aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
23-04-2011
Noorwegen (4): de sneeuwvanger van Geiranger
Geiranger is een ietsepietsie dorpje aan het einde van waarschijnlijk de mooiste fjord ter wereld.
Op de kaart hierbij zie je links onderaan Schotland, en helemaal onderaan
het meest noordelijke deel van Denemarken, waar de Noordzee overvloeit
in de Baltische zee via het Kattegat.
De Geirangerfjord dringt héél diep het land in, op de hoogte van de Far Oer eilanden ( helemaal bovenaan links).
Geiranger ligt midden bovenaan onder de rode punaise ‘A’ op deze kaart.
De aankomst in Geiranger is voorzien om acht uur ’s morgens, maar (niet volgens mijn gewoonte) sta ik al op
om 6u30, als we de fameuze ‘Seven Sisters’ watervallen passeren.
In 2005 is deze Geirangerfjord toegevoegd aan Unesco’s werelderfgoed lijst.
Ik ben trouwens niet alleen om midden in de nacht op te staan.
Hoewel stilaan van geen nacht meer sprake is, want echt donker wordt het
niet meer. De diverse watervallen doen hun ding aan beide zijden van de fjord,
maar dat kan je natuurlijk niet in één foto vatten. Men kan van op het schip de
waterspetters voelen. Verbazend hoe een schip met een zo grote diepgang als dit,
tamelijk vlot door zo een smalle doorgang kan manoeuvreren.
Om 8u15 nemen we het ontbijt, en intussen wordt aan de lokale autoriteiten de
toestemming gevraagd om te ontschepen.
Er is geen kade voor cruiseschepen, dus gebeurt het ontschepen met de oranje
reddingssloepen, de zogenaamde tenders .
We maken een uitstap met een autocar naar het hoogste punt vlak in de buurt,
maar wel op 1500 meter hoogte gelegen.
Onderweg is er nog een stop voorzien op 1030 meter boven de waterspiegel.
Hoewel we inwendig al goed gevuld zijn, krijgen we nog een extra ontbijt in deze
blokhut, onder de vorm van koffie en cake.
Deze refuge deed al dienst in de jaren stillekes.
Getuigen zijn hierbij foto’s van een eeuw geleden, met auto’s uit de oude doos.
Let nu even goed op de achtergrond, met een bevroren meer en sneeuwplakken
tegen de bergwanden, in een bepaald patroon.
Op deze actuele foto zie je, naast de allochtoon, hetzelfde meer met dezelfde
ijsschotsen en nog altijd hetzelfde sneeuwpatroon tegen de bergflanken.
Heel merkwaardig!
Even verder en hoger staat een wagen met een panorama kijkende toerist,
die ook al lange tijd onderweg lijkt te zijn.
De weg slingert steil omhoog, en de bus neemt de ene haarspeldbocht na de
andere, temidden van een spinnenweb van kleine rivieren, gevuld met water
en sneeuw.
We zijn al lang boven de boomgrens, en alleen wat schraal gras en mos kunnen
het hier nog met moeite uithouden.
De top van de berg Dalsnibba ligt op 1500 meter. Tot ieders verbazing ligt hier
een ultramoderne shop en andere punten van interesse.
Er is zelfs een muziekkiosk, waar elke zondagmorgen de fanfare van Geiranger
Noorse volksliederen komt spelen.
Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de omringende bergen en op de
plaats waar de fjord ten einde loopt. Het uitzicht is adembenemend en onvergetelijk.
De waterlijn is in vogelvlucht op vrij korte afstand, en toch staan we op 1500 meter.
Het landschap is apocalyptisch en er staat een strakke wind. Overal liggen losse
stenen en stukken rots, en het is een traditie dat op de bergtop elke bezoeker
een steen bovenop een andere plaatst. Kijk maar naar al die hoopjes stenen.
Ik sta hier met een sneeuwbal in mijn hand. Dat is zo lang geleden dat ik het me
niet meer kan herinneren. Waarschijnlijk was de laatste keer in de Sierra Nevada.
De toeristen die hier honderd jaar geleden waren, hebben de traditie van het
stenen leggen al ingezet.
Hier zie je trouwens een historisch document van hoe het allemaal begonnen is.
In de bus hebben we onze Italiaanse doorwinterde en doorzomerde gids(e) Diana,
die exclusief met ons op de foto wil.
Zij verkiest hier elk jaar de ijskoude zomerwind te trotseren, liever dan van lasagne
te smullen bij haar zuiderse mama. Elk wat wils natuurlijk.
Na het stillen van onze visuele honger rijden we terug naar beneden, waar we
nog een stop maken op een plaats die al een stuk warmer en comfortabeler is.
Intussen liggen er al vier cruiseschepen in de baai van Geiranger.
Ze zijn stuk voor stuk veruit de hoogste gebouwen in en rond het dorp.
Van Seniorennet zijn er ongeveer een 120-tal deelnemers aan de cruise.
De Photoshop groep is vertegenwoordigd door drie leden, die je hier samen ziet.
Het is niet de kwantiteit die telt, maar de kwantiteit natuurlijk.
Beneden in het dorp zijn enkele aangename shops, waar Greta een trol bedankt
die voor haar de deur open houdt.
In een van de winkels loopt nog een authentieke Noorse
Viking rond. Hij ziet er al bij al niet al te gevaarlijk uit.
Iedereen die van boord was wordt langzamerhand opgehaald
door de oranje tenderboten. Wijzelf nemen de laatste boot en zien de andere
schuiten intussen achter elkaar in een rijtje naar de Opera varen.
Iedereen is waarschijnlijk aan boord, en we verlaten Geiranger, met op de
achtergrond de bergtop waar we kortgeleden nog boven stonden.
We hebben nu een lang stuk (letterlijk) voor de boeg, recht naar het uiterste
noorden.
Intussen genieten we nadrukkelijk van de natuur, als we niet in een bar zitten.
Dit hier is slechts een kleine selectie van foto’s. Wens je er meer te zien, klik dan:
En scroll naar beneden naar “Reizen en vakantie”>Europa>Noorwegen.
Klik op “Galerij” en je ziet al de foto’s die je wilt.
23-04-2011, 00:00 geschreven door grob
16-04-2011
Noorwegen (3): Bergen in volle zon
De terugkeer uit Marokko heeft nog wel een paar dagen in de oude benen gezeten.
Het vraagt wel wat inspanning om nu ook mentaal terug te keren naar een totaal
andere wereld, helemaal in het noorden.
Bergen, Noorwegen.
Om zeven uur ’s morgens komt de stad in zicht, na een zachte en aangename
vaart door de ‘Korsfjorden’.
De stad ligt in een inham van deze oneindig lange fjord, waar het cruiseschip
heel rustig de tijd neemt om tussen de reusachtig hoge bergwanden te navigeren.
De Opera legt aan in de niet te grote haven, slechts op enkele stappen
van het centrum.
Na het ontbijt staan we klaar om te ontschepen, en het weer is uiterst aangenaam.
We gaan aan land in deze oude Hanzestad, waar de gebouwen herinneren
aan een geslaagd commercieel verleden.
Ook vandaag ziet het er helemaal niet slecht uit.
Een van de eerste gebouwen waar we langs gaan
is een middeleeuwse toren.
P.S. Jammer genoeg moet ik zeer zwaar selecteren in
het aantal foto’s. Anders wordt het verhaal te lang,
en Seniorennet kan maar 20 foto’s per keer aan.
Met dit prachtweer plannen we een tocht naar de dichtst bijzijnde berg.
Wat kan je beter doen in een plaats met de naam Bergen?
Eén van de bergen waaraan de stad zijn naam dankt is de Fløyen . Van hieruit
is er een goed uitzicht over de stad. Om op de top te komen kan je gebruik maken
van een kabeltram , de ‘Fl ø ibanen’.
Heel populair, is deze uitstap, ook bij de autochtonen.
Te voet omhoog kan ook, maar is wel vermoeiend, en de zeer steile,
bijna loodrechte kabeltram is een attractie op zichzelf.
Het is een enkelspoor, met maar één rijtuig. Vandaar dat je een beetje geduld
moet hebben, vooraleer je kunt opstijgen. De derde persoon van links hoopt
dat het wat vooruitgaat. En het gaat beter vooruit dan verwacht.
Het gebouw binnen is weinig anders dan een perron, bestaande uit
een aantal trappen.
De kabeltram komt zoemend aangereden of –geschoven,
in een zee van licht en probeert of de remmen nog werken,
wat wel aangeraden is.
Boven op de berg is een hele infrastructuur uitgebouwd:
speeltuin, wandelpaden in het bos, uitzichthoeken, terrassen,
winkeltjes en Greta neemt hier haar eerste trol bij de neus.
Bergen is heel verzorgd en goed gestructureerd.
Het is verspreid over zeven bergen (de syv fjell ) en ligt dichtbij ongelooflijke
fjorden. Bergen is de tweede grootste stad van Noorwegen, en een
(volgens Noorse normen) uitbundige studentenstad.
Hier citeer ik wel een Noorse tekstbron.
Nu ja, als een Noor twee woorden na elkaar zegt dan wordt hij daar al beschouwd
als verschrikkelijk uitbundig…
Bergen telt 250 000 inwoners, maar het lijkt veel kleiner en intiemer dan het is.
Op de foto aan de linkerkant ligt een meer, met een fontein middenin.
De naam van deze plas is ‘Lille-Lungegardvann’. Het enige Noorse woord
dat ik ken is ‘lille’, wat klein betekent, waarschijnlijk afgeleid van het Engelse Little.
Of omgekeerd, want de Noren waren duizend jaar geleden al op bezoek in
Engeland, en ook bij ons trouwens.
Vanaf onze hoge standplaats zien we de MSC Opera liggen, met ernaast
nog een kleintje. De tijd en de portemonnee tikt hier genadeloos, want een
ligplaatsje voor een cruiseschip komt in Noorwegen ongeveer op 100 000 €/dag.
Een heerlijk zonnetje doet ons deugd op deze hoogte.
In de verte liggen een aantal eilanden, met elkaar verbonden door bruggen
of tunnels.
De stad is een populair beginpunt voor vakantiegangers die de Noorse fjorden ,
bergen en gletsjers willen zien. Deze stad is het zuidelijke begin- en eindpunt
van de Hurtigruten , een scheepsroute voor goederen- en passagiersverkeer
langs de Noorse westkust.
De Hurtigruten schepen gaan we nog herhaaldelijk te zien krijgen onderweg,
op weg naar en van het noorden.
De Bergense kabeltram is splinternieuw, en van de vorige versie hebben ze
een van de tandwieltjes vergeten mee te nemen.
Boven kan je verschillende richtingen uit. Je hebt hier niet alleen de Fl ø ybaan,
maar ook de Fl ø ysletten . Waarschijnlijk huizen ze in de Brushytten, de boshutten.
Zoiets spreekt me wel aan, maar ik mag er niet naartoe van Greta.
De terugweg naar beneden is even steil. De kabeltram is een stijf rijtuig,
met slechts één compartiment. Dat wil zeggen dat de helling helemaal perfect
onder dezelfde hoek moet aangelegd zijn, anders ga je de oneffenheden
serieus voelen. Maar alles verloopt naadloos. De Noren kunnen het.
De Fl ø ibanen wensen ons een fijne dag verder.
Vanwege de gunstige ligging van de haven was Bergen in de middeleeuwen
een belangrijke link van de Hanzesteden, een groepering van Europese
en Baltische steden die een handelsovereenkomst afsloten.
Er is dan ook een museum voor deze vroegere Hanseatic League (dat we niet
bezoeken).
Bergen werd volgens de overlevering in 1070 gesticht door koning Olav Kyrre ,
nadat hij de kerrie had uitgevonden.
Tot 1299 was het de hoofdstad van Noorwegen. Tegen het einde van de 13e eeuw
werd het een van de belangrijkste Hanzesteden .
Bryggen, het havenkwartier is het gezicht van bergen.
In Bergen vind je veel cultuur en een inspirerende mix van oude en nieuwe
architectuur.
Deze wijk is opgenomen op de Wereld erfgoed lijst van de Unesco.
In 2000 was Bergen culturele hoofdstad van Europa .
Er heerst een gezellige drukte, zonder vervelende toeristische overrompeling.
À propos: Bergen staat bekend om zijn hevige regenval (gemiddeld 2250 mm
per jaar). De stad viert jaarlijks in oktober het Regenfestival, met een regenjas-
en parapluparade. De vele parapluautomaten die overal in de stad te vinden zijn,
zijn hier beslist geen overbodige luxe. Gelukkig zijn we in juni…
Kantoor- en andere gebouwen hebben een eenvoudige structuur, met kleine,
vierkante ramen. Waarschijnlijk heeft het (winter)klimaat hiermee te maken.
Kuierend door de straten komen we Rik tegen, onze coole tafelgenoot voor
een week.
De straten zijn geplaveid met kasseien, en de banken hebben een armsteun
in het midden. Noren vertonen dus toch (minieme) afwijkingen.
De gebouwen zijn kleurig en netjes onderhouden
In eigen land of in Spanje kan je zonder verpinken op elk terras een fris schuimend
pintje drinken.
In Noorwegen kan dat ook, maar als de rekening komt, vraagt men of je gaat
betalen met een debet- of creditkaart, of door het afstaan van een nier.
Echt goedkoop is alcohol hier niet.
Als de beurzen leeg zijn, gaan we maar terug naar het schip, waar Greta duidelijk
veel plezier aan beleeft.
Maar dat is wel vóór de niet malse check-in door de Security.
We mogen zelfs geen foto’s nemen van de check-in ruimte en de (Oost-Europese?)
Security agenten, met hun zwarte maatpakken, donkere zonnebrillen en
oorplugjes met gekrulde kabeltjes.
’s Avonds nemen we afscheid van Bergen onder een wolkenloze hemel.
Slechts 135 zeemijlen scheiden ons van Geiranger
16-04-2011, 00:00 geschreven door grob
15-04-2011
Noorwegen (2): naar Bergen en de dwergen
De dwergen van Noorwegen zijn eigenlijk trollen, maar daarover later meer.
Intussen deinen we een volledige dag over de Noordzee, aan boord van de MSC
Opera, recht naar het noorden. Links van ons ligt Engeland en Schotland,
en aan de rechterkant is Denemarken de dichtste buur.
Een cruise tast natuurlijk altijd de kusten af, maar het voordeel van Noorwegen
in dit geval zijn de fjorden. Want hoewel Bergen, onze eerste bestemming,
eigenlijk diep in het land ligt, kan het cruiseschip er toch geraken via de diepe
Noorse zoetwatergeulen.
Bergen ligt exact op de kaart, waar de punaise steekt.
Vandaag nemen we rustig de tijd om het schip te verkennen.
De lengte is ongeveer 250 meter. De maximale capaciteit aan passagiers ligt
rond de tweeduizend, verdeeld over een totaal van 856 cabines.
Er zijn natuurlijk binnen- en buitencabines en suites. Wij logeren in een buitencabine
op het Norma dek. Er zijn negen dekken toegankelijk voor de passagiers.
Op het allerhoogste dek, het zonnedek of minigolfdek sta je vlakbij de schouw(en),
langs waar de CO2 in de atmosfeer wordt gepompt.
Het is zonnig, warm en alles is relaxed.
Zelfs Greta neemt nu een boek ter hand op een van de terrassen.
We genieten van het zalige weer en van de lectuur.
Het leven van een zeebonk kan aangenaam zijn.
Bijna alle passagiers, zelfs de meest luidruchtige Italianen, komen tot rust en
gaan geleidelijk over tot de horizontale houding. Slechts enkelen blijven koppig
naar de onveranderlijke zee kijken, waarschijnlijk in de hoop om een blik op te
vangen van een walvis of een monster van Loch Ness, of misschien een Titanic ijsberg?
Te lang in de zon is natuurlijk ook weer ongezond. Na de lunch gaan we wat
excursies boeken en op hetzelfde dek wat genieten in de ‘Piazza di Spagna’.
Hier zijn we in een ruimte met wat boetiekjes, en uitgebreide zitplaatsen met bar,
waar live muziek wordt gespeeld.
Momenteel zijn twee Hongaarse muzikanten Amerikaanse evergreens
aan het brengen.
Na het drankje gaan we een wandeltoer doen langs enkele buitendekken.
De zee blijft blauw en de hemel ook. Meer moet dat niet zijn.
Vanavond zijn de passagiers uitgenodigd op de ‘Captain’s Cocktail’.
We worden persoonlijk welkom geheten door kapitein Giuseppe Galano,
en we mogen met hem op de foto.
Maar voor de foto zet hij zelfs zijn pet niet op. Foei.
Dan mag hij ook niet op mijn foto’s.
Voor het diner is voor de passagiers een vaste plaats voorzien.
Voor ons is het een tafel van vier die we mogen delen met de sympathieke
Rik en Rita, vader en dochter uit Brabant. We zullen samen veel lol hebben.
Na het diner worden we verwacht in het Teatro dell’Opera, waar alle officieren
en gestelde lichamen van het schip worden voorgesteld.
Dit heeft allemaal niet veel zin natuurlijk, maar the show must go on.
Hierna worden we nog (figuurlijk) vergast op de Gala Magic Show,
met de lokale artiesten. Nicole en Hugo zijn niet te zien nochtans.
Tot slot proeven we nog van een frisse cocktail, meer bepaald een Margarita
en een Melon Ball. Morgenvroeg komen we aan in Bergen, na een lange tocht
door een fjord.
15-04-2011, 16:23 geschreven door grob
13-03-2011
KOKENETEN: varkentje op stokjes
Af en toe een kleine barbecue, of nog beter een tepan yaki, moet kunnen.
Met die laatste heb je geen noemenswaardig onderhoud.
Dé Spaanse viervoeter bij uitstek is natuurlijk het varken, voor de Serrano hammen.
Om een echte koe te zien grazen, moet je hier al een eindje weg afleggen. Stieren
daarentegen worden (voorlopig nog) volop gekweekt, maar voor andere doelen.
In Japan zijn er dan weer niet zoveel varkens, en in de huidige omstandigheden,
spijtig genoeg, ineens nog veel minder waarschijnlijk. Gelukkig zijn er toch enkele
Japanse (radioactieve?) exemplaren kunnen ontsnappen via hogere sferen.
Kleingesneden varkensvleesjes zullen we aan een puntige pin rijgen, en als sausje
gaat een krachtige aioli ons wat extra smaak geven.
De meesten kennen natuurlijk aioli van smaak, maar ik ga toch enkele mensen
verblijden met wat meer informatie, hoop ik.
Het woord aioli komt oorspronkelijk uit het Catalaans (uit het noorden dus van Spanje) , en is een samentrekking van de woorden voor look en olie (all i oli ).
Het woord is via het Frans in het Nederlands terechtgekomen en wordt vaak ook (foutief) met een trema geschreven: aïoli. Dit is de Franse spelling .
Aioli is nu overal verspreid, en is zelfs populair geworden bij de Engelsen. Incredible.
Want Engelsen zijn nogal terughoudend, wat continentaal eten betreft.
Het bewijs wordt hierbij zelfs gegeven: een Engels recept met kabeljauw en aioli.
Terloops: aioli past uitstekend bij kabeljauw, schelvis, dorade enzovoort.
De oorspronkelijke Catalaanse naam doet me denken aan de tennismatch die ik
vorige zondag zag op TV in het kader van de Davis Cup tussen België en Spanje.
In Charleroi speelde Olivier Rochus een enkelwedstrijd tegen Rafael Nadal.
Het publiek schreeuwde heel de tijd uitzinnig: Allez Oli!!!! om Oli(vier) te steunen.
Nadal, een echte Catalaan uit Mallorca, zal zich afgevraagd hebben waarom
die Belgische supporters heel de tijd de naam van deze saus scandeerden.
Aioli is een eenvoudig te bereiden looksaus , die veel gebruikt wordt in Spanje
en elders aan de Middellandse Zee . De saus wordt in het zuiden onder andere
geserveerd bij salades , koud vlees , vis , pastasalades en als tapa met brood .
Hierbij dan het klassieke (maar niet Catalaanse) aioli recept.
Recept Aioli
Ingrediënten
Bereidingswijze
De lookteentjes uitpersen of fijnmaken, de eierdooier toevoegen met een snuf zout.
Al klutsend met een garde of een vork druppelsgewijs de olijfolie toevoegen met een paar druppels citroensap naar smaak.
Je kunt aioli op drie manieren bekomen: je koopt een pot in de supermarkt, ofwel start je van het begin, volgens het recept hierbij. Ofwel start je van een bestaande mayonaise, waar de lookteentjes en desgewenst wat mosterd wordt aan toegevoegd. Ikzelf heb gekozen voor de laatste methode.
De bereiding van Catalaanse all i oli verschilt van het hierbij vermelde recept. Een eierdooier wordt niet toegevoegd omdat er dan sprake is van een lookmayonaise, en niet langer van een looksaus. Het gebruik van een eidooier is een toegeving aan de toeristen.
Door toevoeging van meer olijfolie wordt de saus vloeibaarder en minder uitgesproken van smaak. Ieder zijn ding dus.
Maar eerst terug naar de varkensspiesjes.
Rustig aan beginnen is meestal een goed motto.
Naast het varkentje zijn er ook nog tomaten, paprikas en sjalotten.
De rest van het recept Bobs varkensspiesen met aioli vind je hier:
ingrediënten voor 2
bereiding
400g varkensvlees, gemarineerd
maak de paprikas schoon, verwijder steel en zaad
olijfolie
snijd ze in stukjes van 3 op 3 cm
BBQ kruiden
pel de sjalotten, snijd ze in twee
1 kleine groene, en 1 rode paprika
zet sjalotten en pepers 4 in de microwave op lage stand
versgemalen zwarte peper en zout
doe de sjalotten nog een minuut extra
4 sjalotten, 4 kleine stevige tomaten
maak spiesen van vlees, tomaten, paprikas, sjalotten
verse tijm en rozemarijn, voor de geur
olie de brochettes licht met een takje rozemarijn
3 geperste looktenen (voor de aioli)
kruid naar eigen smaak
rooster de spitjes op de grill of tepan yaki
laat tijm en rozemarijn mee grillen voor de geur
TIP : lekker met aïoli
gegrilde tomaten zijn lekker hierbij
geserveerd met heerlijke pimientos de Padron
De tepan yaki wordt voorverwarmd. De bodem krijgt een laagje olijfolie,
aangebracht met een takje rozemarijn uit eigen kweek.
Als de brochettes zijn afgewerkt, mogen ze kennis
maken met de bakplaat.
Geregeld draaien van de spiesen zorgt ervoor dat alles homogeen gaar wordt.
Neem nooit ronde spiesen, want dan draait wat erop steekt mee rond!
Afgeplatte zijn de boodschap. Heb je er toch enkel ronde, steek dan twee spiesen
door elk stuk vlees en groente op twee centimeter van elkaar.
Zo kan je ze toch draaien.
Een apart gegrild tomaatje, gevuld met wat look bijvoorbeeld mag er ook bij.
Je kunt ze nog wat bijvullen met paneermeel en/of basilicum(pasta).
De maxibrochettes proberen op het bord te geraken, maar ze zijn iets te lang.
Serveren met een schep aioli en het kan niet meer stuk!
Superlekker met overheerlijke groene Pimientos de Padron
uit het dorpje Padron in het Noordwesten van Spanje.
Jammy jammy.
Bereid in Spanje als variante op een recept van Eten van grill en barbecue, pag. 42.
13-03-2011, 00:00 geschreven door grob
03-03-2011
Noorwegen (1): starten in Dover
Al dikwijls hebben we met onze eigen (zweet)voeten gestaan op het meest
zuidelijke punt van Europa. Dat is natuurlijk, zoals vele toeristen weten,
aan de voet van de vuurtoren in Maspalomas, Gran Canaria.
Waarom eens niet het meest noordelijke toegankelijk punt van Europa gaan
bekijken?
Na enig aardrijkskundig zoekwerk blijkt dat de Noordkaap te zijn in Noorwegen.
De beste periode is eind juni/begin juli, omdat het dan niet te koud is, en ter plaatse
de zon niet ondergaat. Wie absoluut het noorderlicht zou willen zien, kan daar enkel
in de winter terecht. Wijzelf zien dat niet zo zitten, en geven in die periode dan toch
maar liever de voorkeur aan Spaanse zon.
Op 25 juni 2010 vertrekken we dan, naar het (heel) hoge noorden.
Opstaan om zes uur ’s morgens is heel lang geleden, en mijn oogleden wegen
zwaar.
Onze vrienden Luc en Gina brengen ons met de wagen naar het station van Brugge.
Bij de reisorganisatie MSC kunnen ze niet goed tellen (Italiaanse firma).
Voor de bus, die al onderweg is vanuit Limburg, en al een paar stops heeft gehad,
zijn er vier personen en tien valiezen teveel aan.
Een MSC vertegenwoordiger is niet aanwezig, in strijd met de afspraken.
De chauffeur heeft zelfs geen passagierslijst gekregen.
Fysiek kunnen wij beiden nog in de autocar.
Aan de zijkant van de bus is een slaapcompartiment voor een tweede chauffeur.
Onze bagage wordt daar ingepropt, boven op een matras.
Vier personen blijven staan, en wachten op een andere autocar, die intussen een
alternatieve route volgt.
De weg wordt door onze chauffeur vervolgd naar Calais, welbekend (vooral door
illegalen) voor zijn overtochten naar Engeland.
Op de reusachtige parking houden we een kleine break.
Na een kort bezoek aan de Engelse douane, te voet binnen en terug buiten,
kan de autocar de boot op.
We varen met de maatschappij “Seafrance”, die vorige week toevallig de kranten
haalde, wegens failliet…
Hopelijk heeft niemand van de (boze) bemanning hier vandaag de plug
uitgetrokken.
Het is hier een continu gaan en komen van ferry’s, van een viertal maatschappijen.
Hier eentje van P&O die gaat aanmeren.
Het is zonnig weer, maar niet op zee.
Als we de haven van Calais verlaten, worden de gebouwen
onmiddellijk in een mist gehuld, maar eens in Dover
klaart de hemel helemaal op.
Het cruiseschip is de MSC Opera. Elk dek heeft de naam
van een of andere opera.
Wij zitten en liggen in een kajuit op dek 9, het “Norma” dek,
met twee aparte bedden.
Aan boord worden we onmiddellijk verpakt als kerstgeschenk,
met strikjes en al... Grapje natuurlijk.
We moeten vanzelfsprekend vóór de afvaart de wettelijk
bepaalde reddingsoefeningen uitvoeren.
Allemaal op een hoopje door elkaar, onder toezicht van een blondje.
De veiligheidsmaatregelen zijn enigszins anders dan in een vliegtuig.
Onthou vooral dit: het belangrijkste voor je redding, bij het zinken van het schip,
is dat je je hoorapparaat in je rechterhand neemt, en dat verbindt met de luidspreker
op je borst.
In je linkerhand neem je een geschilde wortel, die als ontbijt dient, voor als je in het
zeewater bent beland.
Het is al een tijdje geleden nog dat ik in Dover was.
Het doet goed om de skyline nog eens te mogen bekijken, vooral in dit heerlijke
weertje.
Ook de andere passagiers hebben hun kerstverpakking afgeworpen en genieten
volop.
De sfeer is ontspannen en op het bovenste dek kan iedereen met volle teugen
de Engelse lucht inademen. Het grootste deel van de passagiers zijn Italianen.
Van Seniorennet zijn er ook ruim honderd passagiers meevarend, wij inbegrepen.
Het is zo geregeld dat deze groep samen zit in één restaurant, waar geen Italianen
in de buurt zijn, om de decibels wat te beperken.
Een klassiek plaatje is dit natuurlijk: de witte klippen van Dover en een drietal
ferry’s, samen gezellig op de foto.
De sfeer is nu totaal relaxed, en de grootste heethoofden koelen
zichzelf al af in de zwembaden, nog voor de afvaart.
Aan de buitenkant van dit bovenste dek is rondom een
breed wandelpad, dat ook gebruikt wordt om te joggen.
Beneden aan de witte klippen staan de eerste (of laatste) huizen
van Dover.
De benedenverdiepingen worden meestal ingenomen door winkels,
banken en restaurants.
Gelukkig zitten we op een veilige afstand en hebbenwe daar geen last van.
In de haven staat er een leuk vuurtorentje overeind,
aan het einde van de pier, waar je als voetganger naartoe kan.
Achter het raampje boven kan je een glimp opvangen
van een ook al klein vuurtorenwachtertje.
Aan de andere kant van de haven ligt nog een cruiseschip,
toch wel enkele maatjes kleiner dan de Opera.
Het vervelende van een (weliswaar ultrakort) verblijf in Engeland is dat het daar
nog altijd een uur vroeger is. We komen net op tijd te weten dat in het officieel
gedrukt programma alles in Engelse tijd staat.
Uren van diner, showprogramma’s enzovoort zorgen voor verwarring aan boord.
Het kasteel van Dover torent boven de zomerse bomen uit, en doet me sterk
denken aan de Londense Tower.
Tijd om uit te varen. Met een stevige claxonstoot geeft de stuurman van de Opera
het teken. We varen de haven uit, en genieten een laatste maal van de witte klippen.
De Opera zet definitief koers naar Noorwegen.
Om niet verloren te varen worden we tot Zuid Noorwegen begeleid door een loods
van de Dover Pilot Harbour Patrol, die de weg kent en de flitspalen weet staan.
Anderhalve dag op zee nu, met alle naalden van het kompas op 12 uur.
03-03-2011, 00:00 geschreven door grob
18-02-2011
Spelen in de zandbak
Toen we nog jong en pril waren speelden we allen graag in de zandbak.
Iedereen weet dat het leven een kringloop is en dat uiteindelijk alles terugkomt.
Vandaar de onweerstaanbare drang van de Vlaamse vrienden van de costa
om zich een ganse dag, te verenigen aan, in en rond een ruime bak met zand.
Door wat vroeger ellebogenwerk heette, en nu veel geleerder “lobbying” wordt
genoemd, kunnen we daarvoor terecht in de Camping ‘Marbella Playa’ in Marbesa.
Vooral de dames laten zich van hun beste zijde zien, sommigen al voorzien van een
‘aperitif maison’.
We gaan niet zomaar in het zand spelen. Er staat een competitie op het
programma, die een ganse dag zal duren, waarbij de bollen gezwind zullen rollen.
Vóór het uitpakken van de bollen past het natuurlijk om een natje en een droogje
in de keel aan te brengen.
Het ‘aperitif maison’ is hier een populair drankje, en het is straf ook.
Het wordt zoals altijd bereid door Rose, standvastig winterbewoner
van de camping.
Wanneer alle keelgaten gevuld zijn met het eerste vocht,
geeft Voorzitter Frans Kegels het officiële startschot
voor de plechtige Bolympische Spelen.
Drie-twee-één en KNAL!!
De ploegen zijn geloot en de titanenstrijd kan beginnen, op drie petanquebanen
tegelijk. Achter de omheining komen ook stilaan de supporters te voorschijn.
Sommigen hangen als hooligans in de draad, maar de Bolympische spelers
laten zich niet snel afleiden.
Voor sommigen is het de eerste kennismaking met deze sport, en deze personen
begeven zich wat onwennig over het terrein.
Het reglement is toch niet voor iedereen even duidelijk.
Eén speelster (niet blond!) tracht zelfs het doelballetje (de ‘cochonnet’) te gaan
raken met een kop koffie in plaats van met een metalen bol.
Het is hier duidelijk te zien dat ze (terecht) wordt teruggefloten door de
medespeelsters.
De Voorzitter doet vergeefse pogingen om te trachten het aantal bollen te tellen
die in deze situatie op de grond liggen. Je voelt en ziet de opperste concentratie.
Vergeefse moeite Frans! Het zijn er al zes, maar er komen er nog bij.
Niet tegenstaande een beperkte wiskundige kennis, deinst de Voorzitter er niet
voor terug om zijn handen (en knieën) vuil te maken in de zandbak.
Hier bewijst hij dat hij perfect de afstand kan meten tussen twee bollen,
handig gebruik makend van een doordeweekse doorweekte schoenveter.
De organisatie heeft alles voorzien, zelfs een werkman van de gemeente
om regelmatig de zandbak schoon te vegen.
Hier zie je de Spaanse zandveger in volle actie, het zand ophopend
in een aantal hoeken en kanten. Achteraf blijkt de borstel volledig
afgesleten, en twee personen worden als vermist opgegeven.
Waarschijnlijk weggeveegd en bedolven onder een zandophoping.
Intussen gaat de spionkop achter het speelveld geweldig te keer.
De gespannen zenuwen komen acuut tot uitbarsting.
De adrenaline bereikt zijn hoogste peil en staat op het punt te exploderen.
Slechts één supporter onthoudt zich van hooligangedrag.
Er wordt wel over gewaakt dat Fifi niet op de speelvelden komt.
Een onbewaakte hond in de zandbak zou kunnen leiden tot toestanden met bollen,
en dus handen, waarvan de smeuigheid iets te groot is.
Na de eerste rondes van het kampioenschap is het tijd om de spieren wat rust
te gunnen, en plaats te nemen aan tafel. Bij het kampioenschap van vorig jaar
hadden we een lekkere lunch in dit restaurant van de camping.
Hoewel het resto “Le Gourmet” heet, en uitgebaat wordt door een Belg uit Bouillon,
kan ik er kort over zijn: wat op mijn bord kwam was niet het beste dat ik deze week
mocht eten. Ik kan me natuurlijk niet uitspreken over de andere
keuzemogelijkheden, want die heb ik niet geproefd.
Binnenkort gaan we terug voor de volgende sessie van het kampioenschap,
en de kwaliteit van de lunch zal opnieuw beter zijn, naar verluidt.
Er zal eerst een (communautaire) bemiddelaar of verduidelijker worden op
afgestuurd, heb ik gehoord in de wandelgangen van de camping.
Terwijl we wachten op de volgende gang worden we vergast (maar niet letterlijk)
op een (kort) zingende kelner. Voor elke noot die hij zingt drinkt hij eerst
telkens een vol glas witte wijn om zijn keel te smeren.
Na de lunch hebben enkele vrienden last van de maag,
zoals Robert hier. In de achtergrond kan zijn vrouw Denise
gelukkig terecht bij Rose, de all-round-camping-vrouw.
Ze tovert onmiddellijk een dubbele Dafalgan uit haar apotekersdoos .
Het slachtoffer is niet meer in staat om verder aan de competitie deel te nemen.
Enkele uren later pas wordt hij teruggevonden, in de bar aan de tapkast,
omringd door enkele lege glazen whisky.
Vandaag mocht ik gelukkig vernemen dat zijn maag opnieuw aan de beterhand is.
Het spel wordt intussen keihard voortgezet door de overlevenden.
Alle dames zetten allemaal hun beste beentjes, struikjes en bollen voor.
The show must go on.
Uiteindelijk blijven er twee koppels over om de Grande Finale te betwisten.
Het reglement voorziet dat je of een snor of een baard moet hebben om
de finale te mogen spelen. De keuze is dan sowieso al beperkt tot vier spelers.
Ik wordt uitgeloot om met Roch te spelen, de man van Rose, grote
campingorganisator en thuisspeler, in de eigen zandbak.
Hij weet elk zandkorreltje liggen.
Mee hierdoor slepen we de overwinning in de wacht. Hier zie je de toestand na
het ultieme winstpunt. Enige twijfel neemt even bezit van de verliezers,
maar secretaris en tevens medeorganisator Lieven ziet dat het goed is,
zelfs met de handen in de zakken.
De kogel is nu volledig door de kerk en de bol is door de camping.
De grote proclamatie en prijsuitdeling verloopt heel vlot, eens het zware rekenwerk
achter de rug. Iedereen die nog aanwezig is (het is al zeven uur ’s avonds) ontvangt
een vochtige prijs, verpakt in glas.
Tot slot krijgen we nog een goede raad van de restaurantuitbater!
Waarschijnlijk bedoelt hij “the end of the world”.
Die fout had je niet gezien hé!
18-02-2011, 00:00 geschreven door grob
06-02-2011
KOKENETEN: straffe blik naar het Oosten
Moet je nu “kerrie” zeggen, of “curry”?
Het is heel eenvoudig. Met kerrie(poeder) maakt men een curry(gerecht).
Engelsen zijn ook al eeuwen vertrouwd met verschillende soorten curries , wegens
hun koloniale traditie in India. Je kunt stellen dat voor Engelsen (en anderen)
curries dezelfde betekenis hebben als stoofpotjes voor ons.
Een curry is altijd gebaseerd op Indische kruiden.
De samenstelling van het gekende gele kerriepoeder varieert sterk.
Alleszins moeten er de volgende specerijen in verwerkt zijn:
In varianten van kerrie kunnen dan nog de volgende ingrediënten toegepast worden:
anijs , foelie , kaneel , cayennepeper (of andere scherpe pepersoorten),
fenegriek , nootmuskaat , zwart mosterdzaad , maanzaad , venkel .
Gerechten met kerrie zijn oorspronkelijk afkomstig uit India, waar de nodige
specerijen alle dagen opnieuw weer gemalen worden tussen twee stenen.
Dit malen en mengen behoort tot de oudste historische tradities in India.
Toch kan de kerrie, zoals die nu gemaakt wordt, met een meer of minder grote
hoeveelheid rode hete peper, pas gecreëerd zijn na de ontdekking van Amerika
door de Spanjaarden. De rode capsicum peper komt van daar.
In sommige streken zoals Bombay (= Mumbai) en Madras, maakt men het
mengsel extra scherp door er veel rode peper aan toe te voegen.
In het noorden van India is het mengsel wat zachter.
Een Bombays kerriemengsel wordt open-mond-kerrie genoemd, omdat
men naar adem moet happen bij het nuttigen ervan. Hoe heter het klimaat,
des te groter de behoefte aan sterke specerijen, omdat die niet alleen de
spijsvertering stimuleren en daardoor de kans op darminfecties verkleinen,
maar ook om het transpireren te bevorderen wat verkoeling geeft.
Spanjaarden eten meer pikante stuff dan Noren natuurlijk.
I n de loop der tijden zijn er vele, zoniet ontelbare, soorten kerrie bedacht
vanuit India. Om een klein beetje orde te scheppen in de chaos is kerrie
opgedeeld in: Mild, Curry, Madras, Vindaloo, Phall. Telkens is elke stap
iets scherper dan de vorige. Vindaloo en Phall zijn voor ons Westerlingen
niet echt aan te raden gezien de scherpe smaak!
Naast de zeer gekende gele kerrie is in Thailand en India ook rode kerrie
in gebruik. De rode kleur in deze kerrie is afkomstig van rode pepers.
Omdat de kwaliteit van de kerriepoeders in de kleine glazen potjes zoals wij
die kennen, niet te vergelijken is met echte kerriemengsels, worden er nu ook
veel kerriepasta’s verkocht in supermarkten. Deze pasta’s komen qua smaak
veel dichter in de buurt van de traditionele bereidingen. Aan te bevelen in plaats
van poeder!
Kerriepoeder moet eerst gefruit worden in vetstof voordat het zijn volledig aroma
kan afgeven. Bij de bereiding van een verse "curry" wordt ook meestal ui, knoflook
en gember gebruikt. Als afwerking voegt men limoensap toe en yoghurt.
Toevoeging van kokosmelk, een heel goede gewoonte, komt uit Maleisië en
Indonesië. De "curry" krijgt er een echt exotische tintje door en de kokosmelk
verzacht ook de smaak.
Het receptje dat ik bereid met kerriepoeder vermeldt ook “beurre manié”.
Dat klinkt heel ingewikkeld en moeilijk, maar het is de eenvoud zelf:
meng gelijke hoeveelheden boter en bloem goed door elkaar, en het is klaar.
Het is de eerste keer ooit dat ik dit maak. Het heeft voor mij hetzelfde effect als voor
Mozes die op de berg de stenen tafelen met de Tien Geboden ontvingt, midden in
een bliksemflits. Alles wordt verblindend wit licht rond het mirakel!!
Bekomen van deze grote emotie komt de chef terug met de voeten op de grond,
en met de handen rond de beurre manié.
De rest van het recept van kerrievlees met champignons vind je hier:
ingrediënten voor 4
bereiding
600g varkensvlees (hespengebraad)
het vlees in kleine plakjes of reepjes snijden
2 el bloem
bloem vermengen met pezo, kerrie en look
pezo, ev. andere kruiden
het gesneden vlees met dit mengsel bestrooien
3 tl kerrie
de sjalotjes fijnhakken en in heet vet licht fruiten
2 lookteentjes, fijngesneden
het vlees in de pan doen en de stukjes aanbraden (in 2 maal)
2 sjalotten
doe dit op heet vuur, en onder voortdurend roeren
2 el olijfolie
met de witte wijn blussen en de boeljon erbij gieten
1 glas witte wijn
dit alles 15’ zachtjes laten koken met het deksel op de pan
¼ l vleesboeljon
intussen bloemboter bereiden (beurre manié)*
(20g boter en evenveel bloem)*
de geknede beurre manié (of instant roux) erdoor roeren
1/8 l room
doe dit beetje bij beetje en voorzichtig roeren met een spatel
de saus op smaak afmaken met kruiden
250g champignons
tot slot de room er door roeren
het kerrievlees opdienen met rijst of pasta
aan te raden met (gegrilde) champignons
Het eindresultaat ziet er Oosters uit, vooral met de gekookte rijst er bij.
Nauwelijks staat het “gele gevaar” op de tafel of Greta wil alles proeven.
Gelukkig voor de kok is het een meevaller.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 149.
06-02-2011, 17:48 geschreven door grob
26-01-2011
Valencia (4): El Parque Natural de Albufera
Als je naar Valencia rijdt langs de A7, zie je tientallen kilometers ervoor en erna
niets anders dan bomen met citrusvruchten: sinaasappels, citroenen, mandarijnen,
pomelo’s, clementines, limoenen, pompelmoezen enzovoort.
Valencia is ook gekend voor de Paella Valenciana , maar daar kom ik later op.
Ik kan u verzekeren dat het plaatselijk een stevige traditie inhoudt, zie foto hierbij.
De streek is heel rijk aan water, wat toelaat die miljoenen citrusbomen te irrigeren.
Het gebied grenst aan de Middellandse zee, maar er is zoveel zoet water
voorradig, dat men al zeer vroeg hiervan gebruik maakte om massaal rijst
te kweken.
Slechts enkele kilometers ten zuiden van het Calatrava-complex zit je in een
andere wereld: rijstvelden zover je kunt zien.
Het is een van de grootste zoetwaterbekkens van Spanje. Elke winter wordt een
massa water aangevoerd vanuit de Turia rivier, die Valencia bespoelt.
Het beschermde park is 20 000 ha groot, en is nog maar een fractie van vroeger.
In het rustige, slaperige dorpje El Palmar heb je toegang
tot het watergebied La Albufera.
Niet te verwarren met Albufeira in de Algarve (Portugal),
waar evenveel discoteken zijn, als hier reigers.
Het dorpje is heel eenvoudig te bereiken, met de wagen
of het openbaar vervoer.
In El Palmar zijn enkele kanalen gegraven,
die verbinding maken met de zee.
Langs die kanalen liggen de eenvoudige bootjes
van de vissers.
Stilaan, en niet fanatiek, wordt hier een infrastructuur
uitgebouwd om inkomsten te verwerven uit het (water)toerisme.
Sommige vissers beginnen hun bootjes te gebruiken om in het gunstige
seizoen toeristen rond te varen op het meer.
Wij worden zelf benaderd door ene Luis, die een bootje heeft, en actief
naar klanten zoekt. Normaal gaan de toeristen in een iets grotere boot met
zijn twintig het meer op voor 4€ per kop. Voor die prijs mag ook het lijf mee.
Luis stelt ons voor om voor 20€ een privé-tocht te doen, met hem als gids.
Dat is maar een eurotje meer, en het garandeert een privé-rondvaart.
Het is trouwens op dit uur nog te vroeg voor de grotere boot.
In Spanje komt alles wat later op gang natuurlijk.
We moeten nog even wachten, want Luis moet zijn boot nog uit zijn slaap halen.
Even later kunnen we vertrekken, en Luis stuurt het Perello-kanaal op,
weg van de zee.
Onderweg passeren we regelmatig vissers, die ons vriendelijk toewuiven.
Waar het kanaal uitmondt in het meer, zijn visgronden, waar paling wordt gevangen.
Deze vis, de anguila , is wel dunner dan de Belgische variant.
De vis wordt gevangen in fuiken, en alles is heel kleinschalig. Er is in het verleden
al zoveel oppervlakte van dit gebied ingepalmd voor andere bestemmingen, dat
de status van nationaal park nu toch garandeert dat er niet meer aan gemorreld
wordt, en alles blijft zoals het is.
Er is een uitgebreid vogelleven in het park, zowel met residentiële vleugelaars,
zoals reigers en ooievaars, als trekvogels.
De vertegenwoordigers van deze laatste groep kunnen hier in alle rust hun buikje
vol eten in de rijstvelden en rond het meer.
Ongeveer 250 verschillende vogelsoorten zijn al officieel geteld door het
ornithologisch centrum. Soms verblijven er 100 000 vogels tegelijk in het park.
Als we het kanaal verlaten hebben, stuurt Luis zijn boot het meer op.
De diepte van de plas varieert van één meter tot 2,5 meter.
Op sommige plaatsen staan rijen huisjes langs de oever, de zogenaamde
barracas .
Aan het einde van de Reconquista ( de herovering van Spanje op de Moren)
hadden de verslagen moslims twee keuzes. Ofwel moesten ze zich bekeren,
ofwel moesten ze het land uit.
Toen was het wel eenvoudiger en drastischer dan vandaag.
Diegenen die wilden blijven, werden enkel nog getolereerd in de meest barre
streken, zoals de Alpujarras in de Sierra Nevada, of hier in deze toen desolate
moerassige streek.
Als je goed kijkt, dan zie je op de nok van elk dak een kruisje staan. Dat toonde aan
dat het huis werd bewoond door moslims die (zogezegd) bekeerd waren.
Na een tocht over het meer varen we terug door het kanaal op weg naar de
aanlegsteiger.
Luis heeft ons nu al zijn anecdotes verteld gedurende de 45’ op het meer.
Dit is weer een heel prettige ervaring die achter
de rug is, onder de ideale omstandigheden.
Bedankt weergoden, bedankt Luis.
En de pret is nog niet over. El Palmar staat er voor bekend
dat men er de beste paella’s van Spanje serveert.
Het is trouwens de geboorteplaats van dit befaamde gerecht.
We informeren Luis dat we hier graag paella willen eten.
Hij wil ons begeleiden naar het beste paella resto
van El Palmar, waar een vriend van hem chef is.
Vlak in de buurt van het resto neemt hij nog een foto
aan een lokale barraca .
De daken van deze historische woningen zijn natuurlijk van riet,
want daar heeft men genoeg van, en het was vroeger dus
de goedkoopste oplossing voor de arme bevolking.
We belanden in een typisch Spaans restaurant, waar alle muren bedekt zijn met
azulejos , kleurige tegels die de rol overnemen van schilderijen,
maar wel beter afwasbaar.
Op deze azulejo staat bijvoorbeeld een antieke “trilladora” afgebeeld.
Dat is een bescheiden fabriekje, waar de rijstkorrel wordt gescheiden van de
omhullende pel. Tegenwoordig gebeurt dat via elektrische motoren, maar vroeger
ging dat met de hand via een draaikruk.
Het is bijna vanzelfsprekend dat de paella hier is ontstaan. Honderden jaren
geleden hadden de plaatselijke bewoners niet veel om tussen de lippen te steken.
Altijd rijst natuurlijk, maar wat als garnituur?
De meesten hielden kippen voor het vlees en de eieren.
Daarenboven zaten er nogal wat eenden op het meer.
Ook heel lekker, als je ze kunt pakken.
In de duinen van de Albufarra zaten de konijnen rustig het duingras op te knabbelen.
En dan nog de slakken met hoofddeksel. Zelfs makkelijker te vangen dan konijnen.
Dat werden dan de hoofdingrediënten voor de Paella Campesina , de enige echte
originele boerenpaella.
Echte Paella Valenciana wordt in een grote pan boven houtvuur klaargemaakt
alleen dus met volgende ingrediënten: rijst, kip, konijn, eend, slakken (baguettes),
jonge sperziebonen, tomaten, olie, zout, saffraan, rood paprikapoeder en water.
Op onze foto kan je inderdaad al deze ingrediënten terugvinden.
Opdracht: zoek de slakken.
Als voorgerecht nemen we paling, dan paella voor vier en dan nog een stuk taart.
Van de paella hebben Greta en ikzelf bereidwillig de lokale slakken afgestaan
aan onze vrienden. Je moet iets over hebben voor de vriendschap.
De meeste paella’s in Spaanse restaurants zijn “toeristenpaella’s” : slakken worden
(voor het uitzicht) meestal vervangen door gamba’s, en eend of konijn kan al eens
ontbreken.
Vandaag is het rustig in El Palmar, maar in het weekend komt half Valencia (derde
stad van Spanje) hier paella eten.
Na de heerlijke lunch maken we nog een wandelstop in El Saler (zie kaartje
bovenaan).
Parkings zijn uitgebreid, veelvuldig aanwezig, en netjes aangelegd.
Alle stranden zijn kraaknet, en worden vooral gebruikt door Spaanse
vakantiegangers.
Internationaal toerisme staat nog in zijn kinderschoenen in Valencia.
Dat is wel aan het veranderen door Calatrava, door het Formule 1 circuit
en door de nieuwe jachthaven, gebouwd voor de start van de America’s Cup.
We kuieren helemaal rond een groot zoetwatermeer dat door een lange duinenrij
van de Middellandse Zee gescheiden wordt.
De dames zijn niet meer te houden en gaan zelfs tot aan het strand en de zee.
Het is hier een prachtige streek.
We gaan een volgende keer zeker nog in Valencia verblijven.
We’ll be back.
En dan nu naar Marbella.
Ik had nog meer foto's, maar Seniorennet knipt af op 20 stuks.
Misschien verbetert dat nog wel.
26-01-2011, 00:00 geschreven door grob
19-01-2011
KOKENETEN: Boeuf Miroton, uit de streek van Lyon
Iedereen die al ooit gekookt heeft kent vanzelfsprekend deze goudkleurige bollen.
Vandaag ga ik ze inbouwen in een Boeuf Miroton , een gerecht uit de streek
van Lyon, een streek in Frankrijk waar elke lekkerbek likkebaardend verblijft
of doortrekt.
Deze sympathieke bollen hebben misschien wel een paar geheimpjes die ik
graag even in het daglicht wil brengen.
De ultrakorte naam ui (ook wel ajuin genoemd in Zuid-Nederland en Vlaanderen,
en siepel in Noord-Nederland) vertegenwoordigt een plant uit de lookfamilie .
De ui is een bolgewas en is verwant aan prei , bieslook en look .
Deze gewassen slaan voedsel op in een bol die de winter in de grond overleeft.
Daardoor kunnen ze in de lente snel boven de aarde komen en bloemen vormen
en zich voortplanten. Bolgewassen bevatten daarenboven veel suiker ,
waardoor ze niet snel doodvriezen en lang zonder voedsel kunnen.
Uit geschriften van 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië
werd verbouwd. Vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht.
De piramidebouwers kregen uien als rantsoen.Uien werden ook in graftombes
gelegd voor in het volgende leven. Ze waren tegelijkertijd voedsel en medicijn
tijdens de reis naar het hiernamaals. Ook zou de schil door de structuur gezien
worden als een symbool van eeuwigheid .
Uien werden ook door Grieken en Romeinen gebruikt.
Uien hebben een sterke smaak en geur, die verminderen bij verhitting.
Ze hebben een papierachtig buitenste vel over een gelaagde kern.
Ze worden wereldwijd gebruikt in de keuken, en bestaan in allerlei
vormen en kleuren.
De gele ui wordt bij ons het meest geteeld, heeft een
goudgele huid, voelt stevig aan en is van binnen wit.
Het is de klassieker die onder koks zeer populair is
om mee te koken, te stoven of te bakken.
Onderaan in het midden op de foto hangt de Franse ui,
platter dan de gele.
Hij is ook iets fijner van smaak, en gaat al naar de sjalot.
Rechts zie je de witte ui, die we veel gebruiken in Spanje:
heel zoet en lekker, maar hij wordt vlug rot.
De rode ui, helemaal links, wordt meestal gebruikt in salades,
héél fijn gesneden in ringen of duxelle.
Uien zijn niet alleen een groente , maar ook een smaakmaker.
Meestal worden hier Spaanse uien voor gebruikt, omdat die
een hoger drogestofgehalte hebben.
In de boeddhistische keuken worden uien vermeden, vanwege
de geur en de vermeende lustopwekkende werking.
In de Aziatische keuken vind je hem dus minder.
Hoe Spaanse uien er uit zien, kan je hier bekijken op de foto.
Het zijn de kolossen onder de ajuinen.
Ze zijn perfect kogelrond en de diameter is tussen de acht
en de negen centimeter (heb ik net gemeten).
In de Supermarkt zitten ze hier altijd in een netje van vier op een rij.
Joost of José mogen weten waarom.
De meeste exemplaren hebben een scherpe smaak en geur
die onze ogen bij het snijden ervan zelfs tot tranenproductie aanzet.
Bij het doorsnijden van de cellen in de ui met een keukenmes
worden er zwavelgassen gevormd.
Wanneer dit gas in contact komt met de ogen vormt het
met het oogvocht een zwavelzuurverbinding,
dat de zenuweinden in het oog irriteert. Hierdoor gaan de ogen tranen.
TIP: het tranen is te voorkomen door ze in de koelkast te bewaren, of door
ze onder water te schillen (wat me persoonlijk niet zo praktisch lijkt).
Een lekker voor- of tussengerechtje zijn gepaneerde en gebakken uienringen,
gemaakt van Spaanse ajuinen (omdat het grote exemplaren moeten zijn).
Terug in de keuken en naar een lap rundvlees.
Ik ga dus een “Boef Miroton” maken, met “Lyonnaise saus ”.
Hier is het schitterende recept voor 2 personen, uit een oud kookboek:
ingrediënten voor 2
bereiding
500g rundvlees (platte bil, rumsteak)
kook het vlees in water (altijd 1 kg = 1 uur)
2 uien
houd de boeljon bij voor de Lyonnaise saus of voor soep
20g boter of olijfolie
snijd alle uien in plakken, laat ze in het vet glazig worden
paneermeel
verwarm de oven voor op 200°
2 el gehakte verse peterselie
leg de helft van de uien in een platte vuurvaste schotel
1 el gesmolten boter
snijd het warme rundvlees in plakken van 1,5 cm dik
verdeel het over de uien in de ovenschotel
Lyonnaise saus:
strooi er het paneermeel en 2/3 van de peterselie over
2 uien
giet de gesmolten boter erover
30g boter (of olijfolie)
zet het nog 10’ in de oven, eventueel met grill
1 el maïzena
giet er de Lyon saus over en dien op
1 glas wijn
1 glas water
Lyonnaise saus:
1 schepje vaste of ¼ l kalfsboeljon
laat de rest van de uien glazig worden in de boter of olie
(of boeljon van het gekookte vlees)
doe de wijn en de boeljon erbij en breng dit aan de kook
pezo
doe er de maïzena (express) bij onder voortdurend roeren
citroensap
als de saus is ingedikt, breng op smaak met pezo en citroen
lekker met gekookte peterselieaardappelen (1/3 peterselie)
Wat zou er in deze pot kunnen zitten?
Volgens de vermeldingen in het kookboek heb ik dit receptje al eens bereid in
1975, 1989, 2003 en misschien nog wel eens. Je kunt hier zien dat ik de
kookboekrecepten bewerk, om te komen tot iets dat iedereen foutloos kan
gebruiken. Grijp je kans.
De beginnende kok is aan het denken wat er toch nog fout kan lopen.
Bij de afgewerkte Boeuf Miroton horen nog wat (diepvries)groenten en
gepersilleerde aardappelen.
Een fles rode Jacobs Creek zal alles vlot naar binnen spoelen.
De Miroton is geen boeufje om zonder handschoenen aan te pakken.
Het beestje is tot op de tafel geraakt, en het mag nu wat uitblazen…
…maar niet vooraleer het overgoten is met de overheerlijke Lyonnaisesaus.
De overgebleven uien kijken er met verstomming naar.
Hun beurt komt nog wel.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 115.
19-01-2011, 00:00 geschreven door grob
11-01-2011
Valencia (3): van Calatrava naar Carmen
De volgende dag in Valencia blijven we eerst nog even
in de buurt van Calatrava.
Een paleis dat nog niet volledig is afgewerkt, is het gebouw
van de opera en de andere kunsten, gewijd aan en genoemd
naar koningin Sofia.
Hoewel de constructie een aantal gelijkenissen vertoont met
het kapsel van koningin Fabiola is er dat verschil: het laatste
is al wel enige tijd definitief afgewerkt en gebetonneerd.
Als je nauwkeurig kijkt, merk je een vijftal acrobaten
hun werk doen aan de zijkant en bovenkant van
het impressionante gebouw.
Aan het Calatrava-complex is ook een dierenpark verbonden, met uitsluitend
vliegende en zwemmende fauna. Iets met vier poten mag hier niet binnen.
Hier zitten we bij een afdeling zeekoeien. Ik denk dat er in Spanje
meer zeekoeien te vinden zijn dan gewone koeien.
Ofwel is er ergens een koeienstreek die we nog niet gevonden hebben.
Het aquarium van Valencia is het grootste van Europa. Je kunt het vergelijken met
Sea World in San Diego. Ook enkele buitenmaten van vissen drijven hier rond.
Wat je hier ziet is geen paddenstoel of een ontplofte binnenband van een
vrachtwagen, maar wel degelijk een vis, van ongeveer anderhalve meter lengte.
Alleen te bakken in een speciale XXL paellapan.
Niet echt moeders mooiste, maar misschien wel lekker.
In de tentoonstellingsruimte liggen een hoop fossiele haaientanden, van een
reusachtig kaliber. De grootste zou je kunnen gebruiken als gevaarsdriehoek.
Hier lopen we onder de eigenaar van zo een stel. Wel griezelig.
Er zitten massa’s haaien in de aquaria. Zoals in Sea World kan je
er onderdoor lopen door glazen gangen.
Hier heb je er eentje in profiel, op zoek naar een hapje.
De grootste van allemaal heeft uiteindelijk
zijn hapje gevonden.
Het loopt tegen de middag, en we stillen de honger in het plaatselijke restaurant
“Madriles”. Een toeristenval, zonder meer. Nooit doen.
In de namiddag gaan we het vogelpark bezoeken.
Bij het verlaten van het restaurant zien we een witte Calatravabol,
die dienst doet als een spectaculaire volière.
Midden in een waterplas zitten twee aalscholvers te nestelen.
Zelfs in oktober worden de eitjes uitgebroed.
Binnen in de witte bol zitten tientallen soorten vogels door elkaar.
Hier komen een lepelaar en twee rode, mij onbekende vogels, in close up.
In de witte bol, waarvan je bovenaan de driehoekige steunelementen ziet,
worden vogelvriendelijke biotopen nagebootst.
De gevederde vrienden, die geen natte poten willen, of die het operagebouw
willen bestuderen, vliegen omhoog en nemen plaats op boomtakken.
Na het bezoek aan de dieren, gaan we met een taxi naar de oude stad,
opnieuw tussen de mensen.
Het uitgekozen doel is de wijk El Carmen, het historische centrum.
Waar een lege muur is, wordt die gebruikt door artistiek verantwoorde graffiti.
Helemaal wat anders dan de vunzige boel die je vaak in Belgische steden ziet.
Zelfs Kamagurka heeft hier uitstekend muurwerk gepresteerd,
waarbij hij knipogend zijn vriendin een poepje laat ruiken.
Schouder aan schouder zitten twee bekende personen in de warme herfstavond
elkaar in evenwicht te houden, onder toezicht van twee bruingebakken puti’s.
Het lijkt er nu rustig en vredevol aan toe te gaan in het centrum van Valencia, maar
niets is minder waar. Probleem nr. 1: terwijl we met de taxi rondrijden merken we
dat er links en rechts enkele autofiles gevormd worden. De taxichauffeur informeert
ons dat er een betoging aan de gang is. Even later vermeldt hij terloops het tweede
verkeersprobleem: vanavond is er toevallig de voetbalwedstrijd Valencia -
Barcelona, twee toonaangevende clubs in de eerste divisie van Spanje.
En als je weet, wat voetbal in Spanje betekent, kan je je wel voorstellen dat het
verkeer niet honderd percent op rolletjes loopt.
Uiteindelijk komen we door de praktische stratenkennis van de chauffeur toch in het
centrum van de derde stad van Spanje.
De plaza de la Reina is een gezellig plein, met de juiste sfeer voor een herfstavond.
De Plaza de la Virgen is dan nog sfeervoller. We drinken een “Agua de Valencia”,
met zicht op de kathedraal. Agua de Valencia is Cava met een geutje vers geperst
sinaasappelsap, waar ze in Valencia genoeg van hebben.
Door een tijdelijk effect aan ons fototoestel kunnen we op dit plein de echte sfeer
niet weergeven. Er zijn een aantal echtparen, net gehuwd, met de dames in het wit.
Allemaal nog maagd, daarom komen ze natuurlijk naar de Plaza de la Virgen,
waarbij elk paar zijn eigen gevolg bij zich heeft van fotografen, videofilmers,
met complete uitrusting.
Ik heb een foto te pakken gekregen van mijn vriend Fernando Vanhoeke,
met slechts twee van die paren, maar er zijn er zeker twintig. Ze lopen mekaar voor
de voeten. Onvergetelijke sfeer is dit. We genieten op het terras met onze Agua.
En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s laat opladen,
kan ik er maar beter mee ophouden.
Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.
11-01-2011, 00:00 geschreven door grob
02-01-2011
KOKENETEN: Californische droom, groeiend aan een boom
Vorig gerecht was een “koolvis op Russische wijze”.
Het kookboek dat ik daarvoor gebruikte stamt trouwens nog uit de communistisch
Stalinistische periode.
Om de politieke stabiliteit in de wereld een beetje in evenwicht te houden,
voel ik me verplicht om ook, en snel, een gerecht te produceren uit de
kapitalistische wereld.
Mijn keuze is gevallen op “kip op Californische manier ”.
Californië is in de eerste plaats het summum van het kapitalisme.
Op zichzelf is/was deze USA-staat de achtste economische grootmacht
in de wereld!
Filmacteur Arnold Schwarzenegger, een lang geleden aangespoelde Oostenrijker,
is er nu al een heel aantal jaren de gouverneur, met dank aan de filmstudio’s.
Gevolg: Californië is nu virtueel failliet.
Maar ja, Arnie is toch de Terminator voor iets.
Hij moet toch ook in de gouverneurszetel zijn naam waar maken zeker.
Voor hemzelf is er niets aan de hand.
Hij kan gewoonterug naar de Hollywoodfilm, en mits een pondje plaasterig
oplapwerk en een dikke dosis make-up mogen we binnenkort
“Terminator 4” verwachten.
Zoveel koolvissen ze in Rusland hebben, zoveel perziken vind je in Californie, en ze
zijn wel gemakkelijker te vangen. Meestal worden ze gevangen gezet in een blik.
Jammer dat je de perzik bloem nooit te zien krijgt, want die is prachtig (zie boven).
De populaire ronde vrucht met veel vrouwelijke vormen kent natuurlijk iedereen.
Ze bevat een harde houten pit net als de abrikoos , de pruim en de kers .
Technisch zijn dit alle steenvruchten .
De perzik is “zelf fertiel ”, wat zoveel wil zeggen als dat ze zichzelf kan bevruchten.
Daar zie je nog maar eens hoe mensen toch wel heel beperkt zijn in hun
mogelijkheden.
De perzik wordt voornamelijk gekweekt in Iran en de omgeving van de
Middellandse Zee , zoals de meeste lekkere dingen.
De naam perzik betekent Perzisch (Prunus persica ) . Perziken komen
oorspronkelijk uit China , maar zijn via Perzië (nu Iran) in Europa terecht gekomen.
De moeilijk eetbare stenen in het midden van het fruit heeft de Iranezen ertoe
aangezet om het stenigen (van meestal vrouwelijke slachtoffers) op punt te krijgen.
De schil voelt een beetje pluizig of wollig aan. Soms, als ik een perzik aanraak,
krijg ik een rilling over mijn rug, maar dat zal aan mij liggen. Vers moet ik ze niet.
Een vorm zonder deze pluizige schil heet nectarine . Behalve de schil bestaat
er geen wezenlijk verschil tussen perziken en nectarines. Een nectarine is dus geen
kruising tussen een perzik en een pruim, zoals soms wordt verondersteld.
Hieronder zie je duidelijk de groeifasen van een nectarine, van knop tot volwaardig
stuk fruit.
Binnen de rassen wordt wel onderscheid gemaakt naar de kleur van het vruchtvlees:
wit, geel of rood. Veel witvlezige rassen staan er om bekend dat ze beter smaken
dan de geelvlezigen, maar een nadeel is dat ze slechter tegen transport kunnen.
Tenzij de witte perzikjes heel traag vervoerd worden, zoals op deze foto van 1939.
De foto is zó oud dat er zelfs geen copyright meer op zit. Goed voor mij.
Terug naar de keuken en naar de kip en de perziken.
Ik ga dus een “kip op Californische wijze” van maken.
Hier is het schitterende recept, uit een versleten kookboek:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 kipfilets
de kip bestrooien aan beide kanten met pezo
pezo
de filets door de bloem wentelen en het teveel er af kloppen
bloem
in de olie de stukjes kip aan alle kanten aanbraden
olijfolie
suiker door de azijn roeren, nootmuskaat en chilipeper toevoegen
1 el suiker
met het grootste deel van het perziksap tot ¼ l vloeistof maken
1 tl wijnazijn
de geschilde wortel in heel dunne plakjes snijden
1 tl hot chilipeper
verdeel de wortelschijfjes over de bodem van een niet-kleefpan
mespunt nootmuskaat
leg de stukjes kip daarop
1 blik perziken op sap (+-250g)
kook het braadvet van de kip op met de rest van het perziksap
1 dikke winterwortel
blijf hierin roeren en giet het vocht dan over de kip
nogal veel rozemarijnblaadjes
doe ook de gekruide azijn en de rozemarijnblaadjes hierop
dik de saus eventueel wat met maïzena express
zet het deksel op de pan en laat 15’ op een zacht vuur staan
laat de laatste 10’ de in partjes gesneden perziken meestoven
neem 5’ voor het einde het deksel er af
lekker met aardappelpuree en een gemengde salade
Een winterwortel vinden kan met dit weer geen probleem zijn.
De bebloemde kipfilets laten zich keurig aanbraden,
zonder veel weerwerk.
Het resultaat oogt bijzonder lekker, met slechts enkele eenvoudige ingrediënten.
De kippetjes liggen op een heerlijk zacht bedje te genieten.
Een potje aardappelpuree, en een gemengde salade doen me de traditionele
kwijlsappen in de mond komen.
Op het bord ermee, en het feest kan weer beginnen. Smullie smullie!!
Een lekker flesje uit Californie erbij van een Shiraz druifje,
en de wereld kan niet meer stuk.
“Hasta la vista, baby.”
“I’ll Be back.” A.S.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 88.
Groetjes uit Marbella.
02-01-2011, 22:42 geschreven door grob
23-12-2010
Valencia (2): de futuristische wereld van Calatrava
De tweede dag in Valencia besteden we veel tijd aan kunst en wetenschap,
maar tegelijk met een knipoog.
Slechts twee huizenblokken scheiden ons van het Parque de Sciencias y Artes.
Het bevindt zich tussen het einde van de groene Turia rechts, en het formule 1
circuit.
Eigenlijk ligt het dus in de vroegere monding van de Turia rivier.
Dit enorm ruime gebouwencomplex is het fabuleuze ontwerp van de nieuwe Gaudi:
Santiago Calatrava, door vakmensen beschouwd als één van de nog levende
grootste architecten van de wereld.
Hij werd in 1951 in Valencia geboren.
Calatrava's werk is uniek en sterk gericht op de natuur. Naast architect is hij ook
beeldhouwer en ingenieur. Met zijn kennis over architectuur, beeldende kunst en
constructieleer kan hij de meest ongewone en creatieve vormen ontwerpen.
Bij elk ontwerp combineert hij originaliteit in de vormgeving met technisch vernuft.
Hier zie je een deel van zijn gebouwenpark in Valencia. Verbluffend om te zien.
Hier is hetzelfde beeld, genomen van de andere kant.
Op de achtergrond is het hoge gebouw voorzien als paleis van de kunst,
maar tijdens ons verblijf was dit nog niet volledig afgewerkt.
Calatrava is een van de interessantste pioniers binnen de moderne architectuur.
Hij haalt inspiratie uit natuurlijke en menselijke vormen, die hij samenbrengt
tot een stijlvol geheel met behulp van zorgvuldig uitgekozen materialen.
Zijn stijl is uniek, symbolisch en overal ter wereld gemakkelijk herkenbaar.
Het gebouw rechts doet denken aan een skelet van een dinosaurus of een walvis.
Een ander gebouw, waarvan je hier de
achterkant ziet lijkt op een parabolische serre,
maar dan een zonder glas.
Veel constructies van Calatrava zijn open, vandaar dat hij ook enorm veel
spectaculaire bruggen ontworpen heeft.
Als je via de voorkant van de constructie binnengaat, maakt het een enorme indruk.
De mensjes vergaan tot mieren.
Bekende werken van Calatrava zijn onder meer:
Place Galleria, Toronto, Canada (1987-1992)
De communicatietoren bij het Olympische stadion in Barcelona (1989-1992)
Het station van Alameda, Valencia, Spanje (1991-1995)
De Allamillo-brug, gebouwd voor de wereldtentoonselling in Sevilla in 1992
El Auditorio de Tenerife, Tenerife, Canarische Eilanden (1991-2003)
voetgangersbrug Campo de Volantín, Bilbao, Spanje (1994-1997)
De wolkenkrabber Turning Torso in Malmo, Zweden (in aanbouw)
Milwaukee Art Museum in Wisconsin, Amerika (1994-2001)
Manrique Bridge, Murcia, Spanje (1996-1998)
Het Olympische stadion in Athene, voor de Olympische Spelen van 2004
De opera van Valencia: Palau de les Arts (in aanbouw)
Ciudad de las Artes y las Ciencias , Valencia, Spanje (1991-2006),
waarvan je hieronder nog een andere foto ziet
Ook werkt Santiago Calatrava momenteel aan het nieuwe station van het
World Trade Center in New York.
Het ontwerp wordt gemaakt van wit staal, kenmerkend voor deze architect,
en symboliseert een vogel die uit een kinderhand vliegt.
Ground Zero krijgt een ondergronds station met een glazen dak en daarboven
spectaculaire vleugels van glas en staal, dertig meter hoog.
Het ontwerp draagt onmiskenbaar de hand van Calatrava. Elk jaar op elf september
zal het dak openen om de aanslagen van september 2001 te herdenken.
Calatrava maakt gebruik van zijn aangeboren bouwkundige kennis om de
technische constructie van een gebouw deel te laten uitmaken van het ontwerp.
Typisch zijn de lange lijnen, het gebruik van witte materialen en veel glas en licht.
De “Cala” toont nogmaals zijn buitengewone talent om aan de buitenkant
van een gebouw te laten zien wat zich binnenin bevindt.
Dit hier is het planetarium, of L'Hemisfèric.
Calatrava haalde de inspiratie voor dit gebouw uit een oog, aangezien het gebouw
de ogen dient te openen van iedereen die er binnengaat. De enorme koepel,
waarin het planetarium en de IMAX-bioscoop liggen, is voorzien van stangen van
aluminium ter versteviging, maar ook ter versiering om het geheel op een oog te
laten lijken. Het oog kan zelfs mechanisch geopend worden.
Binnenin L'Hemisfèric vindt men de modernste technologie voor de voorstellingen
van IMAX, het planetarium en lasershows
De voorstelling die we bijwonen gaat over doodgewone sardientjes, maar op het
reusachtige scherm dat de binnenkant bedekt geeft dat een enorm effect.
Ook gebruikt hij vaak het element water in zijn werken, zoals overvloedig bij
de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, en bij zijn vele bruggen.
De weerspiegelingen van de bouwwerken in het water zorgen voor een mysterieuze
uitstraling, en de weerspiegelingen zijn bedoeld als een deel van het kunstwerk .
Het ene gebouw is al ongelooflijker dan het andere.
Ook in België kan je trouwens een heel recente Calatrava bewonderen, met name
het nieuwe spoorwegstation van Luik, met een prijskaartje van 300 miljoen Euro!!
Wie betaalt dit?
En zelfs daar komen de treinen niet op tijd…
Vanuit welke hoek je ook kijkt, altijd ontdek je
nieuwe fantastische structuren.
Dit is het reusachtige paleis van de wetenschappen, waar we enkele uren
doorbrengen, om te kijken, maar ook om te DOEN.
Een van de blikvangers (ook letterlijk) is een waarheidsgetrouw model van het ISS,
het International Space Station.
De bewoners daar hebben stilaan een plannetje nodig om hun weg terug te vinden.
De reusachtige slinger van Foucault en nog een massa andere wetenschappelijke
proeven kan je bekijken of zelf doen. Hier blazen we even uit in een rustig hoekje
om te bekomen van alle merkwaardigheden.
Luc heeft nog genoeg energie om de strijd aan te gaan
met een verticale klimmuur, en tegelijk nog oog te hebben
voor de pers.
Hier verdiepen we ons grondig in een experiment uit de fysica.
Deze kleine blokjes moeten we zodanig leggen dat er een stabiele boog ontstaat,
die alle klompjes stevig bij elkaar houdt, zonder lijm of nagels, of wat dan ook.
Proberen maar. Gelukkig hebben we onze bril in de buurt.
We passen na zwaar hersenwerk de blokjes goed tegen elkaar, en zelfs in
de juiste volgorde.
Dan plaatsen we het bord voorzichtig vertikaal.
De parabolische boog blijft perfect staan.
Als Calatrava dat kan, dan kunnen wij dat ook.
De groene partij is ook vertegenwoordigd door een grote fan.
Volgens de traditie is een groene jongen altijd vredelievend en lief voor iedereen.
Tot iemand hem onverwacht op een gevoelige plaats raakt. Dan wordt het El Hulko.
Greta op haar beurt doet een gewaagde polonaise
met een rode Alien.
En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s
laat opladen, kan ik er maar beter mee ophouden.
Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.
23-12-2010, 00:00 geschreven door grob
10-12-2010
KOKENETEN: druipende vis à la Pollack
Wie kent deze waterige knaap? Niemand? Het is een koolvis.
Vanwaar hij zijn naam heeft is ook voor mij een volkomen raadsel.
Voor zover ik weet heeft hij niets te maken met de groenten, en zeker niet
met de kleine zwarte klompjes die je kunnen verwarmen in koude winters.
De koolvis (Pollachius ) is een vis uit de familie van schelvissen en kabeljauwen,
die vooral voorkomt in het hoge noorden van de Atlantische Oceaan .
Hoewel je volgens de foto zou denken dat het maar een soort sardientje is,
Wordt de koolvis gemiddeld 60 cm en kan een lengte bereiken van 130 cm.
Hij kan maximaal 25 jaar oud worden en tot 32 kg zwaar zijn.
De gemiddelde koolvis weegt toch zeven tot acht kilo, wat al een serieuze hap is.
Koolvis komt voor aan de Europese kusten van de Golf van Biskaje
tot Groenland, IJsland, Nova Zembla, de Witte Zee en de noordelijke Noordzee.
Aan boord wordt de koolvis onmiddellijk na de vangst schoongemaakt,
gefileerd en verpakt.
Door de nabijheid van de goede visgronden is hij in Rusland heel populair.
De koolvis is voor de beroepsvisserij van groot belang, want hij wordt massaal
industrieel verwerkt tot o.a. vissticks.
Vaste aanvoertijden kent de koolvis niet. Hij is het hele jaar door verkrijgbaar
in de vorm van diepvriesfilets. Je kan hem ook soms in zijn geheel kopen.
Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.
Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.
Wanneer het gaat om een verse filet , mag er geen vocht vrijkomen wanneer u
zachtjes op de vis duwt. U vindt koolvis meestal in de handel in diepgevroren vorm.
De Engelse naam van de koolvis is “pollack”.
Naast de vis “pollack” bestaat er natuurlijk nog een andere: Jackson Pollack,
wijlen de omstreden Amerikaanse kunstschilder.
Hieronder op de foto zie je ze samen. Jackson heeft, naar aanleiding van een
artikel in Time magazine voor de rest van zijn korte leven de bijnaam gekregen
Jack the Dripper. (Jaak de Druiper zouden wij zeggen).
Zeker niet te verwarren met Jack the Ripper.
Deze laatste was een Engelsman, en geen familie trouwens.
En nu komt het: toen hij nog werkloos en straatarm was, moest Jackson
van zijn vrouw helpen in de keuken.
Hij moest regelmatig de vis bedruipen, die in de oven zat.
Logisch, want het grote gevaar van een vis in de oven is, dat hij onvermijdelijk gaat
uitdrogen. Het ligt voor de hand dat het een pollack was, die de oven bevolkte.
Van toen af aan is hij ook spontaan zijn schilderijen beginnen bedruipen, zoals
te zien op de foto. Jack the Dripper had het gat in de markt gevonden!
Hij legde zijn canvassen plat op de grond, en bedroop ze van op afstand met verf.
Iedereen stond perplex van dit idee!
Je bent voor of tegen deze kunstenaar, maar bedenk wel dat het duurste schilderij
ooit verhandeld eentje is van deze JP!
Het doek “No 5.” uit 1948 is in november 2006 verkocht voor 140 miljoen dollar!!
Het meesterwerk “De Kindermoord in Bethlehem ” van de hand van onze Pieter
Paul Rubens staat slechts op de twaalfde plaats, met een schamele 76 miljoen.
Wil je de duurste geveilde schilderijen ooit eens bekijken, dat kan je via:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_duurst_geveilde_schilderijen.
Terug naar de keuken en naar de andere soort pollack.
Ik ga er een “koolvisfilet op Russische wijze” van maken.
Ook zal ik veel moeite doen om de vis regelmatig te bedruipen, maar toch
vrees ik dat het me niet gaat helpen om onbetaalbare schilderijen te maken.
Hier is toch maar het recept:
ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilets (koolvishaasje)
de visfilets met pezo bestrooien aan beide kanten
pezo
haal ze door de bloem en schud overtollige bloem er af
bloem
bak de vis in de hete olie aan beide kanten bruin
olijfolie
snijd de schoongemaakte paddenstoelen in plakken
200g champignons
laat ze smoren in dezelfde pan als de vis
boter
kook de aardappelen in de microwave in 6 à 7 ‘
300g vastkokende aardappelen
snij ze dan in reepjes van ongeveer een halve cm dik
2 hardgekookte eieren
verwarm de oven voor op 200°
20 cl zure room
snijd de hardgekookte eieren in dunne plakjes
geraspte kaas (bijv. Emmenthal)
wrijf een ovenvaste schaal in met boter
schik de gebakken vis op de bodem
bedek met paddenstoelen, eischijfjes en aardappelreepjes
meng de zure room met een wat bloem in een kommetje
schep dit zorgvuldig over de inhoud van de schaal
strooi geraspte kaas er over, en wat kleine stukjes boter
zet de schaal 20’ in de oven, met 5’ grill op het einde
dien op in de schotel; strooi er wat peterselie over
Na 25’ komt de schotel glunderend uit de oven.
Goed bedropen trouwens.
Het lijkt een beetje op een schilderij van Pollack,
maar ook weer niet te veel.
De geldelijke waarde van mijn product is niet zo groot,
maar het is wel beter verteerbaar.
Er horen nog wat druiperige groenten bij, die lauwwarm mogen zijn.
Je zou kunnen de volgende combinatie nemen:
ingrediënten voor 2
bereiding
200g sperzieboontjes
blancheer de boontjes 5’ in een ruime pan met kokend water
200g knolselder, in reepjes
blancheer ook de selder met citroen
sap van een citroen
(ofwel: maak hem zacht in de microwave)
pezo
laat de groenten uitlekken en enigszins afkoelen
doe de groenten in een slakom
dressing: 2 el olijfolie
verhit de olie in een pan en bak de ui glazig, blus met citroensap
1 rode ui, in reepjes
giet de warme dressing over de groenten
1 el citroen- of limoensap
en schep alles voorzichtig door elkaar
variant: vervang de boontjes door gesneden rode paprika
(op die manier heb ik het nu bereid)
Ik vind het uitzicht voldoende Pollackiaans door elkaar gemengd,
zodat de vis tevreden gaat zijn met zijn gezelschap.
Een smakelijk flesje Artes del Sur uit Argentinië
komt nog wat in de weg lopen, maar kan niet beletten
dat al het vorige op de tafel komt en stiekem verdwijnt
in de lonkende keelgaten van de bewoners van dit pand.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 80.
10-12-2010, 23:50 geschreven door grob
04-12-2010
Valencia (1): flaneren door de Turia
We vertrekken in Playa d’Aro aan de Costa Brava rond de warme middag,
met twee wagens pal zuidwaarts naar Valencia, met de zon van voor.
In l’Hospitalet, langs de Middellandse zee stoppen we voor een lunch langs de
autoweg.
We doen het rustig aan, want reizen is pas goed als je het langzaam doet.
Valencia is de derde stad van Spanje en heeft lange tijd in de schaduw gestaan
van het meer trendy Barcelona . Dat is inmiddels verleden tijd, zeker sinds de
nakende voltooiing van het futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias
(Stad van Kunst en Wetenschap).
Hopelijk duurt het niet meer zo lang als de Sagrada Familia in Barcelona,
waar men al honderd jaar aan werkt.
Valencia staat natuurlijk bekend om haar sinaasappels, paella en parelwitte
stranden, maar het is zoveel meer. De architectuur in het bijzonder is
adembenemend en toont veel sporen van Moorse en Mudéjar bouwstijl.
Net ten zuiden van de stad ligt het prachtige natuurgebied Albufera.
En niet te vergeten: elk jaar vertrekt hier begin december de stoomboot
naar het Noorden, met een beroemde passagier: Sinterklaas.
Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan men stellen, dat dit de enige
persoon is die van Spanje naar België reist in de winter.
Het is ook maar heel tijdelijk natuurlijk.
Zoals Barcelona zijn Ramblas heeft, heeft Valencia zijn Turia.
Ik denk trouwens dat langzaamaan Valencia Barcelona zal overtroeven
als bestemming voor een city trip.
Wat is de nog niet zo bekende Turia eigenlijk?
Je kunt het duidelijk zien op de luchtfoto hieronder.
Het is de (bijna) droge bedding van de (voormalige) rivier Turia ,
die dwars door het centrum van Valencia gaat.
Na een zware overstroming in oktober 1957, die grote schade aanrichtte in
Valencia en vele mensenleven kostte, werd besloten de rivier om te leggen
naar de rand van de stad.
Ex-dictator Franco wilde in het oude rivierbed een autosnelweg of een spoorweg
aanleggen, maar een burgerbeweging leidde er uiteindelijk in de jaren 80 toe
dat het gebied een groene bestemming kreeg.
In plaats van zware trafiek kreeg men een schitterende groene long dwars
door de stad.
Deze Jardines del Turia beslaan een oppervlakte van 110 hectare, en hebben
een lengte van ongeveer 9 kilometer. Deze groene long dient als ontmoetingsplek
en recreatiegebied en wordt veelvuldig gebruikt door joggers, fietsers en
wandelaars.
Het park herbergt vele plantsoenen, sportterreinen voor voetbal en tennis, fonteinen,
een botanische tuin, speelpleinen voor kinderen, zowel langs de 'oevers'
als in het park zelf.
Er zijn geregeld muziekuitvoeringen en andere culturele manifestaties,
soms heeft een circus er zijn tenten opgeslagen, of wordt er kermis gehouden.
Het is er altijd druk, maar minder dan op de Ramblas natuurlijk, en het is
de centrale ontmoetingsplaats voor alle Valencianen.
Naar verluidt is er zelfs tweemaal per jaar een optreden van Will Turia.
In Valencia kan je zelfs een fietstocht maken met (Nederlands sprekende) gids
die ook door de Turia gaat.
Op de kaart hierboven is het groene deel uiteraard de oude rivierbedding.
Van de ‘nieuwe’ rivier zie je nog een stukje gans links onderaan in het hoekje.
Hij is dus omgeleid naar de andere kant van de stad.
Waar de vroegere rivier de Middellandse zee bereikte is nu de commerciële en de
jachthaven uitgebouwd. Het bruine lijntje, dat voor een deel rond de jachthaven
gaat, (bovenste plas) en een stuk de oude bedding volgt, is het Formule 1 circuit
van Spanje. Vanuit de plas helemaal onderaan rechts vertrekt elk jaar de oude man
met de witte baard en de Zwarte Piet met de stoomboot naar het noorden.
Het middeleeuwse stadscentrum van Valencia ligt in de ‘elleboog’ van de Turia.
De oude bedding wordt op meerdere plaatsen nog altijd gedwarst doo r
de oorspronkelijke rivierbruggen, de ene nog mooier dan de andere.
Hier kijk je richting zee, met op de achtergrond een van de architectonische parels
van superarchitect Calatrava.
Je kunt via een video met de helicopter over de Turia vliegen, met de volgende link:
www.culturia.org/ . Klik op "Real Flight" onderaan en download.
Tussen de bruggen in zijn de verschillende stukken van het park ontworpen door
verschillende architecten. Grote speeltuin, sportvelden, grote water partijen,
romaans aandoende tuinen. Wat een mooi effect geeft dat om er door te wandelen.
Sommige delen zien er heel natuurlijk uit, en andere dan weer
prachtig aangelegd.
Met deze wetenschap op zak hebben we een boeking gedaan in hotel Abba
Acteon, vooral gebaseerd op de gunstige locatie: vier sterren, dicht tegen de Turia,
en slechts twee blokken verwijderd van de van de Ciudad de las Artes y las
Ciencias , maar dat is voor morgen.
Voorlopig, na de check in, wandelen we door de Turia, richting centrum.
Het weer is uistekend in de vooravond,
het water is koel, en de bruggen zijn laag.
Onze vrienden Danny en Luc testen met succes
de hoogte van een brug. Dwergen, smurfen en kabouters
moeten de rechterkant van het voetpad nemen.
’s Avonds worden de fonteinen individueel verlicht,
maar voorlopig hoeft het niet voor ons.
Sommige bruggen zijn wat hoger dan andere,
en kunnen dan dienst doen als klimmuur.
De Policia Local houdt onopvallend ook een oogje in het zeil
op de achtergrond, met de fiets of te paard.
Spontane muziek- en danssessies zijn er ook.
Hier overlegt men welk nummer men gaat doen.
De artiesten treden vooral op onder de bruggen,
om de klank beter vast te kunnen houden.
Sommigen gaan lekker uit de bol. Sfeer gegarandeerd.
De Turia is nooit volledig weg. Hier en daar
loopt hij in smalle kanaaltjes, op andere plaatsen
heeft hij een natuurlijk uitzicht.
Eigenaardige of eigenzinnige sculpturen
zijn verspreid over het parcours.
Na de lange wandeling wordt het tijd om de verbruikte energie
opnieuw aan te vullen, en gaan we in het oude centrum
op zoek naar een geschikt restaurant.
Het probleem is dat vóór 21 uur niets open is. Om kwart over negen gaan we
(als eersten) binnen in restaurant taverne l’ Alberreda , een echt Spaans resto.
We doen ons tegoed aan tapas en andere lokale specialiteiten.
En, wanneer we de zaak verlaten, staan er buiten twee obers op ons te wachten
die ons extra vertroetelen met twee keukenschorten van de zaak.
Ik denk er met veel genoegen aan terug.
04-12-2010, 00:00 geschreven door grob
26-11-2010
KOKENETEN: engeltjes te paard
In dit heerlijke en supereenvoudige gerecht gebruik ik marjolein als keukenkruid.
Het is interessant om daar even op in te gaan, want er bestaat nu eenmaal een
portie verwarring over marjolein, die ik meteen en definitief uit de wereld wil helpen.
Dit welriekende plantje (ook wel genoemd ‘echte’ marjolein) wordt wel eens
verward met een ander kruid, dat zijn blaadjes de hoogte insteekt onder de ook
heel bekende naam oregano .
Dit laatste staat eveneens genoteerd onder de naam ‘wilde marjolein’ .
Beide planten lijken erg op elkaar qua smaak en gebruik, maar er zijn wel degelijk
verschillen. De echte marjolein is namelijk een éénjarige plant terwijl oregano tot de
groep van de doorlevende en meerjarige planten behoort.
Deze laatste kan dus wel tegen een kouwelijke stoot.
De bladeren zijn breder en donkerder groen dan die van de teergevoelige
marjolein.
De smaak van oregano is iets pittiger, sterker en pikanter dan die van marjolein.
Je kunt je voorstellen dat de Italianen meer voor oregano op hun pizza voelen.
In mijn gerecht gebruik ik de echte marjolein, en daarover vind je hier nog wat
interessante informatie. Oregano is wellicht voor een volgende keer.
De (echte) marjolein is afkomstig uit het oosten van het Middellandse Zeegebied .
De plant is reeds sinds de oudheid geïmporteerd in Europa via Griekenland.
De Grieken hielden van de kruidengeur na een bad, als dan marjoleinolie op hun
voorhoofd en in hun haren gemasseerd werd.
Eerder al, in het oude Egypte, was het bekend dat oregano kon genezen,
desinfecteren en voedsel conserveren, en die kennis is sindsdien bewaard
gebleven. Echte marjolein werd in de Middeleeuwen in West-Europa ingevoerd en het was in
trek bij de chique dames "om in ruikers, kruidenbuiltjes en reukwatertjes te doen".
In het Duits heet het kruid ‘Gartenmajoran’ of ‘Wurstkraut’.
Andere namen in het Nederlands zijn ook: ‘majoraan’ en ‘palingkruid’.
Aan deze namen kan je al vermoeden waar het in de keuken van pas kan komen.
Marjolein heeft een intens aroma, dat aan tijm doet denken, maar zachter van
smaak en zoeter is. Het kruid wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van
worsten (vooral van de grill), maar past ook uitstekend bij peulvruchten ,
champignons, aardappelgerechten , slaatjes en in sommige kazen.
Maar het is ook lekker in zuurkool , gehakt , varkensvlees, vleespastei , vullingen voor
kip en kalkoen, wild en gevogelte, salades en kruidensauzen en op tomaten.
Zoutloze gerechten, die meestal heel saai zijn, krijgen meer pit dankzij marjolein.
Italiaanse pizza's krijgen bij ons als afwerking steeds een snuifje marjolein.
Kortom bijna alles kan er mee op smaak gebracht worden.
Marjolein laat zich ook uitstekend combineren met tijm, basilicum en look.
En die laatste combinatie met look zal ik vandaag met plezier toepassen in het
goddelijke gerecht “engeltjes te paard”.
Vanwaar deze hemelse naam komt weet ik niet, maar het klinkt wel smakelijk.
Hier is het recept, geschikt voor BBQ, ovengrill of tepanyaki, waarop ik het vandaag bereid.
Ingrediënten voor 2
bereiding
4 dunne varkensschnitzels
klop schnitzels plat en kruid met peper en zout
pezo
bestrijk vlees met de mosterd (met een mes)
el scherpe mosterd
meng look met koriander en marjolein/oregano
2 geperste looktenen of verse gesnipperde look
verdeel het mengsel over het vlees
1 el gehakte (peterselie of) koriander
rol de schnitzels stevig op en halveer ze
1 el gehakte marjolein (of oregano)
rol om elk stuk een sneetje spek of ham
8 dunne plakken ontbijtspek (of ham)
pel uien en maak ze halfgaar in micro met vocht
4 kleine uien of sjalotten
rijg uien en vlees aan pennen
bestrijk het vlees met wat olie
Als groenten: spinazie, champignons of salade
leg spitjes op de grill gedurende 10’ @ 15”
zorg voor een (mosterd)sausje
Op het volgende prentje ligt de mosterd al ter plaatse,
en lepel ik de kruidenmarinade over de platte vleeslapjes.
De schnitzeltjes worden gerold, gehalveerd, omzwachteld
met een spekje en/of Serranosneetje, aan pennen geregen,
gescheiden door halfzachte uitjes.
Een beetje olijfolie, geborsteld met een takje rozemarijn,
maakt ze immuun voor brandwondjes.
De pennen zijn van het XL formaat, maar de tepanyaki
kan ze moeiteloos opvangen en verwerken.
Een lekkere salade maakt dit gerecht compleet, voor degene die het eet.
Tafel en stoelen staan klaar en de bak- en eetpret kan beginnen.
Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit ‘Eten van Grill en BBQ, pag. 48’
26-11-2010, 00:00 geschreven door grob
21-11-2010
Over de grens, en in de Spaanse zon
Na de tweede nacht in Salers begint het te kriebelen om verder zuidwest te bollen.
We ontbijten met twee Parijzenaren, en genieten van de huisgemaakte yoghurt.
Maar voor we vertrekken willen we het middeleeuwse Salers wat meer uitkammen.
Het klinkt als een cliché, maar het lijkt of de tijd hier is blijven stilstaan.
De meeste huisjes lijken als twee druppels water op elkaar, dateren uit dezelfde
tijdsperiode, en zijn meestal ingekaderd in bloemen en planten.
Op de talrijke pleintjes zijn natuurlijk ook voorzieningen voor natjes en droogjes.
Alles is hier oerecht, en oerdegelijk. Zelfs eeuwenoude
houten deuren houden het nog uit. Dit was vakmanschap.
In sommige straatjes is er een insprong,
een steegje eigenlijk, waar dan aan het einde
meestal een origineel huisje staat, met kleine
raampjes en een dak van leisteen.
Het hooggelegen dorp Salers wordt omsloten door een pad met panorama.
In de vallei liggen enkele piepkleine gehuchtjes weggedoken.
Er zijn ook winkels in Salers. Niet echt supermarkten natuurlijk.
Achter de lantaarn heeft zelfs een bank postgevat.
De zichten op de huisjes lijken op prullige schilderijtjes,
die je kunt kopen op elke willekeurige vlooienmarkt.
Nochtans is dit echt, en de huisjes zijn
zelfs nog bewoond ook.
Het hele dorp doet ons denken aan het decor
van een film zoals men die gebruikt voor Dracula
of Frankenstein, of Sneeuwwitje. Wel heel sfeervol.
We hebben een toevalstreffer mee: het is vandaag marktdag in het dorp.
Op het centrale plein staan de marktkramen, en er is zelfs een heuse veemarkt!!
Het is al jaren geleden dat ik dat nog gezien heb.
De plaatselijke schonen poseren met veel
genoegen en flair voor de camera van Greta.
De koe wil ook eens in profiel op de foto, maar
de temmer heeft bezwaren tegen teveel beweging,
want de koebel gaat dan teveel lawaai maken
en de openbare rust verstoren.
Hij moet zwaar aan de bruinhuid sleuren
om ze terug in positie te krijgen.
Dit zijn de echte Salers koeien, befaamd in dit departement voor hun lekker vlees.
Ze lijken op het eerste zicht op de beter gekende Limousin runderen.
Let wel, links heb je een koe, en rechts staat een stier.
Ik hoop dat jullie aan de kop het verschil merken.
Hoeveel beesten staan er trouwens op de foto? Geen twee, maar drie!
Het bewijs zie je op de volgende foto.
Deze lieverdjes zien er erg vredig uit, maar wat lees ik van de week in de krant?
"ANDERLECHT - Een personeelslid van het slachthuis in Anderlecht is gekwetst geraakt
toen de politie op een ontsnapte stier schoot. De man is er niet erg aan toe.
Dinsdag is een stier erin geslaagd om te ontsnappen uit het slachthuis van A.
De hulp van de politie werd ingeroepen om het dier op te sporen en te vangen.
Toen de stier op een politie-inspecteur afging, loste die een schot. De kogel ketste af
en raakte een medewerker van het slachthuis. Die raakte daarbij licht gewond.
De stier kon uiteindelijk gevangen worden."
(ik heb de krantentekst aangepast, om het copyright te vermijden)
De eetbare dieren laten zich niet meer doen vandaag. Vorige week hadden we al
ontsnapte varkens in China, en nu weer een ontsnapte stier in Anderlecht.
Nu we Salers hebben uitgepluisd en uitgeplozen roept ons de horizon (en de zon).
We nemen de autoweg verder door het gebergte via Aurillac, richting Millau.
De laatste keer dat we hier waren hebben we van de brug niets gezien,
door de mist in en over de vallei.
Nu is de hemel puur blauw, en we stoppen en genieten op de parking
voor een foto van de hoogste brug ter wereld.
Ik herinner me nog levendig de tijd dat we, meestal achter een vrachtwagen,
een uur naar beneden moesten rijden, dan over de rivier, en dan weer een uur
naar omhoog om terug aan te pikken op de autoweg.
Aan de kant van de rivier, waar de twee hoogste pylonen staan, is de hoogte
344 meter boven de vallei, zodat de Eiffeltoren eronder kan.
De grens over in Le Boulou, Spanje in, en volop in de zon
maken we een stop in Playa d’Aro aan de Costa Brava.
Dit is een heel andere wereld dan de voorbije dagen.
We overnachten in het nieuwe en aangename hotel
Nautic Park, midden in het commerciële centrum
van de kustplaats.
Morgenvroeg zien we onze vrienden Danny en Luc,
die hier regelmatig in hun appartement verblijven.
Vanuit onze kamer hebben we een mooi zicht op het zwembad,
maar de tijd om op deze plaats te verblijven is kort uitgemeten.
Morgen vertrekken we samen met Luc en Danny voor drie dagen naar Valencia,
een van de belangrijke cultuursteden die we nog niet bezocht hebben.
De volgende dagen zullen we er meer over weten. We zijn er klaar voor.
21-11-2010, 18:15 geschreven door grob
13-11-2010
KOKENETEN: een medaillon, maar niet van karton!
Vandaag bereiden we iets heel lekkers met medaillons,
versneden uit een varkenshaasje, met salie als smaakmaker.
Iedereen is natuurlijk van mening dat hij/zij alles weet
over varkens, maar niets is minder waar natuurlijk.
Lees maar even verder.
Het gewone tamme varken dat ons zoveel eetplezier geeft, is afkomstig
van het wilde zwijn , dat al 5000 tot 6000 jaar geleden gedomesticeerd werd.
Daarnaast is er het everzwijn of wild zwijn, maar dat staat vandaag niet
op het menu. Volgens Wikipedia (en die kunnen het weten) leven in Nederland
ruim 11,6 miljoen en in België 6,7 miljoen varkens.
Ik heb altijd al vermoed dat in Nederland meer varkens rondlopen dan in België,
wat nu ook bevestigd wordt door een neutrale bron.
Je bent zeker ook van mening dat je al de specifieke namen kent voor varkens?
Even een test. Een jong varken wordt een big genoemd, een vrouwtjesvarken
een zeug en een mannetjesvarken een beer.
Dat weet iedereen natuurlijk. Maar dan: een barg of borg is een gecastreerd
mannetjesvarken. Een gelt is een vrouwtjesvarken dat nog niet geworpen heeft.
Keu is regiolect of dialect voor jong varken.
Ik neem zelf regelmatig een keu ter hand, maar dat is dan om mee te biljarten.
In grote delen van de wereld zijn varkens verwilderd geraakt (zoals in Nie uw-
Zeeland en eilandjes in de Stille Oceaan ). Vroege Westerse zeevaarders,
vooral Nederlanders, hebben bewust varkens uitgezet, bij voorkeur op eilanden,
om een duurzame voedselvoorraad te garanderen, voor wanneer ze
de volgende keer langskwamen . De varkens hebben daar grote ecologische
schade toegebracht en doen dat in vele gevallen nog steeds.
De meeste mensen weten natuurlijk wel dat varkens worden gebruikt voor
het opsporen van truffels en drugs , wegens hun ontwikkeld reukorgaan.
Let wel, dit laatste mag je nooit gebruiken als stopcontact.
Maar hier is nog een merkwaardig, meestal onbekend weetje over varkens:
volgens het bijgeloof kunnen mensen die varkenshersenen eten
geen leugens vertellen.
Let dus volgende keren goed op als je aan tafel gaat, wat er op je bord ligt.
Met mijn gerechtje moet je niet ongerust zijn: geen varkenshersenen op het menu,
maar wel een onschuldig “varkensmedaillon met salie op een groen bedje”.
ingrediënten voor 2
bereiding
een varkenshaasje voor 2 personen
was de aardappelen en doe ze in een kleine plastic kom
400g diepvriesspinazie
doe hierin een lekje water en bedek met plasticfolie
1 lookteen (Spanje: jonge lookscheuten)
zet de aardappelen in de microwave, zet hem 8’ op max.
1 takje salie (6 blaadjes)
hak 4 blaadjes salie zeer fijn, snijd het haasje in stukken
100 g roomkaas met kruiden
bak de varkenshaasjes naar eigen smaak op laag vuur
pezo
kruid ze met pezo, strooi er de gehakte salie bovenop
cayennepeper
blus zo nodig met wat water
citroensap
bak tegelijk de look licht aan in olijfolie
olijfolie
voeg de spinazie toe zonder te ontdooien
2 grote ongeschilde aardappelen
zie verpakking: normaal moet ze +/- 8’ op het vuur
intussen de spinazie goed roeren
kruid met pezo en wat cayennepeper
leg de warme spinazie centraal op een bord
besprenkel de varkenshaasjes met citroensap
leg de versneden haasjes op de spinazie
verdeel het roomkaasje boven op het vlees
snijd boven in de aardappelen een gleuf van 1 cm breed
leg hierin wat van de roomkaas en dien alles op
versier elk bord met een blaadje salie
Terwijl het haasje, versneden in medaillons murmelend staat te bakken op laag
vuur, moet af en toe in de spinazie geroerd worden.
Intussen zijn ook de aardappels gaar, met hun levendig
laagje roomkaas er bovenop.
Het flesje vino tinto staat ook al klaar.
Nog even controleren of het varkentje
niet van de tafel wil springen.
Alles is in orde. Het ziet er goed uit.
Lekker is het zeker, gemakkelijk te maken, en snel klaar.
Wat wil je nog meer?
Gisteren stond in de krant “Het Laatste Nieuws” de volgende kop:
Ontsnapte varkens hinderen verkeer in China.
Het is een aardig artikel, met grappige foto's, maar omwille van het copyright
mag ik die niet weergeven natuurlijk.
Een ding kan ik jullie wel bevestigen: mijn varken is niet kunnen ontsnappen.
Bye bye!!
13-11-2010, 00:00 geschreven door grob
06-11-2010
Op de Puy de Dôme groeien geen bomen
Tijdens onze toeristische vakantietocht van België naar
Andalusië verblijven we zoveel mogelijk in Bed & Breakfasts,
vooral in Frankrijk.
In de Auvergne is de keuze gevallen voor een tweenachtelijk
verblijf in Salers, ook weer eens een van de “100 mooiste
dorpen van Frankrijk”.
We logeren in de Chambre d’hôte du Haut Mouriol, aan de rand van het dorp,
bij Eliane Vantal, te vinden op www.salers-chambres-hotes.com .
Gezien er niet veel volk is, zoals gewoonlijk, kan ik de kamer kiezen.
Ik reserveer vooraf de Chambre Bleuet, met aparte bedden.
De volgende morgen gaan we op pad met de wagen naar de top van de Puy Mary,
één van de 60 tot 70 vulkanen die het “Parc Naturel Régional des Volcans
d'Auvergne” rijk is.
Elk jaar komen hier 600 000 bezoekers langs, en dat enkel in de periode van mei
tot einde oktober. Hier zit natuurlijk het risico, omdat we nu al half oktober noteren.
De weg is meestal zeer smal, en slechts geschikt voor één wagen.
Om de 300 meter zijn er nissen om elkaar te kunnen kruisen.
Tijdens de beklimming zien we op de smalle weg een skiër, met ski’s op rolletjes.
Je kunt, als je geluk hebt, over de Puy Mary rijden via de “ Pas de Peyrol “ op
1589 meter hoogte, de hoogste pas van het Centraal Massief en het hoogste punt
van het departement Cantal.
Een beetje verder rijden we voorbij de bareel, die omlaag gaat over twee weken,
en de weg zes maanden zal afsluiten voor alle verkeer.
Ik had op de Puy Mary een wandeling voorzien, kort maar zeer steil naar de top.
Als we op de parking aankomen, is het mistig, en geeft de thermometer +2°C aan.
Voor dit soort klimaatomstandigheden hebben we geen kleren!!
In de Cantal kan je alle kanten uit, maar dat is vooral prettig als het weer goed blijft,
én op voorwaarde dat je niet te hoog gaat.
Honderden meter lager is alles weer perfect.
We doorkruisen lieflijke Breugeliaanse dalletjes in de buurt van het dorpje Anjony.
Het dorpje ligt op een bergflank, en bloemen tieren welig.
Mensen zijn er niet te zien.
Zoals het een Frans dorpje betaamt, heeft het zijn eigen plaatselijk kasteel.
Merkwaardig is hier de aparte vorm: vier gelijke hoge torens, vlak naast elkaar.
Het lijkt bijna een reusachtig kegelspel.
Het kasteel is momenteel op dit uur niet bezoekbaar, maar dat geeft niet.
We hebben er al veel gezien, en vooral de wandeling er naartoe is ontspannend.
Auvergne is natuurlijk de streek van de vulkanen en andere oeroude bergen,
waartussen talloze rivieren kronkelen, en valleien hebben uitgesleten. Hier en daar
mag een vulkaantje op de gevoelige plaat, zolang het maar niet begint te spuwen.
Sommige vulkaankraters zijn waterdicht, en dus ontstaan er heel wat ronde meren,
gevuld met eeuwenoud regenwater.
Zelfs aan de senioren wordt af en toe gedacht! Bewonder het machtige,
wisselende vulkaanlandschap van op een zitbank in volle natuur.
Het landschap is werkelijk pakkend, door de enorme ruimte, en het spel van zon
en schaduw, gecreëerd door de supersnel bewegende wolken.
Voor de jongere generatie valt er ook een en ander te
beleven in volle natuur.
Wijzelf hebben enkel zin in een rondje benji-jumpen, maar
de stand is nu niet open. Je zal maar pech hebben.
De bekendste vulkaan, onder meer uit de Tour de France,
is de Puy de Dôme.
Hier is eigenlijk de carrière van Eddy Merckx geëindigd,
toen hij van een kwaadwillige toeschouwer tijdens de harde
beklimming een harde stomp in de lever mocht incasseren.
De kale granieten spuwberg heeft een restaurant en toeristische
accommodaties boven op de top, op een 1000 meter hoogte.
De laatste uitspuwing van deze knaap was in 4040 vóór Christus.
Enkele jaren later, in 1956 na Christus, werd er een pyloon
van 73 meter hoogte geïnstalleerd, voor het doorsturen van
radio- en Tv-programma’s.
De pyloon is van heel ver herkenbaar.
Net als de Mont Ventoux is de Puy de Dôme heel populair bij
veel afgetrainde fietsers.
Er zijn drie varianten mogelijk voor deze stoere beklimming.
Voor wie er wil aan beginnen geef ik een paar tips: de beklimming is mogelijk
van de eerste maart tot 31 december, enkel op woensdagen en zondagen.
Je sportieve conditie moet wel bovennatuurlijk in orde zijn: je moet hellingen
kunnen beklimmen van 12 tot 14% over 4.2 km.
Een uurtje verblijven op de top is fantastisch, met 360° zicht op alle vulkanen
in de omtrek, en de Michelinstad Clermont Ferrand.
Als je naar de Puy de Dôme wil gaan met de wagen, of het fietstochtje
naar boven wil doen, doe het dan maar in 2011.
Als je nog langer wacht worden alle wegen onherroepelijk afgesloten.
De fietspaden gaan dicht, en op de plaats van de gewone weg komt een
tandradbaan.
Vanaf juni 2012 kan je enkel nog naar boven met de “Panoramique des Dômes”,
een stille en ecologische trein, die gans het jaar door zal rijden.
Het zal de eerste nieuwe tandradbaan zijn, gebouwd op een bergsite in meer
dan honderd jaar.
De trein zal aankomen in een ondergronds station, en de huidige autoparking
wordt opnieuw natuurlijk beplant.
Het is meteen de laatste keer dat Greta de top van de Puy en de wijde omgeving
in zijn huidige gedaante kan bekijken, en ze geniet ervan.
Een ander interessant plaatsje is het hooggelegen stadje Murat.
Het is gebouwd op drie rotsen die fungeerden als schouwen
van de bijbehorende vulkaan.
Wat onmiddellijk opvalt, zijn de overal aanwezige bloemen,
aan elk authentiek huis en op de openbare pleinen en straten.
De middeleeuwse sfeer is gebleven omdat deze bergstreek
lang was afgesloten van de buitenwereld. Men kan langs
alle kanten fotogenieke plekjes zoeken en ook vinden.
Tijdens de middeleeuwen werden vele kerken in de streek
bezet door monniksoldaten van de Maltezerorde of de Tempeliers.
Geestelijken hebben blijkbaar door alle eeuwen heen ook minder vanzelfsprekende
activiteiten uitgeoefend.
Na de uitgestippelde wandeling van de toeristische dienst, doorheen de
middeleeuwen, bekijken we of het “Grand Café” op het marktplein,
ook iets te bieden heeft.
En inderdaad, naast Leffe van het vat, is er de enige echte Hoegaarden,
die hier zelfs exclusief in drie verschillende formaten wordt geserveerd,
met ijskrabber inclusief, en van het vat natuurlijk.
Hier hebben de Tempeliers zeker pap van gegeten, want
volgens de affiche is het biertje al beschikbaar sinds 1445.
De keuken van de Auvergne is rijk aan vlees, boter, kaas en sauzen.
De reden hiervan zie je hieronder: het Salers koeienras, trouwens sterk
l ijkend op Limousin runderen.
Typisch streekgerecht is de Aligot, een aardappelpuree verrijkt met kaas en room.
Nog zoiets lekker is de Truffade , gebakken aardappelen in gesmolten kaas.
Beide gerechten worden geserveerd bij zowel vlees, gevogelte als vis.
De Cantalkaas die men hiervoor ten overvloede gebruikt is ook een van de vele
lekkere soorten van Frankrijk.
Hoog tijd dus om die specialiteiten uit te testen. Op advies van onze BB gastvrouw
gaan we naar het dorp in het gezellige restaurant “Le Baillage” om de plaatselijke
lekkernijen uitvoerig te proeven.
Na vier gangen - voor 25€ - in dit voortreffelijke restaurant, met onberispelijke
service, zijn we zeer tevreden klanten.
Omdat het nu al laat is, en Seniorennet momenteel slechts 20 foto’s toelaat,
is het tijd geworden om te stoppen.
We kunnen onze tweede Saleriaanse nacht met rustig gemoed tegemoet zien.
06-11-2010, 00:00 geschreven door grob
27-10-2010
KOKENETEN: aan cayenne kan je altijd wennen
We zijn met de wagen goed aangekomen in het Spaanse Andalusië,
de avond van 23/10/10.
Om dat te vieren, en om voor mezelf wat achterstand in te halen in het cuisineren,
ga ik maar vrij snel aan de slag. Ik mag dus de spits afbijten van het koken.
Aangekomen op zaterdagavond, en met zondag de winkels dicht, is het voor
maandag 25/10.
Een paar flinke filets van heilbot, “halibut” in het Spaans, en wat gezonde groenten,
en we zijn weer vertrokken. Het gerecht wordt pittig gemaakt met cayennepeper,
en ziehier nu een woordje uitleg voor wie dit pikante poedertje niet dikwijls gebruikt.
Cayennepeper is een gemalen gedroogde Spaanse peper , die in de keuken
gebruikt wordt als specerij. Het is vernoemd naar de Zuid-Amerikaanse stad
Cayenne , de hoofdstad van het Franse Overzeese Departement Frans-Guyana .
Het bezit een aantal eigenschappen die de gezondheid positief beïnvloeden.
Cayenne raakte in zwang door toedoen van de Amerikaanse dokter Samuel
Thompson, als eenvoudig middel tegen gevaarlijke Zuid-Amerikaanse koortsen.
Hij schreef grote doses voor om de tropische koorts te laten uitzweten. Het kon
hem een worst wezen dat het haar van zijn patienten loodrecht op hun hoofd stond.
De scherpte van de specerij stimuleert de vorming van speeksel en daardoor
bevordert het de menselijke spijsvertering.
Onderzoek heeft aangetoond dat cayennepeper ook helpt de eetlust te
onderdrukken en zo dus overeten onderdrukt. Recente testen geven ook aan dat
cayennepeper de ontwikkeling van vetcellen tegengaat.
De stof die daar verantwoordelijk voor is in cayennepeper, heet capsaicin .
Studies uit Japan onderschrijven dat capsaicin werkzaam is tegen prostaatkanker.
Vandaag worden crèmes van cayenne ook als pijnstiller in ziekenhuizen toegepast.
Cayenne is wel geschikter voor volwassenen - en senioren - dan voor kinderen.
Was steeds je handen na aanraking met cayenne, wrijf niet in de ogen.
Cayennepeper maakt men uitsluitend van een bepaalde soort Spaanse pepers.
Deze soort behoudt ook na het drogen zijn rode kleur. Na de droging worden de
pepers vermalen tot het scherpe poeder dat we kennen als cayennepeper.
In de VS vermijdt men best de aanschaf van cayennepeper, die afkomstig is van de
specerijenafdeling in de supermarkt. De meeste kruiden en specerij en worden
daar namelijk bestraald waardoor alle goede eigenschappen verdwijnen.
In de EU is het nog zo ver niet, maar door de geplande invoering van de
Europese “Codex Alimentarius ”, komt hier mogelijk verandering in.
Je kunt misschien beter overwegen je eigen plantje cayenne te
kweken, wat vrij gemakkelijk gaat in een bloempotje.
Bewaring: cayennepeper blijft lang houdbaar, en dat is
maar goed ook, want het is geraden het liefst enkel in kleine
hoeveelheden te gebruiken.
Cayennepeper wordt courant gebruikt bij de productie
van tabasco en chilisaus .
Je kunt het in de keuken gebruiken om vlees- en visgerechten,
pasta's en soepen mee te kruiden.
Ook in eiergerechten past cayennepeper uitstekend.
Ik verwerk het vandaag in een eenvoudig visgerecht.
Lang geleden dat ik hier in de keuken gestaan heb, en het
duurt wel even om al het gereedschap te vinden in de kast.
Ook met mijn keukenschort lig ik een beetje overhoop,
nu ik zelf de foto zie.
Nadat het visje aan beide kanten lichtbruin is gebakken, zet ik het tijdelijk
in de oven op 70°, zodat het geen kou krijgt, of de Spaanse griep .
Er staat op het menu: “gebakken heilbot met tomaten en paprika” .
Dit is een universeel gerecht, maar met veel Spaanse accenten.
Heel eenvoudig te maken, en heel gezond.
Het komt van bij de Weight Watchers, waar wij heel veel sympathie voor hebben.
Hier is het recept:
ingrediënten voor 2
bereiding
1 volwassen rode paprika
blancheer de tomaten 1’, ontpel, verwijder zaad, hak in stukjes
olijfolie
blancheer de peper 5’, pel hem boven een kom
350g zeevisfilet (hier: heilbot)
vang het paprikasap op in de kom, verwijder steel en zaadjes
1 ui fijngehakt
snijd het vruchtvlees eveneens in stukken
2 lookteentjes, fijn gesnipperd
verhit de olie in een grote antikleefpan
3 middelgrote tomaten
bestrooi de visfilets met bloem, en klop de bloem er af
citroensap
bak de vissen aan elke kant gedurende 3 à 4’
2 el fijngehakte platte peterselie
als ze lichtbruin zijn, leg ze dan op een schotel
zout en cayennepeper
fruit ui en look 1 à 2’in dezelfde pan, voeg eventueel wat olie toe
als de ui zacht is, voeg paprika, paprikasap en tomaten toe
doe er nog bij: citroensap, peterselie, zout en cayennepeper
zet de warmtebron iets lager, dek de pan af
laat het geheel 5 à 7’ zachtjes koken, roer af en toe in de pan
leg de visfilets terug in de pan, en warm ze nog even op, 1 à 2’
Het visje is gebakken, en alle andere ingrediënten liggen gezellig samen in de pan,
en koesteren zich op de vurige plaat.
Het deksel vliegt al onderweg om de pan af te sluiten.
De visjes er nog even bij, en alles mag samen op de tafel.
Het is nu acht uur in de avond van 25 oktober, ongeveer 20° buiten op het terras,
en Greta is thuisgekomen, rechtstreeks van de bridgetafels.
Da Daaang!!!
De deksels gaan van de potten, en we kunnen er aan beginnen, bij kaarslicht.
Kaarsje, eigenlijk.
Greta vindt het resultaat een beetje pikant.
Een tegenslag natuurlijk, maar één ding is zeker: haar vetcellen worden in bedwang
gehouden, haar spijsvertering verbetert, en ze zal de volgende dagen zeker geen
koorts krijgen.
En ook de kans dat ze prostaatkanker krijgt is sterk verkleind.
Je moet er iets voor over hebben!
Buen apetito.
27-10-2010, 00:00 geschreven door grob
18-10-2010
In oktober geen chichi in Vichy
Heel binnenkort vertrekken we weer naar Spanje, laten we zeggen: woensdag.
Enkel Sennet Live en de Actief50 beurs van Seniorennet stonden nog in de weg.
In het verslag van de beurs op de home page van Sennet lees ik dat er nu al
18246 verschillende blogs leesbaar zijn .
Eentje daarvan is het mijne, dit dus, en dus moet ik maar nog een klein stukje
neerpennen, of neertoetsen, hoewel de neuzen van mijn schoenen al gericht zijn
op het zuiden van Spanje.
Greta heeft gans het weekend in Genk haar Photoshop volop kunnen
demonstreren en promoten met haar collega’s , en ik mocht intussen de nieuwe
VIP Oxypass “aanprijzen”.
De tweede dag had ik de eer en het genoegen als enige de boeken van Pascal
Vyncke te mogen verkopen, in aanwezigheid van de Grote Voorman.
Het is een toffe gast, maar hij mag zijn half lege colablikje niet meer laten staan! Hij was wel grieperig, misschien komt het daarmee.
Bericht aan de kopers van zijn boeken:
zorg ervoor dat je de binnenkant van pagina 3, waar hij zijn opdracht heeft gezet,
grondig spoelt met water, om de bacteriën weg te krijgen.
Zoniet ga je ook griep krijgen.
Terug naar ons onderwerp: in en door Frankrijk 2009.
Vorige reportage uit de Franse Auvergne, waar je helemaal in het Centraal Massief
zit, was gestopt bij het vertrek vanuit de B&B La Chèvre Noire in Montoldre.
“De Zwarte Geit” ligt nu achter de rug en achter de bergen, en we rijden verder
naar het hart van het Centraal massief.
Daar wacht ons, voor twee nachten een andere B&B, die ook nieuw is voor ons.
Hij ligt in aan de rand van het dorpje Salers, een van de “100 meest schilderachtige
dorpen van Frankrijk”.
Door het mooie weer (in de valleien althans!) aangespoord, doen we een aanbevolen
rondrit in een streek, die zeer schaars bewoond is.
We stoppen eerst in een piepklein dorpje, met een rasechte Franse naam: Billy.
In Billy weten de bloemen nog niet dat het half oktober is, en bloeien rustig verder
in stille schoonheid.
Mooie villa’s sieren de wandelweg naar het kasteel.
Iemand heeft moeite gedaan om een aanzet te geven aan het aanduiden van de
openingsuren, maar heeft het halfweg opgegeven.
Het is nu gesloten, maar de toeristen zijn ook al weg natuurlijk, behalve wijzelf.
De temperatuur is ideaal, de zon schijnt, en zelfs het kasteel staat te genieten.
Een mooie lokkende Billyaanse jonkvrouw staat me op te wachten aan de
kasteelpoort, maar ik laat me niet zomaar binnenpraten.
Billy ligt op de weg naar het mondaine Vichy, en dat is natuurlijk andere koek.
Het is een oord van bronwater en van prestige.
De huizen in het centrum stralen Franse grandeur af, en dateren meestal van einde
19de , en prille begin 20ste eeuw.
Veel Art Nouveau elementen vind je terug over de ganse stad.
Zoals in elk kuuroord is er natuurlijk een Casino, waar het op dit moment
volledige rust is.
Het casino ligt aan een park, het Parc des Sources, dat in opdracht van Napoleon I
werd aangelegd. Er omheen lopen oude ijzeren galerijen zodat je eventueel droog
van het Casino aan de ene kant naar het badhuis aan de andere kant kunt lopen.
De straten tussen het Casino en de Allier, de plaatselijke rivier, zijn ook de moeite
waard om eens door te kuieren. Je kunt je hier vergapen aan de prachtige oude
villa's en wegdromen in de sjiek van weleer.
Vichy moet je gewoon op je eigen manier, al wandelend ontdekken.
Lekker slenteren door de straten, af en toe een bankje in het park om weer
even bij te komen. Verzin het zelf maar. Een goed begin is natuurlijk altijd om even
binnen te lopen bij het Office du Tourisme, wat we uiteraard gedaan hebben .
Vichy is een “ville fleuri” met 4 sterren. Dat komt vooral omdat keizer Napoleon III
een prachtig park heeft laten aanleggen. Je kunt er heerlijk wandelen en van
het zonnetje genieten.
De meeste bloempjes beginnen wel weg te kruipen, behalve bij zonnig weer.
Je bent er omgeven door ca 20 hectare bomen, planten en bloemen waaronder
diverse uitheemse en exotische planten.
Villa’s aan de rand liggen tussen het groen. Het is het Knokke-Zoute van Auvergne.
Er zijn een paar routebeschrijvingen te krijgen om te wandelen die je langs
de mooiste punten van de stad brengen. Er loopt er een door het Quartier Thermal.
Een andere brengt je door de oude stad. Vanaf het Casino lopen we via een mooi
park naar de Allier, de plaatselijke rivier en ook de naam van het departement.
Een prachtige herfstwandeling door een dreef in het warmende zonnetje doet deugd.
Langs de Allier lopen wandelpaden, en aan de overkant van de rustige rivier
is een paardenrenbaan en een golf. Minder kan natuurlijk niet.
Terug richting stad komen we langs de Source des Célestins , zoals we kunnen
aflezen boven de ingang. In België hebben we Spa Barissart, als meest bekende
bron, en hier is het dus Célestins.
Aan de binnenzijde van het gebouw is het heel luchtig, en opgebouwd met
Art Nouveau elementen.
Vichy staat al sinds de Romeinen bekend om de warme bronnen die tegen allerlei
ongemakken (zouden) helpen.
In de tijd van Napoleon III werd Vichy omgebouwdd tot een ruim opgezette stad.
Tot een eind in de 20e eeuw was het een geliefd ontmoetingspunt van
de upperclass van Europa. Vichy kent diverse kuuroorden en natuurlijk
is het bronwater ook in flessen verkrijgbaar.
Nog leuker is het om met je lege flessen naar de Source Célestin te gaan.
De bronnen geven hier hun heilzame water af via bronzen kranen die voor
het publiek zijn opengesteld.
Dit is dus geen WC die niet is doorgespoeld!
Er staan hier verschillende batterijen van tapkranen naast elkaar.
Ook op het gebied van water is er gelijkenis tussen Vichy op Knokke: zeewater
geschept in Knokke smaakt net hetzelfde als het flessenwater van Vichy.
Hier zie je trouwens op de achtergrond een proefpersoon (letterlijk), die het water
getest heeft, en nu steun zoekt, wegens een wrang gevoel in de maag.
Het zijn trouwens hypocrieten in Vichy.
Waar ze de (rijke) mensen zogezegd van kwalen,
zoals artrose enz willen afhelpen,
met hun spa’s en hun flessenwater,
zetten ze aan de andere kant de patiënten aan
om te roken, wat ook weer niet de gezondste sport is.
Deze gevel in het centrum is wel komisch, want de onderste verdieping is geschilderd.
De kerk is zeker interessant voor een kort bezoek.
Ze is heel donker, en daardoor komen de brandglasramen,
als de zon schijnt, goed tot hun recht.
Speciaal voor de dames: je voelt je opnieuw dertig,
na het gebruik van de gepaste huidproducten uit het
gamma van Vichy. Vrouwen onder de dertig blijven er
dus maar best af, want die gaan een slechte zaak doen.
Soms krijg je zelfs de indruk dat de Fransen
houden van Amerikanen.
Zelfs hun eigen (ex!) Napoléon III moet wijken
voor de Yankees.
Dit is dan het voorlopige afscheid van Vichy.
Ondermeer omdat momenteel Seniorennet slechts 20 foto’s
toelaat per aflevering.
Daarenboven moet ik nu dringend de valiezen pakken.
Woensdagmorgen 20/10 vertrekken we met de wagen
richting Marbella.
Misschien komt er nog een live verslag onderweg,
speciaal voor jullie!.
Tot zeer binnenkort!
18-10-2010, 00:00 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord