Mijn persoonlijke belevingswereld. Lieve bezoekers van mijn blog.
Ik wil jullie vragen om geen grote prenten als button te gebruiken omdat het mijn blog onnoemelijk langzaam maakt en slecht te openen, wat anderen dan weer afschrikt. Ik hoop op jullie begrip! Bedankt.
25-03-2006
NACHTZWART. (Michelly 23.03.2006)
Verdriet, zo oneindig en bodemloos,
Verdriet, in mijn ziel en mijn hart,
Verdriet, zo beklemmend, zo hopeloos,
de dag en de nacht op zijn zwarts.
Het klauwt in mijn keel mijn hart en mijn lijf!
Ik weet met mijn angsten en woede geen blijf!
Het is deze inktzwarte duisternis, die tranen verdroogt, waar wanhoop is.
Het was gisterennamiddag een stralende, zonnige winternamiddag, die iets van de lente in zich droeg. En plots werd alles duister als bij een totale zonne-eclips, want Krista stierf in haar auto, ergens onderweg naar haar werk. Iemand anders was onoplettend en verleende geen voorrang van rechts, en voor haar hield alle leven op, daar ter plaatse. Ze was net 40 jaar geworden op 01-01-2006 en het leven lachte haar toe. Haar twee zoons , mooie en lieve jongens, werden stilaan groot, en ze voelde zich goed in haar gezinnetje en haar werk. Haar mama, de oudste zus van mij man, stierf op 37-jarige leeftijd. Zelf was ze toen 9 jaar oud. Ik kwam elke dag bij mijn schoonzus en de kinderen over de vloer, omdat zij de oppasmama was voor onze eigen zoon, als ik werken was. Ik bracht hem 's morgens en 's avonds haalde ik hem weer op. Gewoonlijk hadden wij dan even een gezellig onderonsje en dat smeedt hechtere banden. Voor onze zoon, waren Krista, en haar broertje en zusje de broers en zussen, die hij zelf niet had. Ze speelden, lachten en huilden, en vochten en stechelden samen, over allerlei zaken, zoals ook broers en zussen dat doen. Zo herinner ik mij, als de dag van gisteren het volgende voorval. Mijn schoonzus was in verwachting van haar jongste dochter en de kinderen waren ervan op de hoogte, dat het babietje in mama's buik groeide. Zij mochten af en toe luisteren en over de buik strelen. Zelf kon ik geen kinderen meer krijgen, en onze zoon had het daar zeer moeilijk mee, omdat hij het verschrikkelijk vond, om een énig kind te zijn. De kinderen hadden wat gekibbeld met elkaar en zoals dat normaal is op die ouderdom, proberen ze elkaar dan de loef af te steken. Krista zegde tegen onze zoon: Wij krijgen toch een broertje of zusje en jij niet! Maar dat nam onze zoon zomaar niet, en zegde dat het ook zijn broertje of zusje was. Mijn schoonzus, die als scheidsrechter erbij gehaald werd, moest hem teleurstellen. Het zou een neefje of een nichtje voor hem worden, maar geen broertje of zusje! En of dat nog niet erg genoeg was! Krista zegde: En meisjes kunnen toch kindjes krijgen en jongens niet! Daarmee was hij het dus absoluut niet eens en er werd een robbertje gevochten. Mijn schoonzus wist zulke situaties wel op te lossen en het ongenoegen werd dan ook in kiem gesmoord. Toch zat het hem niet lekker, hélemaal niet! Krista kon kindjes krijgen en hij niet. Dat was niet eerlijk. 's Avonds aan tafel bracht hij dat item natuurlijk ter sprake en hij voegde er hoopvol aan toe: Dat is niet waar hé mama! Tot zijn algehele teleurstelling moest ik dat dus beamen en zijn ontgoocheling was zo groot, dat ik werkelijk medelijden met hem had. Ik zegde toen: Maar dat is toch geen probleem! Als jij later een vrouw hebt, krijgt jouw vrouw wel de baby, maar die baby krijgt altijd jouw familienaam en gaat dus net als jij heten. (Die stelling ging in die tijd dus nog op!) De opluchting op het gezicht van mijn zoontje was aandoenlijk! Eindelijk iets van hem, waar het de toekomstige baby betrof! Dat er geen baby zou zijn, zonder zijn tussenkomst, heb ik hem op die leeftijd nog niet diets gemaakt. Maar alles was weer peis en vree, met zijn neefje en Krista, want hiermee kon hij wel leven. Aan al die kleine dingen denk ik, nu Krista haar eigen "babies" achter heeft moeten laten.
De eerste foto rechts boven is "Beholding" van Henry Asensio
Eigenlijk is het echt eigenaardig, hoe op bepaalde momenten specifieke herinneringen komen bovendrijven en op je netvlies gebrand staan! Wat die beelden oproept, is soms totaal niet te achterhalen en zo heb ik er wel enkele.
Ik heb reeds verteld, dat wij elke morgen naar de mis moesten in het dorp, nuchter en wel, en na de mis naar het klaslokaal gingen en daar ons boterhammetjes opaten en uit een soort veldfles dronken. Ik was als klein meisje behoorlijk alert en hoorde en zag veel, van wat er rond mij gebeurde. Zo viel mij op dat er dikwijls vrouwen achter in de kerk zaten, op de laatste rij. Ze zaten daar ingetogen, een hoofddoek om, het hoofd gebogen en ze bleven zitten nadat de mis uit was. Ik wist helemaal niet of ze die mis ook gevolgd hadden, of dat ze eerst op het einde van de ceremonie binnengekomen waren. Het viel mij op en ook dat de vrouwen steeds na de mis bleven zitten en niet mee naar buiten kwamen. Op een zekere dag ben ik gewoon terug gaan kijken, wat ze daar dan eigenlijk deden. Ik zag hoe een vrouw uit het dorp de ganse ronde van de kerk maakte, terwijl ze stilletjes in zichzelf prevelde en bad. Daar moest ik dus het fijne van weten. Ik vroeg dan ook aan mijn ma, wat die vrouwen daar eigenlijk deden. Zij antwoordde, dat de vrouwen, die een kindje gekregen hadden hun "kerkgang" moesten doen! Dat antwoord voldeed mij wel niet, maar daar moest ik het dus mee stellen. Toen ik enkele jaren ouder was, intrigeerde mij dat nog steeds en heb ik die vraag ook weer in de godsdienstles gesteld. Ik kreeg een uitleg, waarover ik heden ten dage nog steeds geschokt en woedend ben! Vrouwen, zo werd mij uitgelegd, die een kind gebaard hadden, waren in de ogen van de kerk "ONREIN" en moesten een boetegang doen door de kerk, vooraleer ze opnieuw de sacramenten mochten ontvangen of een mis bijwonen! Ik ontplofte zo ongeveer en vloog dus ook prompt weer aan de deur. Zelfde systeem als bij mijn vraag over de kleine graven in ongewijde grond.
Als ik daar zo over nadenk, werd ik regelmatig aan de deur gezet, ofschoon ik een erg goede leerling was. Zo moesten wij in de handwerkles een voor een bij de juffrouw komen om ons handwerk te laten inspecteren en eventuele op- of aanmerkingen in ontvangst te nemen. We stonden dan in een lange rij tussen de banken aan te schuiven, totdat je zelf aan de beurt was. Het was strikt verboden tijdens het wachten in de banken te gaan zitten. Rechtop in de rij was de boodschap en niet hangen of doorzakken. In die tijd was ik een behoorlijk stukje gegroeid en erg groot voor mijn leeftijd. Het gevolg was echter, dat ik nogal last had van groeipijnen en vooral veel pijn had in de zijde, als ik lang ergens moest staan. Op een zeker ogenblik was de pijn niet meer te harden en liet ik me zijdelings in de bank zakken, waarnaast ik stond. Deze baldadigheid ging niet onopgemerkt voorbij. Het gevolg was, dat ik buiten, midden op de gang twee uren onafgebroken heb mogen rechtstaan, terwijl ik bijna flauw viel van de pijn. Hoe ik ook uitlegde, wat de oorzaak van mijn ongehoorzaamheid was, het was allemaal boter aan de galg. Dat noemde men in die tijd "Opvoeding" met een hoofdletter!!!
Een ander feit, dat onuitgewist in mijn herinnering blijft hangen, is al even weinig fraai. Tussen de middag gingen wij naar huis om thuis te eten en daarna gingen wij terug naar school. Wij, de grotere meisjes van het zesde studiejaar, hadden dan normaliter enkele kleintjes bij de hand tussen ons in. In die tijd was er aan één zijde van de straat een fietspad en wij liepen aan de andere kant. Er was echter een jongen, die elke middag met een gevaarlijke zwaai van het fietspad achter op ons in kwam rijden, zodat wij steeds een sprong opzij moesten doen. Ik was woest op hem, maar er was natuurlijk geen beginnen aan, om hem te voet achterna te rennen. Die midag liepen een schoolvriendinnetje en ik daar weer, met twee kleine ukjes tussen ons, naar school. Ik erg alert, omdat ik verwachtte, dat die belhamel ons wel weer te grazen zou willen nemen. En inderdaad, daar kwam hij met een rotvaart aangereden , zwenkte van het fietspad naar ons toe en wilde gewoon tussen ons doorrijden en dus die kleine kinderen omverrijden!! Maar deze keer had hij buiten de waard gerekend. Ik gaf hem een forse duw en hij vloog met fiets en al onderdersteboven . Ik ben op hem afgevlogen en heb die jongen afgerammeld gelijk een furie! Razend was ik, over zijn laf gedrag. Een meester van de lagere school, die net voorbij fietste, heeft mij van hem afgetrokken met de woorden: Foei, foei, meisjes rammelen toch geen jongens af! (Waarom eigenlijk niet??) Hieraan is nooit een gevolg gebreid in de vorm van straf, wat een logisch gevolg was van een vechtpartij, maar die belhamel is nooit meer van zijn rechte lijn op het fietspad afgeweken, d.w.z. toch niet in mijn buurt!