In weekblad KERK & leven las ik een interessante bijdrage van redactrice Jozefien Van Huffel over onze "dubbelzinnige sorrycultuur". Ze vindt - terecht - dat we ons vaak onnodig "verontschuldigen" met een "sorry", bv. als we iemand gewoon om informatie willen vragen of als we een beetje opzij gaan om iemand niet te hinderen; Van Huffel noemt zo'n "sorry" een "leeg sociaal ritueel". Omgekeerd: als we echt in de fout gaan, vinden we het vaak moeilijk om ons te verontschuldigen. Nochtans, als er gekwetste gevoelens in het spel zijn, zijn excuses geen inhoudsloze formaliteit maar een cruciale stap in het helen van persoonlijke relaties. Een vernietigend spoor van wrok kan vaak voorkómen worden door een simpele maar oprechte verontschuldiging. Mensen zien in zo'n verontschuldiging vaak een teken van zwakheid, terwijl het in werkelijkheid een signaal is dat je meer waarde hecht aan je relatie dan aan je ego. Juist daarom betekent zo'n verontschuldiging niet altijd per se dat jij verkeerd was en de ander juist. Het artikel van Van Huffel deed me weer denken aan een persoonlijke ervaring tijdens mijn professionele loopbaan, toen ik een collega via de "binnenpost" (e-mail bestond nog niet...) een interne nota bezorgde, met kopieën aan zijn medewerkers, waarin ik hem een vrij belangrijke fout verweet. Amper enkele uren later besefte ik echter tot mijn schrik en schaamte dat het eigenlijk om een vrij banaal feit ging; ik belde de man onmiddellijk op, bood mijn oprechte verontschuldiging aan en vroeg hem om mijn "sorry" ook aan zijn medewerkers over te maken. Hij nam de zaak sportief relativerend op en beschouwde het "incident" als gesloten. Voor mij ontbrak er echter nog een echt slot voordat ik me weer happy kon voelen. Mijn principe was - en ik probeer me daar nog steeds aan te houden - om een onterechte beschuldiging jegens iemand via eenzelfde "procedure" recht te zetten. Ik bevestigde dus via een interne nota (met kopieën aan enz.) mijn excuses. Prompt kreeg ik 's anderendaags een sympathieke reactie van mijn collega (mede namens enz.) waarin hij mijn "sorry" probleemloos aanvaardde en bovendien zijn "volste vertrouwen" uitsprak in mijn beleid. Ik voelde me weer gelukkig.
|