(hiernaast: kind op een schommel, touter, rutseko, wipwap, zwikzwak,
..- zie toemaatje!)
Waar is de tijd dat we nog geen computer kenden en onze zakenbrieven nog moesten typen op zon mastodont van een schrijfmachine. Ik hoor nog het helse lawaai van op-en-neer springende toetsen en de vloeken van de typistes als er weer eens toetsen vastliepen of hun eigen zin deden.
Ik herinner me uit mijn kantoortijd een grappige anekdote, waarin de directiesecretaresse de hoofdrol speelde. We werkten met zon vijftien man (m/v) in een zgn. landschapsbureau, waarin we elkaar voortdurend konden horen en zien. Op een dag was juffrouw X weer druk aan het typen toen ze plots met een onwillig, tegensputterend klavier geconfronteerd werd. Ze riep luidkeels de hulp in van haar chef met de sindsdien legendarische woorden: Meneer Y, help mij eens a.u.b.: als ik op mijn Q druk, komt mijn M omhoog. Algemene hilariteit natuurlijk, want wij hoorden die zin natuurlijk anders, nl.: als ik op mijn KUU druk, komt mijn (H)EM(D) omhoog. (Voor wie het niet zou snappen: KUU was het plaatselijk dialect voor achterste, en nen em betekende een hemd).
TOE(kom)MAATJE. (zie ook foto) Nu we het toch over dialecten hebben. Welk ander woord kent u voor schommel? Ik geef er enkele (!), geplukt uit het tijdschrift Nederlands van Nu: schop, schoppel, schok, joek, schokkel, schoggel, touter, talter, telt, stuur, bijs, bizebijs,, zwik, zwikzwak, wip, wipwap, ruts, rutseko, vaar, singel, zwingel, slinger, suie, rui, ruik, hus, bungel, bommel, schingel, zeelke, renne, renneko, ritse, ritseko, rijdeko, balançoire, berlans, bascule, rijtak,witak, karis, zwier, holeers, hangwieg, litse
En das naar het schijnt nog niet alles.
|