Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Redelijk grote,
ruwschillige, grijsbruine bewaarappel. Is hoger dan de gelijkende Gris Braibant
en mist ook diens blosje. Het vruchtvlees is vast, zuur, geschikt voor verse
consumptie en stoven, matig gevoelig voor schurft en witziekte.
Door Gembloux om wille
van de ziekteweerstand (schurft) terug verspreid.
Zeer oude Franse variëteit,
middelmatig groot, ruwe, bruine schil met lichte, rode blos aan zonkant. Pluk
eind oktober. Lange bewaring, minstens
tot maart. De vrucht verschrompelt tijdens bewaring.
Typisch Reinette aroma,
zeer zoet, enigszins zuur, alle boomvormen, vruchtbaar, weinig gevoelig voor
schurft, matig gevoelig voor witziekte en kanker. Tamelijk vroegbloeiend,
triploïd ras. Heeft bestuivers nodig.
Onderzoekers van de universiteit van Californië, San
Diego hebben vastgesteld dat biologisch geteelde kiwis duidelijk hoger
gehaltes aan polyphenolen en antioxydanten bevatten in vergelijking met
conventioneel geteelde vruchten.
Gezondheid door natuur Polyphenolen kunnen de cholesterolspiegel verlagen
en de bloedcirkulatie verbeteren. Antioxidanten neutraliseren de vrije radikalen
die andere cellen kunnen beschadigen.
De
studie die in het vaktijdschrift Chemistry and Industry gepubliceerd werd, vermeldt
tevens dat biokiwis meer vitamines C bevatten.
De wetenschappers vermoeden dat de ingezette
spuitmiddelen de oorzaak zijn dat de conventionele Kiwis niet zo goed scoren.
En ik die dacht dat kiwis gemakkelijk zonder spuiten kunnen
gekweekt worden, waarom dan nog spuiten?
En zou het ook niet kunnen dat de gezonde biobodem en de ecologische miniwereld hierrond, juist zorgt voor de
gezondere vruchten?
Dit is een van de rassen die ik in Villeneuve dAscq
heb leren kennen.
De Reinette de Flandre werd als hoogstam gevonden op
een boerderij te Wierre-au-Bois(Samer)
in de streek van Boulogne.
Op de boerderij kende men de kunst van het enten.
Het ras is weinig ziektegevoelig. Kan evengoed op
laagstam geteeld worden. Late bloeiperiode. Geldt als een regelmatige drager.
Ik heb er twee bomen van. Een is in 1996 geënt op de
eerste scheut van de in 1992 tijdens een zomerstorm omgewaaide oude Bellefleur (hoogstam).
Ik heb een deel van de takken ingekort. Het was een prima klimboom voor de kleinkinderen en vriendjes. De opwaartse takken kregen een nieuwe jeugd en gaven weer volop vrucht rekening houdend met de beurtjaargevoeligheid. Zo waren er dit jaar minder vruchten. Deze Bellefleur is een van de allerbeste rassen voor appelmoes.
Het was al een oude boom in 1962, toen we hier kwamen. Ik heb de nieuwe scheut op het breukpunt aangeaard en de nieuwe wortelvorming is tot stand gekomen, zodat de nieuwe boom nu stevig staat.
De andere Reinette de Flandre heb ik geënt op een MM 106. De vruchtzetting op beide bomen was dit jaar een heel stuk beter dan
vorig jaar, toen er overigens heel veel ander fruit was.
Het witte vruchtvlees smaakt vrij aangenaam en is iets
zuurbetoond.
Het plukken gebeurt bij volle rijpheid eind oktober. Is op zijn best tijdens
november en december. Dan is de vrucht ook zoeter. Bewaart tot februari.
Goed voor appelmoes: bruin, zuurbetoond en zeer
geparfumeerd. Als taartbeleg behouden de stukjes hun vorm. Ook geschikt als
stoofvrucht voor dessert, langzaam gebakken in de oven.
Noot: Reinette de Flandre heeft veel weg van
het Duitse ras Zabergau. Dit willen we nu verder nagaan.
Op het eerste gezicht heeft deze peer veel weg van de
Saint Remy. De bewaarbaarheid is echter een stuk korter.
Elke streek in Frans-Vlaanderen had zowat zijn eigen type
stoofpeer op een hoogstam op het erf. De Saint Mathieu situeert zich in de
streek tussen lEscaut (de Schelde) en la Lys (de Leie) met o.a. een
concentratie rond Lille (Rijsel). In 2001 heeft het Centre Regional de
Ressources Génétiques de ganse streek geïnventariseerd.
De peren zijn te herkennen door hun typisch voorkomen,
hun sterke groeikracht, de hangende takken, wegens de grote vruchtdracht van
zware peren. De bomen worden 150 jaar en meer. De weerstand tegen schurft is
groot.
Het ras leent zich ook voor laagstam op kwee, mits een
tussenstam. De productiviteit is goed. De groene vruchten krijgen aan de
zonkant een rode blos. De pluk gebeurt al rond Saint Mathieu (20 september). De
peer houdt tot januari.
Deze excellente bakpeer, zoet en met een rijk aroma, wordt
niet alleen geapprecieerd als dessertpeer (wit-kokend), maar is eveneens een uitstekende
begeleider bij wit vlees en wild.
Er was ook een proefstand
waar men de plaatselijke stoofpeer van de streek liet proeven: de Saint
Mathieu. In de oven, op een lage temperatuur laat men de peren een uurtje
stoven. Ze zijn witkokend en behouden hun vorm. Er werd wel een beetje suiker
bijgevoegd, maar wellicht is dit niet nodig.
Mijn appelsap laat ik persen bij Lombarts Calville in Voormezele bij Ieper. Voor grotere hoeveelheden perst men de ene dag. Het sap laat men 1 dag bezinken. 's Anderendaags wordt het dan gepasteuriseerd. Zowel naar inhoud en smaak is het sap onovertroffen. Hun eigen sappen zijn in de winkels van de streek te koop.
Appelsap bevat, naast vitaminen, mineralen en
spoorelementen veel vruchteigen suikers, waaronder gemiddeld 1,7 % saccharose,
2,4 % glucose en 6,5 % fructose. In calorieën uitgedrukt bekomt men ca 185 kj
per 100 ml.
Dit zou van het goede teveel zijn voor het nog steeds steigende
aantal te zware mensen en suikerzieken. Dit
zal wel aan andere zaken dan aan het drinken van appelsap liggen.
Europa heeft
daarom een driejarig onderzoeksproject opgezet met 17 partners.
Mijn
bedenking: Het appelsap waarvan sprake, betreft het natuurlijke, ongefilterde appelsap. Waar
vindt men dit nog in de handel tegenwoordig? Ik vraag me tevens af wat er nog in het reeds uitgefilterde,
commerciële sap van heden zit? Vorig jaar bleek uit een studie hoe
belangrijk ongefilterd sap wel was voor
de goede darmwerking en het voorkomen van bv kanker.
Een eerste weg die men wil bewandelen is zoeken naar
appelrassen met weinig suikers.
Kwekers van deze rassen zouden dan duurzame contracten
kunnen afsluiten en een betere prijs kunnen bedingen.
Een andere onderzoekspiste is het zoeken naar
technologieën om het calorieëngehalte te verminderen met behulp van
biokatalysatoren (enzymes). Het product moet wel smakelijk blijven.
Tenslotte wil men een aantal kleine- en middelgrote bedrijven helpen deze
reductietechnologieën toe te passen om hun concurentiekracht te verhogen ten
opzichte van het goedkope, vooral uit Azië, ingevoerde sap.
We hebben inderdaad een eigen Velt-boomgaard te
Wevelgem die gelegen is op een oud voetbalterrein van Gemeenschapsschool
"De Startbaan" in de Reutelstraat. De aanplantingen gebeurden in
1999. Er werden dan 29 hoogstambomen en 16 laagstambomen aangeplant.
In 2005 werden nog eens 24 laagstambomen bijgeplant.
Er komen nog bomen bij de komende jaren.
Wij organiseerden onze eerste fruithappening ter gelegenheid van ons 5-jarig
bestaan in 2004, de tweede in 2006 en de volgende wordt voorzien in september
2008. De boomgaard wordt volledig ecologisch beheerd, het snoeiwerk gebeurt
door de leden van onze werkgroep en Pierre Demeulenaere hoort daar ook bij.
Er worden ook jaarlijkse snoeilessen gegeven en andere activiteiten rond fruit.
Dit jaar hebben voor het eerst samen met de Fruitwerkgroep van Beernem de jaarlijkse fruitboomactie
georganiseerd voor de afdelingen van Velt-West Vlaanderen. Vroeger gebeurde dat
door leden van ons provinciaal bestuur .
Oud
Belgisch ras, oorspronkelijk uit het dorp van Vieux-Waleffe, traditioneel als
hoogstam gekweekt maar zeer goed aangepast op alle onderstammen (M 9, M 26
& MM 106).Dessertappel van eerste
kwaliteit, goed caliber, halfglad, tweekleurig met een mooie, oranje blos;
gelijkt op en mengsel vanCourt-Pendu
en Reinette de France, Reinette-type met zeer wit, fijn en stevig vlees,
wordt niet melig, zeer goed evenwicht tussen zoet en zuur, fijn aroma, zeer
goed te bewaren in een goede kelder tijdens de hele winter (tot maart). Boom
met weinig behoefte aan meststof, snel en goed vruchtbaar, algemeen weinig
gevoelig voor schurft op vrucht, net als andere Reinette rassen, aandacht
voor witziekte en kanker is wel nodig, daardoor niet aanbevolen op slechte
gronden en in koude en te natte situaties; neiging tot stip op jonge bomen.
Slechte stuifmeelkwaliteit, heeft een bestuiver nodig in de tamelijk late
bloeiperiode groep 4-5 - (o.a. Reinette Etoilée Sterappel, Président Van
Dievoet).Bron
RGF
Dit ras wordt door de met het RGF gecontracteerde telers voor
t eerst aangeboden.