Mijn slecht karakter inspireert me al jaren tot het schrijven van brieven naar mijn Gazet. Vroeger bleven de meeste ongepubliceerd; ik had daar geen probleem mee: tenslotte beslist de GvA-redactie eigenmachtig over al dan niet publicatie, ze hoeft zich niet te verantwoorden voor een eventuele weigering. De laatste tijd echter kan ik geen brief meer schrijven of ik vind hem 1 of 2 dagen later terug op de (voor)laatste blz. van het hoofdkatern, zelfs als dat eigenlijk niet mijn bedoeling was. Om niet de indruk te wekken dat ik me bij de lezers wil opdringen, ben ik wat terughoudender geworden in mijn brieven; mijn laatste blabla was trouwens niet gericht tot de GvA-lezers, maar integendeel een kritische bedenking naar de hoofdredactie zelf, daarom richtte ik me ook niet tot gvabrieven@concentra.be maar tot webmaster@gva.be . Ik was vanmorgen dan ook stomverbaasd toen ik in de GvA van 5.8 toch mijn brief tegenkwam. Vermits mijn opmerkingen nu dus toch wereldwijd (nou ja
) bekend zijn, kan ik ze evengoed ook in mijn blog opnemen. Ziehier de tekst zoals die vanmorgen in de krant verscheen: SLECHT WEGDEK. De GvA van 3.8 biedt ruim aandacht aan de schadevergoedingen die de overheid moet betalen aan de slachtoffers van putten in het wegdek. Nergens vind ik echter de bedenking dat deze getroffenen tenminste het "geluk" hadden dat hun schade groot genoeg bleek voor een onmiddellijk en duidelijk verband met de gebrekkige staat van het wegdek. Het werkelijke slachtoffer is de bestuurder die pas (veel) later met de schade geconfronteerd wordt, wanneer dat verband (of zelfs maar vermoeden van) al lang niet meer aan te tonen is.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|