Mijn bovenbeste buurvrouw is al op stap geweest met de hond, mijn bovenbeste buren hebben al gespeeld met de hond en ik heb al ballen gegooid in afwachting van de weekendkrant. Eigenlijk was ik zinnens een klaaglitanie op te zetten, genre die van aanroeping van alle heiligen. Door de regeringsbeslissing van gisterenavond, was ik echt een beetje down, een klein dipje, nu er weer een rem komt op bezoeken. Wiet Van Broeckhoven (1949-2019) zei: een politicus heeft voor elk probleem een oplossing: simpel, duidelijk en soms verkeerd voor de mensen! Maar het lezen van de krant zorgde ervoor dat ik alles weer eens in een ander perspectief moest bekijken. In het Hoge Noorden begint rondom deze tijd van het jaar en dat tot medio Februari, een duistere en donkere periode. De zon komt niet meer op of alleen eens piepen met een streepje. Die mensen klagen ook niet maar voorzien allerlei leuke activiteiten binnenshuis om die sombere, lichtloze, eenzame dagen door te komen. Door de lockdown moet ik op dezelfde manier reageren en leuke bezigheden zoeken al is het maar veel taarten bakkken en opeten. De kilo's moet ik er dan iedere dag wel afwandelen. Buitenkomen is toch altijd een must: andere horizonten zien, eens uitwaaien, beentjes strekken, en de aanmaak van vitamine D. Hoe zegt het spreekwoord: niet klagen of zagen, maar bidden om kracht!. Daarom keek ik weer eens of er geen inspirerende heilige te bespeuren viel. En ja hoor, eentje dat zelfs jeugdherinneringen opriep. Saint Quentin, Sint Kwintens, zijn voorspraak werd en word ingeroepen om genezing bij kinkhoest, koorts, waterzucht en zelfs ten gunste voor drachtige merries. Maar belangrijker is dat in Saint Quentin, een stad in Noord-Frankrijk halverwege Brussel en Parijs, de bronnen te vinden zijn van de rivieren de Somme en de Schelde. De Somme, geassocieerd met de Slag aan de Somme in 1916, tijdens WO I, met meer dan een miljoen doden. De Schelde, gekend van De Stad aan de Stroom. Mijn vader vond dat de bron niet zo heel ver verwijderd was van de grens en wilde de stad wel eens bezoeken waar zijn duiven gelost werden tijdens het vliegseizoen voor de prijzen. Onvermijdelijk moest er ook wildplassen aan te pas komen in dat kleine bronnetje dat een zo majestueuze rivier zou worden in Vlaanderen. Toen bestond 'wildplassen' niet, dat was water voorzien aan de natuur. Het was voor mijn lieve papa belangrijk dat hij zijn bijdrage leverde om voldoende water naar Antwerpen te brengen. Dat deed hij met veel plezier en met gemonkel van de kinderen (2). Mijn moeder stond er toen een beetje gegeneerd bij.
Ik vond bij Wiet ook de plezantste spreuk van de dag. Haan tegen hen: maak a.u.b. geen ruzie waar de eieren bij zijn.
|