Gisterenavond was er een goede film op canvas: Becoming Astrid. Het verhaal van Astrid Lindgren (1907-2002) vóór haar grote doorbraak met de boeken zoals van Pipi Langskous. Niettegenstaande ik al de boeken van Pipi (nu te vinden bij de kids) heb en ook de dvd's over de wederwaardigheden van dat olijke meisje, wist ik eigenlijk niets af van de geschiedenis en levensloop van de schrijfster. Zo nieuwsgierig ben ik niet naar de beroemde medemens, om al de smeuiige verhalen te weten. Het enige wat ik kan zeggen, nu, na het lezen van een korte biografie: een straffe sterke vrouw!. Een film ook voor nog eventjes te bewaren en nog eens terug te bekijken.
Regen, wind heb ik moeten trotseren om voor mijn dierbare gezel wat kauwbeentjes te halen. Die was ik glad vergeten te hamsteren deze week. En zoiets kan natuurlijk niet zijn. Ik kan hem immers niet uitleggen waarom er iets niet voorradig is. Hij bleef maar voor zijn kast staan en ik ben dus maar op kooptocht gegaan. Het was zeer druk, zowel op de baan als in de winkel. Ik ben dan maar op een drafje de winkel in- en uitgesprint. Dat is het voordeel van altijd dezelfde magazijnen te bezoeken, ik weet bijna op de tast alles te liggen. Voor mezelf zal ik volgende week wel wat kastvulling halen. Er zit genoeg in de diepvries om niet van honger om te komen.
Nr 59: een schuimspaan zijn = een zuiplap, een klaploper. Ik heb niets gevonden dat enig verband kan houden tussen een schuimspaan en de gegeven uitleg. Een schuimspaan kent iedereen wel van in de keuken: een soort lepel met een plat blad en gaatjes erin om het schuim van kokende gerechten uit de hete vloeistof te halen. Dat schuim bevat meestal onzuiverheden die de smaak van de bereiding negatief kan beïnvloeden. Van zuiplap heb ik niks gevonden dat van ver of dicht eventueel met een schuimspaan een connectie zou hebben. Van klaploper heb ik de oorsprong gevonden in de Middeleeuwen. Een naam voor een mens die door ziekte niet meer in de gemeenschap mocht leven, zoals de melaatsen. Zij kregen van de gemeente een 'ratel', 'klapspaen' of 'klap' om hun komst aan te kondigen. Een klaploper was oorspronkelijk een legale bedelaar. Nu is het door de verdwijning van die ziekte (gelukkig) iemand die rondloopt en gewoon niets doet. Enfin, ik heb weer veel moeten lezen om niets te vinden. Ik heb het boek van Carolus Tuinman ook geraadpleegd: de uytlegging van dagelijkse Nederduitsche spreekwoorden tot ophelderng van de vaderlandsche moedertaal. Ook daarin vond ik nr 59 niet terug.
Vandaag citeer ik een journalist, striptekenaar, cartoonist. Hij overleed door de terreuraanslag op Charlie Hebdo in 2015: Georges Wolinski: Hij was zo dwaas, dat wanneer hij iets intelligents zegde, zich omdraaide om te zien of iemand anders was die het gezegd had!. Tot morgen
Mijn hond is een beetje van streek en loopt verloren in de 'salon'. Ik heb de zetels op hun winterplaats gezet, dat wil zeggen, alles eens omgedraaid om een ander uitzicht en precies een nieuw interieur te hebben. Dat is ook de gelegenheid om het zomerstof eens te verwijderen en de fauteuils grondig te stofzuigen. Maar 'meneer' claimt alle zitgelegenheden en weet door de veranderde opstelling niet goed waar hij nog recht heeft om hem neer te vleien. Lang zal het niet duren vooraleer hij weer bezit neemt van de gemakkelijke en zachte zitplaatsen.
Ik ben al bij spreuk nr 58 beland: een pilaarbijter. Je zou denken, dat woord is de evidentie zelve.Toch waren er enkele verrassingen als ik het woord onderzocht. De eerste uitleg die ik tegen kwam: een bier van hoge gisting 'Pilaarbijter' uit Bavikhove, van Brouwerij Bavik!. Dat was absoluut het laatste wat ik verwacht had. Naar aanleiding van een bisdomdag in het bisdom Brugge, in 2002, wilde men met een ludiek product voor de dag komen om aandacht voor die bijeenkomst op te eisen: een gelegenheidsbier laten brouwen. Op het etiket was er een afbeelding te zien van het schilderij van Brueghel, de Pilaarbijter. De tekst: Cum Licentia Diæcesis Brugensis. Bovendien stond er op het label, ook het wapenschild van Brugge. Twee Pilaarbijters werden er gebrouwen: een Blondje van 7,2% gelanceerd in 2002 en een Bruintje van 6,5% kwam uit in 2003. Smaak: wat zurig, wat voor een 'huichelaar' een normale reactie is. Ondanks het feit dat het toen (16e eeuw) ook al een gekende vaststelling was en reeds de status van een spreuk kreeg, is bij mijn weten buiten Brueghel, er nog 1 Pilaarbijter te zien en wel in het houtsculptuurwerk van een koorhekje in de Bavokerk in Haarlem (Ned). Na de 16e eeuw werd het een protestantse kerk, waar religie een zeer ernstige zaak is. Men liet het houtsnijwerk maar staan temeer omdat men niet goed begreep wat dat komisch mannetje met bengelende paternoster aan zijn zijde, deed. Men vergat dat, ondanks alles, sommige katholieken af en toe eens met zichzelf konden lachen en humor konden uitbeelden in al hun kunstwerken die bij de toen nieuwe godsdiensten (Luther, Calvijn) uit den boze was. De naam 'pilaarbijter/ster' gaf men aan mensen die de goegemeente de indruk wilden geven van hun welgemeende devotie voor al het heilige dat zich in het religieuze gebouw bevond, zelfs voor de steunpilaren (letterlijk en figuurlijk) van de grote gebouwen. Mooie namen heb ik voor die mensen gevonden: hypocriet, schijnheilige, neuzelaar, femelaar, kwezel, veinzers. Laat ons zeggen genoeg synoniemen om het woord, pilaarbijter, vandaag nog te kunnen gebruiken op personen die zich beter willen voordoen dan al de rest. Nu wordt gemakkelijker gezegd: nog katholieker als de paus zijn.
Toch het nieuwe woord van Van Dale zeggen, omdat het wat waarheid bevat: nieuwshypochonder = iemand die somber wordt, dankzij het vele negatieve nieuws. Tot morgen
Zoals voor iedere Belg is ook voor mij de 'weersvoorspelling' het belangrijkste item en programma van de dag. Op radio 1, om7u30 en 8u30 en op tv, 's avonds na 'Iedereen Beroemd'. En Frank is graag de voorspeller, zeker voor de toekomst. Zijn vooruitzichten voor vandaag lukken meestal goed maar die voor morgen zijn moeilijker om accuraat te zijn. Maar geliefd en beroemd is onze weerman wel. Zelfs de "Druivelaar" had voor hem een speciaal mopje vorzien op 2 september, dat misschien vandaag van toepassing is. "Pff, het zal vandaag regenen", zegt Frank als hij op de VRT aankomt. "Maar de zon schijnt en er is geen wolkje aan de lucht" zegt een collega, "hoe weet je dat het vanavond zal regenen?" "Wel", zegt de profeet, "ik heb gisteren mijn auto gewassen, ik heb mijn paraplu thuis laten liggen en vanavond moet ik naar een barbecue!". Ik ontken hiemee dat het spreekwoord nr 57 op mij van toepassing is: een oorblazer = een kwaadspreker. De ontdekking van een nieuw oud woord voor mij. Want zie en weet dat ik van mijn Nederlandse, Vlaamse taal hou evenals van de dialecten. Soms schrijf ik weleens dat we te weinig woorden hebben om voldoende nuances te leggen in emoties, feiten en diets meer. Ik heb dus alle lof en respect voor Van Dale, die er in slaagt om zoveel nieuwe woorden te spuien, alleen....die hoeven voor mij niet altijd. De nieuwe woorden zijn amper uit te spreken en verlangen een paragraaf om uit te leggen wat ze betekenen en dikwijls afleidingen van buitenlandse termen. Zoals vandaag: accelerationisme. Neen, geef mij dan maar onze Vlaamse woorden die even in de belangstelling staan zoals flexi-jobber, incontournabel (blog 12/10). De woordenboeken met al die vreemde woorden, willen me precies judassen. Dat op de feestdag van Judas Thaddeus, aanroepen voor de hopeloze zaken omdat hij, als brave martelaar altijd verwisseld wordt met Judas Iskariot, de verrader van Jezus voor 30 zilverlingen. Ik heb het niet aan mijn hart laten komen en heb er, onverwacht, een mooie muzikale ochtend van gemaakt. Conny Froboess is jarig en die kende ik nog van "Zwei kleiner Italiener", wat ik dan toch weer eens moest beluisteren. Maar dat liedje is niet slecht gekozen want de zwoele Italiaanse zanger Eros Ramazzotti verjaart ook. Natuurlijk kon ik het niet laten om naar zijn zijn song, "Als een liedje genoeg was voor......" in het Italiaans klinkt dat natuurlijk mooier: "Se bastasse una canzone...." te luisteren.Terwijl ik zo wat verder aan het zoeken was, hoorde ik Vicky Leandros in twee songs mijn liefdesleven bezingen: "Ich hab' die Liebe geseh'n" en "Après toi". Daarmee heb ik Vlaams, Nederlands, Frans en Duits geschreven, Engels moet er niet altijd bij zijn. Afsluiten doe ik met een dialect: elaba, toe't noaste ki.
Nr 56 is een heel mooi spreekwoord: een oogje in het zeil houden = opletten voor anderen, iets goed in de gaten houden, persoon of ding. Ik heb, als alleenstaande, niet te klagen over de zorgzaamheid van de buren. De kinderen wonen een 'ver' eindje van hier en iemand moet toch zorg dragen voor mijn zieleheil want meneer pastoor dient daar niet meer voor. Maar de beste opletter is mijn hond en die verbaasde me vannacht. Gisterenavond was ik onwel geworden en bleef in de living liggen. De hond waakte over mij zoals een kloek over haar kuikens. Me af en toe me eens wekken, en duizenden likjes geven. Gelukkig niet in mijn gezicht maar mijn handen. Om te verfrissen of proper te maken?. Maar nr 56 komt uit de zeevaart, zoals zovele spreuken. Aangezien er in de krant maar 4 herkauwde onderwerpen te lezen vielen (corona, belastingen, gruwel en klimaat) had ik tijd om me eens te verdiepen in dat spreekwoord. Zoals zo dikwijls in de Middeleeuwen, waren het nog meer dominees dan pastoors, die boeken en teksten over alles en nog wat dat leefde en bougeerde, schreven. Dominee Carolus Tuinman (1659-1728) was geïntrigeerd door de spreuken en hun oorsprong en schreef er een boek over: Oorsprong en uytlegging van de dagelykse Nederduitsche spreekwoorden. Natuurlijk was nr 56 ook beschreven. De realiteit van het werk van een schipper, die moest de zeilen en de boelijn in het oog houden om een goede vaart en overtocht te hebben. Daarnaast schreef hij nog menig ander pamflet. Dominee Carolus nam geen blad voor de mond en spuide kritiek én een overvloed aan scheldwoorden op de 'hattemisten'(aanhanger van Pontiaan van Hattem, 1641-1706) , en de 'spinozisten'(aanhangers van Baruch- Benedictus Spinoza (1632-1677). Hij had ook geen goed woord veil voor de 'papisten' (aanhangers van de paus = katholieken). Hij noemde ze libertijnen en vrijgeesten. Schreef er een boekje over: 'Heillooze gruwelleren der Vrijgeesten'. Verdiende er veel lof mee in zijn kerkgemeenschap en werd beloond met 25 pond.
Graag geef ik het nieuwe woord van Van Dale nog mee: snotneusprotocol = geheel van regels en afspraken die gelden voor werknemers met verkoudheidsverschijnselen!. Zoals gewoonlijk dient mijnheer Van Dale veel uitleg te geven bij elk nieuw woord dat hij noteert. Als ik het dan ontleed kom ik eerstens bij een 'snotneus'. Voor mij is dat een kwajongen/meisje, bengel of een deugniet. En vervolgens 'protocol' is gewoon een ander woord voor afspraken, overeenkomsten, voorschrift of gedragsovereenkomsten. Ik heb geen buitenhuise werkvloer en zal het woord niet in die samenstelling gebruiken, maar gewoon zeggen 'draag een masker'. Tot morgen
Deze morgen is er in al mijn haastigheid een glazen boterpot gesneuveld op het veld van eer. Dat terwijl het ten dienste stond van zijn overste en reeds geopend stond om een sneetje te voorzien van vetsstof of smeuigheid. R.I.P. botervloot. En juist zoals de grote Franse man zei: et alors?, zeg ik dat nu ook. De spreuk nr 55: 'een norse muur is snel afgebroken = iemand die niet sterk in zijn schoenen staat is vlug van de wijs gebracht' is nooit van toepassing geweest op François Mitterand (1916-1996). Een machtig man in Frankrijk en 21e président de la République Française. Ik denk nooit aan het beleid van deze president maar enkel aan het zinnetje "et alors?" toen de pers hem confronteerde met de kennis die ze had verkregen over het bestaan van een buitenechtelijke dochter. In La Douce France blijft privé en publieke functie gescheiden. Maar goed ook, en dat had onzen Albert ook beter gezegd na het het boek met een paragraaf over zijn liederlijk leven en de zichtbare gevolgen: et alors?. Beter dan al die roddels en processen en uiteindelijk toch het onderspit moeten delven. Ik hoop toch van ganser harte dat het hier nooit zo ver zal komen als in Engeland met al hun tabloids, of de opdringerige paparrazi, en de journaistiek van de roddelverhalen die dikwijls nog weinig met waarheid gemeen heeft. Mensen die in de belangstelling staan kunnen zich niet meer op straat vertonen en muren hebben zelfs oren gekregen. Een publiek persoon heeft evenveel recht op privacy, zoals jij en ik. Wel te verstaan dat hij/zij/het = gender (sekse) leeft en werkt binnen het wettelijk kader.
In de kerken wordt meestal de gregoriaanse liedercyclus gebruikt om de diensten op te 'vrolijken'. Maar heel vroeg in mijn jeugd maakte ik ook kennis met de 'gospel'muziek, zeker na het 2e Vaticaans Concilie toen de Nederlandse misviering in voege kwamen en er andere liederen werden gezongen. Heel af en toe liet een dirigent ons kennismaken met 'The Black Gospel', met als bekendste vertegenwoordigster Mahalia Jackson (1911-1972). In de 'pastorijen' was men niet altijd even gelukkig met dat muziekgenre dat teveel een 'bijbelse' lees 'protestantse' invloed zou hebben. De betekenis van 'gospel' is nochtans dezelfde als het Griekse 'evangelie': het goede nieuws, een blijde boodschap brengen. De oorsprong is te vinden op de katoenplantages in de Zuidelijke Staten van de V.S. Daar waar de zwarte gemeenschap 'de slaven' deze christelijke muziek op de velden of in de zondagsvieringen, zongen. Het verspreidde zich ook onder de blanken en de White Gospel kende met Elvis Presley een groot vertolker. Later mondde deze muziekvorm uit in de rythm and blues muziek, die het godsdienstige karakter achterwege liet. Vandaag luister ik naar "Graceland" van Paul Simon die samen met Ladysmith Black Mambazo en het koor: "Diamonds on the Soles of her Shoes" zingen. Het is dan wel geen gospel, maar het voelt toch een beetje aan als de song van de 'uitbuiting' van blanke man van de zwarte medeburger. Tot morgen
Oktober is de maand van de jarigen. Na de familie die jarig was, is er nu de kroonprinses die 20 kaarsjes op de taart mag uitblazen. Fit als ze is, zal het haar geen moeite kosten om in één blaasmomentje alle kaarsjes te doven. Ik wens haar een zeer gelukkige verjaardag toe, met heel veel studieplezier, een hapje en een drankje, en bezoek van veel familie en vrienden. Met voorgaande paragraaf is het mogelijk dat jullie aan spreuk nr 54 van Brueghel denken: een kaars voor de duivel branden = met iedereen slijmen = uit eigenbelang de (slechte) daden vergoelijken. Onze jonge freule kan niets aangewreven worden of er is niets in haar leven dat ik moet vergoelijken, maar het doet toch denken aan een vorm van vleierij als ik haar geluk toewens. Zoals gewoonlijk is muziek een hulpmiddel voor communicatie. Muziekminnend als ze is, kies ik op deze Wereldopera Dag voor de klassieke muziek. Daar is ze toch ook fan van. Zowel om het zelf te spelen of erop te dansen. Natuurlijk moest ik dan zoeken naar gepaste componisten voor deze hedendaagse prinses. Ik vond zowaar een componist die aan haar wensen van ballet en klassieke dans kan voldoen: Johann Strauss jr.(1825-1899). Schrijver van de noten voor: de Weense Wals, wals, marsmuziek, polka, csárdas, quadrille. Allemaal weliswaar te dansen met een partner. Maar daaraan zal het haar wel niet ontbreken. Wie wil er nu niet eens met een prinses in zijn armen rondzwieren? Hij schreef ook nog operettemuziek, waarbij dan "Die Fledermaus" het belangrijkste werk is. Maar ook Georges Bizet (1838-1875) kan haar misschien bekoren en op haar goedkeuring rekenen met de opera "Carmen". Met de meest bekende aria, gezongen door het hoofdpersonage: "L'amour est un oiseau rebelle", gekend als de 'habanera'. Genoeg over muziek, feesten, verjaardagen en jarigen. Want wat steekt weer de kop op? Juist ja, corona, terug van niet weggeweest!!!. Het masker eist terug een prominente rol op. Zolang het niet moet opgezet worden bij een wandeling, ben ik al dik tevreden. Ik vind het eigenlijk niet zo erg om het te dragen. De jaren en mijn leeftijd worden er een beetje door verdoezeld en ik zie er terug uit als een twen. Een voordeel van het masker bij de komst van de koude periode is de bescherming van neus en mond. Hopelijk kunnen we daardoor weer een echte lockdown voorkomen. Het zou spijtig zijn dat met de feesten in het verschiet (nog een 60 dagen) iedereen weer in zijn eigen huis moet blijven en dat familiefeesten weer uit den boze zijn. Al zie ik iedereen even graag, en is er niemand waar ik de deur niet voor zou opendoen, ik zou niet graag het citaat van een onbekende auteur bewaarheid zien: de eenzaamheid maakt ons soms zo ellendig, dat wij zelfs lijden onder de afwezigheid van personen die wij eigenlijk niet kunnen uitstaan. Tot morgen