Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
10-01-2007
9 JANUARI 2007 14 e C
9
Januari 2007 14 ° C
en om 24 u nog 12 °
Toch wat hoog voor de tijd
van het jaar!
Vanmiddag
in mijn hemd gewerkt in de tuin en toch nog gezweet.
Ik ben een
pruimenperceel verder aan het ruimen. Rondom de wortels afhakken van de stam en
ze dan een meter ver uitgraven. Meestal strekken de wortels zelfs niet zo ver.
En ik heb
gezelschap van een van mijn kippen. Een mooie, bruine kip. Ze is zo tam dat ik
ze zelfs eventjes kan strelen. Ik ben voor haar de man die de grond open maakt,
zodat ze de pieren maar op te pikken heeft. De andere kippen blijven meer uit
de buurt.
Vandaag
heb ik wel degelijk de myceliumdraden van de honingzwam gezien, doch de
aantasting van de wortels was maar licht.
Op dit perceel ben ik van plan mijn zwarte bessencollectie
over te brengen.
Na een goede 10 jaar is het wenselijk de collectie te
verhuizen naar nieuwe grond.
Uit een artikel van de Fruit Grower, het Engelse
maandblad voor de fruitvakman, Januari 2006.
The other major trends in future production
will come from the increased greening of all
German agriculture, where consumers seek clean fruit
with zero residues on them, whilst demanding better and better flavours to
enjoy.
De andere hoofdontwikkelingen in de toekomstige productie
zullen komen van het groeiende groener
worden van de ganse Duitse landbouw. Consumenten zoeken zuiver fruit, met een nultolerantie
van residuen. Terzelfder tijd zijn zij vragende partij voor steeds betere en
betere smaken.
Op 2 september 2006 (blog 13/09) wandelden we op de NBS-reis naar Engeland in Stourhead. Van Tony Janssen ontving ik een magnifieke fotoreeks. Een van de natuurfenomenen die mij toen sterk trof was de bomenkathedeaal. Tony wist er een zeer geslaagde foto van te maken. Met mijn dank en waardering
In Obst
und Garten van deze maand prijst Hans-Jürgen Franzen uit Bremm aan de Moezel deze
oude peer aan.
Deze
zaailing werd in 1812 gevonden te Montluçon in Frankrijk, vandaar de naam Sucrée de Montluçon.
Dit ras
werd ook beschreven en afgebeeld in Nederlandse Fruitsoorten van 1942. Een
aanduiding dat het ras ook bij ons kan voldoen.
De
middelgrote vrucht weegt tussen de 150 en 250 g.
De steel
is opvallend lang, 3 tot 4,5 cm.
De pel is
groen, later geel met een roodachtige schijn.
Het
vruchtvlees is halfsmeltend en wat grofcellig.
Al in
groene, boomrijpe toestand is de vrucht zeer sappig en smaakt al zeer zoet. Best
te genieten voor iemand die van een harde peer houdt.
Het
suikergehalte bedraagt 78 ° Oe, het suikergehalte van Rieslingdruiven van
gemiddelde kwaliteit!
Zijn
peren (Moezeldal) zijn boomrijp midden oktober. Ze houden tot november.
Daar zijn
boom niet op de zonnigste plaats staat en ook niet op een beste bodem trekt hij
de conclusie dat het ras op een zonnige plaats, op een goede bodem en in een
frisser klimaat ook zal voldoen. Olivier
de Serre is in dat opzicht een moeilijker ras.
De
suikerpeer van Montluçon is een zeer vruchtbaar ras en draagt regelmatig.
Daarenboven
is de ziekteweerstand hoog. Schurftvrij aan de Moezel.
Van Andre
Hendrickx (Stabroek) heb ik gehoord dat hij deze peer vroeger nog in zijn
assortiment heeft gehad.
Vandaag
heb ik een paar van mijn te talrijke Kempische pruimen geveld.
Het zijn
uitlopers van de 2 pruimelaars die ik hier naast de moestuin in 1962 aantrof.
Dat jaar waren de bloemen niet bevroren en was er een rijke oogst van vrij goed
smakende, blauwe pruimen.
Later heb
ik er uitlopers van uitgeplant en er ook tientallen uitgedeeld.
De
laatste jaren waren er geen of zeer weinig vruchten op de bomen die ik vandaag
rooide. Ik schat dat de bomen een goede 25 jaar oud zijn.
Een
hypothese was dat de wortelen konden te lijden hebben van de honingzwam. De
schoenveterachtige draden vielen echter niet te bespeuren.
Deze
bomen moesten hun plan maar trekken en werden niet van compost voorzien.
Bekalking was er nog niet zo lang geleden wel gebeurd.
Een
gebrek aan bemesting is zeker een gedeeltelijke verklaring voor de uitgedoofde
vruchtbaarheid. Pruimen verliezen hun vitaliteit ook veel vroeger dan
appelbomen.
Pruimen, net als peren vragen in zandgrond een rijkelijke
bemesting.
Zonder
onvoorziene omstandigheden komt de container vandaag aan in Douala, de grote
havenstad van Kameroen. Als de douane geen stokken in de wielen steekt gaat hij
de trein op tot Ngaundere, een stad in het midden van Kameroen. Dan moet hij op
een camion om nog 300 km verder naar Going in het droge Noorden te worden gebracht.
De streek
van Ngaundere ligt zon 1000 m boven de zeespiegel en heeft een aangenaam
klimaat. Toen ik er twee jaar terug was, ongeveer deze tijd, plukte men de eerste
avocados.
Avocados groeien aan behoorlijk grote bomen, met een dicht
bladerdak.
Momenteel
komen de laatste peren van Beurré de Naghin en David aan de beurt. Comtesse de
Paris heb ik nog tot eind januari.
Beurré de Naghin heeft
goed gedragen, maar veel peren werden al rot op het ogenblik dat ze moesten
geplukt worden. Ik heb de peren liefst met smeltend, nog zeer saprijk vlees.
Deze peer zou ik eerder iets boven de middelmaat rangschikken. David, een recent Duits ras is nog een
jong boompje. De peren zijn iets slanker, met een groengele pel. Ze blijven
goed gezond. Hier geen uitval. De smaak is slechts middelmatig. Van smeltend
vlees kan je niet spreken.
Comtesse de Paris is dit
jaar echt super. Ze bewaren goed. Er
is echter een maar. Ik heb drie bomen en één ervan staat op de hoek van
mijn plastiekserre (veel afstromend water). Tegen de oogst waren de meeste
peren al gerot. Die uitval begon al volop in zeer regenrijke augustus.
Ik zoek een verklaring
in de geconcentreerde nattigheid aan de voet, met een overdaad van
schimmelsporen als gevolg.
Deze
appel werd door het INRA van Angers (Institut National de Recherches
Agronomique) in 1977 op de markt gebracht.
Het
is een kruising tussen Golden
Delicious (USA) en de franse appel Reinette Clochard.
De
vruchten zijn middelgroot, rond, wat afgeplat, geelgroen en iets beroest.
Het
vlees is vast en sappig, fijncellig met een uitstekende zoet-zuur verhouding,
zeer aromatisch. De appel wordt laat geplukt en is zeer lang bewaarbaar (april).
Het
bloeitijdstip is laat.
De
groeikracht is sterk. De productie zet vroeg in en is hoog. Men raadt als
onderstam M9 aan. Op MM106 zou het ras te fel groeien.
Gemiddelde
gevoeligheid voor ziektes (schurft, meeldauw, kanker).
Zeker een appel voor het verlanglijstje: zeer lekker, zeer lang bewaarbaar, vruchtbaar.
Met deze schilderij 'Vruchten van de Tuin' van de Antwerpse schilder Joris van Son (1623-1667) wens ik ik u via deze weg een gezond en vruchtbaar 2007.
Wat betekent resistent? Resistere (latijn) :
weerstand bieden. Resistentie is geen absoluut begrip. Veel hangt af van al
of niet gunstige omstandigheden. Het ene ras is al resistenter, meer weerstand
biedend dan het andere. Je hebt hebt eenvoudige resistentie: 1 factor, het
VF-gen van bv Malus Floribunda en de meervoudige resistentie.
Zo las ik dat het Tjeckische ras Otava tot
tweemaal toe opgenomen werd in de onderzoeksboomgaard van Wageningen en telkens
afgevoerd werd als te weinig resistent tegen schurft. Mijn exemplaar (op MM106?) bekwam ik
van de Nationale Boomgaardenstichting in 1994. Schurftaantasting heb ik nooit
geconstateerd. Daarenboven is het een zeer smakelijke en zeer goed bewarende
appel tot april.
Het ras is wel vrij beurtjaargevoelig. Maar er is
nog een ander gebrek: het ras (bij mij) is ook zeer kankergevoelig. Gelukkig bleef
tijdens de eerste jaren de aantasting beperkt tot de fijnere takken, die ik
regelmatig weghaalde om te verbranden.
Sinds een drietal jaar worden ook de spiltakken en
stam zwaar aangetast. Zo heb ik na het oogsten dit jaar het sterk aangetaste
bovenstuk van de stam met verkankerde takken drastisch weggenomen. Momenteel
ziet de boom er weer toonbaar uit.
Bij Relinda, een schitterend ras, bleef de
kankeraantasting tot nog toe zeer beperkt. Ook Remo doet het tamelijk
goed, maar dient in het oog te worden gehouden. Rewena kreeg kanker op
de stam, maar wist zich toch behoorlijk te herpakken. Mijn grootste
ontgoocheling betreft het Re-ras Reanda (2003 op M 26). Al dadelijk
bleek een erge schurftaantasting; het jaar daarop de erge stamkanker. Ik heb
een tak overgeënt.
Afwachten wat het wordt. De moederboom is kapot. Reanda geldt als een ras
met meervoudige resistentie! Het kan nog altijd zijn dat ik een verkeerde
boom gekregen heb bij de Duitse boomkwekerij Herr in Meckenheim, nochtans een
Mekka voor de boomkwekerij.
Ik zag ook veel te veel kanker op mijn Pinova,
ooit een resistent ras, maar nu sterk schurftgevoelig, alhoewel de schurft dit
jaar nog meeviel.
Wat de rassen van Hugh Ermen betreft: Winter Gem,
op M26, geplant in 1998 gaf tot nog toe haast geen vruchten. Er zijn wel
verzachtende omstandigheden: de boom werd in het voorjaar 2005 eerst voorbereid
op de verplanting, wat inhoudt het afsteken van wortels voor de verplanting in
de herfst. Dit jaar is de boom nog aan het herstellen van de verplanting. De
jongste rassen Limelight en Scrumptions blijken bij mij sterk
kankergevoelig. Red Devil heb ik nog maar een jaar staan en blijkt nog
gezond, in tegenstelling met beide voornoemden, die al dadelijk sterke
kankeraantasting vertoonden.
Ecolette blijft een zeer
gezond ras. In al de jaren (geplant in 1999, onderstam MM 111) heb ik ooit maar
1 klein takje met kankeraantasting weggeknipt.
Nog een ras dat kapot ging aan kanker was het
eerste (?) resistente, Franse ras van Delbard Querina Florina.
Erno Eersels van de NBS is er
stellig van overtuigd dat resistente rassen een grotere vatbaarheid voor kanker
vertonen.
Van de 17 in Pomologia vermelde,
resistente rassen, bekoort mij dit ras het meest.
Al af te leiden uit de Re (van resistent) is dit ras eveneens
afkomstig van het Institut für Obstforchung van Dresden-Pillnitz.
Sinds 1996 in de handel.
Herkomst: kruising tussen Clivia en een
schurftresistente Malus floribunda (sierappel).
Groei: zwak
tot middelsterk, opgaande groeiwijze. Naast de nog niet doorbroken resistentie
tegen schurft, ook weinig meeldauwgevoelig en weinig gevoelig voor bacterievuur.
Bloei:
middenvroeg tot middenlaat, goede pollen, bestuiving door de meeste Rerassen en
nog een hele boel andere. Bloemen weinig vorstgevoelig. De dracht zet vroeg in
en is regelmatig.
Vruchtkwaliteit: middelgrote
appelen, matrood op witgeelgroene ondergrond.
Goede
tafelappel, De smaak is zoetzuur met een mild aroma, sappig, vast, knapperig
vruchtvlees. Suikergehalte: 12,2- 16,4% Brix. Appelzuren: 7,4-9,9 g/l.
Pluktijdstip:
eerste helft oktober. Eetrijp van december tot april/mei
(Dit is
een eigenschap die mij zeer sterk bekoort!)
Al
een paar dagen krijg ik bezoek van de Groene Specht. Hij
komt snoepen van een
achtergebleven appel.
Voor het raam
van de computerkamer staan tussen het huis en de schuur een paar
appelbomen, Er onder liggen nog enkele vruchten. De merels krijgen er
nu een forse concurent bij, een groene specht.
Gisteren leek
het rood van de kop meer uitgesproken. De vogel vandaag heeft een
rode bovenkop en rode nekveren. De zijkant van de kop is zwart,
inbegrepen de zwarte snorharen: een wijfje, Bij
het mannetje zijn die rood, wat de meer roodgekleurde indruk geeft.
Herkomsthet eerste resistente ras van CPRO
Wageningen
Nederland 1978
Groeisterke groeikracht. Zgn.
kopgroeier
Bloeitijdmidden tot laat
Pluktijd Eind september tot half oktober
Gebruikstijd
oktober tot januari
Uiterlijkmiddelmatig
grote. rood blozende appel met geelgroene
achtergrond.
Lage temperatuur bevordert de
kleuring
Weerstandresistent tegen schurft en meeldauw
Kwaliteitvruchtvlees
is vast en sappig met een aromatische.
zachtzure smaak
Fiche: Ecolette is een mooie, rode, resistente herfstappel
met goed bewaarvermogen. Uitstekende dessertappel, met krachtige groei. voor
alle vormen en teeltwijzen geschikt.
In het decembernummer van Nest staat een goed
artikel over Druiven in Openlucht.
In 2006 planten en dan wat doen in 2007-2008-2009.
Goed gevonden.
Maar dan bij de rassen komt het:
De alom bekende Witte Van Der Laan en Excelsior
zijn uitstekende rassen die witte druiven voortbrengen.
Wat Excelsior betreft
verkeer ik in de onwetendheid. Mij is dit ras onbekend.
Maar als ik lees dat Witte Van Der Laan een uitstekend ras is, dan word ik kwaad om dit
boerenbedrog.
De ziektegevoeligheid ligt veel te hoog.
Men loopt jaren achter met de voorlichting. Er zijn
een hoop meer robuuste en beter smakende rassen, doch met kwekersrecht. Maar ja
Witte Van Der Laan klinkt zo goed en is kosteloos te vermenigvuldigen
Verder lees ik:
Je kan eenvoudig behandelen met bordelese pap, in de
biotuinbouw aanvaard.
Bij mijn weten is dit al jaren niet meer
het geval omwille van het kopersulfaat.
Vanmorgen zag ik een kauwenpaartje de nestkast
verkennen die meer dan 15 jaar terug geplaatst werd voor de steenuil.
Doch elk jaar zijn het kauwen die er zich meester van
maken, alhoewel die in de onmiddellijke omgeving niet voorkomen. Het steenuiltje heb ik ooit wel horen roepen, of zeg ik beter krijsen(?) bij de nestkast.
Voor de gelegenheid vanmorgen was gans de familie
meegekomen, zeker een twintigtal. Een gedeelte zat in de bomen, anderen op de
grond. Ze lieten het koppeltje alleen bij het nest. De rest kwam niet eens
kijken. Ook was er geen kabaal, zoals in het verleden meer dan eens gebeurde.
Na een tijdje verdween de troep.
Terwijl ik de kauwen gadesloeg kwam een boomkruipertje
de paar bomen die voor het raam staan afspeuren. Het klimt met kleine wipjes
omhoog langs de stam. Dit wippen komt waarschijnlijk omdat het telkens een
ogenblik steunt op de staart.
Ik maakte mij de bedenking dat er meer van dit soort
mochten zijn om insecten en - eieren weg te pikken. t Was maanden geleden dat
ik het vogeltje hier nog zag.
De onderzijde is lichtgrijs, de bovenveren veel
donkerder.t Is al heel lang geleden dat een koppeltje broedde in een spleet
tussen de gevelpannen.
Gisteren
(14 dec) was het een schitterende herfstdag, ideaal weer om nog eens met de
senioren van Zoersel op reis te gaan.
Al
de derde maal dat Cyriel van 'De Vlinder' van Essen mijn chauffeur is dit
jaar. Als vroege inschrijver zit ik met Theo helemaal vooraan in de bus. Een
kijkgenot.
Na
een stop voor koffie en een boterkoek in het Vijverhof te Wevelgem rijden we
Frankrijk binnen. We dwarsen Tourcoing. Mooie gebouwen van een honderdtal jaar
geleden van textielbaronnen die leefden op de kap van hun werkvolk, trokken de
aandacht, maar ook de gestyleerde, glazen wolkenkrabber van Quelle op de grens
met Roubaix.
De
stop in Roubaix gold het tot museum verbouwde artdeco zwembad 'La Piscine'.
Een bijou, een parel van schoonheid, zoals ze in het Frans zouden zeggen, Aan
beide uiteinden is er een groot, oranje-geel halfrond brandglasvenster, vlammend
helder, dank zij het stralende buitenlicht. In het midden heeft men een brede
strook watervlak bewaard, afgeboord met een wandelstrook van palissanderhout.
Aan weerszijden een indrukwekkende beeldenrij.
Cyriel
reed Lille binnen zodat we ons konden oriënteren op het TGV(Train Grande
Vitesse) station: Gare Lille-Europe, met het erbij aansluitende Centre
Commercial Euralille; hierbij weer aansluitend, als je naar het centrum rijdt,
het station Lille-Flandre. Tegenover de s'avonds met een kantwerk van lampjes
verlichte hoofdfaçade draaiden we de rue Faidherbe in, voor het eindejaar aan
weerszijden geflankeerd met enkele reusachtige olifanten.
De
bussen stoppen op place Rihour, met in de resten van het hertogelijke paleis van
de hertogen van Bourgondië, het Office du Tourisme.
Met
Theo Van De Water had ik afgesproken een namiddag te gaan stappen. Eerst een
kaart gekocht en naar Vieux Lille. De kathedraal 'Notre Dame de la Treille'
(wijnstok) was een eerste mikpunt. Langs een grote omweg bereikten we
uiteindelijk de citadel. Je kunt er niet binnen, want hierin is nog steeds het
leger gevestigd. Je kunt wel wandelen tussen de binnenvesting en de
buitenvestingen.Vroeger was dit een watervlakte, nu enkel nog een brede sloot
en een verharde wandelweg, met hier en daar bordjes met 'Défense de Pècher'. Plots
zien we het schitterend metaalblauw vliegbeeld naast ons van de ijsvogel. Hij
gaat op het volgend bordje zitten, prachtig belicht. Jaren geleden dat ik nog
dit prachtig vogeltje gezien heb. Als we naderen vliegt het weer naar een
volgende zitplaats; en dan nog eens. Met het naderen van andere wandelaars
verdwijnt de vogel uit ons gezicht.
We
genieten van het takkenspel van de bomen, horen boomklever en grote bonte
specht. Prachtige, witzwarte eksters met blauwgroenmetaalachtig glanzende lange
staart, laten zich van dichtbij bewonderen. We zijn beiden verwonderd dat we
geen enkel roodborstje te zien krijgen. Een blauwe reiger, parmantig staande
naast een bordje 'Defense de pècher werkt op onze lachspieren. De reiger trekt
er zich niets van aan.
We
zijn toe aan een pint en kunnen wat uitrusten. Terug in het Centrum wordt onze
aandacht getrokken door een betoging van de vakbond CGT (Confédération Générale
du Travail) met veel rode vlaggen en harde knallen van voetzoekers.
Op
de Place du Général de Gaule wou ik het stadspanorama zien vanop het
reuzenrad. Theo had nare ervaringen van een verkenning met een vliegtuigje boven de
Death Valley, vanwege het vallen in luchtzakken, met ongesteldheid als gevolg,
die er voor hem een nachtmerrie van maakten. Nadat hij uitgemaakt had dat hier
geen luchtzakken omtrent waren, kwam hij mij vergezellen. 5 toeren met het rad,
met een paar keren een stop aan de top, terwijl onderaan passagiers uit en nieuwe
instappen.
Beneden
zie je de Oude Beurs van 1654, met boven de ingangspoort het symbool van Lille,
Fleur de Lys (lelie) en daarnaast de leeuwen van Vlaanderen en de kroon van de
stad met vestingtorens. Van dichtbij zie je 'La Déesse' op haar hoge kolom,
standbeeld opgericht in 1845 ter herdenking van de weerstand tegen de
Oostenrijkers in 1792.
Daarna
hadden we de stalletjes van de Kerstmarkt vlug gezien. In de grote FNAC was het zeer magertjes met fruitboeken. Of waren die allemaal al verkocht?
Op
de terugweg stoppen we terug in het Vijverhof te Wevelgem voor een goedsmakend
avondmaal. Ze zijn er West-Vlaams gul met de bediening.