Een terts is een interval en meet de afstand van drie diatonische stappen tussen twee tonen in de muziek. Samen met hun omkeringen, de sexten, zijn de tertsen de meest voorkomende intervallen in de klassieke muziek, tezamen vormen zij de ruggengraat van functionele harmonie. Vanwege het historisch steeds veelvuldiger voorkomen van tertsen en sexten na circa 1350 is de stemming van de intervallen in de geschiedenis meermaals aangepast, om al deze harmonieën welluidender te maken.<?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik moest wel even opzoeken wat een terts was en nu begrijp ik er tenminste iets van!
t Is dus poepsimpel:
De vorm is een ruggengraat, dat lees je hierboven, dat zuig ik niet uit mijn duim hé.
Computeroma had waarschijnlijk last van haar rug (of ze lag ongemakkelijk) en de pijn onderbrak haar prachtige muzikale droom waarin zij net een vorm aan functionele harmonie wou geven voor een van haar volgende schilderijen.
In haar halfwakkere staat kreeg die terts dan voor haar plots een vorm die zij maar niets vond, namelijk die van een ruggengraat.
Maar allez zeg, hoe moet ik dit morgen op doek krijgen? dacht ze waarschijnlijk bij haar eigen zichzelve en toen schreef ze haar prachtige zin :
De mens vindt dat maar niets, de vormen van een norm die een terts tonen en met een zachte kreun viel ze prompt terug in slaap!
Voilà.
En alzo mijn beste Komma, ontstaan soms prachtige gedichten. Zeg dat ik het u gezegd heb!
Wat de taalfouten in dit stukje betreft lieve Komma er zijn er hier waarschijnlijk teveel om op te noemen, maar ik word inderdaad niet betaald om taalfouten uit een krant te halen.
Gelukkig maar hé!
Fijne dag nog en erger je niet - slecht voor je tikkertje.
29-09-2008 om 13:03
geschreven door bojako
|