Het valt me telkens weer op, hoe onze wereld wordt bezoedeld door geluid! Zou er nog ergens een plaatsje zijn, waar het echt stil is en waar je die stilte kan horen? Dat zinderende geluid, alsof de lucht en alles rondom je trilt in totale geluidloosheid. Deze avond hadden we, zoals elke maandagavond, repetitie van ons koor. Met zo'n dertig vrouwen samen, wil dat al heel wat zeggen. Lieve deugd, wat kunnen die lawaai maken. Dat kwekt en ratelt non-stop en ik vraag me dan af, wat die allemaal zo dringend te vertellen hebben en waarom dat met zoveel decibel moet gepaard gaan.. De meesten zijn familie van elkaar en zien elkaar meerdere malen per week, omdat ze ook nog in hetzelfde of aanpalend dorp wonen. Zussen, nichten, schoonzussen, bijna één grote familie, op enkele uitzonderingen na, waar ik dan bij hoor. Onze dirigente moet telkens opnieuw vragen om stilte en ik vraag me serieus af, waar ze haar stem blijft halen, want ze moet dat verzoek telkens opnieuw herhalen, omdat ze door hun eigen lawaai, haar niet eens horen praten. Ik zit dan op mijn stoel en voel hoe golven geluid mij overspoelen. Ik kan er behoorlijk geïrriteerd door geraken, omdat ik problemen heb met mensen, die geen zelfdiscipline hebben. Ik vind het trouwens getuigen van heel weinig respect voor anderen, en vooral de dirigente, door maar verder te gaan met tateren zodat wij niet aan ons programma kunnen beginnen. Het valt me dan ook nog op dat er enkel personen uitspringen, die het wel heel bont maken en gewoon geen minuut zwijgen en moet ik er dan bij vertellen, dat het leerkrachten zijn?? Juist van hen zou men begrip mogen verwachten voor iemand, die voor een groep mensen staat en probeert om hen rustig te krijgen om met het programma te beginnen. Als we dan eindelijk met onze repetitie begonnen zijn, gebeurt het dat de verschillende stemgroepen even apart moeten zingen of herhalen om een of andere moeilijkheid de baas te kunnen. En dan gaat het weeral verder, dat geklets. Het irriteert me mateloos omdat je dan niet eens fatsoenlijk kunt volgen wat er gezegd wordt. Als ik dat tegen M. zeg, repliceert hij, dat L, de dirigente, strenger zou moeten optreden, maar het zijn allemaal vrijwilligers en zij gaan ervan uit, dat zij zingen om zich te amuseren en blijkbaar hoort daar geen discipline bij. Ik zie dat anders, en met mij nog wel andere ook, maar wij zijn duidelijk in de minderheid en moeten ons maar aanpassen aan dat ongelooflijk gekwek. Heb voordien nooit geweten, dat een relatief kleine groep vrouwen zoveel kabaal kunnen maken. Als ik dan naar huis rij, alleen in de auto, geniet ik van de stilte en de algehele rust, die een weldaad is voor mijn gepijnigde oren. Ik hoor erg goed en dat is duidelijk niet altijd een zegen.
|