Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
24-06-2007
PIMPELMEES EN MINEERWORMPJES
Pimpelmees heeft de mineerwormpjes ontdekt
Het is zondag 19u20. Het regent
zachtjes. Ik zit aan de computer en wordt weer afgeleid door de kreetjes van de
Grauwe Vliegenvanger.
Dicht tegen het raam hangen
bladeren van de paardenkastanje.
Alle bladeren vertonen bruine
vlekjes; het ene blad al meer dan het andere. Het bladgroen tussen onderhuid
en bovenhuid is weggevreten door een mineerwormpje. Deze infectie zie je de
laatste tijd op veel paardenkastanjes. Dit is niet de gevreesde
paardenkastanjeziekte die zich voordoet als een vochtuitstulping op de stam. ( Ik
heb dit enkel gelezen; zelf nog niet gezien.)
Plots komt er een pimpelmees aan
een blad hangen en ik zie de vogel pikken in de bruine plekjes. Zit het wormpje
er nog in of is het reeds een popje? Blad na blad wordt geïnspecteerd. Ik merk
voortdurend pikken. Minutenlang kan ik het vogeltje van op anderhalve m
gadeslaan. Sommige bladeren vertonen kleine gaatjes. Een kwartier later, net
nadat ik de tekst uitgetikt heb, komt het weer eventjes aan een van de
twintigtal zichtbare bladeren hangen.
Als ik aan de computer zit hoor ik
met tussenpozen de opgewonden kreten van de vogel die broedt en lekkers
toegestopt krijgt van de partner.
Daarna gaat deze soms op een lage tak
van de Reinette Hernaut tegenover het raam zitten en buitelt af en toe een
insect achterna. Koddig om zien.
Die dag toen ik het begin van de
netbouw opmerkte, heb ik een laag steunplankje geklopt. Onmiddellijk herbegon
de nestbouw met verdubbelde ijver. Nu broedt men al een week op 4 eitjes.
Net
nadat ik dit geschreven heb, zie ik de vogel naar een plas vliegen en een
drietal keren een plonsbad nemen.
Ik heb hier de twee soorten staan maar vrees dat er een fout is opgetreden en
dat ik tweemaal hetzelfde heb.
De Loganbes is de eerste bekende
braamboos, ontstaan in de tuin van de heer Logan, een rechter in Santa Cruz, in
Californië. In 1881 zaaide hij zaadjes uit van de door de framboos Red Antwerp
bestoven West Amerikaanse braam Aughinbaugh.
Hij kon een honderdtal zaailingen
uitplanten. Een van die zaailingen werd de Loganbes. De groei was sterker, de
bladeren groter en de eerste vruchten in 1983 rood-purper.
De vruchten zijn kleiner dan deze
van de Taybes. De smaak is iets zuurder, maar best aangenaam bij volle
rijpheid. De productiviteit ligt duidelijk lager.
Twee toffe Afrikaanse muziekgroepen Afribel en Mohamed and his Friends en twee gekende Vlaamse The Left Hand en DJ Roger treden benefiet op van 14 u tot 2 u Zoals altijd zullen groot en klein niet
blijven stilzitten.
Tombola. Trampoline voor de kinderen. De door CoZoeGo
ontworpen humane composttoiletten, en onze (voorbijgestreefde?) watertoiletten
staan ter beschikking.
Er is een tentoonstelling in de schuur en in de woning
over de projecten in Going in het hoge, droge noorden van Kameroen, het
geboortedorp van schoonzoon Aminou.
De Kameroeners Hamadjoda en Nana staan aan de
barbecue.
Creatieve Vlaamse kokkinnen bieden een weelde aan van Vlaamse
biogroenten, fruit, kruiden, dranken en broodjes. Men is vrij om aan de
avondbarbecue deel te nemen. Daarvoor dient men vooraf in te schrijven.
Er zijn
rondleidingen in de heel gevarieerde fruittuin.
Tot 2 juli inschrijven en betalen voor dewarme maaltijd. Er is
keuze (aanduiden) tussen een vegetarische maaltijd, lekkere tilapiavis of
vlees. Volwassenen 20, kinderen tot 14 jaar 5 op CoZoeGo rek. 755-4287783-48
Naar mijn bevindingen is Taybes de interessantste braamboos, half braam, half framboos. Zeg nu
zelf, braamboos klinkt toch een stuk duidelijker dan braamhybride?
De Taybes is een prachtige vrucht
en heeft daarbij een heerlijk fruitige smaak. De vruchten zijn nog de helft
groter dan een framboos.
De vrucht werd ontwikkeld door
Derek Jennings aan het Scottish Crop Research Institute en kwam in 1978 in de
handel.
Begin 1992 zag ik een annonce voor
bramen in Otham Maidstone, de hoofdstad van Kent. Daar we er passeerden
maakten we een afspraak. Er zijn geen huisnummers, maar elk huis heeft een
naam, in dit geval Clifton. DL Jennings was na zijn pensionnering in Kent komen
wonen en zette zijn onderzoekswerk verder op een nabijgelegen farm. Aleide en
ik gingen er met hem een kijkje nemen. Ik zag o.a. een veld met Taybessen. De
ranken waren in een streng samengebonden en waren schuin opgebonden. In geval
van zware vorst kon men die neerlaten en afdekken. In de verdere jaren heb ik
het maar een paar keer meegemaakt dat het iets meer dan -10° C vroor. Praktisch
al de bramen liepen wat schade op, de braambozen wel het meest. De schade aan
de Taybes bleek nog mee te vallen.
Toen we in de winter van 1996 met
enkele leden van de Veltwerkgroep fruit naar Engeland trokken (De ferry was
toen spotgoedkoop. Voor een overzet met volledig bezette wagen betaalde men
maar enkele honderden Bfr ) hadden we ook een afspraak met de heer Jennings.
Tijdens het gesprek vertelde hij dat hij een telefoon had gehad van iemand in het
graafschap Buckinghamshire. Bij die man vormde de Taybes ongestekelde ranken: een mutatie, een blijvende erfelijke verandering. Voor
de rest geen verschil: dezelfde grote vruchten en zeggen dat ik zoveel honderden
kruisingen heb gemaakt om een ongestekelde plant te bekomen. Als ik daarin
slaagde waren er spijtig genoeg ook geen behoorlijke vruchten meer!
Een paar jaar later kon je de
ongestekelde Buckingham Taybes reeds
bekomen. De gestekelde plant noemde men voortaan de Medana Taybes.
In 1988, kort voor zijn
pensionnering, verscheen het standaardwerk van D.L. Jennings Raspberries and Blackberries Their
Breeding, Diseases and Growth
Ik heb het op 1 febr. 1992 nog
kunnen vinden in een universitaire boekhandel in Londen.
De omgeënte boom in zijn derde
groeijaar vormde een dicht kluwen van takken en bladeren. Al een tijdje werd nu
en dan wat geknipt. Enkele dagen geleden heb ik serieus gesnoeid om meer licht
in de boom te krijgen. Let op het snoeisel onderaan de boom.
Nog een kerselaar, een Burlat ingepakt, maar een grote van 7
m. De langste ladder kwam er aan te pas. Eerst was de boom nog een paar meter
hoger. De top heb ik er uitgezaagd.
Vervolgens werden de zijtakken
naar binnen getrokken en vastgebonden. Aan de kant van de appelboom werden de
takken weggenomen.
Het vroeg heel wat inspanningen om
de doek over de kruin te krijgen, vast te binden en vervolgens er verder rond
te wikkelen.
Achteraf gezien veel en gevaarlijk
werk voor wat kersen.
Ik denk dat ik in de
toekomst zal afzien van het inpakken à la Christo van deze hoge boom.
Aleide kreeg tijdens haar
jaarlijks verblijf 2 jaar terug 2 verschillende bonen van boeren van Going, een
dorp bij Kaele in het hoge, droge Noorden van Kameroen. We waren benieuwd of
die bonen het bij ons zouden doen.
Ze werden uitgezaaid in de waan
dat het stambonen waren, doch het waren klimmers. Ik heb toen nog wat stokken
geplaatst.
Vorig jaar zaaide ik deze bonen
opnieuw, maar nu aan stokken.
Toen stonden de bonen op een
uithoek van het terrein.
En wat bleek, enkel deze jonge planten werden
afgevreten door konijnen!Een nieuwe
smaak voor deze beesten?
De plantjes stonden er gezond bij.
Schade door bonenkevers is uit te sluiten.
De jagers hebben deze winter hun
werk grondiger gedaan. Ik zie geen sporen meer van konijnen.
Aleide heeft de oude boontjes te
kiemen gezet en vele bleken nog kiemkrachtig. Zij laat graag bonen en erwten
vooraf kiemen, omdat ze dan waardevoller en smakelijker zijn bij de bereiding.
Ik heb ze gefotografeerd vooraleer te planten. De rode hebben veel weg van azukis,
geneeskrachtige Japanse boontjes bij nieraandoeningen.
De bereidingstijd verkort
aanzienlijk door het kiemproces.Toegevoegde
wieren bevorderen de smaak en voedingwaarde en verkorten eveneens de kooktijd. Men
kan de wakamé er nadien uitnemen en verwerken in saus of soep. Het kookpotje na
10 minuten zacht koken onder een theemuts te zetten tot aan de maaltijd, spaart
energie en vitaminen.
Nog nooit meegemaakt. Dit jaar
moet ik nog de eerste aangetaste radijs tegenkomen.
Ik zaai altijd radijzen om de
rijen van de wortelen te markeren; aldus kan er vlugger geschoffeld worden. Pas
ontloken onkruid krijg je veel gemakkelijker vernietigd. Als werktuig gebruik
ik hiervoor de rolschoffel van de firma Wolf. Lange tijd had ik dit in mijn
ogen allerinteressantste werktuig niet meer opgemerkt tot ik vorig jaar, na 40
jaar, een nieuw exemplaar nodig had.
De worteltjes werden gezaaid na de
regen van begin mei. Al enkele dagen hebben we een overvloed aan radijzen. Wij
hebben een voorkeur voor het langwerpig ras French Breakfast.
Ieder jaar was er, met
uitzondering van dit jaar, meestal heel wat aantasting door de koolvlieg. Dit
insect legt zijn eitjes rond het plantje. De maden zoeken de onderkant van de
radijzen op en eten zich een weg door de radijzen.
Ik ben zeer verwonderd
over het gebrek aan aantasting dit
jaar. Voor deze niet-aantasting dit jaar heb ik geen verklaring.
Links Schone van Boskoop, net als vorig jaar vol vruchten. (Eveneens een triploïd ras, maar toch nooit bestuivingsproblemen.) Rechts de plots vruchtbaar geworden Karmijn.
Deze boom nr 3 op MM106 onderstam, heeft in het verleden
soms wel een paar mooie vruchten opgebracht, maar meer ook niet. Vorig jaar kon
ik al een viertal vruchten oogsten. Dit jaar kon ik mijn
ogen haast niet geloven, zoveel vruchten,
zodat ik zelfs wat kon dunnen!
Aan een nieuwe bestuiver kan het niet liggen, want daarin
is niets gewijzigd. Karmijn de Sonnaville is een triploïd ras en kan zichzelf
niet bestuiven.
Wellicht is de oorzaak te zoeken in het feit
dat de voeding uit de wortels nu volledig aan de schuine tak ten goede komt.
Daarbij komt nog dat deze boom sinds een drietal jaar veel meer compost
toebedeeld krijgt en de voedingstoestand van de boom nu merkelijk beter is dan
in het verleden. Ik verkeerde lange tijd in de mening dat dit ras het
absoluut niet deed op zandgrond.
Van Eddy Vets uit Putte heb ik geleerd dat je
met een goede bemesting ook op zandgrond zeer goede resultaten kunt boeken. Het
bovenstaande lijkt deze stelling weer eens te bevestigen.
Ook bij de appelen zijn er veeleisende rassen;
andere hebbenmaar een minimale
verzorging nodig.
Piet de Sonnaville stierf in 1995. Ik heb het geluk gehad
hem kort voordien te kunnen bezoeken. Overal aan de bomen in zijn boomgaard te
Winssen hingen in zakjes afgeschermde vruchten, het resultaat van zijn laatste,
manuele bestuivingen. Hij liet ons zijn eigen selectie Mirabellen proeven. Het
meest trots was hij op zijn recente peren met rood vlees.
Zijn zoon Ben in Altforst, niet zo ver van Wageningen, is
ook fruitkweker en zet zijn kruisingswerk verder op zoek naar nieuwe rassen. Ik
heb nog nooit iets over mogelijke resultaten gehoord. Moest iemand van de
lezers hier meer over weten, dan zou ik dit zeer graag vernemen.
Enkele dagen terug had ik de
onopvallende zang van de Grauwe
Vliegenvanger gehoord. Vroeger was dit een regelmatige gast. Eenmaal
broedden er zelfs 2 koppeltjes, een aan de zuidkant en een aan de noordkant van
het huis.
Vorig jaar heb ik de vogel niet
opgemerkt.
Terwijl ik aan de computer zit,
hoor ik plots gescharrel boven het raam en zie ik een vogel wegvliegen. Hij of
zij gaat op een tak van de Reinette Hernaut tegenover het raam zitten. Er is nog een andere vogel, een
mannetje zwartkopgrasmus ( goed te herkennen aan de zwarte bovenkop; het wijfje
heeft bruine kopveren) de takken aan het afspeuren en ik zie hem een rups
verslinden.
De andere oudervogel komt eveneens
naar de nestplaats (Of de vogel iets in de bek draagt heb ik niet gezien) en bij het
wegvliegen zie ik deze achter een vlindertje dwarrelen. De balk met de
verluchtingsplank is op het eerste zicht nu veel minder geschikt dan twee jaar
terug, toen op dezelfde plaats, een roodborstje zijn nest had. (blog van
19/5/2005) Die plek is helemaal ontdaan van de klimop. Is er wel voldoende
houvast voor een nest? Vroeger was er nog steun van het kapotte vliegengaas.
In de blog van 21/5/2005 had ik
het al eens over de Grauwe Vliegenvanger.
Vijfentwintig jaar terug proefden we in de Veltwerkgroep fruit vele rassen en
gaven we enten door.
Karmijn de Sonnaville werd door iedereen als een topras
ervaren. Het is een kruising tussen Coxs Orange Pippin en Jonathan of Schone van
Boskoop. De beroepsmatige teelt startte in 1971. Piet de Sonnaville, verbonden aan
het IVT van Wageningen had de kruising al gemaakt in 1949. De appel heeft een
intense smaak, met een heerlijk aroma, een wonderlijke versmelting van zoet en
zuur. Zijn uiterlijk is wat ruw, gedeeltelijk bruinkleurig (russet in het
Engels). Soms ontstaan er groefjes aan de neus, wat de handel niet graag ziet. Daarbij
is het een triploïd en is veeleisend wat bestuiving betreft. Het
eigen stuifmeel is weinig zaaks. In de beroepsteelt is dit ras nu verlaten.
Een interessant ras voor de liefhebber, maar je moet het kunnen kweken.
Van dit ras kweekte ik 3 bomen. Op de grootste heb ik
nooit vruchten gezien. Twee jaar terug werd deze boom gerooid om plaats te
maken voor een boom die moest wijken voor het aardgastraché. Een tweede boom
had zeldzaam vruchten. Misschien kan daar in de toekomst verandering in komen,
want een dichtbij staande boom is omgeënt met een viertal rassen. Wellicht
verbetert de bestuiving. Boom nr. 3 in de kippenren werd vorig jaar omgeënt.
Deze boom heeft 2 gesteltakken, een schuin opgaande en een dikke hoofdtak. Deze
tak heb ik doorgezaagd en er vier enten (zelfde ras) op geplaatst (kroonenting), die alle
vier voorbeeldig groeien. Door bijknippen zorg ik ervoor dat ze ongeveer even
sterk ontwikkelen en in de toekomst de nieuwe gesteltakken gaan vormen. (Vervolgt)
Een paar weken geleden heb ik deze kerselaar (Castor of Pollux) ingepakt à la Christo. We zijn beiden trouwens even oud. Voor het inwikkelen gebruikte ik een pand insectengaas. Efficiënt en gemakkelijk aan te brengen in vergelijking met een vogelnet
In de mailgroep Tuinieren plaatst Hughes zonet enkele practige foto's van de koninginnepage op zijn venkelplant. Zelf heb ik deze rups ontdekt op wilde peen tussen de braamstruiken op een veldweg tussen twee van onze velden op 'Het Veld' te Ichtegem. Ik was toen een jaar of vijftien. Maar de vlinder zelf heb ik er nooit gezien. Hier in Zoersel had ik onlangs het geluk de vlinder te kunnen fotograferen. (blog van 12/5)