Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
09-11-2007
Nieuw onderzoek: bio is beter!
Nieuw
onderzoek: bio is beter!
Vorige week signaleerde ik
deze studie op de blog. Bioforum brengt nu nog meer gegevens, plus de weerslag
hiervan in Vlaanderen met een
onmiddellijke stijging van de vraag.
Het vertheugt mij dat Danny
Billens, de vaandeldrager van de biologische fruitteelt in Vlaanderen, hiervan
de vruchten kan plukken.
Biologische groenten en fruit bevatten tot 40 % meer
antioxidanten dan gewone producten. Ook biologische melk scoort tot 60 % hoger
wat het gehalte aan antioxidanten en gezonde vetzuren betreft. Dat blijkt uit
de eerste resultaten van een groots opgezet Europees onderzoek dat vorige week
uitgebreid de media haalde. De gezondheidsvoordelen van bio trokken meteen heel
wat nieuwe Vlaamse consumenten over de streep, wat de verkoop bij
thuisverkopende boeren en natuurvoedingswinkeliers de hoogte injoeg.
Onder leiding van professor Carlos Leifert liep aan de NewCastle University in
Engeland gedurende vier jaar een grootschalig onderzoek naar de
gezondheidsvoordelen van biologische voeding. Op verschillende locaties in
Europa werden biologische en niet-biologische producten geteeld op aanliggende
velden. In Nederland bijvoorbeeld zijn het Louis Bolk Instituut en Wageningen
Universiteit bij het onderzoek betrokken.
Bio is gezonder
In de Britse media maakte onderzoeksleider Leifert vorige week enkele
resultaten bekend.
Biologische melk bevat 50 tot 80 % meer anti-oxidanten.
Biologische melk heeft een hoger gehalte aan vitamine E.
Biologische kaas kan tot twee keer zoveel voedingswaarde hebben als reguliere
varianten. Biologische tomaten, tarwe, aardappelen, kool en uien bevatten 20
tot 40 % meer antioxidanten.
Biologische spinazie en kool bevatten meer mineralen, zoals ijzer en zink.
Biologische producten zijn rijker aan vitamine C.
De globale bevindingen worden in 2008 wetenschappelijk gepubliceerd. Het
onderzoeksproject 'Quality Low Input Food' kost 17 miljoen euro en wordt mee
gefinancierd door de Europese Unie.
Positief onderzoek
"Deze resultaten zouden iedereen tot nadenken moeten aanzetten", zei
Leifert. "Voor al wie de voorgeschreven vijf stukken groenten en/of fruit
per dag niet haalt, is dit goed nieuws. Als je biologisch eet, kom je met vier
stuks toe."
Leifert geeft ook aan dat er heel wat variatie in de resultaten te vinden was.
Deze variatie weerspiegelt wellicht de grote verschillen in uitkomsten van
vroegere onderzoeken. Gezondheidseffecten van biologische producten waren
daardoor soms moeilijk hard te maken. Begin 2007 publiceerde de Nederlandse
organisatie Biologica in samenwerking met de Task Force biologische landbouw de
brochure 'Wat we weten over biologisch en gezondheid', gebaseerd op de meeste
actuele, 'harde' gegevens. Dat leverde al heel wat bewijzen op. In augustus
werd die bewijslast versterkt toen uit Zwitsers-Nederlands onderzoek bleek dat
moeders die biologisch eten, moedermelk geven met een hoger gehalte gezonde
vetzuren (CLA's). Het Britse onderzoek bevestigt nu dit positieve beeld.
Toeloop van Vlaamse consumenten
Op de Vlaamse markt bleef dit nieuws niet zonder gevolg. In de Brugse winkel De
Grote Beer van bioteler Rik Broux zorgde het alvast voor een stormloop.
"Op dinsdag is het bij ons meestal wat kalmer, zeker in vakantietijd. Maar
dinsdag wisten we even niet wat er aan de hand was. We kregen
biezonder veel nieuwe klanten over de vloer, die voor een heuse topdag zorgden.
We moesten onze rekken constant bijvullen en we verkochten twee keer
zoveel." Ook op de markten in Gent en Oostende gingen Riks waren biezonder
vlot van de hand. "Er werd duidelijk over gepraat", zegt Rik.
"Zelfs mijn bankdirecteur, die anders gewoon goeiedag knikt, kwam me
vanmorgen feliciteren met dat artikel."
Ook fruitteler Danny Billens uit Oetingen kreeg vorige week heel wat nieuwe
klanten over de vloer in zijn hoevewinkel. Vorige week woensdag leidde dat
zelfs tot een meerverkoop van bijna 50%. "De klanten hadden het over de
onderzoeksresultaten en waren geïnteresseerd", zegt Billens. "Voor
ons zijn die resultaten natuurlijk geen nieuws, maar het helpt wel om nieuwe
klanten te overtuigen." De peren van Danny Billens waren trouwens al vaker
voorwerp van onderzoek. Test-Aankoop analyseerde ze in het lab en Inspector
Decaluwe van Radio 2 liet ze zopas onderzoeken op pesticiden. De peren
doorstonden de test met glans. "Ons fruit heeft wat voedingswaarde betreft
altijd al fantastisch gescoord," zegt Billens, "en dankzij onze
ervaring verbetert dat nog steeds. Voor consumenten is het wel belangrijk dat
ze die boodschap blijven horen," zegt Billens. "Anders verwatert hun
gezonde aankoopgedrag na een tijdje weer."
Een Amerikaanse appel die eventjes populair was eind der
zeventiger - en begin der tachtiger jaren.
Hij werd gekweekt door Freeman S. Howlett aan hetAgric. Exp. St. Wooster, Ohio.
Kruising Jonathan X Delicious. In de handel sinds
1944.
Bij het oogsten enkele dagen geleden, hingen de
vruchten nog goed aan de boom. Gezien de rode kleur was er wat vogelschade.
Ik proefde een aangepikte vrucht en was getroffen door
het vele sap en de
verfrissende zoetzure smaak.
In de beginjaren (geplant najaar 97) was er bij mij veel
kankeraantasting op de stam en hoofdtakken.De verzorging heeft, buiten mijn verwachting, goed geholpen en nu zie ik
geen sporen meer.
De onderstam is een MM 111, die volgens mijn goesting
een te grote boom geeft, maar ik had toen geen andere keuze.
Van nature groeien de takken nogal opgericht. De grote
dracht van zware vruchten heeft dit jaar al gezorgd voor een natuurlijke snoei.
Een drietal van de toptakken zijn onder de vracht bezweken.
De boom bloeit vroegmiddentijds en is een vruchtbaar
ras. De vruchten bewaren tot februari. Het zou kunnen dat ik een iets meer
roodkleurende mutatie heb. Ik heb herinneringsbeelden van groene vruchten met
een rode blos.Mijn appelen zijn meer
rood gekleurd. Of is het door een verder rijpheidstadium van mijn vruchten?
Nog een appel die ik pas nu geplukt heb: Tydemans Late Orange. Dit boompje op
MM 106 heb ik al 25 jaar staan op een verwilderd stuk. De kleine vruchtjes
waren mij wel al eens opgevallen vanwege een goede smaak.
Vorige winter had ik de omgewaaide boom weer
rechtgezet en bijgesnoeid en wat wellicht het belanrijkste was: goed van
compost voorzien. De netels errond groeiden nog eens zo fel.
Er was een behoorlijke vruchtzetting en ze behaalden
nu een veel beter formaat. Het werd tijd dat ik plukte want de merels begonnen
duchtig mee te eten. Net als de consumenten verkiezen vogels vruchten met een
rode kleur!
Ik heb zon aangepikte vrucht geproefd en was echt
verrast door de reeds uitstekende smaak.
De vrucht werd in 1930 gekweekt door H.M.Tydeman aan
het East Malling Research Station en kwam in 1949 in de handel.
Het is een kruising van Laxtons Superb X Coxs Orange
Pippin.
De smaak is intens rijk en aromatisch in december zegt
Joan Morgan, scherper en sterker dan Cox. Wordt later zoeter en enkel nog licht
aromatisch, maar nog een goede appel. Bewaart tot april.
Het is een triploïd ras en vraagt goede bestuivers,
die middentijds bloeien. Bij sterke vruchtzetting dient er gedund te worden zoniet
blijven de vruchten erg klein.
De vrucht is een
heel stuk gestegen in mijn waardering. Ik zal die voortaan beter verzorgen!
Jonathan (1 ste studiejaar) verwonderde zich over de grote appelen President Van Dievoet. Of zeg ik beter Cabarette? Want dit zijn vruchten van de oorspronkelijke Cabarette die ik in Noord-Frankrijk kocht.
Ik heb de Cabarette in oktober 1987 leren kennen in de
Verger Conservatoire, Ferme du Héron te Villeneuve dAsq (Lille). Bij het
geleid bezoek aan de boomgaard hing deze boom nog vol vruchten. Een ander ras
dat toen mintens even sterk opviel was de zeer geladen boom met donkerrode
vruchten: de Collapuis.
In die tijd was ik vooral aan het uitkijken naar late winterappelen en ik
vond de Cabarette appel een geschenk uit de hemel; bewaart tot april. Een paar
maanden later schafte ik over de schreve (West-Vlaams voor grens), in
Frans-Vlaanderen bij Alain Allender een boompje aan op een MM 106 onderstam. De
boomkweker vertelde dat zijn vorige koper eveneens dezelfde familienaam droeg,
nochtans een zeer zeldzame naam.
Een tijdje later vernamen we via Gembloux dat de
Cabarette identiek was met de President
Van Dievoet. Op het einde van de 19 de euw heeft een tuinier te Poperinge
dit ras bekomen uit pitten van een Russische appel.
Dat het ras ook in Frans-Vlaanderen verspreid werd is
vanzelfsprekend voor een grensstad. In 1894 wordt de vrucht gesignaleerd in het
bulletin van de société dhorticulture van St Omer.
Vroeger waren het allemaal hoogstammen, doch het ras
voldoet ook op laagstam.
De vrucht dient zo laat mogelijk geplukt (eind
oktober). Aan de zonkant zijn ze geler met een iets rozige glans. De vruchten
hangen tamelijk vast aan de boom. In 2000 heb ik ze op krukken, na mijn heupbreuk,
geplukt in januari. Ik herinner mij nog hoe ze als goudappels blonken in de zon,
na het smelten van sneeuw en ijs. Wellicht was er toen nog minder sprake van de
donkere vlekken van de regenvlekkenziekte. Trouwens dit ras heeft er minder
last van dan sommige andere.
De vrucht heeft vast, knakkend, saprijk, zuur-zoet ,
opvallend wit vlees. Tegen maart is het een vrij zoete appel, en dan is hij helemaal
geel.
Naast handappel ook geschikt voor appelmoes en taartbeleg,
maar het is geen bakappel voor de oven.
Deze appel, in blokjes gesneden, geeft een frisse noot
in de groentenschotel.
Het ras is licht schurft - en kankergevoelig.
Door het feit dat dit jaar bladeren en vruchten niet
te lijden hadden van schurft groeiden de nochtans overtalrijke vruchten uit tot
vrij grote appelen.
Het nadeel van dit ras is echter de sterke
beurjaargevoeligheid.
Op een kleine boom zou je dit wat kunnen tegengaan
door tijdig te dunnen.
Redelijk grote,
ruwschillige, grijsbruine bewaarappel. Is hoger dan de gelijkende Gris Braibant
en mist ook diens blosje. Het vruchtvlees is vast, zuur, geschikt voor verse
consumptie en stoven, matig gevoelig voor schurft en witziekte.
Door Gembloux om wille
van de ziekteweerstand (schurft) terug verspreid.
Zeer oude Franse variëteit,
middelmatig groot, ruwe, bruine schil met lichte, rode blos aan zonkant. Pluk
eind oktober. Lange bewaring, minstens
tot maart. De vrucht verschrompelt tijdens bewaring.
Typisch Reinette aroma,
zeer zoet, enigszins zuur, alle boomvormen, vruchtbaar, weinig gevoelig voor
schurft, matig gevoelig voor witziekte en kanker. Tamelijk vroegbloeiend,
triploïd ras. Heeft bestuivers nodig.
Onderzoekers van de universiteit van Californië, San
Diego hebben vastgesteld dat biologisch geteelde kiwis duidelijk hoger
gehaltes aan polyphenolen en antioxydanten bevatten in vergelijking met
conventioneel geteelde vruchten.
Gezondheid door natuur Polyphenolen kunnen de cholesterolspiegel verlagen
en de bloedcirkulatie verbeteren. Antioxidanten neutraliseren de vrije radikalen
die andere cellen kunnen beschadigen.
De
studie die in het vaktijdschrift Chemistry and Industry gepubliceerd werd, vermeldt
tevens dat biokiwis meer vitamines C bevatten.
De wetenschappers vermoeden dat de ingezette
spuitmiddelen de oorzaak zijn dat de conventionele Kiwis niet zo goed scoren.
En ik die dacht dat kiwis gemakkelijk zonder spuiten kunnen
gekweekt worden, waarom dan nog spuiten?
En zou het ook niet kunnen dat de gezonde biobodem en de ecologische miniwereld hierrond, juist zorgt voor de
gezondere vruchten?
Dit is een van de rassen die ik in Villeneuve dAscq
heb leren kennen.
De Reinette de Flandre werd als hoogstam gevonden op
een boerderij te Wierre-au-Bois(Samer)
in de streek van Boulogne.
Op de boerderij kende men de kunst van het enten.
Het ras is weinig ziektegevoelig. Kan evengoed op
laagstam geteeld worden. Late bloeiperiode. Geldt als een regelmatige drager.
Ik heb er twee bomen van. Een is in 1996 geënt op de
eerste scheut van de in 1992 tijdens een zomerstorm omgewaaide oude Bellefleur (hoogstam).
Ik heb een deel van de takken ingekort. Het was een prima klimboom voor de kleinkinderen en vriendjes. De opwaartse takken kregen een nieuwe jeugd en gaven weer volop vrucht rekening houdend met de beurtjaargevoeligheid. Zo waren er dit jaar minder vruchten. Deze Bellefleur is een van de allerbeste rassen voor appelmoes.
Het was al een oude boom in 1962, toen we hier kwamen. Ik heb de nieuwe scheut op het breukpunt aangeaard en de nieuwe wortelvorming is tot stand gekomen, zodat de nieuwe boom nu stevig staat.
De andere Reinette de Flandre heb ik geënt op een MM 106. De vruchtzetting op beide bomen was dit jaar een heel stuk beter dan
vorig jaar, toen er overigens heel veel ander fruit was.
Het witte vruchtvlees smaakt vrij aangenaam en is iets
zuurbetoond.
Het plukken gebeurt bij volle rijpheid eind oktober. Is op zijn best tijdens
november en december. Dan is de vrucht ook zoeter. Bewaart tot februari.
Goed voor appelmoes: bruin, zuurbetoond en zeer
geparfumeerd. Als taartbeleg behouden de stukjes hun vorm. Ook geschikt als
stoofvrucht voor dessert, langzaam gebakken in de oven.
Noot: Reinette de Flandre heeft veel weg van
het Duitse ras Zabergau. Dit willen we nu verder nagaan.
Op het eerste gezicht heeft deze peer veel weg van de
Saint Remy. De bewaarbaarheid is echter een stuk korter.
Elke streek in Frans-Vlaanderen had zowat zijn eigen type
stoofpeer op een hoogstam op het erf. De Saint Mathieu situeert zich in de
streek tussen lEscaut (de Schelde) en la Lys (de Leie) met o.a. een
concentratie rond Lille (Rijsel). In 2001 heeft het Centre Regional de
Ressources Génétiques de ganse streek geïnventariseerd.
De peren zijn te herkennen door hun typisch voorkomen,
hun sterke groeikracht, de hangende takken, wegens de grote vruchtdracht van
zware peren. De bomen worden 150 jaar en meer. De weerstand tegen schurft is
groot.
Het ras leent zich ook voor laagstam op kwee, mits een
tussenstam. De productiviteit is goed. De groene vruchten krijgen aan de
zonkant een rode blos. De pluk gebeurt al rond Saint Mathieu (20 september). De
peer houdt tot januari.
Deze excellente bakpeer, zoet en met een rijk aroma, wordt
niet alleen geapprecieerd als dessertpeer (wit-kokend), maar is eveneens een uitstekende
begeleider bij wit vlees en wild.