Kleine meisjes blijven niet klein, en plots was daar het ogenblik aangebroken, dat ik naar de "Humaniora" zou gaan. In die tijd had je de keuzemogelijkheid tussen "Oude Humaniora" en "Moderne Humaniora" en mijn keuze, of was het die van mijn ouders (?), viel op de Oude Humaniora, ttz. de Grieks-Latijnse. Het was een wereld van verschil. Elke dag vertrekken met de fiets naar de nabijgelegen stad om te gaan studeren. We waren met ganse groepen, jongens en meisjes, die van de dorpen rondom naar de stad fietsten en de groep werd alsmaar groter, naargelang we de stad naderden, want in elk dorp, dat wij doorkruisten, voegden zich opnieuw studenten bij de karavaan. De manier van onderwijs krijgen, was natuurlijk totaal verschillend van het lager onderwijs. Voor elk vak hadden wij een andere leerkracht en dat waren Kruisheren voor sommige vakken en voor andere vakken dan weer regentessen. In onze klas waren erg weinig leerlingen, nl. zeven Latinisten en vier Modernisten. Het was namelijk eerst het tweede jaar dat de Kruisheren een afdeling voor meisjes hadden en die beperkte zich de eerste jaren tot het Lager Middelbaar. Bepaalde vakken kregen wij allemaal samen, anderen kregen wij natuurlijk apart, zoals Latijn, Grieks, wiskunde. Wij zaten in erg kleine klassen. Het waren kamers van het klooster van de Ursulinen. De kamers waren volgepropt met lange banken, waarin wij met drie of vier meisjes zaten, en die aan een zijde tegen de muur geschoven waren. Als iemand naar het toilet moest, moest de hele rij opstaan om plaats te maken en die persoon doorgang te verlenen. Er zat in onze klas een Italiaans meisje, waarmee ik jaren bevriend ben gebleven. Ze had lange zwarte haren, die ze in een paardestaart bijeengebonden droeg. Op een bepaald ogenblik, in de les van geschiedenis,had ze zich geamuseerd met van die paardestaart een ongelooflijk aantal vlechtjes te maken, die ze over haar schouders drapeerde. Onze leraar had reeds enkele malen gezegd, dat ze daarmee diende op te houden en haar aandacht bij de les moest houden, maar ze deed net alsof ze hem niet hoorde en ging rustig door met vlechten. Zij zat op de plaats tegen de muur en er zaten drie meisjes, waaronder ik naast haar. Onze leraar was een grote, forse en erg kalme man, maar iedereen wist, dat als hij boos was, hij een tafelblad in twee kon slaan met zijn vuist. En opeens werd hij boos! Met een daverende klap kwam zijn vuist op de lessenaar terecht en hij riep dat ze moest maken dat ze buiten kwam! Ik heb nog nooit iemand zo snel en lenig op het schrijfblad van die bank zien springen, voor onze neus doorrennen, met een sprongetje op de grond belanden en als een schicht verdwijnen naar buiten. Als ik aan die scene denk, borrelt de lach in mijn keel omhoog en heb ik na 49 jaar nog steeds napret! Onze leraar vervolgde zijn les, alsof er geen onvertogen woord gevallen was, en wij zaten allemaal muisstil en roerloos naar hem te luisteren. Mijn vriendin heeft nooit meer vlechtjes gemaakt in eender welke les!
|