De regen roffelt op de ruiten en zwijgend sta ik aan het raam, ik wil nu nooit terug naar buiten, ik wil alleen hier blijven staan.
De druppels trommelen in mijn hart, het is verdronken in verdriet. Wat had ik anders dan verwacht? GELUK dat krijg je ZO maar niet!
Geen ster, geen maan, laat zich nu blikken. Het is al duister wat je ziet. Je hebt je in je lot te schikken, je levensweg ontloop je niet!
En toch zal ook de zon weer schijnen, dan is verdwenen nacht en zwart, dat nu als inkt komt bovendrijven. Geluk dat ERGENS op me wacht.
|