o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
13-06-2013
Poetry International 2
live stream liet me kennismaken met een toffe madame, die een reuzenpapiercylinder afrolde op de scene. op die rol stond haar tekst in grote letters geschreven, versierd met tekeningen, collages enz... de toeschouwer kon de tekst zien (als ik het goed voorheb)....in omgekeerde positie. het maakte een grandioos effect. ik vraag me wel af of zo'n effect ook met een rol behangpapier....
Michèle Métail
Michèle Métail werd in 1950 in
Parijs geboren. Ze studeerde Duits en Chinees en sloot zich later aan
bij de roemruchte OuliPo-groep een aantal zeer uiteenlopende
schrijvers die als gemeenschappelijk uitgangspunt hadden dat ze
literatuur schreven vanuit zelf opgelegde beperkingen.
Gebaseerd op haar
lange wandelingen door Berlijn waar ze een tijd woonde, maakte Métail
onder meer een reeks gedichten die telkens uit tien regels van vijftien
letters bestaan.
Métail mag dan haar werk inkaderen aan de hand van vooraf zelf
gekozen spelregels, het is aan de andere kant juist vrij van de
traditionele restricties. Poëzie overstijgt bij Métail de grenzen van
papier en taal.
Métail is befaamd om haar optredens die soms uren
kunnen duren. Tijdens zon performance wikkelt ze bijvoorbeeld een rol
papier af als was het een boekrol en leest het gedicht met veel
uiteenlopende stemmen; fluisterzacht, lallend, of hard en ernstig. De poëzie van Métail is een
meesterproef in beheersing door de taal tot het uiterste af te bakenen
en toch levend te houden.
(zie introductie op de webpagina van PI. heb de tekst ingekort).
winterontbladerd
verheft hij zich daar
tussen drie hoeken
schaduw op muren
waar middenhouts
trapsgewijze takken
als aan de toppen
een knop gespleten
dag, volgende dag
ontluikt het ontluiken
12 april 2000: kastanjeboom op de binnenplaats
over het vergeten,
een gat gegraven
in uitgeholde holte
opgediept geheugen
ontdaan van evidentie
en de merktekens
die de tijd achterlaat
door het uitvegen
neerzetten weghalen
bouwplaats, voorbij
20 april 2000: Potsdamer Platz
in rijen aan het werk
bij de dam, omsloten
gebied, perceel van
lijnrecht lijnenspel
springt uit het groen
massief van schaduw
kolonie aan de rand
lopend opgemeten
in grenzen besloten
droom, afgesloten
30 april 2000: Laubenkolonie,
volkstuinen van Spandauer Damm
met muurklap, ommuurd
windt zich de wingerd
maagdelijk op latwerk
ter bedekking, veranda
waar een halfverlaten
leunstoel strak naar
het straatbeeld gericht
verbrokkeld, het beeld
van slijtage zo echt
en volledig versleten
9 mei 2000: Potsdam. Villa te koop
slechts een noodkreet
naar de wijdopen straat
de handen een roep
in de vorm van woede
een streven, hopen
radeloos oplaaien
van waaruit, gebaar
naar miniemste gemis
onhoorbaar beluisterd
oorverdovend en zwijgt
29 mei 2000: Der Rufer, (De roeper)
Standbeeld van Gerhard Marcks. Strasse des 17. Juni
motief van symmetrie
in de vergezichten
stedelijke doorbraak
monumentaal al
as en rechtlijnig
geruit keurslijf van de
parade, stucwerken
allee met onverwacht
zoet de triomf van
lindebloesemgeur
18 juni 2000: Karl Marx Allee
hoog in de chaos
fel opspattend water
een neerstromen in
schuim druipend
van rotswanden
bij de hellende brug
een mist van miezer
verdampend vocht
snikhete lucht boven
zonovergoten straat
3 juli 2000: de waterval in Viktoriapark
scanderend, dreunend
tegen lichamen, geluid
in lage tonen, ritme
op de beweging van
herhalen, versterkt
door een pulseren
doen en overdoen
dit, het leven de lust
van de wereld, vreemd
ontspoord project
8 juli 2000: Love Parade. Tiergarten
verstrooid te zien
hoe de blik, kort
naar het westen
vlak bij het raam
in volgrijze hemel
glinsterend vliegtuig
als aan de overkant
opduikt de zware
vlucht van een gans
peddelend in lome lucht
11 augustus 2000: door het raam van het kantoor
bogen en roosvensters
een zuilengang, leeg
achtergelaten ruïne
op een duif na, drek
de verwitte lijnen
van de bestemming
op een dood spoor
uitgerangeerd het
gevloerde station
vergeefs eindpunt
13 augustus 2000: Portikus Anhalter Bahnhof
Zuilengang van het voormalige Anhalter Bahnhof
raaf van nesthoogte
tot vliegen gegooid
de uitgevlogen klok
zelfs als er buiten
vliegende blaadjes
van een bladerdak
geel al, vergelend
zo gauw de herfst
en zes uur s avonds
bij carillonklanken
15 oktober 2000: Haus der Kulturen
der Welt. Het carillon
breekbaar in dit licht
waar loodgrijs slinkt
eentonig wegebbend
grijs van na regen
op oneffen klinkers
de herinnerde straat
van onlangse zomer
het melkachtig licht
afwezig opgedroogd
niets, geen contrast
28 oktober 2000: in de straten van Charlottenburg
weerschijn van kristal
nacht, het koepeldak
vlammend van goud
sindsdien bespookt
walging, rondwarende
geschiedenis herkauwt
wanneer een teken
de mars in gang zet
zij het wankelend
zo langzaam vooruit
9 november 2000: demonstratie tegen racisme
voor de synagoge. Oranienburgerstrasse
nacht zwart scherm
de uitgeputte reis
klingelt zich voort in
omwonende straten
de stad uitgeleverd
in afgezaagde fotos
na de bocht vagere
gezichten, mid-nacht
zelfs van de lichten
wanneer ze doven
13 december 2000: terugweg met de tram uit Pankow
niet zo seizoenlijke
kersenbomen gezien
in rijen naast elkaar
als brugleuningen
in bloei, bloesems
te vroeg naar buiten
bevroren gestokt
behalve de vlokken
grens zonder graden
nul verwelkt van kou
16 december 2000: 79 bloeiende kersenbomen
onder de Bösebrücke. Norwegerstrasse
op affiches het leven
aangeplakt plezier
zo simpel, zo lieflijk
voorbijrazende metro
houdt stil en slaat
een andere gang in
langgerekte klanken
als een accordeon
de kwellende stem
alleen eenzaamheid
10 januari 2001: een Russische muzikant
op het metrostation Heidebergplatz
stofgrijs poeder
mineraalachtig
in dunne laagjes
de grove korrels
ruw knarsend
op lagen asfalt
of straatklinkers
stappen in ijzel
verloren gelopen
na de strooiauto
24 januari 2001: Storkwinkel in de sneeuw
laat, uit het oosten
sneeuw bedekt de
getrokken lijnen van
te volgen rijstroken
straten onzichtbaar
geworden borden
waar te keren, uren
uit de klok gegleden
vrij noch verboden
te denken aan zomer
25 maart 2001: Overgang naar zomertijd.
Sneeuwstorm. Rathenauerplatz
Gisteren met genoegen de eerste uitzending van Poetry International gevolgd op live stream. De Syrische dichter Adonis vond ik de grootste, maar ik vond geen teksten van hem op de site van PI. Maar de Oekraïnische dichter Iya Kaminsky, de Noorse Knut Ødegård en de Duitse Elke Erb waren evengoed kanjers...
Eerlijk gezegd, want die lieflijkheid
tussen de regels is van geen belang meer,
wat jij immigratie noemt, noem ik zelfmoord.
Ik stuur je, achter de interpunctie,
de weidse nachten van New York, straten die
plotseling Cyrillisch kennen
de winter spint woorden, gooit sneeuw in de wind.
Jij, middenin een ongeschreven zin, stopt,
verbannen naar ergens ver achter de stilte.
*
Ik verliet jouw Rusland voorgoed, gedichten in mijn kussen genaaid,
naar mijn eigen leerschool,
om met jouw dichtregels te leven
voor een nieuw intrige in een oud verhaal.
Om met jouw dichtregels te leven, waarin men zeilen hijst, golven
tegen de stadswal slaan in iedere klinker,
de bladzijden vanzelf opengaan, een rustige stem
spreekt van lijden, van water.
*
We keren terug naar de plaats van de misdaad,
we keren niet terug naar waar we gemind hebben, zei je;
jouw gedichten zijn wolven die ons met hun melk voeden.
Ik probeerde je twee jaar lang te imiteren. Het voelt als branden
en zingen over verbranden. Ik sta hier
alsof iemand me bespuwd heeft.
Jij zou je schamen voor deze houterige regels
hoe ik me je dood niet verbeeld
maar die toch hier is, mijn handen ontsteekt.
Lisbet in haar flatgebouw, het uitzicht is er weids.
Alsof ze in een breedbeeld-tv zit, zo hoog op de berghelling met haar gezicht
naar de bergen aan de andere kant van de fjord gericht, haar blauwe ogen
verlicht door een sterrenhemel die opstijgt vanuit de decemberwolken.
Lisbet alleen nu, haar dochter in haar eigen wereld. Er kwam een vader
langs, ze denkt niet vaak aan verkoper Jens
die de horlogezaak binnenkwam met proefmonsters van Zeiss en vertrok
nadat hij haar in het hotel zwanger geneukt had van Mette, baby Mette
denkt ze.
Als ze gaat zitten met haar fotoalbum, bemerkt ze een trilling
alsof haar flatgebouw een schip op een grote zee is: het zijn de fotos
die Mette uit IJsland stuurde waar ze au pair was in een stadje daar op dat eiland
in zon machtige zee: Hveragerði en Þingvellir, leest ze op de achterkant
van de fotos en probeert voor zichzelf hardop
de klank þ te zeggen die je volgens Mette moet uitspreken als de Engelse th. Thing, zeggen
de roodgeverfde lippen: thing, a thing.
O nee, ze heeft het vast allemaal maar gedroomd, over haar baan
in de horlogezaak en de andere vrouwen die in de winkel
werkten, ze is immers gewoon hier, met haar pillen en
de langzame bewegingen van haar zware lichaam.
Dat was een andere Lisbet, een lichaam dat eens een meisje
in een horlogezaak was.
En haar dochter óók schizofreen, in het bewaakte tehuis, een flatje
ergens anders. Op de gesloten afdeling nu, misschien? Ze droomt veel.
Ze kijkt naar deze foto en voelt het gebouw weer trillen, dit
schreef Mette over de aardbeving op IJsland, het jaar voordat ook zij
ziek werd.
Het is alsof ik met mijn linkervoet op één vlot sta en met de
rechter op een ander vlot, ze schuiven op zee uit elkaar, schrijft Mette
in haar mooie handschrift achterop de fotos: maar het is nog erger,
want IJsland heeft een diepe scheur in het binnenste van de aarde waar
vuur stroomt, en het land glijdt
uiteen naar het oosten en westen, er breken vulkaanuitbarstingen uit
en terwijl deze breuk wijder wordt schudt de aarde, het is een aardbeving
van 6,7 op de schaal van Richter, schrijft Mette en Lisbet voelt
weer hoe haar flatgebouw trilt terwijl ze leest
over bergwanden die naar beneden razen en huizen die ineenstorten als
kaartenhuizen op IJsland, en de koeien die tegen de hemel staan te loeien
in de weilanden die beven onder hun poten,
daar bij Hveragerði.
O nee, dit is lang geleden, alles is lang geleden, denkt Lisbet.
Ze kan het niet aan om Mette nu te bellen. Neemt een extra chloorpromazine zoals
de dokter voorgeschreven had wanneer ze bang was, en rolt een sigaret.
Lisbet zo helemaal alleen, ze staart naar de sterrenhemel. Lisbet
alleen. Het zijn haar ogen, en een mond
die geluidloos schreeuwt tussen de sterren, in dit uitzicht vanuit het raam
hier.
Het leuke aan een blog is dat je soms door een bezoeker uitgenodigd wordt een kijkje te nemen op zijn of haar blog. Menigmaal (oeps, antiek woord, ben ik al onder invloed van onderstaande lectuur?) ontdek ik tot mijn verrassing wonderlijke pagina's...
Op zijn blog http://www.bloggen.be/thuishaven publiceert André gedichten van mij tot nu toe totaal onbekendedichteressen!
Ik presenteer in dit bericht enkele van deze dames. Zij schreven o.a. sonneten alsof het niets was. Klein detail: alledrie geboren eind negentiende eeuw in Nederland, afkomstig uit gegoede milieus. Zij doen mij blozen, zo goed kenden zij de wetten van klank, metrum en ritme, zo vloeiend schreven zij hun zieleroerselen neer. Emoties worden lichamelijk vertaald (fel kloppende harten, moe gekuste lippen, gretig drinkende mondjes...). De natuur is een en al tederheid! Toch is weemoed een centraal thema, de dames dromen en dorsten naar geluk...
Het klopt allemaal, wat zij schrijven... Zij zingen!
1. H Moulijn-Haitsma Mulier
Hester Henriette Jacoba Moulijn-Haitsma Mulier (1877-1948) studeerde te Utrecht en was actief in de vrouwenbeweging. Naast eigen werk vertaalde zij gedichten van Shakespeare. Zij vertaalde
ook werk van Rudolf Steiner. In 1902 huwt zij met de grafisch kunstenaar Simon Moulijn.
Leven
Ach, er zijn dagen dat ik alles haat, de lichte zon, de groen omwaasde boom, de volle beek in de bebloemde zoom, dat heel de wereld mij onbevredigd laat.
Dan voel ik aan mijn hart, hoe fel het leeft, en toch in koele klop draagt haar lust tot de dood, ik haat de weelde om smarten, die zij bood, zo fel ben ik van de ogenlust doorleefd.
Dan voel ik mij doorvlamd van heet verzet, die stelt mij mijn natuur als hoogste wet, nooit mag ik de wereld nemen om te leven.
Maar ik moet leven enkel om haar schoon, in spiegelend dromen om haar terug te geven, op zulk een dag doet dromen mij aan als hoon.
2. Marie Agathe Boddaert
Jonkvrouw Marie Agatha Boddaert
(1844 Middelburg- 1914 Den Haag) stamt uit een
oud adellijk geslacht. Pseudoniem(en)/naamsvariant(en):Rudolph
Curtius, Luctor Op de foto's hieronder ziet u haar begrafenis, een
foto van Marie in mooie jurk en een foto van de oudere schrijvende dichteres.
Lenteboomgaard
Hier is jonge aarde één wijde bloesemhalle, bomen en bomen zover de ogen reiken, doen takje aan takje in gulle blijheid prijken, met bloesemsneeuw, de sneeuwigste sneeuw van alle.
Is het niet of uit de de zonhemel neer kwam strijken, een vlucht van vlindertjes, zo neergevallen, in dromerig verpozen, duizendtallen, van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes blijken?
Al mondjes het leven drinkend in de lucht, gretig intens, en het goudlicht neergezegen, liefkoost en koestert ze. Ritseling van vlucht,
van een kleine vogel even, dan bewegen, noch ritselen meer, al stilte, al teerheid, zacht om ons van het leven een mysterieuze macht.
3. Annie Salomons
Annie Salomons, eigenlijk Anna Maria Francisca van Wageningen-Salomons (1885- 1980).
Sappho
Ik weet niets dan deze ene zang, van het hart dat zocht, en nimmer vond, en van een altijd droeve mond, die dorstte, heel het leven lang.
Ik weet alleen dit ene lied, van trouw, die leeg en bitter is, van schrille vreugd en staag gemis, en onvrede, martelend als verdriet.
Mijn stem was jong en sterk, en stout, zong zich de grootste wereld in, mijn hart werd moe, mijn hart werd oud, en zingt nog als in het eerste begin.
Ik zocht de liefde in het stille dal, op steile bergen, in het feestelijk groen, ik zocht de liefde overal, en derf nog steeds haar zuivere zoen.
vanmorgen mijn linkedin profiel aangevuld: languages, honors & awards, organizations. wil ook nog een lijst met publicaties toevoegen... en eventueel mijn opleiding in de academie (woord), alhoewel dat al meer dan 40 jaar geleden geschiedde...
oef! eigenlijk weet ik nog niet echt goed waarvoor linkedin dient, vermits ik niet meer professioneel actief ben. maar geen nood: tegenwoordig blijf je je hele leven op een of andere manier actief. eigenlijk haat ik het, me zo te profileren, (ben een schaduwvrouw!) maar het schijnt dat dit tegenwoordig moet...
.
al sinds een tijdje heb ik een collega-dichteres hier in halle. de dame heet lieve de vos en
zij slaagde erin geselecteerd te worden bij de twintig beste gedichten
voor de turingen nationale gedichtenwedstrijd! dat evenement moest
gevierd worden! ik wou een fotootje van ons beiden, met ons boekje
erbij. hieronder nog eens plechtig de tekst betreffende onze prijzen (ik
stuur die aan iedereen door!!!!), een foto van de prijsbeestjes, en het
schitterend gedicht het internaat van lieve devos:
Halse dichteressen genomineerd
Twee Halse
dichteressen werden in het jaar
2012 genomineerd.
Een gedicht van
Lieve De Vos, het
internaat, werd uit bijna 10.000 inzendingen gekozen bij
de Top 20 (!)
beste gedichten van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd
in Nederland.
Uitgeverij Van Gennep verzamelde de beste gedichten van deze
wedstrijd in de
bundel Naaktlopen met je hersenen, de 100 beste gedichten
van de Turing
Nationale Gedichtenwedstrijd 2012*. Gedicht en beoordeling
leest u hier: http://schuim-van-koper.blogspot.be.
Het gedicht roses
tremières uit De
tuinen van Thevenet, de vierde dichtbundel van Nicole
Van Overstraeten,
werd genomineerd bij de 100 beste gedichten van de VSB
Poëzieprijs, dé
poëzieprijs in Nederland en Vlaanderen. Dit gedicht is inmiddels
gepubliceerd
in een bloemlezing, De 100 beste gedichten - gekozen door
Saskia Stuiveling
voor de VSB Poëzieprijs 2013*, uitgegeven bij De
Arbeiderspers. Beluister
het gedicht hier: http://www.youtube.com/watch?v=qJcRuL9v1Jo
De uitreiking van de VSB Poëzieprijs 2013 vond plaats op 30
januari in
Amsterdam en vormde de aftrap van de Poëzieweek in Vlaanderen en
Nederland, in
samenwerking met Gedichtendag, de VSB Poëzieprijs, Dichter des
Vaderlands en de
Turing Nationale Gedichtenwedstrijd.
De prijsuitreiking van de 20 beste gedichten en de drie winnaars
van de Turing
Nationale Gedichtenwedstrijd vond plaats op 6 februari in de
Stadsschouwburg in
Amsterdam, als plechtige afsluiting van de Poëzieweek 2013 in
Nederland en
Vlaanderen.
*Naaktlopen met je hersenen, de 100 beste gedichten van de
Turing Nationale
Gedichtenwedstrijd 2012
ISBN 9789060121955 / Ca. 12,50 / 128PP / PPB / NUR 306
*De 100 beste gedichten - gekozen door Saskia Stuiveling voor
de VSB
Poëzieprijs 2013
ISBN 13 9789029586429 / 9.95 / 160PP / NUR 306
.
22.1.13
het internaat
het heet hier regen, zegt de man
de galmgaten van het geheugen
spuwen kreten zwart van spreeuwen
kraaien kauwen, soms een buizerd
in al zijn tinten grauw hangend
onder een zorgendek
in dichte drommen rennen stuiteren
blaadjes over het asfalt, zijn ingesleten krijt-
lijnen ze houden stand, bordkartonnen coulissen
van jonge levens aangevreten door
het zuur van tranen, afbladderende
palen zonder net en bladloze platanen
binnen krassen jongensvingers heimelijke tekens
scatologische iconen, terwijl ze ogendwalend
wachten net als ik - over spikkels vastgekit
tot mozaïeken wervelend op de vloer
steengeworden ongedurigheid en
verveling walmt uit een klamme lucht
je bent zo zichtbaar naakt in deze kale kamer
onder de huiverblik van neonlampen
waar buizen tikken geeft alleen de slaap
soelaas. stil, het bed kriept. stop je oren
voor het zuchten van de kamers, scherm je
af voor surveillanten door het matte glas
de nacht wordt koud de pijpen zwijgen
nare geesten sluipen in je limbische systeem
slaan klinknagels in het zachte hout
terwijl de bel halsstarrig om het uur
in lege gangen rinkelt
juryrapport, uitgesproken door ramsey nasr op de prijsuitreiking in amsterdam:
Als een nachtmerrie in poëzie gevat kan worden, dan zo. Vijf strofen
zijn het, en je weet na lezing één ding zeker: hier wil ik niet zijn. Er
is een permanente dreiging, die niet letterlijk beschreven wordt, maar
louter gesuggereerd. Er gebeurt niets, er is geen geweld, geen misbruik,
geen daad. Er is enkel de angst, er is enkel de titel die in alle
strofen echoot. Het internaat. Wij betrapten onszelf erop dat we vanwege
de vele zaken rond seksueel misbruik op katholieke internaten
onherroepelijk hieraan moest denken. Maar nergens wordt daar letterlijk
op gezinspeeld. Het is alleen die dreiging, die angst, de systematische
eenzaamheid, de paranoia, het tikken van de buizen, het naakt zijn in de
kale kamer, dat je doet wensen weg te willen vluchten, en
terzelfdertijd het gedicht opnieuw te lezen omdat het zo knap in elkaar
steekt. Vandaar een terechte nominatie.
De 100 beste gedichten - gekozen door Saskia Stuiveling voor de VSB poëzieprijs 2013
Nederlands - Paperback
160 pagina's | Arbeiderspers | januari 2013
BESCHRIJVING
Dit jaar stelde Saskia J. Stuiveling, juryvoorzitter van de VSB
Poëzieprijs 2013 (de belangrijkste prijs voor dichters in het
Nederlandse taalgebied), De 100 beste gedichten samen. De selectie is
gemaakt op basis van 75 ingezonden dichtbundels die verschenen tussen 1
september 2011 en 31 augustus 2012. Opmerkelijk was de toegenomen
poëtische diversiteit. Zeer persoonlijke verzen zijn in het aanbod even
sterk vertegenwoordigd als publieke poëzie die met twee benen in de
actualiteit staat.
Naast poëzie van de genomineerden voor de VSB Poëzieprijs 2013 H.H.
ter Balkt, Luuk Gruwez, Ester Naomi Perquin, Sybren Polet en Menno
Wigman zijn in deze bundel ook gedichten opgenomen van onder anderen
Eva Gerlach, Delphine Lecompte, Ramsey Nasr en Willem Jan Otten.
Zoals elk jaar komt deze uitgave tot stand in nauwe samenwerking tussen
Uitgeverij De Arbeiderspers en de Stichting VSB Poëzieprijs. In 2013 is
de VSB Poëzieprijs gekoppeld aan de Poëzieweek. Daartoe zijn Poëzieclub,
Poetry International, Stichting Lezen Vlaanderen, Stichting Lezen
Nederland, Wintertuin, Poëziecentrum en CPNB, VSBfonds en Turing
Foundation een samenwerking aangegaan. Door de krachten te bundelen
geven we zo veel mogelijk mensen de kans kennis te maken met en te
genieten van poëzie.
ps: even de prijswinnaars van de
gedichtenmarathon eind januari 2013 benoemen: ester naomi perquin
won de vsb poëzieprijs voor haar bundel celinspecties, uitgegeven bij uitgeverij van oorschot, annemarie estor
de herman de koninckprijs voor de oksels van de bok,
uitgegeven bij de wereldbibliotheek, beste debuutbundel:
het vertrek van maeterlinckvan michael vandebril en david troch won
de publieksprijs....
jammer, dat gedichtendag
hier in mijn stadje niet officieel gevierd wordt!maar het davidsfonds orgniseerde op zondag 20 januari 2013 om 10.30u (een
weekje geleden dus) toast literair, in het o.l.v. centrum, ninoofsesteenweg 7,
1500 halle. zoiets als een mini-gedichtendagje: fantastisch! my god! niemand minder dan
eva gerlach (nederland), laureaat j.b. charlesprijs (1980), de van der
hoogtprijs (1981) en de a. roland holstprijs (1988) en delphine lecompte (vlaanderen)
kwamen naar mijn stadje afgezakt.
de hemelcontainer loste
sneeuw in dikke vlokken, de wegen waren glad. toch trok
ik mijn stoute laarzen en mijn lange regenjas aan (een hele sjieke!), zette een wollen
muts op en nam mijn dochter, die notabene ziek was, mee (zij moest mij beletten
uit te glijden). ik voelde mij zo dartel als een jong hondje. eindelijk zou ik
mijn grote idolen persooonlijk ontmoeten!
delphine had de eer
het feest te openen. zij werd hartelijk verwelkomd door jan vanhaelen,
secretaris. ze waren allebei super: jan stelde de juiste vragen, delphine gaf
robuuste, grappige antwoorden. ik nam een
mooi fotootje van delphine en profil. ondanks haar sterke
teksten lijkt zij een fragiel, tenger wezen. maar dat is ze niet en zij beschikt
over een flinke dosis humor. dat vind ik optimaal. en ze draagt daarbij toffe truitjes!
toast literair werd muzikaal begeleid door een leuk duo: madinga, twee
broers uit gooik. zij speelden accordeon en doedelzak, intrigerende instrumenten!
dan was het de
beurt aan eva gerlach om geïnterviewd te worden en neen, zij is geen verre
familie van adrien de gerlache, poolreiziger.eva gerlach heet eigenlijk margaret dijkstra. op alle fotos
vallen me haar doordringende ogen op. mooi! eva gerlach is een ragfijne dame en
schrijft ragfijne gedichten. zij leest ze ook heel verzorgd voor.
delphine daarentegen schrijft wijd
uitwaaierende zinnen en leest ze klaar en duidelijk voor. ze
kende zelfs een gedicht, het opwindaapje, helemaal vanbuiten. op de foto hebben
delphine en ik blijkbaar heel veel plezier. ik zei dat zij robuuste poëzie
schreef. zij vroeg zich af of zij dan wat moest verdikken om beter bij haar
gedichten te passen. haha!
het jaar 2012 loopt
ten einde. ik wil in dit stukje een paar fijne momenten vastleggen,
gebeurtenissen en ervaringen die me de overvloedige regens hebben doen vergeten
en me in een soort spirituele vervoering hebben gebracht.
beste lezer,
verwacht hier geen melige vertelling over een geslaagd familiekerstfeestje. een
feestje dat natuurlijk wel heeft plaatsgegrepen, met de nodige
superdeluxe-momenten. wees gerust: ik ben de mensen zeer dankbaar die mij
bedacht hebben met een leuk geschenkje...
... die intense en wijze gesprekken rondom
mij lieten vloeien, mij een deel van hun vitale energie hebben doorgegeven en
wiens fratsen mij nu nog napretjes bezorgen...
*
maar mijn moto deze
maand december was: wat geld kost, heeft geen waarde. een uitspraak van geloof
ik, richard gere. waar ik hard heb moeten over nadenken. natuurlijk is dit niet
helemaal waar en gelukkig helpen de mensen in mijn omgeving mij voortdurend oog
te hebben voor de materiële realiteit
toch zeg ik soms bij
mezelf: weinig geld hebben is leuk, want dan ga je heel bewust leven, ga je
selecteren wat belangrijk is en word je heel creatief. zelfs jaimie oliver zegt
dat arme mensen bijvoorbeeld veel meer uit hun voedsel halen en veel intenser
met ingrediënten omgaan dan zij die niet weten wat kiezen uit hun dagelijkse overvloed.
*
argh! ondanks de
eindejaarsgekte wil ik het in dit bericht toch nog even hebben over mijn
favoriete onderwerp, namelijk literatuur. het lezen van een artikel in de
groene amsterdammer * (een tijdschrift gekregen als toemaatje voor kerst, van
mijn hollandse gasten) over pc hooft
schonk mij veel bevrediging. ik vond het verrukkelijk, hoe een auteur als piet
gerbrandy kon schrijven over de
amsterdamse patriciër pieter corneliszoon hooft (1581-1647) die de kneepjes van
het vak leerde bij de rederijkerskamer de eglentier:
het
allesoverheersende thema van hoofts poëzie is de liefde. weliswaar wijdt hij
menig gedicht aan geleerde vrienden, berijmt hij psalmen en is hij een bekwaam
versificator van zedelijke spreuken, toch is hij vooral aangeraakt door de
erotische poëzie van catullus, ovidius, janus secundus en petrarca. daar hij gemakkelijk verliefd werd en als
ervaren charmeur menige dame het hof maakte, smeedde hij zijn gedichten tot
effectieve gereedschappen in het erotisch offensief. wie echter poëzie verwacht
die inzicht geeft in de zielenroerselen van de dichter komt bedrogen uit.
hoofts liedjes en sonnetten zijn, ondanks hun soms expliciet seksuele lading,
de geciseleerde taalconstructies van iemand voor wie woordspel opwindender is
dan de kunst van de vrijage.
in het
volgende (sonnet?) beschrijft pc hooft de uitwerking die het haar (gekrulde
zijde) en de ogen (dubbel sterrenlicht) van een vrouw op de spreker hebben. hij
danst om haar verschijning heen als een mug om een kaars en is ervan overtuigd
een engel voor zich te hebben:
toen t eerste maal
verscheen in mijner ogen zin
die kruifde zijd
waaraf ikzelf mijn banden strengel,
en t dubbel starrenlicht, waarom ik leg en hengel,
gelijk de mug om toorts tot haar de vlam verslin,
en t heilig aangezicht dat ik beschonken vin
met errenst ende lach
van minnelijk gemengel,
zag ik uw schoonheid aan voor enen enklen engel,
mijn lieve licht. en steekt daar nóg een engel in?
engelen zijn
puur etherische verschijningen, zegt piet gerbrandy, terwijl
de schitterende ziel van deze dame is opgenomen in een oogstrelende gedaante.
het feit dat zij een lichaam heeft maakt haar, paradoxaal genoeg, tot een
verhevener wezen dan een engel ooit zou kunnen zijn:
onzichtbre geest,
wiens gunst donwaardige komt stoven,
(wat zweemt der godheid bet?) in u gespeurd wordt, boven
een engelse gedaant zo klaar, dat mens u ziet.
met andere
woorden: in u wordt een onzichtbare geest bespeurd, wiens gunst iemand komt
stoven die het eigenlijk niet verdient, en dat in een engelachtige gedaante van
een zo grote helderheid dat mensen haar kunnen waarnemen wat zou het
goddelijke beter benaderen? het primaat van de zintuiglijkheid wordt benadrukt
door woorden die iets te maken hebben met licht, vuur, transparantie en ogen.
aldus piet
gerbandy.
ondanks de
oude taal en de vreemde woordconstructies vond ik dit gedicht heel mooi
klinken, en erg knap gecontrueerd. haha, ik zag pc hooft rondom deze
engelachtige dame dansen als een mug rond een kaars en dat verrukkelijke beeld
bleef me toch wel een halve week bij
*
oef! om te
besluiten toch nog dit grappige u-tube filmke van mijn vriend jaak over het
eten van een pitta.
van een sprong
van een bepaald soort realiteit naar een ander bepaald soort realiteit gesproken..
·DE DAGEN ZIJN HUIVERINGWEKKEND MOOI, essay over de
Antwerpse dichter Guy van Hoof, Vriendenkring Kunst HOUTLAND, 2012
·DE TUINEN VAN THEVENET, dichtbundel, Demer, 2012
·PERPETUUM MOBILE, acht dichteressen, Demer, 2013
·DE 100 BESTE GEDICHTEN, verzamelbundel uitgegeven ter
gelegenheid van de VSB poëzieprijs
en samengesteld door Saskia J. Stuiveling, De Arbeiderspers, 2013
de laatste in de rij is nog niet op de markt, maar van perpetuum mobile publi ik hier een mooie aankondiging:
Nieuwe dichtbundel dichteressen
van Demer Uitgeverij (elk publiceerde met een eigen bundel). "ACHT
DICHTERESSEN" (uit Nederland en Vlaanderen). Marleen De Smet, Catharina
Boer, Tine Hertmans, Paula Hagenaars, Julie Goderis, Nicole Van
Overstraeten, Jenny Dejager, Hannie Rouweler.
Dit is het hartje van de Alcea Rosea, Crème de Cassis
Het jaar 2012 eindigt dan toch met een vleugje glorie! Mijn uitgeefster Hannie Rouweler (van Demer Uitgeverij) zond mijn recente dichtbundel De tuinen van Thevenet in voor de VSB- Poëzieprijs*. Ik kwam op de longlist te staan, werd wel niet genomineerd.
Maar uitgeverij De Arbeiderspers koos wel een van mijn gedichten, roses tremières, geschreven bij een schilderij van de Halse schilder Louis Thevenet (1874-1930), bij de 100 beste gedichten van de VSB- Poëzieprijs, die in 2013 in een fraaie uitgave (2500 ex!) op de markt worden gebracht!
Hieronder mijn bekroonde gedicht, met nog enkele fraaie illustraties!
roses tremières
stokrozen bestaan. oude stokrozen, jonge stokrozen. peaches & dreams, crème de cassis. vroeger mocht je nog zeggen: althaea rosea van althos, geneesmiddel. tegenwoordig, wil je nog meedoen, zeg je: de alcea bestaat. gelukkig is de familienaam tenminste dezelfde gebleven: kaasjeskruid of malvaceae.
ach, in een gesprek worden bloemennamen niet meer genoemd, de namen van bomen, mist of regenwolken. de tuinen worden niet meer genoemd, de kleine, de vriendelijke of de verwaarloosde. houten blinden, wankel tafeltje, witte muren. waarlangs, nonchalance ten top, een zacht windje waait - door de heen en weer wiegende, heerlijke roses tremières.
* NOMINATIES 2013 VSB POEZIEPRIJS
De jury van de VSB Poëzieprijs nomineert de dichtbundels van
H.H. ter Balkt, Luuk Gruwez, Ester Naomi Perquin, Sybren Polet en Menno
Wigman voor de VSB Poëzieprijs 2013. De VSB Poëzieprijs is dé prijs voor
Nederlandstalige poëzie en bekroont jaarlijks de beste dichtbundel van
het voorgaande jaar met een geldbedrag van 25.000,- en een bijzonder
glaskunstwerk van Maria Roosen. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs
2013 vindt plaats op 30 januari a.s. en is de aftrap van de Poëzieweek.
De dichters ontvangen hun nominaties voor de volgende bundels:
Vliegtuigmagneet H.H. ter Balkt (De Bezige Bij Amsterdam, 2011) Wijvenheide
Luuk Gruwez (De Arbeiderspers, 2012) Celinspecties
Ester Naomi Perquin (Van Oorschot, 2012) Virtualia. Teletonen
Sybren Polet (Wereldbibliotheek, 2012) Mijn naam is Legioen
Menno Wigman (Prometheus, 2012)
de overgang van het zomerseizoen naar de herfst is weer achter de rug. het regent dat het giet en we bibberen af en toe van de kou: heerlijk! maar de omschakeing ging ook gepaard met onheilspellende berichten: mensen in mijn omgeving werden plots ziek, in de wereld volgden rampen mekaar in ijltempo op. ook bij ons was het bijwijlen hectisch...
we moesten poes pipo
vrijdag bij de dierenarts binnenbrengen, het beestje was
zwaargewond na een vechtpartij en een ongelukkige val. pas
zondagmiddag kregen we hem terug, na twee gesofisticeerde
operaties. maar een kat heeft negen levens en pipo wandelt - met
kaal geschoren buik en achterwerk - weer rond in het salon.
was
daar wel een beetje van ondersteboven, veearts was in het begin
niet positief en we vreesden het ergste...
maar na een periode van opschudding komt, heel onopvallend en op natuurlijke wijze, weer een rustpauze. je moet alleen een beetje aandachtig nagaan wat rondom je gaande is en openstaan voor de toemaatjes (ik schreef bijna tomaatjes!) van het lot.
een tijdje geleden kreeg ik een mooi gedicht over de zee binnengestuurd en gisteren vond ik - toeval bestaat niet - in mijn mailbox prachtige beelden en een video van henri lemineur uit sint-idesbald. ik kreeg onmiddellijk toestemming om de video te kopiëren en ook thierry deleu gaf zijn gedicht prijs. daarom dit bericht, als interval tussen ander opwindend nieuws...
ps: het gedicht begint 's morgens, de video is opgenomen bij zonsondergang, maar ala..
de nomade in dit gedicht is niemand minder dan willem elsschot, pseudoniem
voor alfons de ridder (1882-1960), roemvolle auteur van het meesterlijke kaas.
in realiteit overleed willem elssschot aan een hartinfarct, maar de dichter wim
van den abeele laat hem hier als oude demente man verongelukken op een treinspoor.
het is waar dat vele oudjes die in een verzorgingsinstelling verblijven
soms gaan zwerven en als vermist worden opgegeven. soms komen ze in gevaarlijke
situaties terecht, maar wellicht wou de dichter hier een metafoor gebruiken om het
einde van een mensenleven te duiden.
je sluit alles af, je verdwijnt uit het leven, uit je thuis, je komt in een
nauwe tunnel terecht die je verhakkeld naar de dood leidt.
wim van den abeele schrijft bondige, afgesloten verzen, die
ogenschijnlijk korter dan feitelijk worden genoteerd. soms ontbreken woorden,
zinsdelen. maar door de ultieme verdichting wordt de lezer geacht deze verzen
aan te vullen met zelf bedachte woorden. de expressieve kracht wordt hierdoor
versterkt, maar soms lijkt het of de verzen los van elkaar staan, de vloeiende
lijn ontbreekt en de woorden hotsten staccato op de pagina.
in die zin heeft wim van den abeele een gedicht geschreven, waarbij de inhoud
overeenkomt met de vorm: verhakkeld is je leven op het moment van de dood, verhakkeld
is de stijl van dit gedicht.
mooi toch?
Quartoq
Elk najaar keren wij terug, ofschoon het nat
of soms glad. Ik zoek haar hand: de pijn
van tanend evenwicht. Welk kalend pad
ligt voor ons uitgerold? Het mistgordijn
rondom de baai verbergt een kleine stad,
gedempt geluid. September. Hand die wacht
wanneer mijn stap vertraagt. We rusten wat
als zij me vraagt weer door te gaan. Ik tracht.
Rik Dereeper
oeps! je tong moet een
tuimeling maken om de titel van dit gedicht uit te spreken, maar het jurylid dat
dit gedicht voorlas, vertelde onmiddellijk dat ze de herkomst van dit woord had
gegoogled: het is de naam van een stadje in groenland, waar de dichter
blijkbaar graag in het najaar op vakantie gaat.
de dichter (en zijn
geliefde) wandelen in een mistig, verstild landschap. de toon is melancholisch
en de personages lopen niet energiek door het stadje: ze zoeken hun evenwicht
(want het is soms nat en glad). er is mist, ze wachten en rusten en trachten
dan toch maar verder te gaan.
ook dit verrukkelijke
gedicht onthult de metafoor van het leven, waar je soms tastend en wankelend je
weg moet zoeken. de auteur kent de regels van verdichting en past ze wonderwel
toe. het geheel is een volkomen gedicht, poëtisch van sfeer en met een ruimte
voor interpretatie.
het verwondert me niet dat rik
dereeper laureaat werd van de poëziewedstijd van mengmettaal, deze dichter kan
het!
maar misschien had de hij het
woord quartoq moeten verwerken en duiden in het gedicht zelf, of in een
voetnoot. want zonder internet of atlas zou niemand hebben begrepen waar het
hier echt om gaat!
besluit: uiteindelijk zijn de
winnaars van deze poëziewedstrijd aan elkaar gewaagd. elk gedicht heeft zijn
verrukkelijke eigenheid en het begrip nomade wordt op diverse wijze ingevuld.
het is me een eer en een genot
geweest kennis te maken met het werk van deze dichters!
de nederlandse auteur tommy wieringa schreef een
roman over migratie: dit zijn de namen.
'migratie bepaalt ons al vanaf onze allereerste geschiedenis, vanaf onze
eerste voetstappen; we zijn te voet begonnen en we bewegen uit redenen van
schaarste, van zomerweide naar winterplaats'. als jongeling verdween hij vaak lange tijd en stuurde
dan een kaartje naar huis. hij was gefascineerd door het nomadisch
bestaan, volgens hem het grootste geluk.
maar in zijn boek volgt hij een groepje vluchtelingen, wiens verlangen naar
het land van verwachting onderweg totaal verdwijnt, omdat ze tijdens hun
extreem barre tocht ontdaan worden van hun idealen. hun namen, hun verleden,
hun dromen, het doet er allemaal niet meer toe. ze worden mensen zonder
geschiedenis, leven nog slechts in een acuut, mensonterend heden.
tja, het thema van de poëziewedstrijd van het literaire
genootschap mengmettaal had wel degelijk mogelijkheden. de
gedichten van de vier winnaars vindt u hieronder; eens kijken in hoeverre de
heren dichters dit gegeven hebben uitgespit. argh! wil hier geen oordeel
of voorkeur uitspreken (niet echt, dat heeft de jury al gedaan). wil alleen
enige indrukken neertokkelen en misschien ook wat technisch commentaar geven. ach,
kan het niet laten, want natuurlijk doen deze gedichten mij iets.
koorddanser bij
valavond
asfalt mengt zich
met versteende stemmen
een kleuter loopt
mij na op versleten veters
zoals steeds keer
ik de zon de rug toe
tel de rimpels in
een vlag
mijd het hoofd in
de wolken
angst is duidelijk
ook mijn bondgenoot
zo moet ik vrezen
spiegelende kinderen
bijziende reigers
en diep uitgesneden vrouwen
wat ik achterlaat
zal ongezien zijn
hoe mijn schaduw op
handen wordt gedragen
en ik een plaats
zoek tussen zenit en dieptepunt
zwervend tussen
torens of boven de waterval
ben ik van beide
oevers nooit meer thuis
dan ergenstussenin
paul vincent
het winnende gedicht. mooi is de keuze om de tekst langs een as te
schrijven. het laatste vers, met die enorme witruimte tussen het eerste woord
en het laatste, geeft de uitersten weer waartussen een nomade zich beweegt: het
zenit van het verlangen en het dieptepunt van de ontworteling. de nomade als
een koorddanser, balancerend tussen de hemel en de afgrond.
de lay-out van dit gedicht doet me vreemd genoeg denken aan een
kreeftje, met een dikke kop en kleine schaartjes, haha!
paul vincent schrijft heel toegankelijk, met een overvloed aan beelden,
die telkens opnieuw de kerngedachte illustreren: de spanning tussen droom en
realiteit. ik zou durven zeggen: paul vincent, haal je rode bic te voorschijn
en schrap finaal nog een tiental woorden. dan is dit gedicht de perfectie zelf.
Albert Camus, nomade
De weg langs seizoenen heet eindeloos,
maar is, bemeten in tijd, stukje bij beetje
door een landschappelijk leven trekken,
rivieren oversteken, wereldzeeën bevaren,
ooit ergens zonder vragen van boord gaan.
Morgendauw ligt op ingeslapen woorden,
als dromen ingefluisterd, luid toegejuicht
binnen vervlogen idealen - met mythes,
zinsbegoochelingen, revoltes en bovenal
gesjirp van bochelcicaden - sisyfuscadans.
Ginds een processie van normen en waarden
die in houten beelden vereeuwigd werden,
maar nu een ventweg neemt en zie, verdwijnt
in een verkommerde, ondergrondse garage;
dan is er geen ontkomen meer aan: de taal
achter je laten, ervan ontdaan verder gaan,
wandelen tussen wat zwijgt - van nature.
Simon Buschman
het leven, zegt simon buschman, is niets anders dan door een
landschappelijk leven trekken, rivieren oversteken en zonder vragen te
stellen ooit ergens van boord gaan. la vie, un long fleuve tranquille...
als oefening teken ik hier een reeks termen op uit simons gedicht: een
eindeloze weg, trekken, varen, van boord gaan, vervliegen, een processie van
normen en waarden, verdwijnen, verkommeren, achterlaten, ontdaan verder gaan,
wandelen tussen, zwijgen, van nature. een perfect passende guirlande van
woorden in een gedicht met als titel: albert camus, nomade.
de dichter draagt zijn gedicht op aan de franse schrijver albert camus,
die hem leerde in zijn (nomadische) zoektocht naar de zin van het leven een
mens te zijn vol mededogen. mythes, idealen, de waan van de revoltes en andere
zinsbegoochelingen zijn efemeer. het bestaan is wat het is; er rest ons alleen
nog een vredevol zwijgen, zelfs de taal is onderdeel van de droom.
de jury oordeelde deze tekst als zijnde te diepzinnig. tja, misschien
had simon de naam camus niet in de titel moeten vermelden, maar in een voetnoot
verduidelijken. de naam van deze schitterende franse auteur in de titel van een
gedicht: voor sommige lezers misschien intimiderend.
vind het vermakelijk, hoe over poëzie wordt geoordeeld als eenzelfde
gedicht door verschillende mensen wordt geïnterpreteerd. uiteindelijk zoekt de
groep (de jury in dit geval) naar een soort tekst die door iedereen kan worden
gesmaakt: niet te moeilijk, niet te makkelijk. het uiteindelijke commentaar is zeker
mainstream en omschrijft meestal het gevoel dat gewone mensen (en niet de
specialisten!) hebben over poëzie.
een gedicht moet makkelijk leesbaar zijn, mooi klinken en vooral: er moet een factor aanwezig zijn die appelleert aan een (aangenaam?) geestelijke
oefening, bijna zoals kinderen gezegden of spreuken of spreekwoorden leuk
vinden. daarom zijn rijmgedichten of allitererende gedichten of licht
sloganeske verzen bijvoorbeeld populair.
ik bedoel dit helemaal niet denigrerend: poëzie is ook taal gebruiken op
geestige (en ik bedoel daarmee niet: grappige, maar wel vernuftige) wijze,
zodat mensen plots bewogen raken en luisteren.
ondanks het oordeel van de jury vind ik simon buschmans gedicht (technisch)
perfect: er staat geen woord teveel of te weinig. albert camus, nomade
is geschreven in een bevallige, volgehouden, zachtvloeiende taal en bevat een
intense boodschap.
'- Op 1 oktober organiseren we in plaats van de geplande eerste bespreking van dit seizoen een Leeskringbijeenkomst op verplaatsing!
Afspraak om 19u stipt in het Kasteel van Gaasbeek waar we vooraf onder leiding van een gids een rondleiding krijgen op de tentoonstelling Sehnsucht. Aansluitend bespreken we, rond 20.30u, daar dan het laatste boek van Connie Palmen, Logboek van een onbarmhartig jaar. Dit gebeurt
uiteraard onder begeleiding van leeskringbegeleidster Ilse.
- Op 27 oktober zakt Connie Palmen, speciaal voor de leeskringen uit deregio, af naar onze contreien. Ze zal het hebben over haar laatste boek.
Waarschijnlijk zal dit doorgaan in De Cam in Gooik. Maar meer hierover later.'
dit bib-bericht vond ik een paar dagen geleden in mijn mailbox. een fantastisch vooruitzicht!
connie palmen: een schrijfster die ik tot nu toe eigenlijk een beetje links had laten liggen, omdat ik de heisa rondom haar persoon zo opgeklopt vond. een mediageil madammeke, die altijd maar boeken schreef over haar overleden echtgenoten, argh! wat een onderwerp...
maar nu ik, als trouw lid van de leesclub een boek* van haar moet lezen, ben ik er toch aan begonnen en .... ze kan subliem schrijven!
onmiddellijk verdere info over connie palmen opgeziocht en het valt geweldig mee: zij is zeker niet de eerste de beste (neerlandica en filosofe!).
in dit bericht wil ik onderstaande uitspraken van haar publi, uit een marathoninterview van de vpro, vrijdag 6 juli 2007.
"Maar wat u in de war brengt, is nu juist de aard van mijn spel"
Ik ben omringd door stomkoppen en onbenullen die geen idee hebben van wat literatuur is
"Ik vind het leven onder de mensen zwaar", zegt ze. Een familietrek:
"Wij in het gezin Palmen zijn allemaal zo snel verzadigd van mensen.
Naar buiten gaan is een rol spelen. Dat komt omdat ik voorkomend met
mensen omga," zegt ze, "ik heb een hekel aan het adagium van lekker
jezelf zijn. Dus ik hou mijn humeuren voor mezelf of voor intimi."
en deze citaten komen helemaal overeen met mijn huidig levensgevoel!
ik moet echt moeite doen om met 'mainstream mensen' te converseren, hoe lief en vriendelijk ze ook zijn.
heel vlug verveel ik mij....
wat nu?
* Connie Palmen, Logboek van een onbarmhartig jaar, Prometheus, Amsterdam, 2011
verjaardagen duren
bij mij wekenlang. op 30 juni werd ik 66. nog vier jaar te doen en ik ben
70. volgende week is me nog een cadeautje beloofd, maar ik laat mijn
vrienden breeddenkend toe nog tot einde 2012 cadeautjes te verzinnen!
tijd voor mij om
onwaardig ouder te worden. jaja, bij het schrijven
voel ik me schuimig, een fee, een feeks, een canaille.
zoals de dichteres in volgend gedicht (een verjaardagscadeau van mijn beste vriend jaak!)...
PULP
De
stadsdichteres viert een feestje.
Lampionnetjes
lichtelieren in haar tuin.
Haar
troon is een ebbenhouten zetel,
Op
de rugleuning brullen ivoren leeuwtjes.
Vanavond
draagt ze een leuk violet hoedje
Met
kleine zilveren draakjes.
Om
haar hals en schouders een donkerrode stola,
Gemaakt
uit echte struisvogelveren.
Haar
knalrode mond vormt een kusje
Dat
ze achteloos naar mij toewerpt,
Als
ik hartelijk gefeliciteerd zeg.
Met
een mauve oogopslag kijkt ze door mij heen.
Uit
haar zwembad, donkerblauw verlicht,
Duikt,
als de Aphrodite van Botticelli
In
een schelp op schuimend zilt,
Een
roodblonde jongeman op met een waterdicht horloge.
Dat
is mijn waterzoetje, lacht ze,
Als
hij druipend nat voorbijgaat,
Will
jij misschien wat drinken en eten?
Ik
heb kippenvlees en rijst met aardbeitjes.
Antonio,
haar kantige lijfwacht, grijnst onder zijn snor,
De
olijfkleurige held uit het zuiden,
Rolt
zijn harde spierballen onder het nauwe shirtje.
Zn
Smith & Wesson maakt een bobbel in zijn broek.
Ik
schenk haar rozen voor haar tuin
En
een stapel papier met een verhaal van mij,
Dat
ze misschien zou willen lezen
Wanneer
ze eens heel veel tijd heeft.
Haar
mening is gevraagd, haar taalmes vlijmscherp.
Ze
noemt zich de Schaduwvrouw,
Maar
vindt het leuk om af en toe
Een
Lief Okerkleurig Scharminkel te kunnen zijn.
Ze
is de Patti Smith van deze stad,
lalt
een stomdronken blondine,
een
beetje jaloers dat zij mijn verhaal heeft genomen
en
onder extra kaarslicht begint te lezen.
Nu
eerst ontdek ik Macuto uit Congo.
Hij
staat in een donker hoekje van de tuin.
Zwart
in zwart, met een grote waaier uit satijn
Verwent
hij zijn Dame met frisse lucht.
Daar
komt Isabelle, die zo lekker kookt,
En
mij op de wenk van de dichteres
Een
tropisch drankje brengt.
Haar
mooie borsten ruisen aan mij voorbij.
Prachtig,
zeg ik, en bedoel de kleur van het drankje
Isabelle
masseert mijn nek
En
wast mijn handen en gezicht
Met
vochtige, jasmijngeurende doekjes.
Ik
ben benieuwd wat je hier hebt geschreven.
De
Schaduwvrouw leest en zal erover zuchten:
Ook
op mijn verjaardag moet ik werken.
De
literatuur gaat altijd voor.
De
kaarsen zijn tenslotte opgebrand,
De
muziek wordt rustiger
En
eerste gasten gaan terug naar huis.
Een
jong paar kruipt onder een struik vandaan.
Soms
lacht ze, de Schaduwvrouw,
Met
haar potlood krabbelt ze kleine woordjes:
Minder kommas, kortere zinnen.
En
lekker veel schrappen.
Elke
bladzij die ze heeft gelezen,
Houdt
ze in de lucht, om te laten vallen,
En
weggewaaierd van Macuto
Krijgt
ieder blad haar stille zegen.
Ze
zweven in de tuin als witte platvogels.
Gasten
vangen hen en maken er papiervliegers van.
De
blonde griet springt ermee in het bassin,
Ze
kan alleen maar bootjes vouwen.
Na
een Bacardi, diverse wijnen en een cognac
Heeft
ze nog éen bladzijde in haar hand en zegt:
Mijn
chauffeur brengt jou even naar huis.
Ze
beweren dat hij een Bulgaar zonder rijbewijs is.
Ik
vind het een grote eer
Dat
ze zich zo om mij heeft erbarmd.
Als
ik ga, moet ze het nog even kwijt:
Zeg
eens, uit haar spreekt Waarheid, jij schrijft wel PULP.
Ja, dames en heren, ondergetekende gaf onlangs een poëzieles aan een
groepje anderstalige Brusselse jongeren, leerlingen van een Nederlandstalige
school.
De uiteindelijke opdracht was een sms-gedicht te schrijven, een
dichtvorm bedacht door de Italiaans-Nederlandse Sofie Cerutti. Kijk maar naar onderstaand filmpje, en naar de resultaten in bijlage:
dit is het vijfde en voorlopig laatste filmpje van hoover productions, omtrent de tuinen van thevenet. in de opname sporen en verwijzingen naar mijn gedicht it s not only rock and roll baby, not only rock and roll. de muziek is van adèle. titel: my hometown glory. dit vind ik het mooiste filmke. en warempel: ik dans, dans, dans...
it s not only rock and roll baby, not only rock and roll
het meisje met de kippen, ze beweegt
in wolkjes van ijs. de bijenjongen wiegt het meisje
zachtjes in slaap. haar gele jurk gonst van verlangen,
haar dromen dampend en rozig en violet. zij danst
een wervelende dans, zij danst vierkanten, driehoeken,
cirkels, ze kijkt naar de blauwgroene patronen
van een zeshoekige ster, zij veranderen voortdurend,
zij vloeien over en door elkaar, lava stroomt naar binnen.
haar lichaam gloeit (wil je thee, baby, een ijsje van thee,
een ijsje, een sapje, een witte krokante chocoladekrul?)
ze opent zich. de stroperigheid van de lucht glijdt
gelijkmatig over haar huid, ze kijkt met haar ogen, ze kijkt
met haar mond. het meisje, het fuchsia meisje doet het condoom
aan en uit, aan en uit, de drempelwaarde bepaalt de verhouding
van de opwaartse kracht van de reeds genoemde factoren
stroperigheid & warmtegeleidingsvermogen.
scenario: emwé buig camera: natasja productie: von diesel hoover geluid: my hometown glory, adèle
jaja, rundskop
heeft geen oscar behaald, en van de kat geen kwaad (zie trailer), het charmante frans-belgische tekenfilmpje ook niet.
rundskop vond ik een kanjer van een film.
maar waarom gaan vlaamse films
meestal over boertigheid (ook de helaasheid der
dingen van verhulst had dit euvel) of
over helden (de leeuw van vlaanderen, daens...) over geweld en seks (loft) of over zotten (urbanus & co)? in de top tien* van de vlaamse films vond ik pauline en
paulette van
lieven debrauwer met dora van der groen en ann petersen dan nog een van de
meest subtiele.
ach, ik zou dit blogbericht niet moeten beginnen met een commentaar
betreffende professionele films, want dan zinken onze filmkes, van
productiehuis HOOVER, totaal in de modder, maar toch durf ik hier een paar utube
filmkes te publi, gemaakt bij mijn gedicht room in
new york.
want wij, onhandige en naïeve amateurs,
wisten van de prins geen kwaad, maar waren er authentiek mee bezig, op een supergrappige manier. dit blog is mijn
bewaardraaiboek!
room
in new york
is dit nu echt jouw droom? een
avond
samen in een groene kamer.
rechts speel ik
verveeld een liedje uit het
hoofd. ik draag
een rode jurk met strikje. ik
wil dat je het zoent,
ik wil dat je mijn witte armen
streelt. maar jij
zit aan de linkerkant en leest.
ik tokkel woorden
neer terwijl ik speel, ik
schuifel op de pluchen stoel,
ik wiebel heen en weer. ik
draai een tomeloze pirouette.
maar ach: die muur van letters
tussen jou en mij.
binnenkort hebben wij samen
geen gelaat,
geen ogen meer, geen bleke
stipneus -
nauwelijks een mond
tja, het strikje was onze obsessie, en het zoenen.
het lint dat ik voor dit filmpje bezigde, was een breed rood en goud gekleurd lint voor in de kerstboom, gekocht in de wibra en ongebruikt in mijn lade teruggevonden. het was een tamelijk stijf lint, beetje onhandelbaar, dat zie je op het filmke, maar met spectaculair effect. ergens heb ik bij het bekijken van dit filmpje de indruk dat ik een strik maak voor een paasei of een paashaas, vreemd toch, hoe mijn fantasie altijd maar alles vervormt.
we zitten wel in een een groene keuken (de mijne) en dat we geen gelaat hebben klopt ook, want het filmje is zeer onduidelijk en onze gelaatsvormen faden weg. het eerste filmke is een blooper, en als u het tweede filmke bekijkt ziet u dat het lint al afgeknipt was en dat ik heel voorzichtig het lint aan de zijkant vasthou, omdat ik niet meer gebeten (!) wilde worden....
en tenslotte: dit is een stomme film, erg trendy dus, zoals the artist (die dan toch een oscar won): een zwijgende film, een film met alleen beeld en geen spraak...
het is niet omdat het een tijdje stil is op mijn blog, dat yasminneke in de realiteit niet bezig is met een of andere literaire 'affaire'.
lezen bijvoorbeeld.
ondanks enige opeenvolgede slapeloze en nachtmerrie-achtige nachten (let u op de opeenvolging van de ach-klank) lees ik weer als bezeten.
drie en meer boeken tegelijk.
ik selecter enkele covers:
dit is een boekje over een fietsend nederlands koppel in japan, een soort reisverslag. ondanks de ingewikkelde titel is het boekje netjes verdeeld in hoofdstukjes waarboven japanse wijsheden of levensvisies prijken: wabi-sabi (het schoonheidsideaal van eenvoud, terughoudendheid en elegantie), mono no aware (diep geroerd raken door de schoonheid en de vergankelijkheid van de natuur), en ukiyo-e (de drijvende wereld, ook zeepwereld genoemd, de wereld van het vertier).
een heerlijk, bijna hallucinant boekje, dat bij mij herinneringen oproept aan de tijd toen ik nog dol was op japan.
dit boek met en verzameling erotische verhalen van nederlandse en vlaamse schrijvers. kreeg ik als valentijnscadeau. ik lees elke avond voor het slapengaan een verhaal. louis couperus beschrijft niks seks, maar daarom is zijn verhaal juist super-langoureus-erotisch.
al verschillende andere verhalen gelezen, van vergeten kanjers als ferdinand bordewijk (1884-1965), de feministe ethel portnoy (1927-2004) , maar ook van jonge moderne auteurs als saskia decoster, eef lanoye enz.. ook de spaane sjaal van de nog levende maar blijkbaar toch ook vergeten hugo raes (1929), waarbij een koppel een soort trage bolero danst en tegelijk seks heeft, vond ik schitterend.
heel opwindend, niet vulgair, in een speciale verdichte en suggestieve stijl geschreven. expliciet seksueel, maar niet afstotelijk of vervelend, zoals sommige verhalen, die rechttoe-rechtaan seks bieden, maar totaal niet op de verbeelding werken.
de kers op de taart vind ik deze bundel verhalen over paranormale heiligenlevens van ludo noens. ik lees deze (horror)verhalen niet om de heilgheid of religieuze inhoud, wel om de spanning te voelen van de wonderlijke en toch wel horribele toestanden van de vreemde 'ziekten' en 'genezingen' die deze personages ervaren, waarbij de aanvaarding en de adoratie van het lijden (om de mensheid te redden?) bijna een doel op zich is.
ongelooflijk, dat de liefde en vooral het verlangen naar liefde die deze heilige mensen voor hun godheid vertonen (een totaal abstracte en dus niet geconsumeerde liefde) kan ontsporen in -laat ons zeggen- die soort elektrische en magnetische energie die lichamen doet zweven, kankers doet genezen en dode lichamen omgeeft met de lieflijkste bloemengeuren.
tussen haakjes, ook hildegard von bingen, van wie een geschrift is overgeleverd, dat zou kunnen gelden als de vroegst gekende beschrijving van het vrouwelijk orgasme:
(vert. uit het Engels) 'Als een vrouw de liefde bedrijft
met een man, voelt ze de warmte tot in haar brein, het brengt een
zinnelijke verrukking teweeg '
is erbij.
ik wist dat zij een componiste en schrijfster was uit de middeleeuwen, maar niet dat ze vermeld wordt op de heiligenkalender.
maar onze mystieke hadewijch is er niet bij.
zij die haar bezetenheid dan toch heeft omgetoverd tot verrukkelijke literatuur...
tot slot:
in de krant weer een onheilsbericht gelezen
betreffende de poëziezomer van watou: de subsidies zouden op de helling
komen te staan omdat het programma te zeer op de toeristische leest zou
zijn geschoeid.
ach wat, het is nooit goed: soms krijgen dichters
het verwijt dat ze te moeilijk zijn, te hermetisch, dat ze te zeer
schrijven voor een bepaalde elite. als dan pogingen worden ondernomen
om poëzie dichter bij het volk te brengen, dan wordt de geldkraan
dichtgedraaid! foei!
woeps! de lieve dame die naast me zit in de yogales verwent me de laatste tijd niet alleen met steviachocolaatjes en een namiddagje keuvelen in mozart's café in de basiliekstraat in halle, maar ook met superleuke verhalen over haar familie.
en waarempel, er kwam ook een dichteresje tevoorschijn!
sidonie germaine thienpont (roepnaam germaine), geboren op 23/12/1905 te galmaarden en gestorven op 20/08/2005 te sint - pieters - woluwe (op enkele maanden van haar 100ste verjaardag).
een honderdjarige dichteres!* op de foto ziet u haar (links) met haar zus maria (zij waren beiden onderwijzeres) en op de tweede foto ziet u de dames nog eens, maar nu in gezinsformatie.
deze foto's zijn super, want tijdsdocumenten. let u maar op de klederdracht, de houding, de uitdrukking op het gelaat.
germaine ziet er streng uit, maar zij schreef de lieflijkste poëzie...
natuurlijk is germaine ondertussen compleet vergeten (bijvoorbeeld niet opgenomen in de auteurslijst van dbnl), maar ik wil hier even benadrukken dat er altijd dichters zjin geweest en vooral dichteressen die in het geheim de mooiste poëzie schreven en die natuurlijk nooit de literaire encyclopedieën hebben gehaald.
HAAR NAAM
Haar naam uit zijden draad geweven prijkt op elk blad in kleuren rein; zij heeft hem minzaam neergeschreven waar honing vloeit en lekkere wijn;
Waar bloesems lichte kleedjes dragen en balsem aan hun lippen kleeft; waar bijen drinken zonder vragen zolang een blomme voorraad heeft.
De lieve lente houdt van pralen, haar blos is jonge levenskracht, haar taal zijn boeken vol verhalen, al weelde als ze op ons lacht.
Het paradijs is aan 't genieten van wat z'in stilte heeft volbracht; zij blijft met goedheid overgieten en houdt de toekomst in haar macht.
* bij mijn weten gaf germaine thienpont twee dichtbundels uit:
TUSSEN BOT EN VLECHT (47 gedichten) PARELS UIT DE NATUUR (30 gedichten)
het zijn niet-gedateerde uitgaven, zelfgemaakte boekjes met behulp van stencilmachine en fotocopieerapparaat, wellicht nog op een ouderwetse typmachine getypt.
. germaine voegde er wel een inhoudsopgave aan toe.