondig doorheen het klokhuis,/ onderzoeken zo ons eigen kloppend hart.
wie zijn wij, hoe verhouden wij ons tot de wereld? ik besef dat wij voortdurend aan de wereld geofferd worden - en dat offeren doen we dan nog meestal zelf:
de ene helft bieden wij de wereld eerbiedig aan/ ter verorbering.
maar tegelijk is deze offerande het begin van de regeneratie:
van de andere helft denken wij - / ach, sappen regenereren vlug tot nieuwe huid,/
romig
zacht vruchtvlees, om van te likkebaarden, / watertanden.
de afgrond is dus de chaos, de surfgolf die dagelijks op ons afkomt, de constante verandering die ons veplichtalles los te laten en steeds opnieuw te herbeginnen leven....
op mijn ouderwets vintage laptopje (want voorlopig nog niet aangesloten op internet) leg ik op dit ogenblik een lijst aan met de titels van mijn boekjes betreffende het oosten. hehe, ik noem dit mijn oosters bibliotheekje! alleen al over haiku en zen heb ik voorlopig al meer dan zestig titels verzameld.
juist, ja, correct geraden: in mijn studietijd (en dat is dus werkelijk decennia geleden!) ontwikkelde ik een voorliefde voor het oosten: het verre en nabije. ook nu, jaren later, ben ik nog altijd geboeid door oosterse kunst, literatuur, muziek... ooit was een reis naar tibet mijn ultieme doel, maar tja, ik was dan ook een kind van de jaren '7O en mijn levensdromen stammen ook uit de periode die, ondanks alle commentaren en negatieve kritieken die tegenwoordig in kranten en tijdschriften verschijnen over de flower-powerperiode, voor mij nog altijd het ontluisterende moment in mijn leven was waarin ik poëziein al zijn vormen heb leren waarderen. in huis slingeren op dit ogenblik boeken rond met bijvoorbeeld titels als: de eenvoud van zen - interieurs en tuinen*, hiroshige in tokyo - the floating world of edo*, le livre de zen, koans, paroles, haiku* enz.... de techniek van de onthechting die ik uit de zen-filosofie probeer toe te passen in het dagelijkse leven (en dat in principe een boeddistisch beginsel is) draagt reeds zijn vruchten: nog nooit heb ik mij zo vredig gevoeld als de laatste maanden, sinds ik mij heb losgemaakt van wat ik het 'gedoe' noem, het egocentrisch middelpuntvliedend streven naar bevrediging en bewieroking, een fenomeen dat ten allen tijde in de uiterlijke wereld aanwezig is.
ik denk nog steeds dat een van de moeilijkste oefeningen erin bestaat, los te komen van egoïsme en eigenwaan, zonder tegelijkertijd je gevoel van eigenwaarde te verliezen.
2.
de wijze lessen van zen-monniken indachtig (haha!), heb ik dit weekend intense aandacht besteed aan mijn tuintje. de paar uren die ik heb doorgebracht met snoeien, opruimen en aanplanten, hebben als gevolg dat ik tevreden naar het resultaat kijk en (ondanks mijn zwarte nagelranden) ben beginnen dromen van enkele kleine ingrepen en werkjes die van mijn tuintje een meditatieplek kunnen maken.
ik wil een pad van ruwe platte natuurstenen, ik wil achteraan in mijn tuin de vermolmde resten van een triestig duivenhok laten afbreken en opruimen, ik wil als het maar mogeljk is een houten afdak en houten vlondertjes en een perfect afgebakend stuk grind zonder onkruid.
ook volg ik reeds enige tijd de principes van ecologish tuinieren: plantenresten en kleine takken hak ik eigenhandig in stukken en laat alles op natuurlijke wijze 'vergaan'. deze plantenresten gebruik ik dan als bodembedekker, mulch. vebazingwekkend, hoe de natuur helpt zichzelf in stand te houden. chemische middelen als onkruidbestrijders en plantenmest heb ik voor altijd uit mijn tuinarsenaal verbannen!
3.
omdat ik zo'n leek ben in tuinieren en bepaald onervaren en onhandig moet ik telkens op zoektocht naar tips en werkwijzen voor de meest eenvoudige handelingen: hoe snoei je bijvoorbeeld het best lavendel, hoe ga je tewerk als je deze plant wil stekken, waar bevindt zich de beste plek om zaailingen van stokrozen te planten, moet je de krisperige bruine blaadjes van het seringenboompje nu zo vlug mogelijk wegsnoeien of niet? ach, ik experimenteer een beetje, volg mijn intuïtie, zoek info op in mijn schitterende oude flora* en internet is natuurlijk een bijzondere bron van ditjes en datjes.
4.
tot slot heb ik, speciaal om dit berichtje plechtig af te sluiten, deze zen-soutra voor jullie vrij vertaald in het nederlands:
'dat wat gezegd moet worden kan niet worden gezegd; de waarheid wordt overgedragen door de stilte... '
naar yao-chan (yakusan), achtste eeuw na chr.
* David Scott, De eenvoud van zen, Bosch & Keuning, Baarn 1999 * Julian Bicknell, Hiroshige in Tokyo, The Floating World of Edo, Pommegranate Artbooks, San Francisco, 1994 * Le livre du Zen, Kôans, Paroles, Haïku, Éditions Philippe Picquier, Arles, 1997 * B. HEIMANS, H.HEINSIUS EN JAC.P. THIJSSE, GEILLUSTRERDE FLORA VAN NEDERLAND, GEHEEL BIJGEWERKTE TWINTIGSTE DRUK, W. VERSLUYS N.V. - AMSTERDAM - DJAKARTA, 1960
nog drie dagen te gaan en dan is het herfst. het mooiste seizoen, vind ik.
herfstblues o jee! op de stoep een bont gekleurd esdoornblad de herfst in mij
het regent, het regent. in mijn omgeving reeds de eerste tekenen van herfstblues. heel veel mensen worden onmiddellijk depri van enkele regenbuien.
boodschap van mijn schoonbroer, vanuit italië: un rayon de soleil d'italie. en belgique, ça peut toujours servir, non? nietes, jaakje, je boodschap maakt totaal geen indruk!
ik vind motregen overheerlijk. niets afschuwelijker dan die tropische hittezomers van de afgelopen jaren. heel de maand augustus jeukte toen mijn huid van de muggenbeetjes en andere allergieën.leve de belgische coolness! en het gevoel van frisheid na een flinke regenbui is onnavolgbaar! zelfs de spinnenwebben zijn dan op zijn mooist, ragfijn en schitterend van kleur... vandaag geen regen in mijn zonovergoten tuintje het spinrag
(voelen jullie dat nagalmen na het woordje spinrag? de (wit)ruimte boordevol beeld en geluid!)
1.
een van de fijnste aspecten aan mijn blogavontuur vind ik de reacties van lezers onderaan mijn berichtjes en in mijn gastenboek. zelfs al is mijn belangrijkste doel commentaar te geven op al de verrukkingen die cultuur en vooral literatuur en poëzie, mij te bieden hebben (met daarbij een vleugje small talk over dingen die mij bezig houden, zoals de micro-esbattementen van de natuur in mijn gezellig rommeltuintje), toch vind ik het dikwijls vertederend als iemand mij als reactie een mooie bloemenfoto doorstuurt, of een schattig kitcherig engeltje met zilveren vleugels, of een leuke smiley...
2.
eergisteren kreeg ik bijvoorbeeld van een mij onbekende tuingenieter uit nederland een foto van een prachtige roos. ik was in de wolken! ik besloot pardoes een reactie terug te sturen, want zijn vele blogcommentaren en foto's hadden voor mij nog nog een ander prettig gevolg.
hier komt het:
yasmin | 16-09-2007 00:58
bedankt, tuingenietertje, voor die mooie roos. wat heb ik bij het scrollen
doorheen je blog ontdekt? dat de zaadjes van de stokrozen, die ik van een goede
vriend heb gekregen, toch zijn uitgekomen: ik herken op je foto de bladvorm.
eigenlijk dacht ik dat er onkruid in mijn potten groeide, maar neen, het zijn
duidelijk stokrozen, die nu natuurlijk nog niet bloeien. ben benieuwd voor
volgend jaar!
met vriendelijke groetjes
yasmin
ps- proficiat voor je blog!
3.
maar soms ben ik absoluut niet tevreden. hehe, vandaag doe ik het: ik verwijder in mijn gastenboek alle berichten die ik niet mooi vind, of waar ik geen boodschap aan heb. goed hoor, dat zoveel mensen mij elke dag willen groeten, maar een foto van een dwaze opgetutte filmster moet ik niet. de wereld van de steeds weerkomende geschminkte en bijgewerkte faces, die je ook in glossy tijdschriften tegenkomt, is echt niet aan mij besteed!
het maakt wel een verschil uit als er een leuk tekstje bijstaat, of een antiek prentje of zo, maar de schoonheid van de vedetten die in alle roddelrubrieken van kranten en tijdschriften het nieuws van de dag uitmaken is fake en wie niets te vertellen heeft wijs ik naar de prullenbak!
altijd opnieuw krijg ik bij een visite aan het westvlaamse poëziedorp watou een boostvan weidsheid. ik bedoel wel degelijk een ruimtelijke ervaring, een gevoel van opgenomen te worden in de wolkenhemel. want de wolken waren weer present, verleden zondag, toen ik voor de zoveelste maal een bezoekje bracht aan de poëziezomer van watou. grillige grijze en grijsblauwe wolken, afgewisseld met reusachtige witte en donkere bijna antracietkleurige regenwolken, die gelukkig allemaal gewoon voorbijdreven en in de late namiddag zelfs plaatsmaakten voor een zalig septemberzonnetje.
ik had gratis ingangstickets gewonnen voor de hommage aan eddy van vliet, op 2 september 2007 in het sint-bavokerkje op het marktplein - en wij daar naartoe. er traden wel acht vlaamse en nederlandse dichters op. zelf was ik vooral geïnteresseerd in het optreden van myriam van hee, mijn allereerste lievelingsdichteres ooit en nog altijd, vind ik, van het beste wat vlaanderen te bieden heeft.
n. vond het spijtig dat er in watou 'geen winkeltjes open waren', maar geen nood: uiteindelijk voelden we ons 's avonds heel voldaan, onze longen gevuld met frisse lucht en onze geest overlopend van sprankelende indrukken. beiden zaten we om zeven uur 's avonds dus heel gelukkig, zonnebril op de neus, te wachten op de belbus terug naar het stationnetje van poperinge, op het terras van frituur plaza, genietend van een onvoorstelbaar zalige reuzebak frietjes met samoeraisaus.
2.
in de poëzieshop op het marktplein van watou, naast de infobalie, viel mijn oog onmiddellijk op de schitterend uitgegeven bundel resistent* van saskia de jong, een dichteres over wie ik het in een van mijn vorige berichten reeds heb gehad. toeval bestaat niet: al enige tijd was ik op zoek naar dit hebbeding en ik kocht het boekje dus prompt en zonder aarzelen. het lag daar echt op me te wachten! zelfs al gingen mijn laatste vakantiecentjes er aan, dit boekje moest mijn privé-bibliotheekje vervolledigen!!
waw, wat kan ik nu zeggen van watou 2007? ik las een mooi boomgedicht van pat donnez, tentoongesteld in een tuin. in een van de vele poëziekamers - als ik mij niet vergis in het douviehuis - was het geluid van een gek lachje geïnstalleerd, toen zei plotseling iemand: de slaapkamerdeur gaat open. in een andere kamer lagen stapels en stapels ballonnetjes en in nog een kamer hingen schitterende kleine statieportretten, de bourgondiërs met hun weelderige ponykapsels en ook andere historische portretten in brons en bruin en groen en scharlaken en vermiljoen. de personages keken en keken de kamers in, hun priemende of dromerige ogen volgden de esbattementen van de bezoekers. het waren echt heel veel schilderijtjes, de muren hingen vol, zo werd een bijzonder effect bereikt.
ik rapporteer opzettelijk op bovenstaande kinderlijk-chaotische manier, want zo ging het - we hadden jammer genoeg niet de tijd om alle installaties op ons gemak te bekijken. om 4 uur begon de hommage en we wilden een goed plaatsje veroveren. we konden echter in het kerkje de voordrachten volgen van op verschillende schermen, dus geen nood. sommige dichters verrasten mij aangenaam, andere vond ik een beetje slaapverwekkend. natuurlijk moesten ze elk een paar gedichten van eddy van vliet voordragen en dan was plots de sfeer weer in-droevig, waar ik niet echt gelukkig mee was, want ik hou niet van opzettelijk triestige poëzie.
3.
heel tof vond ik de sms-gedichtjes van anton korteweg, een revelatie trouwens. een sms-gedichtje is een stukje poezie bestaande uit 160 tekens, spaties bijgerekend (eigenlijk zoveel tekens als een sms kan bevatten). de schrijvers ervan zijn verplicht zich enorm te beperken in woorden... het lijkt wel een nieuwerwetse haiku! eigenlijk had ik nijn notitieboekje moeten bijhebben, om fluks zo'n sms-gedichtje over te pennen, maar geen nood.. internet biedt misschien uitkomst. maar ach nee, geen sms-gedicht van anton korteweg te vinden! wel vond ik dit superkort stukje:
Feest
Ik moest de Hema in. Voor vruchtentaart.
Goed en goedkoop. Want junior verjaart.
Als je nou kijkt wat daar los loopt aan vrouw
dan wil je wel naar huis. Naar die van jou.
- - - - - -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
uit 'Voor de goede orde' van Anton Korteweg
haha, 173 tekens, spaties inbegrepen! het lijkt er dus al een beetje op...
4.
myriam van hee fluisterde met zachte stem haar gedichten door de micro. daarvoor is ze bekend, voor dat gefluister. ze las gedichten uit haar nieuwe bundel buitenland, die in het najaar zou verschijnen en ik was weer helemaal verkocht! subliem, overheerlijk, zo subtiel en eenvoudig en teder kan alleen zij schrijven....ik kan er geen andere woorden voor verzinnen.
uitkijken dus, in de herfst, voor mijn volgende aanwinst.
5.
tot slot, om deze kwakkelzomer af te sluiten, wil ik even nog dit gedicht over de hondsdagen presenteren. het komt uit resistent (mijn voorlopig hoofdkussenboekje, àgogo) en is geschreven door mijn nieuwe liefde, saskia de jong (natuurlijk, wat dachten jullie wel), die 'experimenteert, rauw is en lak heeft aan grammaticale regels'*:
als de zomer op zijn heetst is, vernietiging de bedoeling omdat de zon te veel op haar lippen heeft liggen als in razernij schroeien de plekken, in razernij wordt een plek zonder schaduw gebaard, al is er wel het avondfloers wendt zij voor
als de dag opgerekt wordt tot passend, de nacht terzijde wijl het scanderen van bloedschennige waarheid ons koortsgelaat strak naar de hemeltoorts
is niettemin een goede tijding het grote licht voor de winter die nu gans en gaaf schijnt zo klaploopt als een horzel als de zomer op zijn heetst is, venietiging de bedoeling
* Resistent, Saskia de Jong, Prometheus, Amsterdam 2007 * La Vie en Rose
1. heb de foto bij vorig bericht verwijderd en vervangen door een foto van bamboe.
omdat de verrukkelijke revelatie van de haiku-dichteres chiyo-ni, die superverrukkeljke haiku's schrijft over bamboe, toch wel mijn persoonlijk literair evenementje was de afgelopen maand. ik kopieer hier om te beginnen nog even een haiku van haar, gevonden op een van de ontelbare sites* die op internet kunnen worden geraadpleegd:
one must bend
in the floating world
snow on the bamboo.
chiyo-ni
wijze dame chiyo-ni, die in luttele woorden een eeuwenoude waarheid verkondigt: dat we in dit onzeker bestaan soepel en gracieus moeten zijn als bamboe, buigend onder het gewicht van sneeuw!
en zegt het (chinees) spreekwoord niet: beter buigen dan breken?
2. haha, wardie, hallo, welkom op mijn blog. welkom, soulmate.
je hebt het zo mooi gezegd in je reactie:
'Ik heb deze namiddag kunnen genieten van luie uren waarin niets moest.
Ik heb dan ook niets gedaan, naast zinnen maken in mijn blog. Wat een
verademing, beseffen dat ik het gemist heb en dat ik het nog kan,
zinnen maken.'
tja, ik wil het mezelf niet al te veel toegeven: na mijn luitijd (zie vorig bericht!) is het nieuwe blogseizoen voor mij sputterend en strubbelend begonnen: ik puzzel en knabbel voortdurend aan mijn vers gepleegde zinnen, probeer ze te verdichten, bij te schaven, schrap overbodige woorden, schrijf, herschrijf, schrijf - en ben nooit echt tevreden over het resultaat. vind mijn gedoe lichtjes lamentabel.
daarom: aan het werk, yasmijntje, schrijf, krijg weer vaart en wees gelukkig...
3. alhoewel het lezen en schrijven van poëzievoor mij gelijk is aan het ultieme genot, toch wil ik mij niet opsluiten in thefloating world of bamboo. elke dag probeer ik zo eenvoudig en realistisch mogelijk mijn leven te organiseren en alhoewel ik heb moeten leren voldoende afstand te nemen van de gruwel in de wereld, ben ik me er terdege van bewust dat niet iedereen kan schrijven over de delicatesse van sneeuw.
niet zo lang geleden (maar wel net vóór mijn luitijd) ontdekte ik - in mijn verzamelwoede betreffende vrouwelijke auteurs - een site waarop een revelerend gedicht stond van de iraakse dichteres Nazik Al Malaika*.
irak .... of all places! altijd en opnieuw ben ik verwonderd schitterende poëzie te ontdekken van auteurs die in tijden van oorlog doorgaan met het schrijven van superieure teksten.
Nazik Al Malaika schrijft over haar droom: uitwijken naar een land van 'nectar en rozen van de schemering', weg van de ellende en het geweld... dit land is verder dan ooit van haar (en haar landgenoten) verwijderd!
ik heb het gedicht prompt uit het engels in het nederlands vertaald (of liever: proberen te vertalen!), omdat ik onder de indruk was van Nazik Al Malaika's sobere, indrukwekkende zegging:
(From Five Hymns to Pain - Uit vijf hymnen van pijn - fragment)
Veiled Utopia.
A haven
of magic, we were told
It was.
Made of
nectar and twilight roses,
Of
tenderness and gold.
In it,
they said, was
The
panacea for the wounds of man.
We wanted
it, but didn't get it.
Back to
our hopes, miserable and unfulfilled.
Where is
this land?
Are we to
see it or
is it to
stay enveloped, unattainable
Agitating
inside us only
A numbed
yearning?
A prayer
Within
closed lips?
The
millions are
A torrent
of desire,
Burning
desire,
And a
dream of flame.
Open the
gates for thousands
of exhausted
victims are screaming.
They
spoke of 'life';
It is the
color of a corpse's eye
It is the
echoing steps of a stealthy killer:
Its
curving days
a
poisoned coat diffusing death.
Its
dreams the humour of a demon
with
paralyzing eyes, death - hiding lips.
Where
shall I go?
I'm weary
of the ways,
I'm bored
with the meadows
And with
the persistent, hidden enemy
Following
my footsteps.
Where can
I escape?
The
trails and roads that carry
Songs to
every strange horizon,
The paths
of life,
The
corridors in night's total darkness,
The
corners of the bare days...
I've
wandered along them all,
With my
relentless enemy behind me,
Keeping a
steady pace, or sitting firmly
Like the
mountains of snow
In the
far north.
Gesluierd Utopia
Het was een magische haven, werd ons verteld.
Gemaakt uit nectar en rozen van de schemering,
Uit tederheid en goud.
Binnenin, zeiden ze, bevond zich
Het geneesmiddel voor de wonden van de mens.
Wij wilden het, maar kregen het niet.
Terug naar onze hoop, ellendig en onvoldaan.
Waar is dit land?
Zullen wij het zien,
Of blijft het zonder omslag, onbereikbaar
Rusteloos enkel in ons binnenste
Een verlamd verlangen?
Een gebed
Tussen gesloten lippen?
De miljoenen zijn
Een waterval
Van brandend verlangen
En een droom van vlammen
Open de poorten want
Duizend uitgeputte slachtoffers huilen.
Zij spraken van het leven,
Het is de kleur van een lijkenoog,
Het zijn de echoënde stappen van een steelse
moordenaar:
Zijn gekromde dagen,
Een vergiftigde jas die de dood verspreid.
Zijn dromen het humeur van een demon
Met verlammende ogen, de dood de lippen verbergend.
Waarheen zal ik gaan?
Ik ben me bewust van de wegen,
Ik verveel me met de weiden
En de aanhoudende, verborgen vijand
Die mijn voetstappen volgt.
Waar kan ik ontsnappen?
De sporen en de wegen die de gezangen
Dragen naar elke vreemde horizon,
De paden van het leven,
De doorgangen in de totale duisternis van de nacht,
De hoeken van de naakte dagen
Ik heb ze allemaal bewandeld,
Met mijn meedogenloze vijand achter me,
Een vaste plaats innemend,
Of vastberaden zittend,
Als de sneeuwbergen
In het verre noorden.
* The Iraqi poet Nazek al Malaika died recently.
She's central to the free verse movement in Arabic.
dit kwakkelweer dwingt mij tot een toestand van wolken...
een zomer vol zomerregens. heerlijk en verschrikkelijk tegelijk. zal weer moeten wieden. nochtans bloeit elegant mijn hibiscus syriancus en de heerlijk geurende lavendelbloempjes in de border kunnen worden geoogst. vroeger mocht dit pas in de maand augustus.
OEF! onze vakantieplannen weer opgeborgen in onze portefeuille, wegens te duur, te veel veronderstelde hitte en drukte. heerlijk reizen als niemand reist, een hel is het te reizen als iedereen reist. toch veel uitstappen gepland: vandaag bijvoorbeeld een lezing in passa porta (bernard de wulf en hugo camps, als het tenminste niet stortregent), in het weekend misschien brussella folk en jazz, daarna staan taz en watou op mijn verlanglijstje....
dit jaar is een jonge nederlandse dichteres uitgenodigd in watou: saskia de jong. ik kon een gedicht van haar downloaden:
WEER OUWEVROUWENZOMER
ik lees en herlees: vreemde manier van schrijven, niet te toegankelijk voor de modale lezer. ach, hoe moet het nu: is een gedicht beter als het door meer mensen (vele mensen dus, iedereen) kan worden gesmaakt, of moeten we oog hebben voor de elite??
ach, ik breek er mijn hoofd niet over, ik lees en verorber. saskia bekoort mij wel, talent heeft ze te over en ze is naar het schijnt een leuke zorgeloze jongedame. toch heb ik weer ouwevrouwenzomer (heerlijke titel, vind ik) dikwijls moeten lezen en herlezen en ja, daar dringt haar poëzie plotseling tot me door. zo veel zelfs dat ik volgende bizarre zin neertik:
dit kwakkelweer dwingt mij tot een toestand van wolken, nog aangenaam ook, wonen in een hibiscus syriancus of in een hangpetunia is een droom, zachtroze sluiers, een hemel van cyclaam, de protuberantie van meeldraden en stampers hinderen tegelijk alsof ze middelpuntvliedend zijn, niet centrifugaal maar centripetaal, mooi weliswaar maar bang
hehe, als ik mij een beetje laat gaan schrijf ik gezwind mijn eigen versie van ouwevrouwenzomer.... toch wil ik de lezers van mijn blog eerst laten kennismaken met de echte verrukking:
WEER OUWEVROUWENZOMER
weer ouwevrouwenzomer
het is tegenwoordige tijd, veel is er niet aan de orde, er is
geen verhaal, morgenglorie, het jaar is een herhaler van valer en kaler
(echo)
één herfst, twee herfsten
de zon louter bijzon stipt boven
de evenaar even lang dag en nacht
waar Ariadne baarde in haar bosje
nu een jongeman te kreunen ligt in barensnood
o heisa klungelig knaapje
en de regen viel warm omlaag en het zal
meedogenloze regen blijven regenen Dionysische Dionysos
WIJ REFEREREN HIER AAN DE WERKELIJKHEID
we hebben een aantal droge dagen, een aantal
dagen met mist, een aantal dagen met onweer
geen vorstdagen, geen sneeuwdagen, geen ijsdagen
en zuiver één zomerse
dag nog te gaan
seizoenen verstrijken en kleden en smukken zich
op en dan schudden en schommelen de ranken, hun vruchten
beladen, in verlegenheid
tot manden vol helende druiven lacrimae Christi
die druif, die in bolle trossen groeit, bedektzadige
dwaas, met purperen mantel, die in trossen verschiet
geperst en weggezet om wijn
alles staat of valt ten slotte met droesem
wij grondroerden en staken plaggen
wij zwadkeerden en mathaakten
en met de wan in de hand waren allen akkerman
het hopbellen plukken wel favoriet
kronkelend over de akkers ging het gerst
dorsvloeren bezaaid met de gracieuze granen
waar het lompe bier van komt
het bier staat in 't gijl en de boeren dazen al
de winter nog ver het is er kermis met gildebier herstooft
wij refereren hier aan de werkelijkheid, de valtijd
van de dingen, blaren, vruchten etc.
(hips)
mmm de boeren onweer
iemand heeft zijn stiften op een natte
filter gezet, het ganse land zomervaagt
wanwaar! dilettantenwerk!
waar de rijke tijden, rijke lagen aardeverf voorbij zijn
genadeoord een echo blaast
we zijn weer toe aan achteruitgang, brilliant blues
Saskia de Jong *1973
tekst bij Les Très Riches Heures / september onderdeel van de expositie Rijke Uren, augustus-november 2005
gelezen in Museum Valkhof, Nijmegen
als ik tijd en zin heb schrijf ik zeker commentaren bij dit gedicht. zo dring ik geheel tot de tekst door, het diepe water is het water onderwater. enz, enz, enz ...
maar eigenljk heb ik (moet het eerlijk bekennen) een tijdje geen goesting meer in mijn blog: wil van de zomer genieten. misschien zelf een cyclus poëzie schrijven, off the record....
tot binnenkort, beste lezer, it's summertime, and the living is easy...
ook al eens volgende ervaring gehad: je bent in gesprek, je praat over koetjes en kalfjes, plots zeg je een woord .... en bijna tegelijkertijd hoor je ergens datzelfde woord, dezelfde term, bijvoorbeeld in een vaag radiobericht op de achtergrond. of je merkt het schijnbaar toevallig op in een titel van de krant die iemand nonchalant op tafel legt. of nog iemand anders zegt het, iemand in gesprek aan de andere kant van het café waar je toevallig samen met vrienden een terrasje doet. of het woord profileert zich duidelijk in het geroezemoes van stemmen in de verte...
dit fenomeen heb ik altijd heel grappig gevonden, maar eigenlijk ook een beetje beangstigend. ik heb nog nergens een verklaring of een beschrijving van deze toevalligheid gevonden!
een paar weken geleden had ik een vreemde, geagiteerde droomnacht. in de vroege ochtend was het of ik wakker werd na een zwerftocht in de catacomben van het onderbewustzijn. toen ik nog een beetje suffig - het leek alsof ik moeizaam ontwaakte uit een coma - mijn blog openklikte en plotseling besloot door te surfen naar de blog van marleen desmet*, een dichteres die ik al jaren ken, las ik .... gedichten over hoe ze ontwaakte uit een 'komma', een coma dus.
ik besloot dit blogbericht aan haar te wijden, want toeval bestaat niet, daar ben ik nu echt zeker van.
hier komt het:
lieve marleen
na een woelnacht vol droomwervelend zweven
beklemmende slopende zoektochten naar ingangen, uitgangen, doorgangen
na een flitsbezoek aan chaotische speelplaatsen & drumvolle klaslokalen
zwerftochten doorheen wuivende bloemendreven &
schijngevechten in een wriemelende mensenzee
(en ach ja, zijn zachte warme wang op de mijne)
is het eindelijk tijd, marleentje, om aandacht te besteden aan jouw gedichten, zoals beloofd, as I promessed.
je hebt het gemerkt: de laatste tijd droom ik weer als voorheen. nachten vol avonturen en personages en absurde toestanden vervolmaken op vreemde wijze mijn supersimpele dagen.
vanmorgen heel vroeg wakker geworden, liggen raden naar de betekenis van deze subtiele gewaarwordingen, de verregaande symboliek van toevallige ontmoetingen, het kabbelend verloop van dagen die luchtig lijken en betekenisloos maar bij nader inzien verandering aankondigen, het voortdurend voortijlen van de tijd en onze onmacht, onze gedwongen overgave aan deze stroom van energieën en stralingen en strelingen verbeelden.
na het ontbijt nog wat slaperig naar je blog gesurfd en zie: o, wonder, daar kan ik mezelf plots helemaal vinden in je verrukkelijke gedichten. toeval bestaat niet, zeg ik, het stond in de sterren geschreven dat ik vanmorgen plots zou binnentuimelen in je droomwereld..
neen, zeg ik, in 'mijn' droomwereld, die jij hebt aangevoeld en voor mij opgeschreven. de 3 gedichten die ik heb geselecteerd vind ik puntgaaf, heel geconcentreerd, klankrijk, boordevol mysterie en (bij nadere analyse) rijk aan symboliek.
ik koos nachtraaf I en II omdat deze gedichten perfect aansloten bij mijn eigen droomervaring. zuivering vind ik intens vrouwelijk en mysterieus en helemaal afgerond.
1.
nachtraaf I
nachtschemer wikkelt donkere rokken,
weerwolven janken een jacht
met slagpennen als
spade kra kra krassen raven een om te woelen land
hanengekraai wist
restanten, onder blauwzwart
verendek lig ik rozig wit in komma
hier beschrijf je vloeiend hoe jij (en ik en iedereen die jou wil vinden) je na een droomnacht wakker woelt. het is alsof je je wervelend omwikkelt (of juist het omgekeerde: je wikkelt je los) met (uit) donkere rokken, zachtfluwelen of kanten jurken en zwarte mantels en omslagdoeken van schitterend brokaat, want je was een vemaledijde prinses in je dromen, een meskiene heks, een fatale vrouw met koolzwarte blik. in de schemering van de voorbije nacht, die plaats maakt voor rozige ochtendnevels (dit laatste is een toevoeging van mij, ik hou van roze!), hoor je een hond blaffen, neen, het is een weerwolf, want het is weerwolftijd, het uur u, waarop onschuldige individuen veranderen in verschrikkelijke weerwolven die mensen verslinden. daarbij woelen raven met hun slagpennen het land om. prachtig beeld, ik begrijp het zo: de raven openen de dag, zij bereiden de aarde voor die met de komende dag zal bevrucht worden.
maar is dit niet een beetje verontrustend, marleentje, de dag te beginnen bij schril hanengekraai, het geluid van een jankende weerwolf op de achtergrond en raven die er er zich mee bemoeien, wat denk je? neen, ik kan je verzekeren: in dit gedicht heb je onbewust een heel hoopvol tafereel geschetst.
eerst en vooral staat de haan voor nieuw begin, wederopstanding, hoop. meer nog: je totemdier is misschien wel de raaf. raven zijn heel bijzondere wezens. erover dromen is betekenisvol, zij zijn de boodschappers van sjamanen en tovenaars* en staan in verbinding met de grote leegte, het onderbewustzijn.
tenslotte kan ik je verzekeren: ook weerwolven waren, ondanks hun kwalijke reputatie hier in christelijk west-europa, oorspronkelijk boodschappers van geluk! in de germaanse mythologie verschenen weerwolven rond de kerstperiode, de joeltijd.* zij waren de trouwe krijgers van wodan, verdreven duistere machten en brachten opnieuw leven in de brouwerij, haha!
2.
nachtraaf II
lig ik rozig wit in komma kromgebogen
wakker te worden
klokken gonzen
mijn ogen open
achter mijn dromen
staat een punt
zo. na het gewoel en gejoel met totemdieren kom je, rozig en wel, met beide voeten op de grond terecht. je zet een punt achter je droomtijd en begint de dag met klokkengelui. als dit geen vrolijk einde is van wat eerst een nachtmerrie leek!!!
3.
zuivering
het was de sprong in het water het uitstervend geklater dat haar denken deed aan het verdwijnpunt, de serene lichtstip
de beek sloeg met zachte heupslagen de wildgroei langs haar oevers weg
en toen in vlinderslag haar lichaam weelde werd, bleek de beek in de zon haar spiegelpaleis, haar bron
heel mysterieus vind
ik hier de transgressie van het vrouwelijk personage in water,
symbool voor zuiverheid, maar ook bron van alle leven. de vrouw (= de
dichteres), neemt een duik in het water, wat een metafoor is voor duiken in het
leven zelf.
durven leven is een
beetje waaghalzerig, want onmiddellijk, bij het eerste contact met het water,
ervaart zij een vage indruk van verdwijnen. verdrinking? de dood? zij ziet
zelfs al het vage licht in de verte die een bijna-dood ervaring kenmerkt.
maar zij gaat niet
dood: neen, zij wordt als het ware één met het water, de beek is een
zwemmende vrouw, die met zachte heupslagen de
wildgroei langs haar oevers wegwerkt. wat kan betekenen dat zij op zachte,
vrouwelijke wijze de tegenslagen in haar leven wegwerkt.
wat ook betekent dat
we hier te maken hebben met een vrouw die de kracht heeft van het water. water
kan door trage, gestadige en zachte erosie zelfs rotsen overwinnen. het
vrouwelijk personage in dit gedicht kan dit wellicht ook, zij wordt het
water, de beek is haar spiegelpaleis, waar haar evenbeeld duizendmaal in
wordt weerkaatst. zij weet dat zij de bron is, het begin van alles, het
middelpunt.
hehe marleen, je hebt
hier verzen geschreven die elke vrouw moeten verblijden: je brengt een
boodschap van kracht en vertrouwen, van vrouwelijkheid en uithoudingsvrmogen.
je zegt: wij zijn als water en op deze manier, met overgave en geduld, komen we
er wel.
olala, is marleen
desmet een dichteres vol eigenwaan, of is zij een vrouw met een gezond gevoel
van eigenwaarde? ik opteer natuurlijk voor het laatste. zij is zich als vrouw
volledig bewust van haar invloed en kracht en dat is goed zo. daarbij is zij
een dame die over dit supervrouwelijk thema knappe en elegante gedichten
schrijft. bravo, marleen!
beste marleen, tot
slot raad ik alle lezers van mijn blog dringend aan een bezoekje te
brengen aan jouw blog!
met vriendelijke groetjes,
yasmin
* http://blog.seniorennet.be/marleen_de_smet/
* zie http://www.nativeart.nl/Totumdier_pag-2.htm
Voor de Indianen van de Noordwestkust van Noord-Amerika was en is de
raaf trouwens het belangrijkste schepsel. Het
was raaf, de gedaanteverwisselaar, de misleider, die de wereld creeërde. Hij
bracht de mensen op de aarde en gaf hen vuur en water. Hij verdeelde de
rivieren, meren en cederbossen over het land en plaatste de
zon, maan en sterren in de hemel, vis in de zee, zalm in de
rivier en voedsel op het land.
In het bezit van magie en
bovennatuurlijke krachten, kon raaf zichzelf op elk moment in alles veranderen.'
'Raaf komt als je om liefde, licht en heling vraagt.
Als Raaf je zijn medicijn brengt, geeft hij je een hoger besef, scherper begrip
en een verruimd bewustzijn. Met dit nieuwe begrip kan je binnendringen in het hart en de ziel
van anderen, je begint hun gevoelens te voelen.'
* zie:
www.traditie.be/artikels/WEERWOLVEN.doc
'Het is de wolfstijd, de meest duistere tijd van het jaar. In de
Joeltijd verschijnt Wodan ten tonele, hij komt als hernieuwer van de
levenskracht en de bevrijder van de zon uit de onderwereld. Ook zijn
trouwe volgelingen hier op aarde, zoals de weerwolven laten zich niet
onbetuigd. Zij treden op als verdrijvers van de duistere machten en
verwekkers van vruchtbaarheid, ze herscheppen de orde. Ze leggen in
hun dierenvemomming huisbezoeken af en verwekken vruchtbaarheid, vooral
op jonge vrouwen hebben ze het gemunt, hun ommegangen hebben dan ook een
sexueel tintje. De mensen zien deze volgelingen van Wodan graag komen, ze
geven ze eten en drinken want ze brengen geluk.'
ademvraag voor alle literatuurliefhebsters (freaks
for gentlemen):
hebben jullie ook een hoofdkussenboek un livre de chevet een
lievelingsboek waar je elke avond voor het slapengaan noodgedwongen in moet
lezen anders is het niet goed geweest je stopt het onder je hoofdkussen dan is
het een hoofdkussenboek je stopt het in je dekbedovertrek dan is het een
dekbedovertrekboek je legt het pal onder je bed dan is het een onderbedboek je
legt het op je cdbox dan is het een cdboxboek je legt het naast je nieuwe
topcom butler 3450 wandelende telefoon dan is het een wandelendetelefoonboek
ach je verlangt zo naar het samensmelten met je favoriete personages je wil dansen
in wervelende landschappen in vreemde huizen en settings en je wil eindelijk ook
eens beginnen schrijven aan je langoureus droomscenario zodanig zelfs dat je je
kamer met je oude en nieuwe hoofdkussenboekjes wil bemeubelen zes flinke opeengestapelde
romans lichtjes beneveld met heerlijk zomerparfum van kenzo haha dat wordt een
geurig theetafeltje een zakwoordenboek kan dienen als presse-papier om je krullende
notas bij te houden en welke fragiele ondraaglijk lichte bouwsels maak je niet
met verhalen of gedichten
heb geprobeerd bovenstaande zin zonder punten of kommas te schrijven, als in een wervelende
gedachtenstroom, omdat ik zo mijn liefde voor rendez-vous wil
uitdrukken, het boek van de franse schrijfster christine angot*,dat nu al een hele tijd mijn eigen
superhoofdkussenboek is.
wat ik in bovenstaande zin beschrijf heb ik ook met dit boek gedaan. ik
heb het voortdurend gemanipuleerd en verplaatst en zelfs overal meegesleurd, zo
verknocht was ik aan het verlangen van het hoofdpersonage (de schrijfster zelf)
naar eric estenoza, un acteur avec un regard qui devenait opaque a n
importe quel moment, een man dus waarop zij op gevaarlijke wijze verliefd
wordt en met wie zij van p. 34 tot p. 379 probeert amoureuze afspraken
te maken en dit lukt maar niet.
christine angot schrijft onwaarschijnlijk pittig, nerveus frans, in een
verrukkelijke verhaalstijl doorweven met innerlijke monoloogjes, korte stukjes
in directe rede en onverwachte flashbacks. daarbij strooit zij in het rond met
nonchalante details over typisch franse zeg maar: parijse- decors en settings.
zij hopt en zapt van het café de la
madeleine naar brasserie wepler, van het theater naar het restaurant,
van het quartier du marais naar belleville, van montpellier naar
toulouse en avignon en van le var naar la presquile de giens.
alles draait om haar onmogelijke, obsessionele en vooral imaginaire
liefde voor eric, waaraan zij alles ondergeschikt maakt. zij belt voortdurend en
stuurt smsjes en laat berichten achter op het antwoordapparaat. soms slaagt zij
erin om eric voor een afspraak te strikken, maar telkens is de ontmoeting in de
realiteit anders dan zij het zich in haar fragiele, door de liefde aangetaste
fantasie heeft voorgesteld. zij stapelt ontgoocheling op ontgoocheling en
verlangt en verlangt en slaapt bijna niet meer en op elke bladzijde voegt zij
een kwetsuur toe aan haar getourmenteerde, amoureuze ziel.
in het verhaal zelf schrijft christine dan ook nog tegelijkertijd
deze roman, waarbij zij regelmatig stukjes manuscript laat lezen aan eric. zij
worden zelfs beidengevraagd op literaire
avonden om publiekelijk stukjes uit rendez-vous voor te lezen. zo wordt de liefde
nog pijnlijker. het is alsof christine openlijk toelaat dat elk stukje
huid dat haar nog zou beschermen tegen de 'vrije val' (niet voor niets is verliefd worden in het frans een 'val', tomber amoureux. in het engels zeggen ze zelfs falling in love, in liefde vallende) door eric langzaam wordt
afgepeld, schub voor schub en met een heel scherp mes.
puur vrouwelijk
masochisme!
maar toch is dit een heerlijk boek, zo frans als het maar zijn kan. bij het
lezen kroop ik helemaal in de huid van christine, ik was christine. wat
heerlijk te lezen dat iemand anders dan ik nog meer liefdespijn kon ervaren dan
ikzelf, wat een katharsis ervaarde ik bij het lezen van christines bijna ziekelijk-romantische
dagdromerijen. joepie, ik was toen het jaren geleden ook allemaal met mij
gebeurde helemaal niet gek, alleen maar o zo indringend amoureus! en ik geloof nu
echt dat het waar is dat de fransen de liefde hebben uitgevonden!
tot slot nog een (verrukkelijk zuchtend) fragmentje:
Eric ne rappelait pas. Il fallait pas quejerappelle tout de
suite .. Je ne pense pas quil
mappellera demain ..Peut-êtrequíl ne
veut plus me parler.Peut-être quil ne
veut plus me voir. Jappellerai après-demain, je lui laisse encore la
possibilté de mappeler demain, même si je ny crois pas. Mais si son portable est fermé, comment je vais faire, je ne
vais pas encore laisser un message? Cest dur, cest dur.
Je fermais les yeux, je les rouvrais. Je poussais un
soupir pratiquement entre chaque phrase et je disais: ahhh. Je nespérait quune
chose, cétait de mendormir. Ce qui ne voulait pas dire que je ne croyais plus à lhistoire. Mais le manque était dur à vivre
Hehe, altijd gedacht dat het woord hoofdkussenboek afkomstig
was uit Japan!
Sei Shōnagon (清少納言), (965-1010s?), een Japanse hofdame die deel uitmaakte van het gevolg van Keizerin
Teishi (Heian periode) is namelijk de auteur van het wereldberoemde
hoofdkussenboek (The Pillow Book,枕草子makura no sōshi)!*
Dit hoofdkussenboek was eigenlijk een soort dagboek en
Sei Shonagon noteerde tien jaar lang anekdotes, opinies en observaties. Zij maakte
ook 164 lijstjes met verrukkelijke titels als:
When I make myself
imaging,
(Wanneer ik mezelf doe verbeelden)
Distressing Things,
(Verdrietige dingen)
Elegant Things,
(Elegante dingen)
Outstandingly
Splended Things.
(Uitzonderlijk wonderlijke zaken)
In haar introductie
schreef zij over haar dagboek:
I set about filling the notebooks with odd
facts, stories from the past, and all sorts of other things, often including
the most trivial material. On the whole I concentrated on things and people that
I found charming and splendid; my notes are full of poems and observations on
trees and plants, birds and insects. I was sure that when people saw my book
they would say, Its even worse than I expected. Now one can tell what she is
really like. After all, it is written entirely for my own amusement and I put
things down exactly as they came to me.*
Dametjes, dametjes, aan het werk!
Laten we de eeuwenoude traditie van hoofdkussenboekjes maken voortzetten....
Begin aan een dagboek, NU!!!
* Terwijl Europa nog in de
duistere middeleeuwen leefde, kende Japan toen reeds een rijke hofcultuur. Over
Sei Shõnagon is echter weinig bekend. Uit haar eigen, aanvankelijk geheime,
dagboek, en uit dat van anderen komt zij naar voren als iemand die wordt
aanbeden en gevreesd om haar scherpe tong, die over een grote parate kennis van
de Chinese poëzie beschikt en een grote schare aanbidders heeft.
*
Otto, Whitney, A Collection of Beauties at the Height of their Popularity,
Random House, New York,
2002, P. 275
twee opeenvolgende zondagen toevallig twee films over china gezien. hehe, wat is internet toch praktisch! eerst download ik gezwind de korte inhoud (van de website van bioscoop arenberg) van deze films, daarna noteer ik mijn indrukken:
1. Still Life
Still Life ontving de Gouden Leeuw op de laatste editie van Mostra
in Venetië. De film vertelt twee verhalen van eenzaamheid: dat van een
mijnwerker uit Noord China die zijn vrouw opzoekt en dat van een
verpleegster die wil scheiden van haar man. De mijnwerker wordt in
dienst genomen op een afbraakwerf in Fengjie, waar de echtgenoot van de
verpleegster rijk wordt van maffioze praktijken. De regisseur onthult
via de warboel, veroorzaakt door een stuwdamproject, de vele
transformaties van zijn land. "Wanneer men de realiteit van het China
van vandaag toont, stoot men vlug op de lange lijst van verboden zaken.
Maar hoe meer men daarmee bezig is, hoe meer onze vrijheid toeneemt.
bevestigt hij. Er is een ontzettend snelle ontwikkeling in China, te
snel. Dit is niet zozeer een politiek afkeuren. De scènes in de film
gebeuren echt en het symbolisme en de beeldspraak maken deel uit van de
realiteit ginds. Ik heb niets uitgevonden, ik heb enkel de beelden van
het ogenblik opgeslagen."
Still Life van Jia Zhang Ke, met Han Sanming, Zhao Tao, Huang Yong
Chine - 1u 48min.
en
2. La Stella che non c'è
Cineast Amelio trekt via China de lijn met het verhaal van de
wereld, de al of niet trieste gang van zaken. De film is losjes
gebaseerd op een roman van Danilo Rea (La Dismissione) en start met de
landing van een delegatie Chinezen die de hoogoven van een Italiaanse
staalfabriek komen demonteren. De Italiaanse verantwoordelijke van de
installatie, Vincenzo Buonavolontà (Sergio Castelitto) probeert aan de
nieuwe Chinese bedrijfsleider uit te leggen dat de machine een defect
heeft dat zware ongelukken kan veroorzaken. Maar tot zijn grote
ergernis, vertrekken de Chinezen mét hoogoven, om deze te
herinstalleren in een afgelegen industriezone. Vincenzo verliest zijn
job en beslist tegen iedereens wil om ter plekke te gaan om een
catastrofe te vermijden. Gianni Amelio filmt China als een vreemde, hij
bekijkt het land zonder het te begrijpen en nét daar zit de sterkte van
deze film.
La Stella che non c'è van Gianni Amelio, met Sergio Castellitto, Ling Tai, Angelo Costabile
Italie, Switzerland, Frankrijk - 1u 44min.
ooooh! als ik
terugdenk aan deze films stromen beelden met mensenmassa's mijn geest voorbij,
mensenmassa's die samenhokken in reusachtige bouwvallige woonblokken. ik zie
ook prachtige berglandschappen, omgeven door groene mist en ik zie eindeloze
steenwoestijnen, waar pezige kleine chinezen slavenarbeid verrichten in de
gloedhete zon.
de eerste film, Still Life is veel chineser dan de tweede,La Stella che non c'è (= de ontbrekende ster). de intense, ingetogen
en trage - dus zeer oosterse - communicatiestijl van de personages zetten ons,
druk babbelende en oppervlakkig agerende westerlingen aan het denken. praten
wij eigenlijk nog echt met elkaar, luisteren wij nog naar elkaar, doen woorden
er nog toe, laten wij de tijd aan onze emoties, beleven wij nog zoiets als
vreugde en pijn???
tijdens een ogenschijnlijk 'gewoon' gesprek duurde het in deze film
soms minutenlang voor er geantwoord of gereageerd werd. dit werkte eerlijk
gezegd erg op de zenuwen van m en n, mijn jeugdig gezelschap. maar zelf vond ik
deze spreekstijl overheerlijk. want tijdens deze stiltes werden innerlijke
spanningen opgebouwd, emoties kregen vanzelf de nodige tijd om te ontstaan en
de diepgang van de communicatie was grandioos.
in de tweede film, zien we hoe het hoofdpersonage van de film, de
italiaanse ingenieur Vincenzo Buonavolontà verbouwereerd kijkt
naar de vreemde wereld waarin hij terechtkomt. hij snapt er geen jota van,
beleeft de ene onmogelijke ervaring na de andere en loopt reddeloos verloren in
de chinese samenleving, die duizendmaal complexer en ondoorzichtiger is dan wij
ons ooit zouden kunnen voorstellen.
en hoe moedig die chinezen zijn, hoe verdraagzaam en gedisciplineerd ze naast
en met elkaar bewegen, eten, slapen, werken! wij, verwende westerlingen, zouden
het geen week uithouden in die omstandigheden! zo gewoon zijn wij aan ruimte en
vrijheid, wij kunnen het ons (nog) veroorloven bijvoorbeeld de momenten uit te
kiezen om te gaan shoppen: als het niet te druk is, op ochtenden in de week of
op zondagen. in china is er altijd, altijd veel volk, je moet daar oefenen
geloof ik in het handig ontwijken van lichamen, lichamen, lichamen.....
in een van de slotscènes van La Stella che
non c'è, als hij op een schamele schuit de blauwe rivier afvaart op weg naar
shangai, huilt vincenzo buonavolontà plots tranen met tuiten.
weent hij omdat hij doodmoe is van zijn zeker niet zo comfortabele queeste
(zelf zou ik geradbraakt zijn geweest), weent hij om al de verschrikkingen die
hij heeft gezien, weent hij om het lot van zijn kranige en mooie chinese
vriendin, een ongehuwde moeder(schande, o schande in china) die haar studies
niet heeft kunnen afmaken en rotbaantjes aanneemt om te kunnen overleven?
mooi, mooi toch, een latijnse man die huilt? maar ach, ook deze film kent een happy end, of laat een
happy end vemoeden. in het station wacht ling tai (dit is de naam van de
actrice, ik ben haar echte naam vergeten) hem op. zij kibbelen om een koekje.
vincenzo belooft een nieuw speeltje te kopen voor het zoontje van zijn
vriendin.
neemt vincenzo ling tai en haar zoontje mee naar het
zonnige italië? weg, mensenmassa's,
weg, armoedig bestaan? en wij maar raden.
het leukst vond ik de glazen deuren, die openden op een
reusachtige, verwilderde tuin.
takken, zwaar van seringen, tikten geheimzinnig
tegen het raam.
(29 april 1994)
2.
mijn vriendin betsy had vrijkaarten voor de tentoonstelling 'Kijk op Europa, Duitse schilderkunst uit de 19de eeuw' in bozar in brussel en wij daar naartoe. we kregen een audiotoestelletje en een koptelefoon en terwijl we rondwandelden vertelde een lieve dame ons wat er te bekijken viel en ook hoe we de tentoongestelde werken moesten bekijken. knopjesgedoe is gewoonlijk niet aan mij besteed, maar nu vond ik het toch leuk het toestelletje te bedienen (het was simpeler dan een gsm) en te luisteren naar de verhalen omtrent de kunstwerken. waw! nooit gedacht dat duitsland zulke meesters had voortgebracht.
we leerden op school reeds in de lessen kunstgeschiedenis genieten van vlaamse, franse en italiaanse schilderkunst, maar steevast vergaten onze leerkrachten onze buren uit het oosten te vermelden, heb ik de indruk. zou dit nu komen omdat wij nog altijd denken aan de nazi's als we het over duitsland hebben? een volkomen onterecht vooroordeel: duitsland mag niet alleen trots zijn op zijn kunstschilders, ook duitse schrijvers, filmmakers en componisten zijn altijd aanwezig geweest in de europese en internationale artistieke wereld.
maar we zijn er ons hoogstwaarschijnlijk te weinig van bewust. en ja, ook ik heb me indertijd meer franse en engelse literaire werken aangeschaft dan duitse. misschien ook omdat ik de duitse taal absoluut niet beheers. toch bezit ik een schitterende poëziebundel van bertold brecht en lees ik in vertaling günter grass en elfriede jelenek.
maar groot is nu mijn bewondering voor schilders als de mystieke casper david friedrich en de romantische adrian ludwig richter bijvoorbeeld. ach, ik noem hier maar twee namen, maar ik moet bekennen dat ik een beetje overdonderd ben door wat ik gisteren op de tentoonstelling gezien heb. van talloze andere werken ben ik de namen van de schilders en de titels van de schilderijen vergeten, maar als ik mijn ogen dichtknijp komen tot mijn grote verrukking de beelden terug. zij zitten voor altijd opgeslagen in mijn geheugen.
3.
een paar keer per jaar heb ik een tea-time afspraak met monika detter, mijn oostenrijkse vriendin. zij kwam als ukkie tijdens de oorlogsjaren in belgië terecht en groeide op bij adoptieouders. monika werkte later als bediende op de redactie van het rijk der vrouw, heeft een zus in guatemala en woont nu zelf in molenbeek, waar ze een koket appartementje betrekt.
mijn vriendin is een zeer correcte en welopgevoede dame, die houdt van muziek enpoëzie.ik zal het nooit vergeten: de eerste keer toen ik bij monika op bezoek kwam werd ik gastvrij onthaald op koffie met taart, de taart netjes geschikt op een schattige antieke porseleinenétagère. ik voelde mij plots teruggestuurd in de tijd, op de koffie bij mijn lieve bobonne, die ook hield van soortgelijke taartentorens en ook bekend stond om haar warm onthaal.
monika is een kruising van ouderwetse maar daarom ook zo charmante degelijkheid (die deutsche grundligheid? en een licht frivole hang naar fantasie - want ze houdt van sjieke kleding, bezoekt op haar eentje de brocantemarkt in namur en heeft een japanse pennevriendin uit okinawa die deze zomer op bezoek komt. daarbij schrijft monika enthousiast gedichten en draagt deze met heel veel overtuiging en panache voor.
ik vind het echt bewonderenswaardig: ondanks het feit dat monika's moedertaal duits is en zij vroeger ook heel veel frans heeft gesproken in haar werkomgeving, schrijft zij haar gedichten in het nederlands. zij is er zich echter van bewust dat haar taal hier en daar schoonheidsfoutjes bevat, maar is ook niet te trots om mij, specialiste nederlands (ahum), om raad te vragen. zo zijn onze gesprekken altijd doorspekt met taalperikelen, poëzieanalyses en verhalen vol nostalgie over vroeger. tja, al doende leert men: monika's gedichten worden altijd maar beter,
ze mag trots zijn op zichzelf, op haar vastberadenheid en inzet, echt waar!
hieronder een goed voorbeeld van wat monika bezielt als zij haar pen doopt in virtuele inkt:
Ouderlijk huis
Een onzichtbare macht zweeft rond
de witte muren van mijn kinderhuis,
in een straat bekend
en toch zo onbekend
als hongerige schilder rust ik
uitgeblust in het plantsoen,
zorgeloos vliegen mussen op,
landen speels in de
oude eik ontdaan van zijn bast
het schemerlicht spreidt zich rond
mijn schorsjasje,
geuren met veel herinneringen,
met wonden die in de nacht
als spoken door de kamers dwalen,
luiken die niet meer gesloten worden.
dit gedicht is romantisch: de dichteres drukt haar nostalgie uit naar een kindertijd die zij eigenlijk heeft gemist. de aanblik van haar geboortehuis oefent een geheimzinnige macht over haar uit. als zij even uitrust in een plantsoen vertoont de natuur zich van zijn frivole kant - de mussen vliegen zorgeloos op en landen speels in een naakte oude eik.
deze eik, bevrijd van zijn bast, zou een beetje symbool kunnen staan voor het gevoel van vrijheid die men op een bepaalde leeftijd ervaart, als men alles loslaat. maar bij monika doemen de spoken uit het verleden nog op in de schemering. haar wonden zijn nog niet volledig geheeld en zullen dit misschien nooit zijn: de luiken van haar ouderhuis worden niet meer gesloten, er is niemand aanwezig die haar kan helpen deze periode uit haar leven (= haar toch redelijk getourmenteerde jeugd) volledig af te sluiten.
schitterend vind ik toch dat zij in dit gedicht een schorsjasje draagt: stel je voor, hoe simpel en puur natuurlijk, een jasje gemaakt van boomschors! berkenschors bijvoorbeeld, met subtiele tinten grijs en oker en een fragiel krisperig aanvoelen. hoe mooi kan ik dit beeld in mijn fantasie oproepen, grote modeontwerpers zouden dit textielidee eens moeten uitproberen!!!
tja, monika heeft duidelijk een mystieke band met de natuur.
deze opmerking is natuurlijk een understatement, maar toch: ik ken monika voldoende om te weten dat zij heel erg van de natuur houdt (haar oostenrijkse roots fluisteren haar deze liefde in) en zij weet ook dat de zintuiglijke ervaring van de schoonheid van de natuur een louterend effect heeft op gekwetste zielen!
voorts wil ik hier in dit bericht geen verdere analyse maken van de vormeigenschappen van monika's gedicht (interpunctie enz...), noch van bijvoorbeeld de inhoudelijke logica betreffende de syntaxis, want ik wil mij in dit medium ( = mijn blog) beperken tot eenvoud en soberheid.
feit is echter dat dit stukje poëziegeselecteerd werd voor de 13de poëzieprijs van de culturele centrale boontje in sint-niklaas* en bijgevolg ook opgenomen werd in een poëziebundel uitgegeven door dezelfde organisatie!
verbijsterd ben ik en tegelijk heel gelukkig, wanneer ik op de blogs van seniorennet.be zoveel mensen tegenkom die van gedichten houden. ik tel 192 poëzieblogs en 77 literatuurblogs. andere bloggers, die bijvoorbeeld aan beeldverwerking doen, schrijven daar ook mooie verzen bij. ach, soms zijn het karamellenverzen, luchtige rijmpjes, nonchalante krabbels over vriendschap en liefde.
maar mooi vind ik dit!
in het o zo bekrompen kringetje van vlaamse dichters en schrijvers wordt al eens meesmuilend gedaan over deze tekstjes en over de schrijvers ervan. maar ik breek een lans voor deze poëzie! het zijn hartekreten en ik voel totaal geen hoogmoed en pretentie, alleen het plezier en de noodzaak te communiceren. authenticiteit dus. daar kunnen we toch niet tegen zijn zeker? iedereen in deze wereld heeft het recht zijn gevoelens en gedachten hoe dan ook te uiten!*
een blogster die duidelijk plezier heeft in schrijven is merel*. tot mijn grote verbazing en verrukking vloeit bijna elke dag een tekst uit haar toetsenbord. een waaier van onderwerpen vindt zij de moeite waard om over te schrijven. de ene keer creëert zij een speelse tekst over een opwaaiend zomerjurkje, de andere keer schrijft ze over mensen die pijn ervaren en doodongelukkig zijn.
opvallend is echter dat zij het dikwijls heeft over dromen, over dansen, vliegen, wegwaaien als het ware. hehe, gebruikt deze dame ook de techniek van het loslaten (zie mijn vorig stukje over pijn) om even de dagelijkse beslommeringen te ontvluchten en zich te verliezen in een verrukkelijke droom?
ik heb hieronder een selectie gemaakt van de gedichten van merel die beantwoorden aan mijn huidige smaak en die, zoals ik zo dikwijls al heb benadrukt, perfect de ondraaglijke lichtheid van het bestaan illustreren:
Het jurkje
weet je wat
ik zie
de zomer die weldra komt
een zondagochtend
vogels fluiten hun concert
en ik
ik voel geluk in mij
trek mijn oogverblindend frivole jurkje aan
blote benen
voelen zomerwindje
en tenen
die gevaarlijk dansen
in mijn open schoentjes
dan ren ik naar buiten
loop je tegemoet
we plukken van de zonnestralen
en walsen in het vroege licht
tot we uitgeput zien
hoe boven onze vijver van verlangen
ons spiegelbeeld in alle hevigheid hunkert
en jij met een ruk
mijn frivole jurk
in het dauwgras gooit
dit gedicht bulkt van sensualiteit en jeugdig enthousiasme, merel! heel mysterieus vind ik dat de geliefden eerst hun spiegelbeeld zien boven de vijver van verlangen en zich dan verliezen in de liefdesdaad. wat zou dit te betekenen hebben???
Kom merel
kom Merel
je mag gaan
laat je oude vleugels rusten
ze geven je slechts pijn
hier zijn vleugels van ontdekken
voor je vlucht hoog in de lucht
vlieg maar boven alles uit
langs de verlaten straten
tot voorbij de kleuren van de regenboog
vlieg voorbij jezelf
spring uit je veilig nest
laat eenzaam tot je komen
rust maar op de hoogste bergtop
kijk mijmerend naar beneden
je bent een stipje van het groots geheel
ik zie je knikken van begrijpen
zo dankbaar dat je er mag zijn
merel wil duidelijk ontsnappen aan een onmogelijke, piijnlijke situatie. mooi is dat zij haar eigen grenzen wil overstijgen: dit is misschien wat zij nodig heeft, het besef dat zij veel meer aankan dan ze tot nu dacht, het besef dat ze sterk is en niet in te tomen. maar tegelijk weet ze dat ze maar een onooglijk stipje is in het heelal.
Een oogje
ze liet een
oogje vallen
stuurde het
totaal van de wijs
richting knappe kerel
het oogje begon
zo waar te blozen
stamelde woorden
voelde zich verlegen
wou zo graag versieren
ze flirtte met de kijkers
van die stoere vent
keek diep in zijn ogen
kon het niet geloven
een knipoog
sprong haar tegemoet
samen rolderbolderden ze
twee oogjes
zagen passie groeien
en kregen een verliefd gevoel
dit vind ik een supergrappig, bijna puberaal gedicht. graaft merel in haar verleden en is zij weer verliefd?
Het meisje
het meisje danste met de
droom
ze had haar nieuwe schoentjes aan
en met haar kobalt jurk
voelde ze zich de prinses
van het galabal
ze dronk voor het eerst
van de beker van geluk
zag sterren fonkelen en
proefde van haar stoutste dromen
nog even en wie weet misschien
vloog ze in de armen van de prins
die haar teder kuste
ze zweefde met het gevoel
van lopen op de wolken
en vroeg zich af
hoe lang zo iets kon duren
want morgen
wist ze te vertellen
is alles weer zo doodgewoon
om van een anticlimax te spreken! merel komt uiteindelijk op haar poten terecht!!
mijn wiegendroom
mijn wiegendroom
je bent mijn veilige haven
bij jou voel ik me thuis
je bent mijn redding in de donkere nacht
de boei die ik met beide handen
omklem om nooit meer los te laten
mijn wiegendroom
jou wereld is mijn eerste leven
de schoonheid streelt mijn kijkers
een rilling kruipt heel diep in mij
ik voel koud en toch ook warm
en leef in de verleden tijd
ik droom je droom zo heel intens
je loslaten lukt me niet
zonder jou ben ik verloren
een ziel die botst tegen de harde werkelijkheid
er is geen nevel en geen enge ruimte
alleen een open veld zonder horizon
mijn wiegendroom
in je wereld wil ik verder dromen
laat je beelden voor altijd leven
mijn wiegendroom
in jou zie ik wat ik niet meer zie
dit vind ik het mooiste, meest doorleefde gedicht. een aandachtige lezer weet dat merel de pijnlijke werkelijkheid wil wegwiegen, zij wil verder blijven dromen omdat in een ver verleden (= haar eerste jeugd, toen ze nog een kind was en veilig in een wiegje in slaap viel) het leven duidelijk minder pijnlijk was.
ik zou zo zeggen: droom maar, merel, ondertussen gaat het leven verder en straks word je wakker met nieuwe inzichten en een frisse kijk op de dingen!
* natuurlijk zou ik (als ex- leerkracht nederlands) in sommige gevallen kunnen opmerken: ach, ach, mensen, leer eerst behoorlijk spellen, leer eerst je taal te gebruiken. maar alle grote uitgeverijen hebben correctors. wie slaagt erin volkomen foutloos te schrijven? in nederland is manuscriptenbeoordeling een must, niemand publiceert officieel zonder zjn werkstukken te laten nalezen op fouten en onregelmatigheden. * http://blog.seniorennet.be/begrijphetnietje/
ik stopte de lijkjes met grote volwaardig volwassen hoofden in
kartonnen dozen
hoe intens en vol schaamte hun glimlach, hun grimas
de doden
(1995, bewerkt op 26 mei 2001)
ik beken het eerlijk: mijn voorkeur voor kunst die schoonheid, geluk, genoegen, kortom: het licht brengt, is uiteindelijk een reactie op - jawel - ervaring van pijn, niet alleen in mijn persoonlijk leven, maar ook in het leven van mensen die ik liefheb. ach ja, je moet pijn beleven en verwerken, zeggen de psychologen. maar de beleving en ervaring van schoonheid kan hierbij helpen, is zelfs een fantastisch tegengewicht.
zei oscar wilde niet: nothing can cure the senses but the soul, just as nothing can cure the soul by the senses.
de zintuiglijke ervaring van pijn kan worden gelouterd door de ziel, de gekwetste ziel echter kan echter ook worden gered door beroep te doen op de zintuigen. het bekijken, het beluisteren, het aanvoelen van schoonheid bevordert de genezing.
soms echter is het verwerkingsproces van pijn puur tijdverlies, want door alle drama's te beleven en te herbeleven (in de kunst bijvoorbeeld, in verontrustende, dramatische vormen van kunst) wordt de pijn bevestigd en ze verergert zelfs in bepaalde gevallen, ze wordt gecultiveerd.
daarom sta ik bij mezelf en anderen de droom toe. dromen mag, dromen moet zelfs. zonder het gevoel voor de werkelijkheid te verliezen (want er bestaat ook zoiets als het dagelijks leven, la vie quotidienne) laat ik de pijn de tijd om te leven en te sterven. ondertussen neem ik wat afstand en vertoef ik veilig in de wereld van de droom. ach, ik weet: er bestaat geen simpel recept om de grote drama's die in elk mensenleven voorkomen op te vangen. pijn maakt integraal deel uit van het leven, evenals geluk. maar soms kan pijn een heel leven ontwrichten, soms is pijn de overheersende factor.
een japanse therapeut, waar ik indertijd enkele sessies acapressuur heb gevolgd, sprak ooit de gevleugelde woorden: de tijd is de grootste genezer.
niet de therapie dus, niet de medicijnen, niet de verwerking, niet de
katharsis door het bekijken van een koningsdrama (zoals bij de griekse
treurspelen), niet de sublieme ervaring van schoonheid bevat de oplossing, maar het voortschrijden van de de allesoverwinnende tijd.
(Masriera, liggende jonge
vrouw, coll. Museo de Arte Moderna, Madrid)
interiors
kussens zacht en geurig, als rozen van satijn
zetels bekleed met het velours van luxueuze treinen
mijn langoureuze, onwezenlijke droom
mijn intieme boudoir, mijn gracieus geheim
zondag een
interessante discussie gehad met johan (we zaten gezellig op een zonnig terrasje, na een gitaarconcert in bozar, jan depreter met werk van johann
sebastian bach, armand coeck en isaac albeniz). we stelden ons de
vraag of kunst nu moet verontrusten (dat wil zeggen: angst verwekken,
verdriet uitbeelden, demonisch zijn) of schoonheid, genoegen, licht brengen.
johan zei dat in vele muziekstukken, in dematthäus passion van bach bijvoorbeeld, het licht het einddoel is. het opgaan in het eeuwige leven, de verrijzenis van christus, staat symbool voor de ultieme schoonheid in het leven, het eeuwige licht. hij voegde er aan toe dat hij het een beetje beu was, al dat licht. wat natuurlijk een indirect antwoord was op mijn vraag.
ja, ik weet het: zelfs in de literatuur vindt men het gehalte aan verontrusting een eigenschap. tirza, de bekroonde roman van arnon grunberg wordt alsnog op die manier omschreven ('een indrukwekkende, verontrustende roman') en behaalt alle prijzen.
maar voor mezelf kan ik heel duidelijk zijn: ik wil nu, in deze periode van mijn leven, vooral (in de literatuur, de muziek, de schilderkunst...) intense schoonheid ervaren - de dagelijkse realiteit is (vind ik) verontrustend genoeg.
leve de langoureuze, onwezenlijke droom, leve de mystiek.
nb: reactie van johan*:
'Kunst die
het Licht zoekt vervalt soms makkelijker in clichés. Dat ik lichtvolle kunst
beu ben klopt niet echt... Eigenlijk zoek ik ook vooral schoonheid en
originaliteit... Vandaag de dag is de pure schoonheid soms niet meer spannend
of origineel genoeg... Misschien is het daar om te doen in de Kunst :
evenwicht tussen originaliteit en schoonheid... ?'
* johan, zelf een getalenteerd en orgineel gitaarspeler, is te beluisteren en te bekijken op volgende links: