Kerstlicht flonkert in je ogen
Die groot zijn en karbonkelzwart.
Je lippen getuit en wangen die blozen,
En buiten wordt het stilaan nacht.
Je kijkt je grote ogen uit
En hebt dan honderd, duizend vragen,
De herder speelt nu op zijn fluit
En jij wilt helpen blazen!
Je klapt je handjes bijna stuk
Je huppelt, zingt en lacht
Ik kan haast wenen van geluk
Om dit gevoel, dat jij mij bracht!
En als je dan gans moe en slap
Hier op mijn schoot, die oogjes sluit
Zing ik voor jou bijzonder zacht
Een lied zonder geluid!
|