De hotels, die wij op onze rondreis aangedaan hebben,waren prachtig, en het ene nog mooier dan het andere. Ruime en luxueuze kamers, en zelfs met een salon en een bubbelbad. Soms bleven we maar één nacht en soms 3 nachten en daarna ging de reis weer verder. Vertrokken waren we in Colombo en van daaruit naar Negombo, Giritale, Kandy, Nuwara Eliya, Kataragama, Kalutara, en terug naar Negombo en aansluitend naar Colombo voor de terugreis. Bij onze aankomst op het vliegveld kregen we allemaal een bloemenkrans van frangipanbloemen omgehangen. Tere, kelkachtige bloempjes van een albasten kleur. Het was opvallend hoeveel bloemende bomen we tegenkwamen tijdens onze rondrit. De tropische begroeiïng was overweldigend en sommige bomen hadden een omtrek, die ik niet eens kon schatten. En dan de apen, ze zaten overal, in de bomen, op de daken,rond de tempels, rondspringend op de straat terwijl ze hun babies met zich meezeulden. We bezochten een prachtige kruidentuin, die meer weg had van een tropische tuin, omdat veel kruiden de vorm van boompjes of bomen aangenomen hadden. We zagen het optreden van de Kandyan Dancers, die hun spectaculaire show opvoerden, met vlammende kleuren en vuur. Twee van hen liepen daarna over gloeiende kolen op nauwelijks een meter van het dichtsbijzijnde publiek. We bezochten een familie die de kokosnoot tot de laatste vezel benutten om er bruikbaar materiaal van te maken. Van de haren op de schil werden touwen gesponnen, zoals men hier vroeger wol spon. Elk onderdeel van de vrucht werd ergens voor gebruikt en niets ging verloren. Arme mensen zijn vindingrijk en dat bleek hier meer dan ooit het geval. We liepen door de botanische tuin van Peradeniga, waar we ook een orchideeënkas met ongelooflijk vele soorten, bezochten. Er was het olifantenweeshuis, waar die mastodonten rondliepen en hier en daar een kleintje de harten van iedereen stal. Een horde olifanten wordt steeds geleid door een vrouwtje en nooit door een mannetje. Er waren twee mannetjes vastgebonden met zware kettingen omdat ze agressief waren. Dat kon je merken aan de opening tussen oog en oor, waar dan een wit vocht uitkwam. Zodra de begeleiders van de dieren dit fenomeen zagen, werden de dieren met zware kettingen vastgelegd omdat ze anders amok liepen. Naderhand zaten we op een terras aan zee te eten en daar kwamen de olifanten in grote groep door de straat, tussen de kraampjes door en liepen allemaal net onder ons het water in om te baden. Tweemaal per dag vond dit ritueel plaats en tweemaal per dag werd elk dier door zijn begeleiders gewassen! Propere diertjes hé!;-))) Op een andere dag bezochten we een werkplaats waar juwelen werden gemaakt. Handwerk en weer in het halfduister. De bijhorende zaak was een goudmijn, in de letterlijke zin van het woord, voor iedereen, die van die prachtige dingen houdt, en ondergetekende hoort daarbij!;-)) We maakten het hele proces mee hoe thee werd gedroogd en tot zijn uiteindelijke vorm kwam. En als je buiten tussen de bergen, begroeid met theeplanten stond, was dat een prachtige aanblik en had je totaal geen idee hoe werkintensief het plukken en bewerken van het groene goedje wel was. Aansluitend kon je thee drinken in een verbruikers ruimte en natuurlijk alle mogelijke soorten kopen, moest je daar behoefte toe voelen. De theeplantages lagen natuurlijk op behoorlijke hoogte: ca 2400 meter en het was gewoon grappig om te zien, hoe koud de mensen het hadden. Ze droegen bijna allemaal oorverwarmers en droegen dikke jassen en mutsen Voor ons was het nog steeds een heel aangename temperatuur en niet zo vochtig warm als in het lager gelegen gebied. Op een namiddag hebben we een wandeling van 9 à 10 km gemaakt, over rotsen en stenen, steeds maar klimmen om uiteindelijk aan te komen op een hoog punt Worlds End genoemd. Hier had je een prachtig uitzicht over het omliggende landschap en de natuur was er adembenemend. Minder fraai is het feit, dat hier regelmatig paartjes en enkelingen zelfmoord plegen. Aansluitend hebben we gepicknickt onder de grote bomen. En dan was er de jeepsafari door het Nationale Park Yala, dat zo groot is als groot London. Onwaarschijnlijke vegetatie en zoveel soorten dieren, dat je ogen tekort kwam. We zagen een luipaard, dat zich tegoed wilde doen aan een opgeblazen dode buffel op het strand van het meer We waren met twee jeeps en de chauffeurs raasden over de met kuilen bezaaide weg, die de naam weg eigenlijk niet verdiende. Maar alles hadden ze gezien en dan stopten ze. Een krokodil, die net uit het water omhoog kroop om te gaan zonnen, buffels die baadden in het water, een visarend, die op jacht was naar een prooi, natuurlijk massa's apen, varanen, pauwen, ceylonse hoen, olifanten, je had gewoon ogen tekort. We stopten op een plaats, waar een hotel gestaan had, dat totaal door de tsunami was weggevaagd en alleen nog de trappen naar de vloer op de gelijkvloers waren overgebleven. We hebben veel van van die huizen gezien, verwoest door de tsunami. Ze staan tussen de nieuwe of gespaarde huizen en doen afbreuk aan het uizicht van een straat of een dorp, omdat het krotten zijn, die hoe langer hoe meer vervallen.En dan viel het mij weer op, de massa's kraaien met hun akelige geluid. Boven het strand vliegen geen meeuwen maar kraaien met hun luide schreeuwen, die niets vogelachtigs hebben. Het stof dat omhoog gewerveld was door die wilde rit in de jeep, had ons helemaal bedekt en onze kleren zagen er niet uit en de rest waarschijnlijk ook niet! Een heel lange, frisse douche was meer dan welkom achteraf En niemand hield zich lang op de been na het avondmaal. We vielen als een blok in bed en waren binnen de kortste keren totaal van de wereld. Van slapeloosheid had ik dus absoluut geen last! (Wordt vervolgd)
|