Jij bent het meisje, dat ik ooit wilde zijn: stralend helder als zonneschijn, lachend, fonkelend als duizend sterren,
stil en verdroomd, soms nabij, soms heel verre!
Kind van mijn kind, jij bent als de wind, die speelt in de bomen met duizende dromen, die ritselt en streelt en zich nimmer verveelt.
Jij bent als de zee, oneindig en ver.
Jij bent onze mooie, stralende ster.
|