Kerstnacht, het roept héél speciale herinneringen op en die zijn voor ieder van ons natuurlijk weer anders en héél persoonlijk! Voor mij zijn er twee kerstnachten anders dan andere. Hier volgt het verhaal van een van die nachten. Het was Kerstavond en ik was 21 en mijn lief was er 24 en op die leeftijd probeer je wel eens wat uit, en deins je ook niet zo snel terug voor wat moeilijkheden. Hoe wij op het idee gekomen waren, weet ik nu niet meer maar we hadden besloten, dat wij in de Kerstnacht langs het kanaal naar het thuisdorp van mijn lief zouden lopen. Dat is op zich niet zo'n geweldige onderneming, want op die leeftijd kun je een afstand van 12 km te voet wel aan! Bijkomend feitje was echter, dat het héél hard gesneeuwd had en de wegen zo ongeveer dicht lagen met een prachtig wit tapijt. We stonden er echt niet bij stil, dat het langs de boorden van het kanaal natuurlijk nog onbegaanbaarder moest zijn. Vol goede moed vertrokken wij. Goed ingeduffeld en zelf droeg ik rood-zwarte rijglaarsjes met een klein hieltje. Niet zo uitermate geschikt voor een verre wandeling, maar , 1. ik was het gewoon van op hakjes te lopen en deed dat altijd. 2. ik bezat gewoon geen platte schoenen, dus moest ik het hiermee stellen. Zolang onze weg via de normale wegen voerde, ging alles zonder problemen. Toen we eindelijk aan de boord van het kanaal waren aangeland, bleek het allemaal geen sinecure te zijn! De sneeuw lag er erg hoog en er was natuurlijk nog geen enkel voertuig voorbij gereden. Er waren dus geen sporen waarop wij konden lopen. Mijn lief nam het voortouw en ik probeerde zo goed en zo kwaad als ik kn in zijn sporen te stappen. In die tijd waren die paden echter nog niet verhard en de weg, die wij moesten volgen lag rond. Hiermee bedoel ik dat het midden van de weg hoger lag dan de zijkanten. Het gevolg laat zich wel raden natuurlijk! Voortdurend schoof ik uit en belandde languit in de sneeuw. Ik zag er uit als een verkleumd sneeuwvrouwtje maar van opgeven was geen sprake! Na de nodige kilometers gelopen te hebben, moesten wij de boord van het kanaal verlaten en ging de tocht verder door een stuk bos. Daar was de weg breder, maar lag even rond en was even dik ondergesneeuwd als de kanaalweg. Op een bepaald ogenblik ging ik weeral onderuit en zat op mijn achterwerk in de sneeuw. Ik zegde tegen mijn maatje, dat ik het gevoel had, dat ik scheef liep! Laarsjes gecontroleerd en inderdaad één van mijn hieltjes had het begeven en ik liep dus op een laarsje mét en een laarsje zonder hieltje! Door de klompen sneeuw onder mijn laarzen, had ik dat niet echt gevoeld, maar het verklaarde natuurlijk wel, waarom ik zo dikwijls viel. Bleef ons niets anders over, dan de andere hiel er ook onderuit te halen. Voor mijn vriend was dat een koud kunstje en nu zou ik dus terug "normaal" kunnen lopen. Wat heet normaal!!! Nu stond ik met mijn hielen lager dan met mijn tenen! Bekijk schoenen met hoge hakken maar eens goed. De hiel zonder hak, ligt hoger dan de teen van de schoen! Ik schoof en schoof en zat meer in de sneeuw dan dat ik rechtstond. Ik kwam gewoon niet meer bij van het lachen. Ik zie mezelf daar nog zitten, op mijn achterwerk in de sneeuw, midden in het bos, bij het licht van de maan en niet bij machte op op een normale manier op mijn voeten te blijven staan! Mijn lief heeft mij dan aan een hand genomen en zo liep ik dan naast hem over de besneeuwde weg en was er geen sprake meer van om in zijn voetsporen te treden. Ik was gewoon al blij, dat ik mij aan hem kon vastklampen, telkens ik weer onderuit schoof! Enkele malen heb ik het zelfs klaargespeeld om hem mee omver te trekken. Het ergste stuk van de weg moest echter nog komen. Het was een vrij zware helling die we omhoog moesten om eindelijk terug in de bewoonde wereld te komen. Mijn lief dus voorop en ik achter hem aan tegen die helling op, met mijn hielen lager dan mijn tenen! Dit was zo'n potsierlijke bedoening dat het ons extra veel tijd gekost heeft, omdat wij voortdurende terugschoven en wij zo hard moesten lachen, dat we zonder meer al makkelijker een buiteling maakten. Na héél veel inspanning en de nodige tijd, is het ons eindelijk gelukt om de bewoonde wereld te bereiken. Ik moet er nog bij vertellen, dat wij allebei absoluut geen kou hadden, ondanks het feit, dat wij bijna zoveel tijd in de sneeuw zaten als dat wij erin liepen. Nu, na zoveel jaren, moet ik nog steeds gibberen, als ik aan die nacht denk! Het is een herinnering om nooit te vergeten, en we haddden toch maar bewezen, dat wij onze weg vonden door nacht en ontij!!!! En met de man, waarmee ik zo'n avontuur beleefd heb, en waarmee ik zo ongelooflijk kan lachen, ben ik nog steeds getrouwd.
|