Hier nog een beetje nieuws uit Australië.
Met nicht Brisbane en haar echtgenoot zijn we samen voor vier dagen naar de Goldcoast gekomen, ‘Surfers Paradise' om meer precies te zijn.
Het begon al slecht.
Net voor we zouden vertrekken kreeg de man van nicht Brisbane een longontsteking. Hij werd echter na één dag ontslagen uit het ziekenhuis en nicht vond dat hij evengoed kon genezen in een hotel aan zee.
Mr. Silver en ik vonden het hier in Surfers Paradise zo paradijselijk goed, dat we besloten om met ons tweetjes nog een weekje langer te blijven.
Het weer is zalig, niet te warm en niet te koud. Heerlijk!
Ons hotel is vlakbij het strand, we hoeven de straat maar over te steken en indien de surf te hoog is kan ik nog altijd zwemmen in het verwarmd zwembad van het hotel.
Surfers Paradise vind ik een mengeling van Benidorm, Ibiza en de Ramblas in Barcelona.
Het is een mooi zandstrand zoals bij ons, maar dan wel kilometers lang en dun bevolkt.
Met mijn hoogtevrees krijg je me nooit in een van die wolkenkrabbers, dus wij hebben geopteerd voor een eerste verdiep.
Nicht verzekerde me dat er nog veel betere plaatsen zijn, veel rustiger en geen hoogbouw, maar voor ons is het hier OK.
We hebben al zo lang in het binnenland en in steden gezeten. Gewoon rustig naar de grote golven van de Pacific kijken volstaat voor ons.
Er zijn zoals op de Ramblas in Barcelona ook veel winkeltjes, terrasjes en animatie.
Veel autochtone aboriginal inwoners zie je hier niet, tenzij de occasionele didgeridoo speler in traditionele klederdracht : maw gekleed in een lendedoekje, zijn didgeridoo voor zich en op z'n lichaam witte strepen.
Wat je hier wel enorm veel ziet zijn Aziaten. Ik ken geen Chinees uit een Koreaan of een Japanner, dus ik hou het maar bij Aziaten.
Toen Mr. Silver en ik ons hier in het hotel kwamen inschrijven bleek dat de dochter van de dame aan de receptie als buitenlandse studente in Gent gestudeerd had.
De dame was zeer ontsteld over onze manier van gradueren. Hier wordt er, net zoals in Amerika en Engeland, een hele ceremonie van gemaakt en de afgestudeerde graduaten dragen dan allen een toga.
De moeder was speciaal voor die graduatie van haar dochter van Australië naar België gevlogen omdat men er hier enorm veel waarde aan hecht.
Het bleek een enorme teleurstelling, er was helemaal geen ceremonie en ze geraakte amper de universiteit binnen om bij haar dochter te zijn.
Ik verzekerde haar dat het bij de graduatie van onze zoon toen hij afstudeerde als architect ook zo was. Gewoon de directeur die op de trappen van de Academie een korte speech gaf en vervolgens een naam afroeping van al de studenten die geslaagd waren.
We kregen wel - ergens in de drukte - een glaasje schuimwijn en wat chips indien ik het me goed herinner en dat was het.
Ze was ook verwonderd dat wij in zo'n piepklein land ‘onze taalkwestie' hadden.
De partner van haar dochter, die we intussen ook ontmoet hebben, is van Neder over Heembeek en spreekt enkel Frans.
We zorgen ervoor dat er geen taalproblemen zijn door beiden Engels te spreken, hoewel ik ervan overtuigd ben dat Mr. Silver en ik beter Frans spreken dan hij Vlaams.
Volgende zaterdag zullen we dan per trein terug naar nicht Brisbane gaan voor enkele dagen en dan vervolgens met een treinreis die één dag lang duurt, reizen we terug naar nicht Sydney voor de resterende dagen van onze lange reis.
Deze lange, verre reis heeft enkel mijn reisfobie nog verergerd.
Nooit krijgt Mr. Silver me nog mee op zo'n reis.
Ik begrijp dat er mensen zijn die een reismicrobe in hun bloed hebben, maar geef mij maar mijn huisje en mijn tuintje en mijn kinderen en kleinkinderen.
Mr. Silver mag alleen op trot, ik zal de rest van de wereld wel bekijken op TV via National Geographic.
|