Wreed slecht geslapen vannacht, jongens jongens toch. Gewoeld, gedraaid, meerdere keren wakker geworden. Misselijk, buikkrampen ... en nu ... t is over, zo ineens, eindelijk!
Vandaag was de GROTE DAG, de dag van de DEFINITIEVE VULLING van mijn arme, veel gepijnigde wijsheidstand, dat zijn eigen oorlogje heeft moeten uitvechten.
Vorige keer had ik de tandarts met veel plezier afgebeld en uitgesteld, enfin plezier is relatief, want ik had toen last van mijn hernia en kon amper bewegen. Toen werd me medegedeeld dat dokter Mengele, de redder van de kromme tandwortels, er niet meer werkte en dat Juffrouw Hyperspraak het zaakje terug overnam. Het feit dat zij het de vorige keer helemaal niet meer zag zitten en me wou doorverwijzen naar een specialist sprak niet in haar voordeel.
Vandaar dus mijn vreselijke benauwdheid en zenuwen. t Is al erg genoeg om iemand aan je tanden te laten prutsen die er iets van kent, maar een twijfelende juffrouw boezemt niet onmiddellijk vertrouwen in.
Nadat ik vanmorgen de nu licht geel-purper-groene (nog niet met kippenschaar verwijderde) teen van ventje had verzorgd, duwde hij me de voordeur uit en ben ik met knikkende knieën en klapperend gebit richting tandarts gegaan.
Ik kende reeds de routine. Mooi liggen, mond wijdopen, vingers en tenen gekruist en hopen op een goede afloop.
Ik ga u geen verdoving geven hoor madammeke mompelde ze vanachter haar masker.
Ik schoot sneller recht dan een raket en zei heel assertief: euh...wablief, dat gaat ge me toch niet aandoen zeker? waarop ze me verzekerde dat het deze keer geen pijn zou doen, daarbij mompelend : en als het pijn doet geeft ge maar een seintje en dan spuit ik.
Ik daverde van de grote schrik bijna uit de stoel.
Twintig minuten later stond ik terug op straat. Geen pijn, tand netjes gevuld, goed voor nog ettelijke jaren dienst, zelfs met zijn gekrulde wortels. Mijn tandje heeft het overleefd.
Als het dokter Mengele was geweest dan had hij een zoen gekregen, maar ik ben nog steeds heel hetero, dus juffrouw Hyperspraak kreeg enkel maar een grote glimlach. Ik kreeg wel weer een rekening. Deze tand kost inmiddels bijna zoveel als mijn nieuw laptoppeke uit de Aldi.
Jaja, ik heb mijn allereerste nieuwe PC. Al de vorige waren afdankertjes. Ik ben er zo trots op dat ik het amper durf aanraken. t Is voorzien van al de laatste nieuwe snufjes, tot TV kijken toe.
Ik wou het vooral om mee te nemen naar zee overmorgen, in de hoop dat ik ergens een hotspot vind om niet helemaal ineens te moeten afkicken van mijn lievelingsblogjes. Gisteren hadden we een kindvrije dag en hebben ventje en ik samen Vista aan de praat gekregen, programmas geïnstalleerd, bestanden, spelletjes, tot zelfs het fotoprogramma van onze camera toe. s Avonds was ik zo stik kapot dat ik geen zin had om het al uit te proberen, dat zal voor aan t zeetje zijn. Daar kan ik naar hartelust oefenen en schrijven.
Een goede vriend heeft mij besmet met de poëzie ziekte. Ik probeer nu zelfs gedichten te schrijven maar ik ga er jullie nog niet mee lastig vallen want de kwaliteit laat nog heel veel te wensen over.
Ventje is nu onze kleindochter gaan afhalen van haar eerste halve dag kleuterschool. De pokjes waren opgedroogd, de broekjes zijn meer droog dan nat, dus ze is gepromoveerd. Ik profiteer dan maar even snel om even mijn blogje bij te werken want morgen is het inpak dag.
De lijst is afgedrukt en ligt klaar, alles is gewassen en gestreken, als we nu ons valies nog terugvinden is het OK. Als je naar de Belgische kust op vakantie gaat, dan heb je drie keer zoveel meer bagage nodig dan wanneer je naar het zuiden gaat.
Daarnet was het buiten 11°C ja ... ELLEUF GRADEN....koud mannekes toch, en zeggen dat ik enkele dagen geleden nog rondplonste in mijn zwembad.
Je moet dus kleding en schoenen voorzien voor : koud, nat, héél nat, supernat, droog, vrij droog, heel droog, warm, warmer, heel warm, tropisch heet.
Toch is een verblijf aan onze kust altijd plezant, zeker omdat we nu naar het stadje gaan waar ik me thuisvoel. Het stadje waar ik gewoond heb toen we van Engeland naar België kwamen, waar mijn grootouders, tantes, neefjes en nichtjes woonden. Waar ik mijn eerste vlaamse woorden heb leren spreken.
Nostalgisch loop ik voorbij hun huizen want ze zijn inmiddels allemaal gestorven, zelfs de neven en nichten. In onze familie vallen we nogal vroeg dood zie je.
Het kelder appartement waar we zes maanden gewoond hebben en op appelsienkisten sliepen omdat mijn ouders hun spaarcentjes op waren... het staat allemaal in mijn geheugen gegrift.
Ik ken het stadje ook niet op zn zomers. Nadat we naar Antwerpen verhuisd waren gingen we enkel naar zee in de winter, want in de zomer hadden grootouders geen tijd: het seizoen ging voor.
Een kuststad toen, in de winter, was niet zoals nu. Toen was alles potdicht. Enkel de winkel van tante bleef open voor de inwoners van het stadje. Op de dijk werden ramen van hotels en restaurants beschermd en afgesloten door grote houten panelen.
Schoonma gaat dezelfde maand ook naar zee, maar zij gaat naar Oostduinkerke. We zullen elkaar af en toe eens bezoeken en dan gaan we vast en zeker iets drinken in de Rubens, daar komen we op de meest onverwachte ogenblikken soms goede vrienden tegen.
Benieuwd of het deze keer ook zo zal zijn?!
|