WIE ZIJN WIJ? Mijn vrouw en ik zijn twee “oudere” senioren met een jong hart, vier kinderen en dertien kleinkinderen. We zijn beiden lid van een tafeltennis- en een wandelclub, genieten van klassieke muziek en moderne kunst. Ik speel af en toe piano in een nostalgisch salonorkestje, lees en praat graag over het heelal en ben sterk geïnteresseerd in veel aspecten van de Nederlandse taal en verkeers(on)veiligheid. Verder ben ik sinds 1995 bestuurslid van een zogenaamd "OKRA-trefpunt", een lokale afdeling van de grootste seniorenbeweging in ons land Vrouwlief schildert en tekent niet alleen, maar is ook een creatieve kokkin, houdt van bloemen en onderhoudt de tuin, naait graag en maakte vroeger avontuurlijke exploratiereizen naar Nepal, India, Mongolië, Atlasgebergte, … (is daar op mijn aandringen in 2005 mee gestopt). Ze leest snel en veel en houdt van Franse films.
oma tussen haar verfjes, kwastjes, papier, doek, javel enz.
Sommigen noemen me een kommaneuker (muggenzifter). Of ik die bijnaam verdien, moeten mijn bezoekers maar beoordelen. Op dit blog wordt in elk geval niet geneukt, misschien wel geluld (voor het eerste bestaan andere wipsites, pardon, websites). Op dit blog schrijf ik zowel persoonlijke “dagboek-notities” als commentaren, ernstig of luchtig, op uiteenlopende onderwerpen. De afbeeldingen zijn – tenzij anders vermeld – meestal geschilderd of op computer getekend door mijn echtgenote, waarbij haar 12 jaar academie-opleiding en workshops goed van pas komen. Tot eind 2008 toonde ze haar creaties trouwens op een eigen blog: http://blog.seniorennet.be/computeroma maar ze ziet meer in één gezamenlijk blog voor ons beiden.
30-08-2006
stilte voor de storm?
Ondanks het nu al weken durende kl****weer (is dat woord nu met of zonder tussen-n?) hebben we gisteren dinsdag een van de maandelijkse dagwandelingen gemaakt van OKRA-regio Waas en Dender (vroeger KBG).
Deze keer trokken we met zo’n twintig man naar de Vlaamse Ardennen, om precies te zijn de streek van Kwaremont. Meestal zijn we talrijker maar het verwachte rotweer had allicht velen thuis achter de geraniums gehouden. Helemaal ongelijk hadden ze niet want de paraplu’s kwamen regelmatig boven en bovendien hebben we nog maar zelden door zo veel modder moeten banjeren (of mogen?, voor mensen met speciale neigingen…). Heel wat wasmachines zullen ’s avonds op volle toeren gedraaid hebben; broeken stonden stijf van de opgedroogde modder, om van de bottines nog maar te zwijgen. Maar anderzijds was er toch ook regelmatig een warm zonnetje en ook de charme van het prachtig glooiende landschap en van de altijd deugddoende sociale contacten.
Voilà, dat was maar een kort stukje vandaag, maar zet u schrap tegen komende zaterdag. Ik ben bijna klaar met een kanjer van een column over een leuke (vind ik zelf) avontuurlijke belevenis tijdens een van onze Zwitserse zomervakanties in de jaren ’80.
TOE(kom)MAATJE. Ik heb onlangs Tom Boonen onrecht aangedaan door hier te schrijven dat ik zijn excuus voor zijn opgave in de RvF een beetje kinderachtig vond: hij had toen gezegd dat de ritten te zwaar zijn. Ik schreef dat zijn uitleg mij geloofwaardiger had geklonken als hij dat had gezegd vóór de Ronde i.p.v. nà zijn opgave. Nu vernam ik dat hij dat wel degelijk ook al vóór de Tour had gezegd. Dus Tommeke, als je ooit dit blogje onder ogen krijgt (die eer zal me wel niet ten deel vallen!!!): SORRY dan, hé.
Wat u in mijn VOLGENDE KOMMA kunt lezen (of overslaan!) heb ik hierboven al aangekondigd. Ik kan nu alleen maar besluiten met: hopelijk tot zaterdag a.s. !
Ik had eerst wat anders in petto maar het wordt niet Petto maar Pluto. U, ik, scholen en een hele kudde wetenschappers dachten altijd dat Pluto de kleinste planeet van ons zonnestelsel was maar nu is gebleken dat het ding helemaal geen planeet IS! Dat hebben geleerderikken van de Internationale Astronomische Unie (IAU) namelijk ontdekt.
Wablief, ‘ontdekt’? Niks, niente, nichts, rien, nothing!! Niks ontdekt dat ze nog niet wisten. Neen, de heren en dames van de IAU vonden het gewoon leuk om eens te bekvechten over de status van Pluto: is het ding wel groot genoeg om planeet genoemd te worden?
Na verhitte discussies (zo lees ik in de kranten) beslisten de IAU-kommaneukers dat Pluto geen planeet meer is. Geen ontdekking van onbekende eigenschappen dus, maar gewoon een beslissing: voortaan noemen we Pluto een ‘dwergplaneet’ in plaats van een planeet, ook al is er niks veranderd in zijn grootte, zijn massa, zijn afstand, snelheid, uitzicht of samenstelling. (Zoals vroeger mensen met een handicap gewoon ‘gehandicapten’ waren maar plotseling ‘mindervaliden’ of – liever nog – ‘andersvaliden’ werden, zonder dat er ook maar iets veranderde aan hun euh … handicap).
Maar goed, het is nu eenmaal zo en dus zijn de bestaande handboeken niet meer juist. Maar om nu te klagen dat die niet meer bruikbaar zijn, dat vind ik net zo goed kommaneukerij! Met een simpel A4-tje kunnen ze toch waarom Pluto geen ‘planeet’ meer is…
TOE(kom)MAATJE. ‘Mijn kinderen kijken graag naar dom TMF- of MTV-gedoe; mij stoort het niet dat ze naar die onzin kijken, als ze de klank maar afzetten’ (Urbanus, in ‘Humo’)
Onze Vlaamse minister-president heeft in een Franse krant gezegd dat de Franstalige Brusselaars “te dom zijn om Nederlands te leren”. Dat hij zich daarmee de verontwaardiging van heel Franstalig België op de hals zou halen, had hij kunnen en dus moeten verwachten. Wat mij wel verrast heeft, zijn de vele positievereacties in Vlaamse kranten, zowel van lezers als van commentatoren; want eerlijk gezegd, ik denk dat Leterme de Vlaamse zaak geen goede dienst heeft bewezen.
Vooral in lezersbrieven wordt verwezen naar de onwil van vele Brusselaars om de eerste taal van het land te leren. En inderdaad, je hoeft geen grote flamingant te zijn om die Brusselse onwil vast te stellen, maar daarover ging Letermes uitspraak niet. Misschien had hij dat maar beter wel gedaan dan had hij tenminste een relevante bijdrage geleverd aan de discussie. Maar hij zei dat Franstaligen ‘dom’ zijn en dat is natuurlijk een gratuite belediging die ze terecht niet slikken, ook al zei Leterme (achteraf) dat hij het ‘ironisch’ bedoeld had.
Die zogenaamde ‘ironie’ van zijn uitspraak heb ik trouwens niet kunnen ontdekken, maar misschien ben ik daar dan weer … te dom voor! Maar ironisch of niet, ik vond het een ‘domme’ uitschuiver, ook al omdat Leterme de Franstaligen op een presenteerblaadje een prachtig argument offreerde om hun rangen te sluiten in hun houding tegenover die stoute Vlamingen. Een argument dat ze zeker te pas en te onpas nog zullen bovenhalen.
TOE(kom)MAATJE. “Op hoge leeftijd word je eerbiedwaardig: je wordt beschuldigd van dingen die je nooit deed en geprezen voor deugden die je nooit had.”(I.F. Stone)
De VOLGENDE KOMMA wordt hopelijk weer wat leuker dan dat zwaarwichtig gedoe van vandaag. Misschien duik ik nog eens in mijn vakantiedagboeken uit de goeie ouwen tijd.
Op mijn komma’neuker’-blog wordt alleen geluld, zo leest ge in de inleiding hierboven. Mijn vrouw is het daar mee eens. Een van mijn kleinzoons (16) ook, maar zijn zusje Julie (14) helemaal niet: zij vindt mijn blog een ‘fantastisch leuke site’. Schat van een kind!
Ik schat dat ik zo’n 35 à 40 jaar meedraai in een plaatselijk gemengd zangkoor. Tot voor kort ‘zat’ ik steeds bij de tenoren, maar omdat mijn stembanden steeds meer moeite kregen met de ‘hoge’ noten, vroeg en kreeg ik van de dirigent mijn ‘overplaatsing’ naar de bassen. In het begin moest ik wel even wennen aan een andere schrijfwijze van baspartijen maar uiteindelijk gaf de overgang niet al te veel problemen. Maar voor vaste repertoirestukken waarvan ik de tenorpartij ‘rats van buiten’ ken, liep/loopt het wel eens mis als ik in mijn verstrooidheid en uit de macht der gewoonte de verkeerde partij sta te brullen. Verder komt het voor, dat er op repetities en/of uitvoeringen te weinig tenoren aanwezig zijn en dat de dirigent mij vraagt om tijdelijk nog eens de overstap in omgekeerde richting wil maken, om het evenwicht wat te herstellen. Kortom, ik speel nogal eens de rol van ‘vliegende bas’. Die term doet me terugdenken aan mijn kinderjaren toen ik met leeftijdsgenootjes in onze straat voetbalde als ‘vliegende keeper’ wanneer er te weinig ‘veld’spelers (en -speelsters!) waren: we kwamen meestal met moeite niet verder dan 5 à 7 ‘veld’spelers. TOE(kom)MAATJE. Ik hoef me voortaan niet meer beschaamd te voelen als ik de (ééneiige) tweeling van mijn dochter niet uit elkaar kan houden. Sinds gisteren ben ik in goed gezelschap van mijn schoonzoon: zijn bloedeigen dochter moest hem corrigeren: ‘héla papa, ik ben niet Sarah maar Liesbeth!’ Voor de VOLGENDE KOMMA heb ik nog niks, maar dat komt nog wel. Vind ik geen inspiratie in de dagelijkse actualiteit dan wordt het waarschijnlijk iets dat te maken heeft met mijn fascinatie voor de onmetelijke grootheid (in ruimte en tijd) van het heelal.
Als er één sport is die ik grondig haat, is het wel zwemmen. Als kind heb ik er vier jaar over gedaan voordat ik kon ‘zwemmen’ (lees: drijven). Maar eenmaal getrouwd en vader vond ik dat mijn kindjes ook moesten leren zwemmen, maar dan liefst wat sneller en beter dan hun papa.
Toen ze oud genoeg waren trok ik dan ook plichtsbewust iedere woensdag met mijn grut naar het zwembad, waar ze les kregen van een deskundige zwemmeester, en ze vonden het gelukkig leuk. Terwijl ze les kregen zwom ik zelf een aantal baantjes, al was dat uiteraard niet uit goesting. Al heen en weer peddelend keek ik regelmatig naar de grote klok, om zeker niet langer dan nodig in het water te moeten blijven.
Op een dag vroegen de kinderen mij waarom ik steeds zo omslachtig via het trapje achterwaarts het water inging, terwijl andere ‘grote mensen’ vanaf de kant of de springplank het water indoken. Kortom, ze vonden dat ook papa zijn duikkunst maar eens moest demonstreren. Ik had daar natuurlijk helemaal geen zin in, maar tegenover mijn kinderen kon ik toch geen gezichtsverlies lijden en dus nam ik al mijn moed bij mekaar, zette me af aan de rand van het zwembad en ‘dook’ voorover het water in … plat op mijn buik, met als evident gevolg een enorme plons die kon wedijveren met een tsunami!! Een complete afgang dus… (dacht ik!)
Ik zocht wanhopig naar een geloofwaardige smoes om toch enigszins mijn gezicht te redden tegenover mijn toekijkend nageslacht, dat ongetwijfeld zwaar ontgoocheld zou zijn om wat ze van mijn duikkunst te zien hadden gekregen. Maar tot mijn stomme verbazing kwamen ze vol bewondering naar me toe en zeiden: ‘amaai papa, zo’n mooie grote plons die jij kan maken; bij die andere mensen is het altijd maar een heel klein plonsje!!
Mijn vaderlijke reputatie was dus (voorlopig) gered, zonder dat ik er moeite voor had moeten doen, behalve dan op een klunzige manier in het water ‘vallen’!! Thuisgekomen brachten ze bij mama enthousiast verslag uit over de prachtige duikkunst van papa: “zóóó’n grote plons!!” Mama speelde het spel mee maar relativeerde toch een beetje de zwaar overschatte zwemkunst van manlief. Enfin, het duurde niet lang of de kids hadden door dat een ‘grote plons’ niet bepaald een bewijs was van grote duikkwaliteiten, integendeel. Dus toch nog een afgang, in uitgesteld relais…
TOE(kom)MAATJE. In mijn blog van 29.7 maakte ik me kwaad op de sensatiezucht van GVA, die Tourwinnaar Landis al na de eerste (en dus nog niet definitieve) positieve dopingtest voor alle zekerheid maar alvast als bedrieger veroordeelde. Toen ook de zgn. B-test positief was, stond de Rondewinnaar (of –verliezer?) er natuurlijk wel erg slecht voor, maar als ik dan lees dat beide stalen door hetzelfde lab werden onderzocht (blijkbaar standaardprocedure) dan verliest die tweede test in mijn ogen wel een stuk geloofwaardigheid …
Voor mijn VOLGENDE KOMMA heb ik een stukje in petto over mijn ‘carrière’ als ‘vliegende tenor/bas’
Eerst even dit: voor wie dit gezellige, ouderwetse en eenvoudige tafelspel niet mocht kennen: een sjoelbak is een lange bak, aan het ene eind open, aan het andere eind met 4 vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden. Elke geslaagde poging levert de werper 1, 2, 3 of 4 punten op, afhankelijk van het betreffende vakje. Nu mijn verhaal. Samen met een bevriend koppel logeerden we in de jaren stillekes in een Ardens vakantiehuisje, o.a. voorzien van een sjoelbak. Mijn Chris en de vriendin speelden tegen elkaar en de schijfjes raakten vrij vlot in de twee uiterste vakjes, maar geen van beiden kreeg ook maar één schijf in vakjes 2 of 3. Mysterie mysterie, want zelfs de grootste kluns (M/V) moet dat af en toe lukken, al was het maar ‘bij toeval’. Dus werden de mannen uitgedaagd om het ook eens te ondervinden. En inderdaad, ook wij kregen alleen maar schijven in de uiterste vakjes 1 en 4, dus togen we op onderzoek uit en ontdekten toen dat de middelste vakjes juist voorbij de ‘ingang’ onopvallend waren afgeschermd door een plankje waarachter alle schijven na het spel opgeborgen moeten worden. Om te kunnen spelen moest dat plankje natuurlijk worden weggenomen en dat hadden onze dames dus niet opgemerkt! Het vervolg laat zich raden: algehele hilariteit!! Conclusie: zelfs de onbelangrijkste, onnozelste vakantieanekdote kan vele jaren later nog een blogje op het seniorennet opleveren. TOE(kom)MAATJE. Een tijd geleden stelde ik hier de ironische vraag of de VRT echt zo weinig Vlamingen bekwaam acht om als buitenlandse correspondent op te treden (we horen hoofdzakelijk Nederlanders). De GVA van gisteren 12 aug. doet me echter twijfelen of alleen de VRT met zo veel Hollanders werkt: in een van de weekendbijlagen geven zes GVA-correspondenten hun mening over bepaalde buitenlandse vakantiebestemmingen. Sommige van hun namen (ik druk me voorzichtig uit) klinken me niet bepaald Vlaams in de oren: Henk Van Den Boom, Esther Gotink, Olivier Van Beemen, Hans Geleijnse, Ans Bouwmans, Wierd Dijk. VOLGENDE KOMMA. Als er niks beters tussenkomt, beschrijf ik hoe mijn kinderen ooit mijn zwemmerstalent op een grappig-naïeve manier schromelijk konden overschatten.
(bron: onze gezinsdagboeken, zo veel mogelijk letterlijk geciteerd). In een van onze zomervakanties (‘lang’ geleden…) trokken Chris en ik met onze 4 kinderen (21, 20, 18 en 15) voor de zoveelste keer naar de Zwitserse Alpen om er een maand lang te stappen en te klimmen. Onze standplaats was toen een chalet in Les Haudères (Val d’Hérens). Tijdens een pipi-pauze op een van onze dagtochten in een nogal eenzame vallei riep ‘ons Ma’ ineens: “ ’t Is toch nie waar zeker?!”(de echo galmde seconden lang tegen de rotswanden); er bleek haar ‘iets’ overkomen te zijn dat ze normaal pas minimum twee weken later had verwacht. Maar ja, ze was wat de vrouwen noemen ‘nogal onregelmatig’… “Ik hoopte dat ik ‘ze’ in de vakantie misschien helemaal niet zou krijgen! Wedden dat ik ze nu deze maand wel twee keer ga krijgen zoals vorig jaar!?” Het ‘klonk’ eerder triomfantelijk en wij deden dan ook alsof we het niet begrepen en riepen in koor: “Hoi hoi!”, maar dat was blijkbaar niet de bedoeling en ons gespeeld enthousiasme werd niet in dank afgenomen. Nu een ‘serieus’ stukje met eerst wat uitleg voor wie niet vertrouwd is met berggewoonten. 1)De verantwoordelijke(n) voor de berghutten (‘cabanes’) kenden we meestal niet bij naam, in mijn dagboek gaf ik ze dan ook meestal de naam van de cabane zelf. 2)Klimmers die eenzelfde top willen doen, worden om praktische redenen zoveel mogelijk in dezelfde ‘dortoir’ gelegerd. 3)Om niet te lang door diepe, smeltende sneeuw te moeten ploeteren (zeer vermoeiend), staan klimmers vaak zéééér vroeg op (sneeuw nog hard), en omdat niets menselijks hen vreemd is, wordt er meestal nogal gesakkerd als ze zo idioot vroeg gewekt worden. Goed, nu ’n stukje uit mijn verslag over een tocht naar de Pigne d’Arolla (3772 m.). We overnachtten in cabane des Vignettes; onze gids Gabriël had ons al gezegd dat klimmers voor de Pigne “vroeg” moesten opstaan. En inderdaad, Madame Vignettes (ze leek op Jerom van Suske en Wiske!) wekte iedereen om 3.40 uur met een volstrekt ongepast enthousiasme: “Bonjour, c’est l’heure de vous lever!” (tijd om op te staan). Amaai! Maar aangezien ‘Madame’ misschien even potig en sterk is als de illustere stripfiguur, stond iedereen bevend van schrik toch maar dadelijk op. Na het gebruikelijke gestommel en de honderden ‘pardon’s tussen aan- en afgangers van de WC en het schoenen- en rugzak-kot vertrokken we om 4.30 uur. Koud. Na mooie sneeuwtocht, deels met crampons (klimijzers) bereikten we om 7uur de top. Prachtig uitzicht. Zowel naar de top als terug af en toe een verschrikkelijk koude ‘tocht’ met stormkracht; op andere plaatsen dan ineens weer bijna windstil. Snel gedaald en om 8 uur terug in de cabane, waar we vandaag blijven. Morgen de Mont l’Eveque (3716 m.)
TOE(kom)MAATJE. Van de ene dag (31.7) op de andere (1.8) moeten een 900-tal woorden weer anders gespeld worden. Goed nieuws dus voor dictee-freaks. Maar, zoals een taalprof gisteren op de radio zei: “er wordt oneindig véél meer Nederlands gesproken dan geschreven”, een belangrijke reden om een verzorgde gesproken taal belangrijker te vinden dan het zogenaamd ‘correct’ schrijven van moeilijke woorden. Dat sommige belangrijke (Nederlandse) media de jongste wijzigingen boycotten (het ‘Witte Boekje’), bewijst trouwens wel hoe we het belang van ‘spelling’ moeten relativeren. (Begrijp me goed: ik pleit niet voor een ’spel-maar-raak’-houding!)
Met mijn VOLGENDE KOMMA zal ik u door omstandigheden pas lastigvallen in het weekend van 12/13 augustus. Het zal dan gaan over een van de volgende onderwerpen: mijn (klein)kinderen, de oerknal, tafeltennis, muziek, de plus-plas van Landis, het verkeer, de fratsen van KBG/OKRA, mijn vakantie(s), of de grote wereldproblemen (en hoe ik ze zou oplossen). Of nog wat anders? Zo, nu weet u tenminste waaraan en waaraf…
GRAAG UW COMMENTAAR op mijn schrijfsels! Laat me vooral weten wanneer u het ergens mee oneens bent. Ik ben trouwens niet bang voor kritiek, integendeel: het kan me aanmoedigen om (beter) na te denken voordat ik iets schrijf. Ik krijg liever kritiek dan nietszeggende plaatjes of andere (goedbedoelde) “boodschappen” die niks met mijn blabla te maken hebben.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
De meeste afbeeldingen uiterst LINKS zijn FOTO'S van schilderijen (op papier, doek of andere materialen) die vrouwlief in haar schildersatelier gemaakt heeft. In deze RECHTERkolom staan afbeeldingen die ze op computer heeft getekend. U kan er ook vinden op haar eigen seniorennet-blog ("computeroma") maar de laatste tekeningen daar dateren van 27.10.2008: ze haat nl. de rompslomp van een eigen blog.... Maar gelukkig mag ik op mijn blog af en toe een of meer van haar creaties tonen. Ze inspireert zich meestal op het familiealbum, foto’s uit de media of bestaande kunstwerken, maar ze houdt niet van braaf copiëren en het eindresultaat wijkt dus nogal eens af van het origineel en benadert soms zelfs het abstracte, waarbij ze haar aangeboren kleurgevoel de vrije loop laat (tijdens haar academie-opleiding kreeg ze daarvoor felicitaties).