o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
27-07-2009
ijsland
van mijn
beste schrijfvriend ward (schuilnaam: chocolat) een prachtige reeks foto's
doorgekregen van ijsland. een droomreis, jaren gepland, eindelijk ten uitvoer
gebracht. gosh! waarom gaat iemand naar ijsland? waarom de zuinig gespaarde
centjes verkwanselen aan een land waar niets te zien is? geen schitterende
steden, chique hotels of resorts met alles erop en eraan en een bar vol mojito's
en singapore slings en cosmpolitans en bloody mary's, maar bescheiden houten
gastverblijven met kamers waarin alleen een paar bedden, bouwels
van golfplaat waarin ijslanders hun mysterieuze donkere winters doorbrengen (om
wat te doen?) een land met niks dan water, wolken, stenen en geisers??
wat zei je, in ijsland niets te zien? wel, wel, op de foto's zie ik toch:
schitterend spuitende warmwaterfonteinen, watervallen, blauwe ijslandschappen,
een haven vol sierlijke boten, schattig grazende pony's... en dit zijn maar
vijf foto's uit de reeks! blijkbaar is er toch beweging in dat naakte land,
activiteit, dynamiek... en zelfs al ligt ijslands economie te zieltogen door
het faillissement van hun belangrijkste bank, toch heb ik ondertussen ontdekt
dat ijsland een land is van ... dichters! nog beter: dichteressen! enkele
namen: Vigdís Grímsdóttir (1953), Ingibjörg Haraldsdóttir
(1942), Gerður Kristný (1970), Steinunn Sigurðardóttir (1950) en Sigurbjörg
Þrastardóttir (1973).van deze vijf dichteressen
die het oude en het nieuwe ijsland vertegenwoordigen, is een verzamelbundel
gemaakt die ik ab-so-luut wil in handen krijgen. de titel luidt:
moordliederen*.
met zo'n titel is, geloof ik, alles gezegd....
als toetje citeer ik hier een uit het ijslands vertaald gedicht van ingibjörg
haraldsdóttir, gevonden op een groningse literaire website*
zij is de oudste. mijn generatie dus.
en wat een mooi gedicht, met een weids einde.
eindeloos wijd en weids.
zoals ijsland zelf,
veronderstel ik.
NOVEMBERZANG
Ging op een
afstandje zitten. Wachtte
ik tot de sneeuwstorm bedaarde.
Meende ik.
Toen klonk in
mijn oren
een zucht
vanuit het Oktoberbos:
Naakt en zwart
stonden de bomen,
ijskoud alle zangvogels
en ijzig kil de stilte
hieronder een tweede reeks huishoudgedichten. een stream of consciousnessà la james joyce. maar dit keer polijste ik mijn gedichten tot richels, zoompjes en plooitjes...
richels
richels
poets je zo
je maakt met je wijsvinger
een
leuk teutje in een poetsdoek
je wrijft
dan zorgvuldig met zachte rukjes
het
vuil weg. heel nauwkeurig aandringen
eens
voelen. dan verrukt kijken naar het resultaat
een
blinkende crèmekleurige richel op zijn mooist
lichtjes
glanzend, mooi afgelijnd en perfect schoon
een
huis met propere richels is de max. het toppunt
vandaag
poets ik dus
voorzichtig
en zonder enige vorm
van
schroom de richels aan de raampjes
van
de sjieke negentiende-eeuwse spiegeldeuren
in
het salon, de richels aan de plinten, de richels
aan
de houten lijstjes rond mijn devedeleer-schilderijen
ook
de bovenrand van de kastjes wil ik nog eens overdoen
want
stof, zegt de sjamaan
brengt
het kwaad in huis en de slechte geesten
als
je de toiletklep per toeval laat openstaan, dringen
kwade
geesten je huis binnen, langs alle gaatjes in de huiskamer
langs afvoeropeningen in de keuken, gaatjes waarlangs broodnodige
warmte
onder de grond verdwijnt enzovoorts enzovoorts
gaatjes, zij zijn voorwaar de
valkuilen van dit bestaan
zoompje
je jeans hangt reeds drie dagen
over de leuning
van de keukenstoel het is een
chocoladebruine honderd procent
zachtkatoenen lee cooper work
master LC10 ZP W 32''L34'' niet zo nieuw
hier en daar wat slijtageplekjes
maar toch nog de moeite waard
bij het wassen zag ik dat het
zoompje aan de rechterbroekspijp loshing
moest ik dus repareren eerst het
zwart lintje prutsend verwijderen
sommige draadjes zaten nog
stevig vast andere niet
het was vingerwerk met behulp
van een klein antiek schaartje
zo vind je er geen meer kon ik
dan toch alle draadjes
wegpulken en het zoompje
openstrijken
foei in het zoomplooitje plakte
nog wat stof zelfs het zeepsop
in de wasmachine was hier
klaarblijkelijk niet tegen opgewassen
stof bevindt zich overal in de
hemel op de aarde en op alle plaatsen
stel je voor wij lopen allemaal
rond met vieze stofrandjes
in de zoompjes van onze dure
calvin kleins armani's
en lacroix's wegen dat zoiets
doet niet te doen
tja toen moest ik het zoompje
opnieuw omplooien en vastmaken
maar owee de rand was schiftig
ik bedoel er hingen overal ongelijke draadjes
zo kon ik niet naaien eerst wat
bijknippen de stof was taai terwijl ik knipte beet ik
tot bloedens toe op mijn
lippen surfileren maar gek woord eigenlijk
je moet met
schuine steekjes in aangepaste kleur van draad zijde
als het kan regelmatig om het randje naaien zodat de draadjes
worden
tegengehouden als de twee surfileertoertjes
zijn afgelopen met een gekruiste steek
het zoompje opnieuw vastmaken
het duurde een uurtje
of zo
oef nu nog strijken
doeken
ben gisteren
met doeken bezig geweest
heb ze geplooid, heb ze gevouwen
de zomen langs de binnenkant gedraaid
voor ik met plooien
begon, voor ik het rechterhoekje
tegen het linkerhoekje
aan de bovenkant van de doek hield
beide hoeken
tussen duim, wijsvinger en middenvinger
een tussendoortje: gesteund door het feminisme van pipilotti rist en haar gebruik van objecten uit de dagelijkse omgeving (huiskamers, winkels, straten..) durf ik hier enkele teksten publiceren, uit een reeks die ik tot voor kort mijn 'huisvrouwgedichten' noemde. ik voel heel veel verwantschap met pipilotti, alhoewel ik alleen maar woorden gebruik, geen beelden. maar mijn woordenstroom roept beelden op, die beelden vloeien wel in elkaar over net als in de video's van pipilotti..
1. dozen
dozen rechthoekige & vierkante: koekjesdozen ijsdozen ronde toffe toffeedozen libanese gebakjesdozen kaasdozen van philadelphia met hardblauw deksel doe ik ook met woorden wat ik met deze dozen doe ze afstoffen schoonmaken sorteren stapelen ze op of naast of in elkaar passen ze hoog op de keukenkasten plaatsen of in het vakje boven de frigo per soort rood blauw of goud de prentjes van beertje petzi met zijn kompanen zeerob pinguin pelikaan schildpad mooi naar voren gedraaid met het chinees tempeltje goed zichtbaar volgende week draai ik de koekjesdozen om dan nogmaals draaien zodat tenslotte ook egypte en de eskimos aan de beurt zijn chocolat chip cookies macintoschs chocolates en toffees viking danish buttercookies patisserie ghazi al hallat & sons fondée en 1881 beyrouth- raouche- rue choura rode lettertjes groene gele blauwe en het omvangrijke glazen botervlootje waarnaar ik jaren heb gezocht toen vond ik er 1 met 1 koe op het doorzichtige deksel
2. tokuyin yoshioda
bestel ik nu de stoomreiniger van happydays om overal te gebruiken voor reiniging & ontsmetting snelle opwarmtijd 5 minuten veel accessoires, stoompijp, maatbekers, trechter, slang, kierenborstel, draaggordel en ramenwisser 900w ? ook wil ik een huispak lichtblauw of crèmekleurig vande wibra maat xltokuyin yoshioda ontwierp gedeukte krukjes van polyethyleen ze komen echt tot hun recht als je erop zit het lijkt dan of ze bezwijken onder je gewicht ze zijn bestand tegen weer en wind en kunnen zowel binnen als buiten geplaatst worden maar o jee stikduur zo wil ik ook met deze woorden overal wil ik ze gebruiken in huis buitenshuis op de grond & aan de muur voor zakelijke of literaire bedoeningen zo wil ik mijn & jouw woorden met helder stomend water van alle goedkope smet ontdoen na een opwarmtijd van een kwartier (ondertussen drink ik een kopje koffie met kardamon eet een lekkere boterham met dikke krokante korstjes wat zeg je ja ontbijt) daarna ga ik reinigen mijn woordenvloed matigen ergens nog woorden proberen tussen te trechteren als een slang met woorden sissen tussen de kieren van jouw vel wil ik woorden stomen zelf draag ik mijn overkokende woede om mijn gordel lap jouw ramen doorzichtig in mijn crèmekleurig sponsen pakje wil ik nu alleen maar zijn: de vrouw die droomde van gedeukte krukjes
3. prei
prei bussels gisteren op de markt gekocht selder wortelen uien walnoten een savoojekool & een krop sla maak ik nu een heerlijke groentesoep of ga ik watergroene keukendeurtjes afwassen met cif oxy-gel forest with active oxygen diep reinigend en langdurig zuustoffris eerst soep dan poetsen goed zo agenda ok als er nog even tijd overblijft commentaren schrijven bij tjennes wolvengedichten ben tot het besluit gekomen dat mannen schrijven over onbelangrijke zaken wat hebben wolven nu te maken met het dagelijks leven? we zitten hier toch niet in canada? belangrijk is goei soep en walnoten eten om de nodige portie linol en alpha-linolzuur dagelijks binnen te krijgen vijf noten uit de dordogne zijn hiervoor genoeg ze leveren ook magnesium ijzer calcium en de vitamines b1 b6 e en a ik snij dus gezwind met het keukenmes alle woorden in stukjes laat ze even aanbakken in bakboter vermengd met een scheutje olijfolie voeg er veel water bij kruiden oeps de lauwerenkrans niet vergeten dan wrijf ik over alle deurtjes die vanaf nu mijn woorden zullen bedekken gelukkig maar ik wrijf tot ze blinken en lekker ruiken naar de wouden van canada achter zon lekker ruikend blinkend deurtje wil ik deze woorden voor altijd verbergen in een diepvriesbox of laat ik ze in het pannetje staan eeuwig tot aan mijn dood blijf ik walnoten knabbelen in mijn keukentje en tel ik de vitamines
ben volkomen in de wolken over de huidige videotentoonstelling
in het cultuurcentrum 't vondel! op dit ogenblik zoek ik naarstig naar
referenties over deze zwitserse dame op internet. hieronder reeds een
aankondiging, die ik van de webpagina van het BAM* heb overgeplukt, enkele videobeelden en last but not least een reeks
sublieme gedichten van haar (gevonden in de referentiewerken aanwezig op de
tentoonstelling). ik laat voorlopig punten en komma's weg, want ik heb ze in de vlugte genoteerd en weet niet meer of ik de interpuctie accuraat heb overgepend...
ik brei ook nog een vervolg aan mijn berichten over pippiloti rist, een schitterende kunstenares,
helemaal mijn ding!
HALLE - CC 'T VONDEL - VISITE - PIPILOTTI RIST Opening vrijdag 3 juli 2009 om 19u00
Gedurende
een aantal maanden verwelkomen een veertigtal cultuurcentra, waaronder
ook CC 't Vondel in Halle, één of meerdere kunstwerken uit de collectie
van het MuHKA. CC 't Vondel ontvangt 'Grossmut begatte mich'
[Edelmoedigheid verenigt zich met mij] een videowerk van de Zwitserse
kunstenares Pipilotti Rist. De beelden in 'Grossmut begatte mich' tonen
een feeërieke onderwaterwereld. Op het door de kunstenares zelf
ingezongen deuntje van Chris Isaaks 'Wicked Game' wisselen
paradijselijke en zeemzoeterige beelden elkaar af. Omringd door
reusachtige videoprojecties verdrinkt de toeschouwer haast mee in de
onderwaterwereld. Pipilotti Rist lijkt ons aan te moedigen om mee te
wiegen op het liefdesliedje.
Dit tijdelijk project wil de aandacht voor hedendaagse beeldende kunst in de cultuurcentra stimuleren. VISITE reveleert samenwerkingsmogelijkheden tussen cultuurcentra en het MuHKA en de grote Vlaamse instellingen.
Info: Van 3 juli tot en met 16 augustus 2009 CC 't Vondel, De Oude Post (achter de basiliek), Cardinaal Kardijnstraat 9, 1500 Halle
. gisterennamiddag met twee toffe dames op stap geweest. we waren met drieën: dorothée, een voluptueuze jonge oude dame in roodfluwelen jasje, toevallig ontmoet in de oude post (waar het eerste optreden van de halse stadsdichter plaatsgreep), de kleine, spitse godelieve (met de verstandige ogen en de mooie elegant klingelende oorbellen van bij isis) en ondergetekende, de dame met de vele namen.
wat de poëtische prestatie van de halse stadsdichter betreft: in drie kwartier tijd hoorden we o.a. een mini-gedicht over madonna, niet de echte maar de halse, waarin het vrome dorpse karakter van het vrome dorpje halle werd geloofd. het zaaltje bleef onheilspellend stil. wij, dorothée, godelieve en nicole maria julia zijn dan maar hard beginnen applaudisseren, ambiance please. dan kwam een gedicht over een vriendin met kanker (vonden wij ok!), dan een vrouwonvriendelijk gedicht waarvan wij alleen hebben onthouden dat het over knopjes indrukken ging en daarna een onhoorbaar gedicht, dat werd verpletterd door het luide muzikale accompagnement. een lichtpuntje: de stadsdichter las een citaat voor van tom lanoye, een referentie om u tegen te zeggen.
haha, de rest was geklets. op het ogenblik dat we te weten kwamen wat het troetelnaampje was van de respectievelijke geliefden van lieve v., de tintelende secretaresse van de dienst vrije tijd en van de burgemeester himself (pieke, patatje, titi en tata en trallala), besloten we op te stappen, want we hadden zin in een frisse pint.
. toch geef ik de stadsdichter het voordeel van de twijfel en zijn ietwat onhandige optreden weze hem gul vergeven... het is toch nog maar het begin van zijn poëtische carrière!. ik moet zeggen: op zijn leeftijd koesterde ik mijn kleine meisje en lachte ik elke dag om de fratsen van mjin knappe superleerlingen, en was ik zeker geen stadsdichteres.
maar: daar ik het gewoon ben overal vrolijk onthaald te worden vroeg ik hem vooraf een zoen (wat hij mij stug en stuntelend toestond, tja, de stadsdichter was een beetje zenuwachtig!) en als hij het was die geen stoelen voorzien had, (jong en oud moesten aan hoge ronde tafels hangen, waarover nonchalant een wit papierachtig doek hing en waarop we met moeite met de ellebogen konden leunen), dan pas heb ik reden tot ergernis en kan ik hem een oen vinden. ach, hoffelijkheid en warmte schijnen niet op het programma te staan van het halse stadsdichterschap....
. beste stadsdichter...als je nu eens de schikgodinnen*, of beter: de drie gratiën* (bijvoorbeeld dorothée, godelieve, nicole maria jula, het mogen natuurlijk ook andere namen zijn!) om wijze raad had gevraagd, dan hadden zij gezorgd voor bloemen op de tafels, romantische gouden (of eventueel roze) strikken rond het tafelkleed, comfortabele zitjes, kaarsen, hapjes, een glaasje wijn... zij zijn niet voor niets geboortefeeën en het is je geraden rekening met hen te houden, zij bepalen namelijk de levensloop van zowel stervelingen als goden...
de oude schikgodin urd had misschien gezegd dat je vooraf best eens behoorlijk had gerepeteerd, zodat de timing ok was en het geluid je voordracht niet kon overstemmen, de godin verdandi had je geleerd je gedichten gevoeliger en rustiger voor te dragen, de stiltes te respecteren en wat afwisseling in het programma te brengen door bijvoorbeeld de genomineerden voor het halse stadsdichterschap of enkele illustere onbekenden uit te nodigen een gedicht recht uit het hart voor te dragen. tenslotte had skuld je dan kunnen voorspellen dat de poëzienamiddag op 11 juli in de oude post te halle een moment zou geweest zijn vol emotie en buikgevoel, een stemmig feest vol schoonheid, dromen...en poëzie!
de trotse nederlandse stad rotterdam werd tijdens de tweede
wereldoorlog platgebombardeerd. de verrijzenis daarna was indrukwekkend. rotterdam werd een van
de weinige nederlandse steden met een hoge skyline
en de talloze wolkenkrabbers geven de stad een hypermodern,
internationaal allure.
elk jaar vindt in rotterdam ook een groots poëziefestival plaats, poetry international. wij waren
uitgenodigd op een boekpresentatie.
ik kopieer en plak eerst de aankondiging:
Schilders en dichters gaan voor Gaza
Onder
leiding van een professionele veilingmeester gaan bekende Rotterdammers
als Straatkrant redacteur Sander de Kramer, oud-CBK directeur Hans
Abelman, deelraadsvoorzitter Carlos Gonçalves, D66 gemeenteraadslid
Salima Belhaj en Adriaan Zeijlans bij de speciale kunst en
cultuurveiling proberen 10.000,- extra binnen te halen voor de
medische campagne van de Stichting Palestina. Dit doen zij door onder
andere een gedicht van Jules Deelder, een bronzen kat van Albert Kramer
en een aquarel van dichter-schilder Rien Vroegindeweij te veilen. De
veiling vindt plaats op zaterdag 13 juni van 13.00 tot 18.00 uur in het
Centrum Beeldende Kunst aan de Nieuwe Binnenweg 75 te Rotterdam.
Tijdens de veiling presenteert uitgeverij De Brouwerij de Nederlandse vertaling van Mahmoud Darwish bundel Waarom heb je het paard alleen gelaten.
Darwish, die vorig jaar overleed, was een graag geziene gast op Poetry
International. In samenwerking met Poetry International zullen
internationale dichters, onder wie Mourid Barghouti (Palestina), Dunya
Mikhail (Irak/VS), Matthew Sweeney (Ierland), Luke Davies (Australië)
en Nederlandse dichters als Jana Beranová, Rien Vroegindeweij en Salah
Hassan werk van Darwish en van henzelf voordragen.
gosh! niet alleen zou ik naar gedichten van mijn geliefde mahmoud darwich
kunnen luisteren (wiens bundel trouwens uitstekend vertaald werd door Kees Nijland en Asad Jaber), ook van de gedichten van jana beranova, stadsdichteres van
rotterdam, matthew sweeney enluke davies(wiens werk ik reeds kende) zou ik
kunnen snoepen.
ik vind een namiddag of avondje poëzievoordracht heerlijk, dus hadden wij (a.
en ik) gezwind treintickets richting rotterdam gekocht. maar owee! deze reis
zal voor altijd in ons geheugen gegrift blijven! we vertrokken thuis om acht
uur en kwamen maar om halftwee in rotterdam centraal aan.....met een halve dag
vertraging.
reden? in antwerpen was een bovenkabel gebroken en de ganse flow reizigers werd geëvacueerd naar
een treintje richting kapellen.
dan 20 kilometer
met bussen naar essen, dan op
een treintje naar roosendaal, dan
weer op de trein naar rotterdam.
tussendoor wachten, wachten, wachten...onder
begeleiding van het rode kruis en de politie.
ik had 's morgens al een vreemd voorgevoel: toen ik poesje pipo van zijn portie poezenkorrels perfect fit für
verspielte energiebündel pour les petites boules d'énergie voor speelse
deugnietenvoorzag, glipte het zakje pardoes uit mijn handen en daar rolde
een zee van korrels over de keukenvloer... daarna morste ik een grote plas
koffie op tafel en ik wist het: vandaag zou een onvergetelijk gekke dag worden,
met stommiteiten en miserie, vandaag zou alles vierkant draaien haha!
argh! toen we in het kunstencentrum arriveerden, was het eerste deel van het
programma reeds afgelopen. toch kon ik nog naar de schitterende barghouti luisteren (die niet van
retoriek houdt, naar hij zelf zegt, opmerkelijk, voor een arabier!) en de
voordracht van luke davies en
matthew sweeney vond ik
helemaal ok.
sweeney, een ierse dichter, was vooral heel erg iers, dat wil zeggen: helemaal
dronken (van poëzie!), hij droeg zijn gedichten met de nodige zwier voor, maar
vooral luke vond ik heel pittig. een laatste vers van zijn gedicht blijft door
mijn hoofdje spoken:
and I loved him for his pretending.
hij had het over zijn vader, dat hij hield van zijn vaders doen alsof, oooooh..
Yes, I' m a great pretender...
het liedje van The Platters startte
onmiddellijk op en ik bleef het de hele tijd binnensmonds zingen, tot laat in
de namiddag zelfs, op een zonnig rotterdams terrasje, bij het verorberen van
een vegetarische koekoe...
ik hou van mensen die kunnen doen alsof. doen alsof ze dromen, doen alsof
ze iemand zijn, doen alsof ze liefhebben, doen alsof ze gelukkig zijn, of
treurig, of plezant. doen alsof houdt ons in leven, we moeten zowel de
droefheid als het geluk op een staander kunnen zetten, er afstand van nemen, er
naar kijken en luisteren, als was het iets buiten onszelf.
ik heb een geliefkoosd pintenplekje in halle: een neventerrasje van het café de
sleutel op het possozplein, onder de platanen. daar spreek ik dikwijls af
met vrienden om een pint te pakken. het bier is er lekker en goedkoop, je zit
wat afgezonderd van het café- en grotemarktgewoel en je kunt er ook een balleke verorberen met een kuipje
mosterd, een lekkernij die heerlijk smaakt bij een frisse orval, mijn favoriet ardens bier dat
naar mijn mening nergens anders in halle op zon puike wijze wordt geserveerd.
verleden zaterdag had ik weer prijs. het was wel een beetje kil buiten maar op
een of andere manier belandden we toch onder de platanen. ik vertelde aan mijn
schrijfmaatje over mijn aardbeienconfituuravontuur. dit keer was het experiment grandioos gelukt: dikke, smeuïge brokken aardbei in een schitterend karmozijnrode
jam met tegelijk stevige en zachte textuur.
(van mijn afghaanse buurman had ik een grote hoeveelheid
rijpe bioaardbeien cadeau gekregen, als dank voor mijn hulp bij het schrijven
van een brief. ik was al om zes uur 's ochtends begonnen met het sorteren van
de vruchten, ik wou de te rijpe exemplaren eruit en hield uiteindelijk
nog een enorme hoeveelheid flink gewassen vruchten over, die ik dan gezwind tot
heerlijke confituur verwerkte).
ik
zeg altijd bij mezelf: ik wil bij literaire gesprekken niet afdwalen, niet
beginnen kletsen en roddelen, maar ondanks mijn goede voornemens lukt dit
nooit. nadat ik een kersvers (ik wou
bijna zeggen: aardbeienvers) verhaal van mijn maatje w. (nee, niet een supersized maatje in een
kledingwinkel voor dames met een grote maat, maar de schitterende initiaal van
mijn schijfvriend, in het engels klinkend als debbeljoe) onder de
loepe had genomen, nadat ik mijn gedicht noet
uit mijn tas had opgediept, mijn vorderingen in het sublieme dans, dans, dans van haruki murakami van commentaren had
voorzien, nadat ik 's nachts komen de
vossen van cees nooteboom
en een sublieme dichtbundel van william cliff
aan mijn maatje had uitgeleend, kwamen de tongen los en begon het
leukste deel van dit literair bedoelde gesprek: een sessietje small talk.
ik vertelde w. (bij het verorberen van het balleke) hoe ik per ongeluk in mijn
tuintje vliegen had ingeslikt en mijn haar had verbrand bij het aansteken van
een flinterdunne havannasigaar (verbrand haar stinkt trouwens verschrikkelijk!). debbeljoe
vertelde me over zijn voornemen om de reuzengrote opgeblazen badeend te gaan
bekijken die in de hasseltse kanaalkom ronddobbert (hilarisch!) en natuurlijk had hij het
ook over de verkiezingen...
2.
ach, de verkiezingen... eigenlijk wil ik niet teveel tijd besteden aan een item
dat ik heb losgelaten (literatuur is al overrompelend genoeg), maar toch las ik
de ochtend van de resultaten dat tim vanhamel, rockmuzikant, er ernstig over dacht naar wallonië te verhuizen en op het vrt-nieuws zeiden ze dat weer 450 banen worden geschrapt bij dhl..
daarom knip en plak ik hieronder mijn recent mailverkeer met mijn maatje, de lezer moet maar zijn conmclusies trekken...
Subject: RE: la belle
From: Ward Mertensmsn.com
Date: 8/06/2009 20:51
To: Nicole Van Overstraeten@telenet.be
Lieve Aardbeiendame,
Ik kan jouw analyse alleen maar bijtreden.
Gisterenavond gelezen in William Cliff. Leest zeer vlot, zit vol spitse humor
en literaire vondsten. Heerlijk!
Groeten,
Ward Mertens @ chocolat
Date: Mon, 8 Jun 2009 06:42:20 +0200
From: nicole.van.overstraeten@telenet.be
To: wardmertens@msn.com
Subject: Re: la belle
vanmorgen zoemde al een blogericht door mijn hoofd
betreffende de verkiezingen, misschien schrijf ik het wel op. wallonië stemt
prachtig links, maar ik heb ook een vaag vermoeden dat de ps en de cd&v
voor beide bevolkingsgroepen eenzelfde emo-waarde hebben. wat hun regeringen er
in de praktijk zullen van terechtbrengen: wel, ik ken het klimaat in halle en
ik ben me er meer en meer van bewust dat ik eigenlijk een grootstedelijke
(brusselse) mentaliteit heb. ik bracht ook bijna 40 jaar van mijn leven door in
grootsteden. maar wat weet ik van la flandre profonde? niets. ben altijd
verbaasd dat vlamingen zo vlaams willen zijn, heb de indruk dat zij steeds
bezig zijn met het construeren en reconstrueren van een ego, een platstrijken
van een gedeukt gevoel van eigenwaarde. terwijl ik vind dat een gevoel van
eigenwaarde niets te maken heeft met pathologie...
wanneer zullen politici zich eens gaan bezig houden met echt grote thema's: het
sociaal en ecologisch klimaat, de natuur, werkgelegenheid, menswaardigheid,
vriendelijkheid???
dit klinkt erg soft, maar ach, ik vind vriendelijkheid en hoffelijkheid
belangrijk...
mvg
nicole
ward mertens wrote:
Hey Nicole,
Het was gezellig onder de platanen (met Orval en balleke) en ik ben benieuwd
naar mijn ontdekkingen in de poëziebundels.
Ik ben vandaag voor het eerst elektronisch gaan stemmen en ben de uitslagen aan
het volgen via de vrtnieuwssite. Ik weet dat ik niet verbaasd zou mogen zijn,
maar dit was niet de uitslag die ik verwachtte. 'k Ben wel blij dat Ecolo
het goed doet, maar verdorie toch, de vlamingen stemmen niet (meer?) op Groen. Qua
zetels lijken ze wel status quo te blijven. Wel goe dat ze in Halle
een procent vooruit gaan. Over Leuven is er nog niets bekend. Tijdens het
stemmen zag ik dat Erwin op de lijst stond. Ik heb hem een stem uit sympathie
gegeven.
Genoeg verkiezingen gezien en erover nagedacht. Ik zwier mijn computer over 5
minuten uit.
Morgen nieuwe week, hopelijk een nieuw hoofd, veel schrijven en graag zien. Daarvoor heb ik Groen! niet nodig
Groeten,
Ward Mertens @ chocolat
3.
Bien, bien, na alle esbattementen en turbulentie, ben ik toch echt van plan om vanaf deze
zomer de mooie steden en dorpjes in wallonië te gaan ontdekken
ben
pompaf van de uitstap naar mons gisteren! we kochten een b-dagtrip
en bezochten de tentoonstelling* van de duizelingwekkende keith
haring, de amerikaanse homoseksuele kunstenaar die in 1990 in new york op 31-jarige leeftijd stierf aan aids. .
voor het eerst in ons land werden authentieke tekeningen, schllderijen, en
beelden van deze kunstenaar uit de pop-art of graffiti-art periode, die
samen met andy warhol, jean-michel basquiat, en christo (de kunstenaar die befaamde gebouwen inpakte) de artistieke icoon was van de laatste decennia van de twintigste eeuw,
getoond.
ach, wij werden bijna
draaierig van deze knettergekke fluo-schilderijen! in gifgroen, feloranje,
knetterblauw en bloedrood, heel indrukwekkend en grappig allemaal, de details
een uitdaging voor het oog en de geest, maar tja, zouden wij zo'n schilderij
wel in ons huis willen???? keith haring was een typische straatkunstenaar. zijn oorspronkelijke bedoeling was kunst naar het volk te brengen en zijn
reusachtge doeken en tekeningen passen wonderwel op gevels van gebouwen en op
muren van scholen, metro's en stations. de t-shirts, het speelgoed, de posters, de
badges en de magneetjes van zijn pop-shop (in soho) waren en zijn nog altijd
begeerde gadgets, vooral bij het jonge publiek.
.
bergen, de hoofdstad van henegouwen, is werkelijk een fabuleuze stad van
bergen: de straten en lanen gaan voortdurend bergop en bergaf en de bestrating
is nog met kinderkoppen, zeer hobbelig, met vele trapsteegjes enz... oef! mijn
benen zijn vandaag dus niet te doen, want we hebben uren rondgewandeld in deze
waalse ville, die overigens heel charmant is, met natuurstenen huizen,
spaanse barokke gevels, insolente winkeltjes en grote lommerbomen in
plantsoenen en op pleinen...
mons is eigenlijk dichtbij (een halfuurtje met de
trein), net zoals edingen, binche, soignies, jurbise, boussu... allemaal
stadjes en dorpen op een boogscheut van mijn woonplaats en het ontdekken
waard....
.
altijd weer word ik in mijn leven geconfronteerd met de clash van natuur en
cultuur. ik vraag mij voortdurend af of het publiek dat tentoonstelligen bezoekt ook het
publiek is dat in natuurreservaten naar vogels tuurt en met rubberen laarzen de
moerassen intrekt. ik hoor nog altijd de smalende opmerking van dirk draulans,
de befaamde vlaamse bioloog die zich inzet voor het populariseren van de
sociobiologie, over citytrips, die 'echt niet aan hem besteed waren'.
maar echte natuurreizen en -uitstappen kosten handenvol geld, alleen al aan
uitrusting en benzinegebruik, want die gebieden zijn niet met het openbaar
vervoer te bereiken. daarom blijf ik bij de gedachte dat een trendy ecologische
levensstijl alleen maar voor de gegoeden is weggelegd. ons uitstapje naar mons
kostte welgeteld ongeveer 60 euro, treintickets en entreegeld voor de
tentoonstelling, terrasjes en lunch inbegrepen.
de laatste tijd heb ik dus de neiging om naar die snoeshanen als dirk draulans
nog nauwelijks te luisteren, ik hoor liever toevallige verhalen over hoe
delicaat de smaak is van een eerste zelfgekweekte aardbei in een volkstuin...
* In
het nieuwe BAM
(Beaux Arts Mons, rue Neuve) et Anciens Abattoirs (Place de la Grande Pêcherie)
MONS.
de menselijke psyche, het menselijk handelen: een ontluisterend enigma. wat
zit er onder de ogenblikkelijke realiteit verborgen? wat drijft een mens, wat
houdt hem in leven? het ongebreideld consumeren van verrukkingen en genot, de
droom van geldstromen en gewin? de actieve en passieve gewelddadigheid waarmee
het lenigen* van materiële honger en affectief verlangen gepaard gaat?
de dunne laagjes huid die onze wemelende emoties, onze gedachten en gevoelens,
onze stock aan herinneringen en ervaringen omvatten, zijn in werkelijkheid heel transparant.
de boomschors die ons lichaam bedekt en beschermt volstaat niet om de positieve
en negatieve impulsen, die ons dagelijks beroeren, in bedwang te houden. bij de
minste beweging kan die beschermlaag barsten en komen de meest
onwaarschijnlijke esbattementen aan de oppervlakte.
wat doen we als wij onze huid voelen barsten? als voorspoed de oorzaak is van
deze beweging, dan kunnen wij luidkeels een vreugdelied zingen. als echter het
scheuren wordt veroorzaakt door tegenspoed, honger en verdriet komen negatieve
gevoelens en impulsen aan de oppervlakte. pijn, agressie, angst en destructief
gedrag. maar ook dan kunnen we zingen. geen vreugdelied dit keer, maar een
blues of een soullied of een intens droevige ballade...
.
vanmorgen geluisterd naar anthony & the johnsons, mijn nieuwe
favoriete groep. proberen te peilen hoe diep anthony's verdriet wel (geweest)
moet zijn om zo'n indringende muziek te maken, om schuddend en bevend als was
zijn lijf aan een eruptie toe, die emoties te verwoorden die mij op een of
andere manier raken. en ach ja, ik wil wel zijn teksten kennen, maar zijn
lichaamstaal en zijn stemgeluid zeggen me eigenlijk genoeg.
dit doet men dus als de huid begint te scheuren - een ballade zingen, de pijn
diep in zichzelf omvormen tot schoonheid. uiteindelijk is dit de enige uitweg.
opgekropte frustraties op medemensen projecteren is ordinair en laaghartig, ze
omvormen tot kunst voortreffelijk. dat kunstenaars een groot ego hebben, is misschien wel te begrijpen: zij zijn tenslotte de onschadelijke goden die hun
medemensen andere waarden dan laaghartig compensatiegedrag presenteren.
maar ach, ik wil hier niet teveel de zogenaamde superioriteit van
kunstenaars benadrukken: zij zijn ook maar mensen. maar wat ze maken kan
anderen vreugde verschaffen, hun geest en hun hart verlichten. het aanschouwen,
beleven en creëren van schoonheid is tenslotte pure verrukking en vormt een
zachtaardig alternatief tegenover de gewelddadig-materiële wereld.
.
in minder dan 1 maand tijd zag ik drie toneelopvoeringen. op 26 april onschuld
van dea loher in de kvs, door het gezelschap kvs en het ro theater,
op 8 mei de rafaëls van filip vanluchene, gespeeld door de
queeste in het wagehuys in leuven en op 16 mei de tuin van
de honger, door de amateurgroep d°effektin de markten in brussel
(zie bijlagen).
het laatste toneelstuk was het meest avant-garde. het decor was origineel en
grappig, de teksten steengoed en het jonge, absurd-vertederend spel van de
acteurs perfect getimed. vooral de bloemige, pulpeuze jongedame op hoge hakken
beheerste zwierig het podium, ondanks de drama's die ostentatief uit de voegen
van dit stuk vol onvervuld verlangen losbarstten.
de rafaëls, een toneelopvoering
gespeeld door drie vrouwen, speelde zich af tijdens de tweede wereldoorlog, in
augustus 1943, de dag voor maria-hemelvaart. een bloedhete zomer lang werden wij,
de toeschouwers, geconfronteerd met oeioei! het hemelse en het aardse, de
leugen en de waarheid. maar omdat dit stuk, ondanks de tragische achtergrond,
met een knipoog werd geënsceneerd en daardoor a sense of humour bevatte,
was onze ervaring ronduit positief. de vondst om elke actrice te wapenen
met een sifonfles (!) waar zij voortdurend gretig gebruik van maakten
(want het was snikheet die zomer, dames en heren), was een voltreffer en zorgde
bij het publiek de hele tijd voor gegniffel en binnenpretjes...
maar indien ik dit seizoen alleen het stuk onschuld van dea loher
in de kvs had mogen bijwonen, was ik ook volkomen tevreden geweest. dit
stuk was ronduit super, het beste wat ik in jaren had meegemaakt. de poëtische teksten, het schitterend decor in geel en blauw en feloranje, de
fantastische acteurs maakten van deze toneelervaring een hoogtepunt. alleen al
de scène waarin de roodharige actrice fania sorel helemaal naakt
een intense blues zingt is de moeite waard....
.
in alle drie de toneelstukken stond uiteindelijk schoonheid centraal.
desondanks. doorheen het wemelen van (wan)hoop en verlangen, de pogingen tot
zingeving en bevestiging, de droom van verlossing, de bevrijdende worsteling
met de leugen, de eenzaamheid en de verveling sijpelde een ongeëvenaarde schoonheid - de schoonheid van het leven zelf.
* lenigen: bevredigen -buigzaam maken -laven
-lessen -vorm van lenig -mitigeren -nederlands werkwoord -soulageren -stelpen
-verhelpen -verlichten -verzachten
vloed. als ik een tekst lees, als ik schrijf, moet het vloeien. teveel worden wij om de oren geslagen met het credo: schrappen, schrappen, schrappen. natuurlijk moeten wij, sublieme schrijffreaks, vervelende passages, een teveel aan bijvoeglijke naamwoorden en nietszeggende bijwoorden (zoals bijvoorbeeld er) durven bannen uit onze epistels, maar als door het veelvuldig schrappen onze tekst op een stoppelveld begint te lijken en de woordenstroom begint te wijken voor onhandig gesputter, dan prefereer ik een vloedgolf van woorden boven een onduidelijk wegebbend gestamel.
het summum van schraplust in de literatuur is natuurlijk de extreem korte japanse haiku. zeventien lettergrepen, alsjeblief en een wereld wordt opgeroepen. maar haiku heeft zo zijn eigen inhoudelijke en formele wetmatigheden. een haiku is een ademtocht, een zucht van verrukking om bijvoorbeeld een schoonheidsbeleving.
niet te vergelijken met proza, moderne (?) westerse (?) poëzie of poëtisch proza - of prozaische poëzie - waarbij de schrijver amechtig een verhaal, een langvolgehouden lijn of beweging, een lang uitgesponnen dans, een lied dat tot in de oneindigheid blijft nazinderen, het voortdurend dreinen van het gemoed dat een leven lang kan blijven duren of een innerlijke of uiterlijke reis verwoordt.
wat ik wil zeggen: een tekst moet gewoon goed zijn, de taal puntgaaf, de inhoud en de vorm in volmaakt evenwicht of eventueel in een schitterende of anders onthutsend (on)evenwichtige balans.
dit zalige weekend las ik mijn lieve schrijfmaatje een paar gedichten voor. hij suggereerde olijk een schrapsessie. misschien had hij gelijk, maar toch vond ik dat mijn hele tekst eraan ging. maar van intocht der orchideeën, mijn laatste onbetamelijk aanmatigend subliem rommelgedicht, zei hij dat ik eindelijk een gedicht had geschreven dat donker begon en licht eindigde en niet omgekeerd. dat het niet stopte bij een akelig woord als perpendiculair of warmtegeleidingsvermogen was een tweede pluspunt. daarom publiceer ik gezwind dit product. eigenlijk stel ik een zekere fragiliteit (gesymboliseerd door de verzuchtingen van de oude dame) tegenover de overrompeling van een zich steeds brutaler manifesterend leven (de sensueel ogende orchideeën).
het eindigt trouwens ook, denk ik, op een verontrustende noot, ondanks de ogenschijnlijke verlokking..
intocht der orchideeën
.
eind februari, nog woelt winterkou
door mijn gebeente, ijsrif, bevroren
skelet.
vrouw van aardalkali ben ik, met krakende,
passerpassend pulserende calciumledematen,
lijf van rammelende ouwevrouwenknoken.
heupen als kurkentrekkers, knobbelvoeten,
eelt.
.
nog dreigt sneeuw, maagdelijke
snertsneeuw,
merde. bij het haardvuur
rommel ik stiekem
met de telramen: ze zijn met honderden,
de orchideeën. wereldvreemd, als van papier,
parmantig op hun stengel. ze staren me aan,
ietwat verwilderd gracieus, in bochten
gewrongen
met open mond en nog opener exotische
kont.
hij, mijn lachende afghaanse kruidenier,
mijn vreselijk bruine buurman met openstaande
kraag, vraagt 15 euro voor een orchidee.
daarbij
krijg ik ook nog een toef tomaatjes
cadeau. waw!
glimlachend glijd ik in de afgrond, mijzelf
bevrijdend van referenties of onterechte
angst.
kocht ik tekens van leven? met twee
potjes
kersenjam erbij, de meest exquise
toevoeging.
.
ach, orchideeën! fel vlees. witgeel, dieproze,
paarsblauw. ongeëvenaard grijs, met schakeringen
van - 25%, (black orchid, bijna zwart) - 40%
(bijna halfzwart, met zweem van choco), -
50%
(halfzwart) of - 80% (misnoeglijk teder,
ietwat vaal).
orchideeën overal, aan ramen, verdomde uitstalramen,
op vensterbanken, salontafels, in soaps.
in wachtkamers, etablissementen. op het
toilet.
(zie je dan niet hoe ze ons elke dag
overdonderen,
hoe we schabouweljk verwonderd, verbouwereerd
verbaasd, hoe we pertinent, perplex en
pardoes
worden gewaarschuwd, hoe we angstig dromen
over de intocht, de intocht bij dag, de
intocht
bij nacht, de intocht der orchideeën?)
in bloemenzaak edelweiss, op sint-rochus,
bij anne k., bij sofie s., op de halleweg
nummer 15.
ik tel ze elke dag, elk uur, elk moment, ze
wenken
ik ben dus niet verkozen tot stadsdichteres van halle! zeven kandidaten
hadden zich aangemeld, drie werden geselecteerd (waaronder de schitterende
ondergetekende, yasmin), maar nipt werd een nog onbekende (jonge) halse dichter
gelauwerd. zijn naam wordt pas binnen enkele maanden bekendgemaakt. ben heel
nieuwsgierig, niet alleen naar zijn persoon, vooral naar zijn schrijfsels. zijn
taak (het dus is bijna zeker geen vrouw!), zijn taak zal niet de minste zijn:
twaalf gedichten in opdracht schrijven, gedichten in hals dialect schrijven (?),
aanwezig zijn bij evementen en in de jury zitten van de halse poëzieprijs,
haha!
het interview met de jury was wel spannend (ik was het eerste slachtoffer!), de
juryleden hadden zichtbaar pret omdat ze hun vragen zomaar konden afvuren op
het leuke grijze dametje dat haar gedichten zo gevoelig kon voordragen.
alhoewel ik een beetje uit mijn nek heb zitten kletsen, vond ik toch dat ik
goeie reclame voor mezelf heb gemaakt. ach, mijn palmares is toch niet de
minste: ben redactielid geweest van twee literaire tijdschriften en heb
voorlopig drie dichtbundels uitgegeven. mijn roman in schijfjes zit bij
de uitgever, ik heb een literaire blog en zeker genoeg materiaal voor twee
nieuwe dichtbundels. ik weet ook iets af van het theater (zie mijn
persoonsbeschrijving) en organiseerde talloze schrijfateliers op school.
tenslotte ben ik ook een fervente haiku-dichteres, waw!
heb ik er verkeerd aan gedaan te refereren naar david lynch (wiens film inland
me toch lichtjes inspireerde voor het gedicht over halle), ramsey nasr (die
als stadsdichter van antwerpen probeerde toegankelijke gedichten te
schrijven), radio klara (op wiens website ik had zitten lezen over clichés
betreffende poëzie), het steenwegenproject (waar ik toch met veel
enthousiasme aan had meegewerkt en waarvoor ik de leuke gedichten ontijd en
plaslion had geschreven) ??? ach,
misschien is het juist die veelzijdigheid, die verspreiding, die veelheid aan
referenties, die me de spreekwoordelijke das heeft omgedaan. hoe ouder ik word,
hoe meer ik besef dat het beter is je duidelijk met maar een paar disciplines
bezig te houden dan je te zeer te spreiden. wat je dan doet, doe je goed en
afgelijnd.
ook ontdekte ik bij mezelf misschien te veel gevoelens van bereidheid (ik ben
echt te plat gaan liggen, alhoewel ik aan een jurylid, de dorpsdichter
van galmaarden, toch brutaal heb durven zeggen dat hij mijn gedicht niet
goed had gelezen), te veel enthousiasme en misschien zelfs een beetje te veel
happigheid naar geld en eerbetoon (money, money...). niets menselijks is mij
vreemd. want alhoewel de 2000 euro, het bedrag dat ik na een snelle berekening
vooropstel als totale verloning van de halse stadsdichter, maar een piepkleine
maandwedde (in vroegere jaren) voor me betekent, is het geld toch maar goed
meegenomen in deze tijden van crisis, haha!
maar er spookt nog een ander argument door mijn hoofdje: werd ik misschien te
oud bevonden door de heren en dame van de jury? het is waar: deze winter
heb ik voor 't eerst in mijn leven mezelf voelen ouder worden, heel vreemd. ik
werd er zowaar depressief van. maar gelukkig ben ik al aan een tegenbeweging
bezig: ik ga elke week naar de yoga en probeer trouw (zoals ingeborg)
elke dag enkele houdingen op mijn tapijtje in te oefenen.
eigenlijk wil ik dansen.
2.
ondertussen bereiken mij enkele reacties, mensen houden mij op straat tegen om
mij moed in te spreken en mij bijna gefluisterde boodschappen door te
geven. naar het schijnt doen geruchten de ronde, als zou de verkiezing van de
halse stadsdichter nep zijn, een vooropgesteld scenario met politieke
connotaties (ik kan er makkelijk zelf enkele bedenken).
dit zou me verbazen en vooral veel verdriet doen, een afgang voor de poëzie, de
literatuur en de politiek an sich. ik weet: er is ook zoiets als de
tijdgeest en in eerste instantie is het handig om je met de tijdgeest mee
te laten drijven. maar ik ben hoogstwaarschijnlijk ouderwets (of liever: wijs)
en laat mij niet meer zo makkelijk meeslepen. in dit meest zuidelijke
stadje waar nederlands gesproken wordt is het tegenwoordig zowaar de trend het
zogenaamde zuiverevlaamse karakter van halle koste wat koste te willen
behouden. met het eerste deel van deze wens ga ik plus of min akkoord, alhoewel
ik mij voortdurend afvraag wat dat 'zuivere vlaams' nu eigenlijk betekent. over
het tweede heb ik enige reserves.
als politieke ideeën mensen tegen elkaar opruien met even ingebeelde als
waardeloze argumenten (taal, huidskleur, geslacht, afkomst, ideologie), wat dan
resulteert in het goedpraten van onwaarschijnlijk grof en gewelddadig gedrag,
dan neem ik afstand. meningsverschillen mogen bestaan, ruzie maken mag (liefst
zelfs), maar toch stel ik een warme, menswaardige en open samenleving
voorop. uiteindelijk hebben we allen maar 1 gemeenschappelijke vijand: domheid,
egoïsme en eigenbelang in al zijn uitingsvormen.
daarbij zijn er, naast de lawine van economische crisissen waarmee we de laatste
tijd worden overdonderd (al die ontslagen moeten toch zware
gevolgen hebben op de dagelijkse levensomstandigheden van de betrokkenen, zeg?!?!?) geopolitieke
evoluties aan de gang waar wij toch even stil moeten bij staan: maandag 23
maart naar koppen XL gekeken, dames en heren? als de aarde 6 graden
opwarmt verdwijnt alle leven op aarde...
ach, mijn gedachten zijn misschien te algemeen en te open-minded. misschien
moet ik ook een krengerige en hautaine attitude aankweken als ik weet dat dedie
en dedie er voor bepaalde zaken een andere mening op nahoudt dan ik, zo pas ik
beter in een bepaald plaatje. misschien om deze redenen dat ik (nog) geen stadsdichteres
van halle ben geworden?
3.
maar argh, alle gekheid op een stokje: ik ben eerder het type vrouw dat zich
amuseert. ben heel tevreden dat ik heb durven deelnemen aan de wedstrijd stadsdichteres
van halle. ben ook tevreden over mijn inzending (zie bijlage), die
misschien de aanzet is tot een nieuwe cyclus.ook moest ik een paar dagen geleden monkelen toen een jonge schrijversvriend
me voorstelde om schaduwdichteres van halle te worden. ik zou dan iedere
keer als de stadsdichter aan het werk wordt gezet een schaduwgedicht (cool!)
moeten schrijven. leuk idee, ik zie me al de stadsdichter voortdurend schaduwen,
spannend!
lieve leden van de jury (1 vrouw en voor de rest allemaal mannen, haha, heb ze
in gedachten allemaal sprookjesnamen gegeven), wees dus gewaarschuwd:
dit grijze gevoelige dametje zal - lichtjes loensend misschien van het overdadig
(dit zal ondertussen weer een bericht worden van 1785 woorden, de teller duidt
het aan) tokkelen op deze verdomde pc- nooit stoppen met schrijven, of het nu in de
schaduw is, of in het immense licht.
ps: in bijlage twee vragen uit een
interview met miriam van hee over het gentse stadsdichterschap (geplukt
uit het digitaal literair tijdschrift meander, zie http://meandermagazine.net/wp/2009/03/gedichten-64/).
dit is de cover van de zesde (!) roman van suzanne binnemans, een
verrukkelijke dame uit lier die verrukkelijke romans schrijft.
ik wil dit bericht dus
wijden aan prooi, een boekje van 128 pagina's. het verhaal leest
als een trein, maar als vrouwelijke lezer stel je je toch heel veel vragen en
misschien blijf je zitten met gevoelens van vervreemding en verwarring, zo
intrigerend is deze roman van suzanne binnemans.
ik knip en plak hierbij eerst de algemene introductie, zoals ik ze kan lezen op
de achterflap en ook op de webpagia van haar uitgever:
Eva, een
getrouwde vrouw van net veertig, is de gedroomde prooi. Ze zoekt iemand die
haar weer gelukkig kan maken, iemand die na haar opas dood zijn plaats in kan
nemen, iemand bij wie ze het gevoel kan hebben dat ze leeft. Hij, een man op
leeftijd, wil haar niet bezitten in de betekenis die andere mannen eraan geven.
Hij wil dat ze van hem houdt, dat ze verslaafd raakt aan zijn oordelen en
meningen. Hij wil haar binden door macht. Verlangt naar onvoorwaardelijke
toewijding en onderdanigheid. Er ontstaat een soort bedrog, een soort
overspel. Haar nood tot spreken en begrepen te worden is echter net zo groot
als de zijne. Tot hij te ver gaat en er een machtsstrijd ontstaat. Ze willen
beiden zien wie het langst stand houdt en wie het meest heeft geleerd. Evas
angst om verlaten te worden en zijn problemen met de onmacht en aftakeling die
bij het ouder worden horen, klinken door tot in iedere zin.
oeps, de beschrijving
van een relatie tussen een oudere man en een jonge vrouw? niks bijzonders, zou
ik zo op het eerste zicht zeggen, niks origineels, maatschappelijk totaal
verantwoord. als dit boekje nu zou gaan over een oudere dame die verliefd wordt
op een jonge man? tegenwoordig ook wel in de mode, zon rijpere vrouwelijke geliefde
wordt dan een poema genoemd
hehe, yasmientje, lees
eerst en verorber, voor je met je belachelijke vooroordelen afkomt!
en dat heb dus ik de
laatste paar uren amechtig gedaan. het boek is een bevreemdend relaas in de
ik-persoon van een oude man van 75, een zakenman, die mijmerend verslag
uitbrengt over zijn liefdesavontuur met de veertigjarige eva.
het verhaal is in
eerste instantie ronduit vertederend. de oude man is als een zorgzame vriend,
die troost en bescherming biedt aan een jonge vrouw, wiens huwelijk net op de
klippen is gelopen. de oude man is voor haar een surrogaat grootvader, want
haar eigen opa is oud en ziek en tot immens verdriet van evaatje gaat hij dood.
de toon gebezigd door
de oude zakenman in zijn bijna-dagboekrelaas, lijkt aanvankelijk zacht en
luchtig en onthecht. af en toe bekent hij zelfs openlijk aan de lezer dat hij
zich anders voordoet dan hij is. hij heeft altijd geleerd zich te profileren
als mannelijk en sterk en weigert een softe houding aan te nemen. diep in zichzelf
beseft hij dat zijn krachten zienderogen afnemen.
door het
leeftijdsverschil heeft hij de indruk dat hij eva volledig kan manipuleren,
haar gedachten en gevoelens kan leiden en sturen in de richting die hij wil.
tot hij fataal een grens overschrijdt en eva zich verontwaardigd en gekwetst
terugtrekt. zij wil niet misbruikt worden, haar oude zachte vriend blijkt niet
de persoon te zijn die zij dacht, maar een mannetjesputter die zijn prooi wil
vernederen en bezitten. hij wil haar in zijn macht. maar dat is zonder de
vrouwelijke intuïtie gerekend. net op tijd worden evas ogen geopend en
zij zoekt hem niet langer op.
het verhaal baadt in een sfeer van warme familierelaties. het verleden (in
de gedaante van de levensverhalen van de ouders en grootouders van eva) wordt
door suzanne binnemans kunstig verweven met de actuele setting, een ijvere
omgeving van zakelijke werksituaties en een dagelijkse levenssfeer zoals wij
die allemaal kennen. naar het einde toe wordt de toon killer, en het boek
eindigt bijna als een psychologische thriller, waarbij de lezer zelf de
dramatische uitkomst van de relatie tussen de oude man en zijn geliefde eva kan
invullen.
suzanne binnemans doet hier een poging om in de huid te kruipen van een
oude eenzame man. de vraag die ik me voordurend stel is: slaagt zij hierin? of
liever: kan een (oudere) man echt een mix zijn van vriendelijkheid en
machtswellust? kan een man zijn 'mannelijkheid' alleen maar bewijzen door daden
te stellen die getuigen van een misselijk makende pervertie? eigenlijk zou ik
het advies van een mannelijke lezer moeten inwinnen, die dan misschien met meer
zekerheid zou kunnen beamen of een man zo denkt als het hoofdpersonage van prooi.
mijn eigen evaringen zeggen me wel dat mannen heel subtiel en zachtaardig
kunnen zijn, ontzettend gevoelig en attent en tegelijk ook heel macho en
viriel. maar bewijst suzanne binnemans hier niet dat er altijd een angeltje
onder het gras schuilt? wat is nu eigenlijk de bedoeling van een man als hij
een vrouw begeert? hoe functioneert hij werkelijk in een liefdesrelatie? kunnen
we de bedreigende portretten die de schrijfster hier van onze mannelijke
vrienden en geliefden schetst voor waar aannemen, of zijn de oude zakenman en zijn
zoon alex prototypes van het soort individuen, waar we maar best bij uit de
buurt blijven???
in elk geval heb ik genoten van dit verrukkelijke boekje. suzanne binnemans
gebruikt een loepzuivere taal en haar stijl is ietwat onderkoeld. toch zijn haar
personages heel vriendelijk, levenesecht en charmant. ik raad iedereen aan, om
de winter knus te beëindigen,, dit boekje op de nachttafel te leggen en zich te
laten bekoren door de vertelkunst van deze te weinig gekende vlaamse
schrijfster.
Suzanne BINNEMANS, Prooi,
Haarlem, In de Knipscheer, 2008, 128 p., 14,50 .
hèhè, eindelijk ben ik erin geslaagd twee foto's tegelijk te publiceren. oef,
ze verschijnen plots onder elkaar op deze blogpagina, daarom plaats ik er mijn tekst tussen.
onderste foto is de cover van de zesde (!) roman van suzanne binnemans, een
verrukkelijke dame uit lier die verrukkelijke romans schrijft. bovenste
foto is haar liefelijk portret.
ik wil dit bericht dus
wijden aan prooi, een boekje van 128 pagina's. het verhaal leest
als een trein, maar als vrouwelijke lezer stel je je toch heel veel vragen en
misschien blijf je zitten met gevoelens van vervreemding en verwarring, zo
intrigerend is deze roman van suzanne binnemans.
ik knip en plak hierbij eerst de algemene introductie, zoals ik ze kan lezen op
de achterflap en ook op de webpagia van haar uitgever:
Eva, een
getrouwde vrouw van net veertig, is de gedroomde prooi. Ze zoekt iemand die
haar weer gelukkig kan maken, iemand die na haar opas dood zijn plaats in kan
nemen, iemand bij wie ze het gevoel kan hebben dat ze leeft. Hij, een man op
leeftijd, wil haar niet bezitten in de betekenis die andere mannen eraan geven.
Hij wil dat ze van hem houdt, dat ze verslaafd raakt aan zijn oordelen en
meningen. Hij wil haar binden door macht. Verlangt naar onvoorwaardelijke
toewijding en onderdanigheid. Er ontstaat een soort bedrog, een soort
overspel. Haar nood tot spreken en begrepen te worden is echter net zo groot
als de zijne. Tot hij te ver gaat en er een machtsstrijd ontstaat. Ze willen
beiden zien wie het langst stand houdt en wie het meest heeft geleerd. Evas
angst om verlaten te worden en zijn problemen met de onmacht en aftakeling die
bij het ouder worden horen, klinken door tot in iedere zin.
oeps, de beschrijving
van een relatie tussen een oudere man en een jonge vrouw? niks bijzonders, zou
ik zo op het eerste zicht zeggen, niks origineels, maatschappelijk totaal
verantwoord. als dit boekje nu zou gaan over een oudere dame die verliefd wordt
op een jonge man? tegenwoordig ook wel in de mode, zon rijpere vrouwelijke geliefde
wordt dan een poema genoemd
hehe, yasmientje, lees
eerst en verorber, voor je met je belachelijke vooroordelen afkomt!
en dat heb dus ik de
laatste paar uren amechtig gedaan. het boek is een bevreemdend relaas in de
ik-persoon van een oude man van 75, een zakenman, die mijmerend verslag
uitbrengt over zijn liefdesavontuur met de veertigjarige eva.
het verhaal is in
eerste instantie ronduit vertederend. de oude man is als een zorgzame vriend,
die troost en bescherming biedt aan een jonge vrouw, wiens huwelijk net op de
klippen is gelopen. de oude man is voor haar een surrogaat grootvader, want
haar eigen opa is oud en ziek en tot immens verdriet van evaatje gaat hij dood.
de toon gebezigd door
de oude zakenman in zijn bijna-dagboekrelaas, lijkt aanvankelijk zacht en
luchtig en onthecht. af en toe bekent hij zelfs openlijk aan de lezer dat hij
zich anders voordoet dan hij is. hij heeft altijd geleerd zich te profileren
als mannelijk en sterk en weigert een softe houding aan te nemen. diep in zichzelf
beseft hij dat zijn krachten zienderogen afnemen.
door het
leeftijdsverschil heeft hij de indruk dat hij eva volledig kan manipuleren,
haar gedachten en gevoelens kan leiden en sturen in de richting die hij wil.
tot hij fataal een grens overschrijdt en eva zich verontwaardigd en gekwetst
terugtrekt. zij wil niet misbruikt worden, haar oude zachte vriend blijkt niet
de persoon te zijn die zij dacht, maar een mannetjesputter die zijn prooi wil
vernederen en bezitten. hij wil haar in zijn macht. maar dat is zonder de
vrouwelijke intuïtie gerekend. net op tijd worden evas ogen geopend en
zij zoekt hem niet langer op.
het verhaal baadt in een sfeer van warme familierelaties. het verleden (in
de gedaante van de levensverhalen van de ouders en grootouders van eva) wordt
door suzanne binnemans kunstig verweven met de actuele setting, een ijvere
omgeving van zakelijke werksituaties en een dagelijkse levenssfeer zoals wij
die allemaal kennen. naar het einde toe wordt de toon killer, en het boek
eindigt bijna als een psychologische thriller, waarbij de lezer zelf de
dramatische uitkomst van de relatie tussen de oude man en zijn geliefde eva kan
invullen.
suzanne binnemans doet hier een poging om in de huid te kruipen van een
oude eenzame man. de vraag die ik me voordurend stel is: slaagt zij hierin? of
liever: kan een (oudere) man echt een mix zijn vriendelijkheid en
machtswellust? kan een man zijn 'mannelijkheid' alleen maar bewijzen door daden
te stellen die getuigen van een misselijk makende pervertie? eigenlijk zou ik
het advies van een mannelijke lezer moeten inwinnen, die dan misschien met meer
zekerheid zou kunnen beamen of een man zo denkt als het hoofdpersonage van prooi.
mijn eigen evaringen zeggen me wel dat mannen heel subtiel en zachtaardig
kunnen zijn, ontzettend gevoelig en attent en tegelijk ook heel macho en
viriel. maar bewijst suzanne binnemans hier niet dat er altijd een angeltje
onder het gras schuilt? wat is nu eigenlijk de bedoeling van een man als hij
een vrouw begeert? hoe functioneert hij werkelijk in een liefdesrelatie? kunnen
we de bedreigende portretten die de schrijfster hier van onze mannelijke
vrienden en geliefden schetst voor waar aannemen, of zijn de oude zakenman en zijn
zoon alex prototypes van het soort individuen, waar we maar best bij uit de
buurt blijven???
in elk geval heb ik genoten van dit verrukkelijke boekje. suzanne binnemans
gebruikt een loepzuivere taal en haar stijl is ietwat onderkoeld. toch zijn haar
personages heel vriendelijk, levenesecht en charmant. ik raad iedereen aan, om
de winter knus te beëindigen,, dit boekje op de nachttafel te leggen en zich te
laten bekoren door de vertelkunst van deze te weinig gekende vlaamse
schrijfster.
Suzanne BINNEMANS, Prooi,
Haarlem, In de Knipscheer, 2008, 128 p., 14,50 .
even op een rijtje zetten wat mijn opdrachtjes zijn de komende dagen (om de tel niet kwijt te raken en niets te vergeten):
1. elke dag mijn potjes krokussen, die ik uit de tuin naar binnen heb gehaald, nauwkeurig bewonderen en bestuderen. een potje-met-krokusbolletje had ik al wat vroeger dan de anderen op de vensterbank gezet en zowaar, de tedere lila kopjes openen zich elke dag een millimeterstreepje wijder. ik zie langs de binnenkant van de kelkblaadjes donkere paarse stipjes, heel mooi. maar 's avonds sluiten ze zich opnieuw, het is trouwens nog altijd grijs druilerig februariweer, zo intriest...
2. al een beetje aan de grote schoonmaak denken, hier en daar een kastje opruimen, overgordijnen in de wasmachine steken en stapels papieren ordenen...
3. beginnen met de opdracht voor de leesclub: heb al opgezocht wat elementaire deeltjes zijn, ben al aan hoofdstuk 3. ga namen noteren en nog wat termen opzoeken, want van genetica en scheikunde heb ik geen kaas gegeten.
4. men heeft mij ook gevraagd een oordeel uit te spreken over een reeks van 270 (!) haiku's. het gaat met cijfertjes, maar toch ben ik verplicht in totaal 810 verzen en 4590 lettegrepen te lezen, whaw!
4. het artikel van walter over de theeceremonie lezen en van een kleine commentaar voorzien.
5. mijn boeken van de bib uitlezen.
6. dit blog verder indelen en verfraaien.
7. aan mijn haikublog werken.
8. aan mijn twee dichtbundels- in- voorbereiding werken.
9. haiku's schrijven over tekens van leven
10. het kleine verrukkelijke boekje van annie ernaux uitlezen, passion simple, over een obsessioneel liefdesavontuur, waarbij alles, maar dan ook alles in het dagelijkse leven van de ik-persoon in het teken komt te staan van die liefde. le moment suprème...
oei, oei, foei, foei. zo weinig tijd de laatste dagen!
ik wil eigenlijk al enkele ochtenden een bericht schrijven over de toffe nederlandse dichteres anne vegter, maar eigenlijk spookt een gedachte, of liever een vraag door mijn hoofdje, dat door zijn bijzondere lading eigenlijk meer tot het domein van de levenskunst behoort, de flosofie, de ethiek en de moraal. maar ben er helemaal mee bezig, moet er uit zien te raken, het is een bijna levensnoodzakelijke queeste, alsof ik zonder antwoord niet zou kunnen overleven..
dit is de vraag: moet ik nu, op mijn toch wel rijpere leeftijd, na alles wat ik in dit leven heb moeten smaken en met alle dramatische tijdingen die me de laatste dagen bijvoorbeeld bereiken (a. heeft kanker, b. gaat dood aan diezelfde kanker, c. zijn vriend heeft zichzelf gedood, c. zijn dochter is aan het scheiden, d. heeft maar 1 onderwerp waarover ze
kan praten en juist over dat onderwerp wil ik niet praten, daarom gooit
ze woedend de telefoon neer, e. heeft zich onder een trein gegooid, f. is voor zijn leven lang gehandicapt, niet omdat hij, zoals hij eerst vertelde, door een waanzinnige patiënt is aangerand, maar wel omdat hij zelf zijn polsen met messen heeft bewerkt, zijn vitale zenuwbanen definitief heeft doorgesneden omwille van een vrouw enz enz)...
moet ik nu medeleven betonen, solidariteit, emoties, omwille van al deze drama's??? moet ik mezelf confronteren met deze onaangename toestanden, er zelf ook onder lijden (mee-lijden), dit alles uit menselijkheid, mededogen, naastenliefde enz... moet ik dit in mijn leven toelaten, of mag ik deze drama's mentaal van me afzetten en me alleen concentreren op positieve ervaringen, dingen die me gelukkig maken, schoonheid, kunst, liefde, ontspanning, onthechting enz...
ik heb een voorgevoel dat, als je extreem het onaangename (en ook mensen die je onaangename gevoelens bezorgen!) uit je leven bant en je zogenaamd laat medrijven door het geluk, het niet-geluk plots opnieuw zal verschijnen als een grote donkere allesoverheersende wolk, als donder en bliksem, je zal er dan niet tegen opgewassen zijn... ach, ik probeer het zo: als ik het onheil een beetje beu ben, dan sluit ik me af, zoek andere energiebronnen op, lees, lees en lees, luister rnaar prachtige muziek en vermijd vooral mensen. heel egoistisch, maar het zij zo.
daarna kan ik weer wat aan. schrijven moet ik, al is het maar dit tokkelen op mijn blog. de laatste dagen droom ik van bloesemwandelingen in haspengouw: dit is mijn volgend onhandig en dus fantastisch project!
2.
anne vegter dus. van de bib heb ik de dichtbundel spamfighter* geleend. gebiologeerd staar ik naar haar verzen, probeer ze te snappen, kom tot de ontdekking dat je ze niet vlug kunt lezen, heel langzaam ontdooit het ijs waarin haar woorden gevangen zitten, maar o, wat een revelatie...
Er was op deze dag - tijdens
de lunchpauze - iemand die wilde weten hoe ik werk,
waar mijn ideeën vandaan
komen. Tja, zei ik het probleem van de idee is
dat de problemen precies
daar beginnen waar ze vandaan komt, neem nu dit gesprek.
(fragment)
haha, schitterend aforistisch woordenspel. de idee als oorsprong van alle kwaad. heeft wel iets, dit vers!
All inclusive
Wat wil je geven? Of beter vragen wat het laatste is wat
je onthield,
het kon wel eens de moeite waard zijn. Hecht je aan boodschappen?
Vandaag kocht ik doodgewone groene rijst. Ik trof een
wethouder
in de supermarkt die tegen me zei: hoe snel het organisme zich herstelt!
Ook slechte mensen overleven gemakkelijk. Ons gesprek was
van christelijke aard,
want overigens zijn we het oneens. Hij eet met kerst bij voorkeur in zijn
hoekhuis.
Ik heb je liefde genoemd als woord en daad en jij valt
van de trap en je hoofd knapt
en het geheugen stroomt uit je oren. Liefste, zwijgen verheft niet
steeds.
We zullen middelen moeten vinden om onze eindigheid te
vervullen.
Keer de attracties niet de rug toe. Botsen, zweven, duiken, rollen, hangen
en trilling lengt tijd.
tijdens het lezen van anne vegters gedichten vroeg ik me telkens af: kan ik ook zo schrijven? het is alsof anne vegter zomaar flarden van gesprekken noteert, in de surrealistische, soms grappige en dikwijls incoherente volgorde waarin gesprekszinnen mekaar opvolgen. heerlijk! maar haar eigen commentaren en verdichtingen maken het gedicht wat het is. ik vraag nog eens: kan ik dit ook?
Negen
moest ik worden, negen werden
ik en mijn vriendjes
later, allemaal vroeger, maar
ik zei neger, een woord
dat wel kon, ik word
negerrrrrrr. Mijn broer fluisterde
in me dat ik groot werd en dat
onder de haren van grote
kunstenaars kleine
oren zitten en dat oren groeien als je ouder wordt
maar die van kunstenaars blijven klein
(fragment)
Zeventien werd ik
en op een dag voelde ik mij waardeloos omdat ik zeventien
werd.
Mijn haar viel uit, ik vond ochtendbossen op de sloop.
We deden huidje en transplantatietje, ik had al eens een
neger gehad.
Ik speelde twintig maanden in reservetijd met oude mandarijnen.
Schoor de neger, hij was lief. Hij had zijn ouders nog. Toen
sloopte hij
mijn kleine driehoek. Het schreeuwen van een kut in mijn slip:
ik wilde op de buik, inzwarte ander. Hij nam het kind op,
mijn natte bit. Zo oud kon je niet die ouders leefden toch.
Later, zei hij, echt zou hij schrijven.
in deze twee gedichten gaat het over opgroeien, ouder worden. zal ik naar dit voorbeeld eens beginnen schrijven over hoe het aanvoelt, oud te worden - op je zestigste?
de volgende opdracht in de leesclub read and meet: de elementaire deeltjes van de franse schrijver michel houellebecq*. ik lees hem in het frans, zware opdracht. zal nota's nemen...
* MICHEL HOUELLEBECQ, Les particules élémentaires, Flammarion,
1998
de stad halle heeft een galerie: in het oude postgebouw mogen kunstenaars die het willen hun kunstwerken tentoonstellen. motor achter deze activiteiten is een vereniging, de kader genoemd geloof ik, waar jean-pierre laus een van de inspirerende leden is.
dit keer was ik uitgenodigd op de vernissage van de tentoonstelling not now/here (kan ook gelezen worden als: not nowhere) van bruno hardt* - zie canvas labodelux. ik publiceer hier een paragraaf uit de bijhorende tekst, die ik verrukkelijk vindt, omdat jpl - misschien zonder dat hij het zelf beseft- in een paar zinnen de eenzaamheid van het moderne individu omschrijft:
vanuit een 'beeldenbank' die hij heeft aangelegd, boetseerde bruno hardt plaasteren hoofden die her en der in de tentoonstellingsruimte werden geplaatst. ze tonen bruno's kijk op een wereld van vervreemde individuen die zich afschermen van de anderen door het dragen van luisteroortjes van ipod en mp3 of mobiele spelapparaten. andere passed-out-figuren zijn dan weer het slachtoffer van manipulatie of bevinden zich in een roes. allen slaken een kreet van wanhoop en happen naar lucht. bruno confronteert de bezoeker met een stilgelegd moment van ontreddering.
volgende zondag hou ik de galerie open. tijd zat dus om deze intrigerende kunstwerken van nabij te bekjken. wat niet zo erg lukte op de vernissage, want er was toch wat volk en ik weet niet wie dit had uitgevonden: de zaal was verduisterd, heel mysterieus. alleen de kunstwerken waren belicht.
het publiek bewoog zich daarentegen in een schaduwwereld. een kunstwerk op zich, moet ik zeggen.
* van 6 februari tot 22 februari 2009, in de oude post te halle
de palestijns-nederlandse dichter ramsey nasr is de nieuwe dichter des vaderlands!
mijn vreugde kan niet op. hij was overduidelijk mijn favoriet. hij verdient de prijs voor honderd procent. hij is dan ook de auteur van verrukkelijke gedichten als:
wonderbaarlijke maand
dat was in de wonderbaarlijke maand
van bloesemingen en overvloed
toen mijn borstkas opstoof als papaver
ribben in sierpennen uitwaaierden
mei mijn magere taal openbrak
vergelijkingen vrat als vuur water
ik schaamde mij diep naar poldergewoonte
in loden jas tussen druppel en wind
ongevoelig bij takken struikgewas doornen
had ik licht opgevat
ik wreef haar in
en doorzichtig vernederend fonkelniezen
kwam over mij o wonder daar ging ik
men zou van mij minder uit schamen gaan
maar dit was mijn ziekte baarlijke liefde
Gedicht van Ramsey Nasr uit de bundel: onhandig bloesemend (2004).
overheerlijk, niet?
maar met dit gedicht verantwoordde hij zijn dichtersschap:
ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven)
en dit is mijn gedicht, komt u binnen let niet op de galm, wees niet bang laat ons beginnen in leegte welkom in mijn krater van licht
ooit kwamen wij samen, u en ik, weet u nog koel leefden wij op in de glans van een roemer onze schaduwen als helder kristal onze roem even terloops als de lichtval op de brief van een windstille vrouw
goudbestoft waren wij bleek, bijna doorschijnend van liefde waren wij wij loken de ogen voor de ander
en wij hielden van boetedoen vroeg iemand hoe het met ons ging dan zeiden we naar waarheid we schamen ons kapot, meneer wij waren er heilig van overtuigd dat wij ooit onze bloedeigen heer zelf met gesels ineengeslagen en op eigen houtje gekruisigd hadden de apocalyps stond bij voorbaat als straf op ons netvlies gebrand
en wat is er gebeurd in die paar eeuwen dat wij even de andere kant opkeken?
ik wilde u graag een vaderland tonen vormvast, zuiver en met volgehouden metaforen een gedicht kneden over ons, maar toen ik begon moest ik toezien hoe hier het ene volk het andere spontaan begon te vagen als twee onverenigbare republieken
hoe kwamen wij zo snel van nietig tot lomp van weerschijn tot alomaanwezige schreeuwhomp? hoe kon uit zuinige rupsen dit hummervolk opstaan?
ze zeggen: omdat god verdween - onze vader had besloten nog wat onzichtbaarder te worden dan hij al was, kijken of dat kon, nee dat kon niet weg was god en in dit stilleven met grote afwezige stonden nu de verbijsterde nederlanden hun monden nog vol van vergankelijkheid vol wuftheid en alom gewaardeerd doodsverlangen
al hun ijdelheid was ijdelheid gebleken al hun schijn, hun gekoesterde slijk, heel dit spiegelpaleis dat men ooit voor oneindigheid hield werd nu voorgoed onbewoonbaar verklaard je hoorde de rijp op hun zielen kraken
en uit dat gat daar werden wij geboren kevin, ramsey, dunya, dagmar, roman en charity als bij toverslag kwamen wij tevoorschijn bungeejumpend, met oranje opblaashamers gillend en krijsend en antidepressief of zwijgend voor een breezer gegangbangd welkom in nederland vakantieland
ja dat krijg je ervan, dit volk houdt men over wanneer je de schuld uit ons lijf ramt we vullen de holte met glimmende leegte
tussen psalmenzangers en pillenslikkers tussen het goud en het blingbling vond ik een land dat werd opgeheven
dit land is de wraak van de voorvaderen als een beeldenstorm razen zij in ons voort maar het bestaat zoals ook het verband tussen kinderstring en boerka bestaat tussen karnemelk en comazuipen: hol en bol schuiven wij onze eeuwen ineen
elkaar opheffen is onze kracht wij streven van nature naar leegte zoals een cycloop naar diepte snakt
ziet u, een vaderland wilde ik u tonen niet deze woestijn van oneindige vrijheid maar hier wonen wij, en hoe mooi zou het zijn als iemand ooit als een tweedehands godheid rijm voor rijm een land zou bouwen voor dit volk dat zijn volk mist
hier, in de open kuil van onze ziel juist hier zou iets groots kunnen worden verricht laat ons beginnen met een gedicht
bij de eedaflegging van de gloednieuwe amerikaanse president barack obama was een dichteres uitgenodigd, elizabeth alexander, ooit geboren in harlem, nu professor in yale. ik vond dit gedicht terug gisteren, bij het opruimen van tijdschriften en kranten. ik vertaalde het, enigszins met nonchalance, maar toch met veel enthousiasme:
Praise song for the
day.
Each day we go about our
business, walking past each other, catching each others eyes or not, about to
speak or speaking. All about us is noise. All about us is noise and bramble,
thorn and din, each one of our ancestors on our tongues. Someone is stitching
up a hem, darning a hole in a uniform, patching a tire, repairing the things in
need of repair.
Someone is trying to make
music somewhere with a pair of wooden spoons on an oil drum with cello, boom box,
harmonica, voice.
A woman and her son wait
for the bus.
Elke dag doen we ons ding, we lopen mekaar voorbij, maken oogcontact of
geen oogcontact, we gaan spreken of niet spreken. Alles omtrent ons is
gekrakeel. Alles omtrent ons is gekrakeel en zwarigheid, doornen en lawaai, al
onze voorvaders liggen op onze tong. Iemand naait een zoom, verstelt een gaatje
in zijn uniform, herstelt een lekke band, verstelt en herstelt de noodzakelijke
dingen.
Iemand probeert ergens muziek te maken met een paar houten lepels op een
olievat met een cello, geluidsbox, harmonica, stem.
Een vrouw en haar zoon wachten op de bus.
A farmer considers the
changing sky; A teacher says, Take out your pencils. Begin.
We encounter each other
in words, words spiny or smooth, whispered or declaimed; words to consider,
reconsider.
We cross dirt roads and
highways that mark the will of someone and then others who said, I need to see
whats on the other side; I know theres something better down the road.
We need to find a place
where we are safe; We walk into that which we cannot yet see.
Say it plain, that many
have died for this day. Sing the names of the dead who brought us here, who
laid the train tracks, raised the bridges, picked the cotton and the lettuce,
built brick by brick the glittering edifices they would then keep clean and
work inside of.
Praise song for struggle;
praise song for the day. Praise song for every hand-lettered sign; The figuring
it out at kitchen tables.
Some live by Love thy
neighbor as thy self.
Others by first do no
harm, or take no more than you need.
Een boer kijkt naar de veranderende hemel: Een leraar zegt: Neem jullie
potloden. Begin.
We ontmoeten elkaar in woorden, beenharde woorden, zachte woorden,
gefluisterde of gedeclameerde, woorden om over na te denken en om opnieuw over
na te denken.
We steken modderige straten over, banen die iemands wil markeren en van
anderen die zeiden: Ik moet zien of er zich aan de andere zijde iets beters
bevindt.
We moeten een plek vinden waar we ons veilig voelen;We wandelen naar hetgeen we nog niet kunnen
zien.
Zeg het ronduit, dat menigen gestorven zijn voor deze dag. Zing de namen
van de doden die ons hier naartoe brachten, die de treinsporen legden, de
bruggen bouwden, die katoen plukten en de sla, die steen voor steen de gebouwen
oprichtten die zij daarna schoon zouden houden en waarin ze zouden werken.
Lofdicht voor de strijd, lofdicht voor de dag. Lofdicht voor elk
handgeschreven teken: het uitschrijven ervan op keukentafels.
Sommigen leven bij Hou van je buur zoals je van jezelf houdt. Anderen
doen geen kwaad en nemen alleen wat ze nodig hebben.
What if the mightiest
word is love, love beyond marital, filial, national. Love that casts a widening
pool of light. Love with no need to preempt grievance.
In todays sharp sparkle,
this winter air, anything can be made, any sentence begun.
On the brink, on the
brim, on the cusp - praise song for walking forward in that light.
Wat als het machtigste woord liefde is, liefde verder
reikend dan huwelijk, kinderen, natie. Liefde die een weidse lichtbron vangt.
Liefde die het niet nodig vindt voorbij te gaan aan verdriet.
In de scherpte van de dag, in deze winterlucht, kan alles
gemaakt worden, elke zin begonnen.
Op het bord, aan de kant, aan het gewelf - lofdicht om
voorwaarts te treden in dit licht.
de pret
duurt nog een even voort: ben surfend op zoek gegaan naar koreaanse
poezie, heb dit sprookjesachtig gedicht gevonden, van ho nansorhon*, op de webstek* van de
nederlandse dichter lucas husgen:
WINTER
Lang ligt de
koude nacht rond de koperen pot van de waterklok.
De maan beschijnt het gazen gordijn, kil zijn de zijden dekens.
De bronemmer kraakt: de kauwen van het paleis stuiven uiteen.
Door schemertinten overvallen ligt het zolderraam in de schaduw.
De dames, bijeen bij de blinden, gieten de gouden kruiken vol.
Ruw in de hand ligt het jaden vat, maar vol aroma is de rouge.
Ze vaart uit tegen de handen die bergen in de lente tekenden;
de parkiet in de gouden kooi heeft een hekel aan de ochtendvorst.
De twee buurvrouwen giechelen en kwebbelen onder elkaar.
Zijn gelaat, als jade zo mooi, verbleekt in haar gedachten.
Boven de houtskool gloeit het komfoor; ze bespeelt de feniksenfluit.
Geitenkalfjeswijn raakt onder het gordijn omgezet in lentewijn.
Ze leunt en denkt: ben verloochend door de man uit de grensstreek.
Wil te paard, met de gouden speer, wil naar het Blauwe Meer.
Overrompelt dan een wind vol sneeuw en zand mijn zwarte bont,
denk ik
gedwee, zakdoek betraand, aan de donkere vrouwenkamer.
* De klassieke dichteres Ho Nansorhon (1563-1589) werd
geboren in de omgeving van de stad Kangnung. Ho Nansorhon geldt nog altijd als
een van de onbetwiste grootheden uit de Koreaanse literatuur. Zij bracht
het toen nog maar honderd jaar oude genre kasa tot bloei. Zij schreef echter
slechts twee Koreaanse kasa; het overgrote deel van haar werk is in het
Chinees.
Maar ook daar bezigt zij een kleurrijke taal, vol emotie, beeld, gevoel
voor detail. Anders dan in haar tijd gebruikelijk, maakte ze rijkelijk gebruik
van beeldmateriaal uit taoïstische sferen. De sprookjesachtigheid van haar werk
paste alleen daarom al niet in het streng confucianistische Korea van die
dagen.
gisteren op de valreep nog naar de tentoonstelling over de glimlachende boeddha in bozar geweest. het ging hier eigenlijk over de geschiedenis van 1600 jaar boeddhisme in korea.
de vriendelijke en ijverige koreaan aan de ingang beweerde dat korea zowat aan de oorsprong van de beschaving lag: zelfs de boekdrukkunst hadden zij onder de knie, voor de chinezen dit item konden toevoegen aan hun indrukwekkende reeks uitvindingen...
korea heeft me altijd geintrigeerd: behoort deze beschaving nu tot de chinese of de japanse? tja, korea is een bergland en daardoor wat afgesloten van de buitenwereld. korea ontwikkelde een eigen cultuur, een eigen schrift en blijkbaar staan de koreanen erop onafhankelijk van de twee grote nabije beschavingen te worden vermeld. natuurlijk is korea in de loop van de geschiedenis in contact gekomen met china en met japan. vooral de verspreiding van het boeddhisme, afkomstig uit china, is daar een goed voorbeeld van. maar de vermenging met oorspronkelijk sjamanistische* elementen wijst op een heel andere basisinstelling en het koreaanse boeddhisme heeft een eigen karakter gekregen.
we zagen gracieuze boeddha's, in verguld brons en graniet, in een kenmerkende zithouding: de rechtervoet op de linkerknie en hat andere been bengelend naar beneden, waarbij de plooien van hun kleed elegant uitwaaierden in een vefijnd draperiespel. heel erg kenmerkend: de boeddha's van korea hebben allen een geheimzinige, verzaligde glimlach op het gelaat. het mooist waren de meditatieve bodhisattva's* uit de zesde en zevende eeuw, die met hun superverfijnde uitstraling (de rechterhand zachtjes de rechterwang strelend, met peinzende blik) ieders hart stalen. mijn favoriet was een eenvoudig vriendelijk beeldje van een bodhishattva aan het begin van de tentoonstelling, afkomstig uit het gyeongju nationaal museum van korea.
de gyeongju-periode was eigenlijk pre-koreaans. in de teruggevonden koningsgraven dolven archeologen een schitterende collectie juwelen op, in jade, goud en kristal. de schitterend kroon, in een vitrine tentoonsgesteld samen met een gouden gordel, was versierd met een hertengewei, van oorsprong een sjamanistisch element.
* Shamanisme bestaat wereldwijd en is een mengeling van godsdienst,
spiritisme, bijgeloof, folklore en magie. Korea heeft echter een eigen
vorm van shamanisme, die er mee voor zorgde, dat oude tradities en
culturen tijdens vele, lange en bloedige overheersingen konden
overleven.
Koreaanse wetenschappers noemen het shamanisme
overigens de sleutel om 's lands oude culturen te doordringen. Tijdens
de Choson-dynastie werd het shamanisme verboden en ook tijdens
Wereldoorlog II kwam het in de verdrukking. Hoewel het niet als
godsdienst wordt erkend, en het aantal gelovigen dus niet geteld wordt,
is algemeen aangenomen dat het shamanisme nog bij vele miljoenen
Koreanen voortleeft. Het shamanisme werd verwerkt in de
nationalistische Koreaanse godsdienst Chondogyo en ligt overigens aan
de basis van vele, nog bestaande sekten, en werd vooral gepropageerd
via de leer van Changsun.
Het eeuwenoude shamanisme heeft overigens
'nieuwe' godsdiensten als boeddhisme en christianisme een Koreaans
kleurtje gegeven en er aldus mede voor gezorgd dat zij beiden snel door
een groot deel van de bevolking werden aanvaard. Nadat
confucianisme en boeddhisme Korea in hun greep kregen, werd het
shamanisme eerder de geloofsbelijdenis van het gewone volk.
* De sanskriet term Bodhisattva is het equivalent van de pali term Bodhisatta. De term bodhisattva wordt in het Mahayana boeddhisme gebruikt, terwijl bodhisatta in het Theravada gebruikt wordt. In beide tradities verwijst het woord naar een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft.