Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
09-11-2005
NBS VERVOLG
NBS vervolg.
Vandaag hadden we de zoveelste warme
nazomerdag. De Zoerselse weerman mat
17,9 °C.
Een excellente dag om de werkzaamheden te laten
vooruitgaan. De bomen zijn losgegegraven . Nieuwe plantputten zijn gemaakt.
Morgen worden ze er met de traktor uitgetrokken en vervoerd.
De fruitkooi is al helemaal ontmanteld. Men is
bezig met het demonteren van het grootste stuk van de serre.Gelukkig kon de Perlette, witte, pitloze
druif blijven staan. De takken zijn nu naar de andere kant gebonden.
De kleinfruitstruiken kregen een nieuw
identificatielabel.
Morgen verhuizen ze naar het opkuilperceel.
Zelf heb ik de bramenrij die weg moet, afgeknipt.Nu staat er enkel nog afgeknotte, nieuwe stengels.
Het uitgraven wordt nog een klus.
Volgend
voorjaar wordt er een tweede aardgasaanvoerleidingdoor de tuin gelegd. Gelukkig heeft Fluxys de
NBS aangesproken voor het verplanten en herplanten. Ze hebben bij mijn overbuur
hiervoor een perceeltje grond gehuurd voor een jaar. Dit is diepgeploegd en
ligt te wachten op de opkuilwerkzaamheden.
Straks
verwacht ik de werkploeg van de Nationale Boomgaardenstichting.
In het
voorjaar zijn ze hier al een dag geweest om de grotere bomen voor te bereiden
op de verplanting.
Er werd
rondom een geul gegraven op een 70 tal cm van de stam en de wortels werden
afgestoken. De geul werd daarop opgevuld met oude compost.
Een van
mijn lievelingsbomen, de Ashmeads Kernel, een oud Engels ras, met een nogal
ruw uitzicht, doch met een uitstekende smaak had een opvallend dikke zijwortel
die men moest oversteken. De boom heeft gans de zomer getreurd en maar weinig
bladeren gevormd. We zullen hem zorgvuldig trachten te herplanten op een
definitieve plaats, zonder hem eerst nog een jaar op te kuilen op het gehuurde
perceel.
Drie
opeenvolgende jaren voordien heeft de boom uitstekend gedragen, alhoewel hij de
naam heeft van een zwakke drager te zijn. Joan Morgan in The Book of Apples spreekt van poor
crops.
De zwaarste klus wordt het verplanten van de geënte
notelaars Broadview, Bucanier en Coenen. Enkele oudere bomen op een andere
plaats o.a. een berk en een pruim zullen hiervoor moeten wijken.
Enkel het kleinfruit mag later herplant worden
boven de leiding.Gelukkig ook enkele
kleinere struiken. De grotere kwees mogen echter niet terugkomen.
Langs
bonenstaken konden sprookjeshelden tot aan de hemel klimmen, maar nu zijn bonen
erg in de belangstelling gedaald.
Waar vind
je nog bij een kruidenier witte en bruine bonen uit De Wittes of Bartjes tijd?
Alleen ingeblikte boontjes in tomatensaus!.
Nochtans
zijn peulvruchten een onmisbaar element in onze voeding.
Er zijn in
onze voeding wetenschappelijk 11 onmisbare elementen. Een ervan zijn de Saponienen.
Die zitten o.a.in peulvruchten. Saponienen hebben een antikanker - encholesterolverlagendewerking.
Groene
sperzieboontjes zijn goed voor suikerzieken.
Peulvruchten
leveren ideale, zachte vezels die stoelgang bevorderen.
Ja,
eigenlijk hebben allochtonen een gezondere voeding dan wij. In Chinese, Marokaanse,Turkse
en andere exotische winkels vind je ruime keuzes aan bonen.
Vandaag
heeft mijn man bonen gepeuld. Als die nog niet te droog zijn, gaat dat vlotter.
Vroeger kwam die job er niet van en gaven we ze weg aan afrikanen, die er blij
mee waren. Het riep bij hen herinneringen op aan hun thuisland.
Ik heb
vandaag kleine, rode, afrikaanse staakboontjes, die we voor het eerst zelf geteeld hebben en gewone witte bonen in linnen
zakjes gedaan, zoals mijn moeder en ze luchtig opgehangen. Bonen hing ik veel
buiten in hun peulen, zodat kevertjes er minder vat op krijgen.
Ze worden
gedood door een koudekuur in de diepvriezer of door een stevige vrieskou.
Een
gewoonte van onze voorouders zijn we vergeten: bonen en erwten, de dag voor we
ze klaarmaken, onder water zetten. Dat moet in een grote pot met water,
want ze zwellen fel. Als we ze dan koken,
worden ze vlugger gaar. Ze verteren beter en geven minder gassen.
Dat zwellen
is eigenlijk een kiemproces.
Om het nog
gezonder te maken, voeg ik er zeewier bij (kombu) en look. Deze verrijken de
bereiding met mineralen en verkorten ook het kookproces.
De wieren
mix ik in de soep, die hierdoor nog een betere smaak krijgt.
Bonen zijn
ook heel rijk aan eiwitten, mineralen en vitaminen. Groene boontjes mogen we
meer eten dan gedroogde. Gedroogde bonen geven, evenals vlees, afvalstoffen
(purinen); en zijn af te raden bij reumalijders. De eiwitten van bonen moeten
wel aangevuld worden met de eiwitten van granen, zaden of melk. Einde van het
bonenverhaal.
Inderdaad is vlaktecomposteren de meest
rudimentaire vorm van composteren, en is perfect te gebruiken; het is ook de
meest extensieve vorm: men heeft hiervoor de grootste oppervlakte en de meeste
tijd nodig; wil je de grond gebruiken voor iets anders en wil je snel compost
dan gaat het sneller in een vat, bak of hoop.
Ikzelf ben een zeer groot
voorstander van het continu bedekt houden van de bodem: daarvoor gebruik ik zeer
veel facelia als groenbemester / bodembedekker; zodra er een stukje vrij komt,
dan zaai ik facelia; als het te laat op het jaar is gebruik ik een laag bladeren
als bodembedekker.
In bijlage een foto van een stukje van mijn tuin:
facelia en een stuk met een bladerdeken; onder die bladeren is ook een laag van
groenten- en fruitafval. In de lente wordt het restant van het bladerdeken als
mulch gebruikt tussen de groenten en in de boomgaard.
In de mailgroep tuinieren is de laatste tijd
nogal wat over composteren geschreven.
Ik citeer een van de interessantste mails:
Nu mijn
verhaal, ik composteer nooit, maar van zodra er lege plaatsen in den tuin komen
(groententuin) gooi ik daar al de afval die ik heb erop uitgespreid. In het
voorjaar spit ik de tuin om en vind totaal niets meer terug van wat er het jaar
er voor ingegraven is. En ik denk dat mijn groenten mogen gezien worden. Er is
soms als eens een wortel of schorseneel die vervormd is.
Nu is mijn vraag doe ik zo voort of composteer ik beter
Ik wil er ook bij vertellen ik gebruik zeker geen eikebladeren ik hou daat niet
van (dit is een puur persoonlijke mening)
Wat mijn gazon betreft, de oudere leden onder u weten dat ik die dit jaar
opnieuw heb ingezaaid, die wordt gemaaid met zo een kneuzer grasmaaier. Maar de
gazon wordt nooit bemest is altijd ook bij hete dagen echt groen en echt waar
niets onkruid of ook geen mos.
BOMPA
doet het op de meest eenvoudige manier en met goed resultaat.
Hoe gebeurt de afbraak van al het organisch materiaal anders in de natuur?
Heinz Erven van Das PARADIES, destijds te Remagen aan de Rijn, sprak van zijn
miljarden meehelpers hierbij, doelend op al die organismen en beestjes die
hierbij een rol spelen.
Een maand terug was ik in de tuin van de Fraternités Ouvrières in de stad
Moeskroen.
Alles wat gewied en gesnoeid wordt, ook de takken, verteren ter plaatse en de
vruchtbaarheid loog er niet om.
Ik ben ook compostmeester en heb een half leven in de VELT achter de rug.
Ik heb op alle (?) mogelijke manieren gecomposteerd, maar ben nu tot het
elementaire gekomen.
Dit wil niet zeggen dat we de natuur niet een handje kunnen helpen om dit
proces te versnellen. Waarom ook niet als je daar kunde en plezier in hebt.
Ik gebruik mijn tijd liever voor andere dingen en laat de natuur intussen haar
werk doen.
Ik snoei mijn herfstframbozen volledig kaal tijdens de maand januari
Als je langer wacht snoei je een deel van de nieuwe groeienergie weg,
want de planten beginnen eind februari al met de hergroei.
Ik maak
zelf nogal wat compost maar heb er meer nodig.
In de
buurgemeente Brecht heeft IGEAN een compostwerf waar groenten -, fruit en
tuinafval (GFT) gecomposteerd wordt.
Voor zover
ik weet is dit in Vlaanderen nog de enige werf waarbij men gebruik maakt van composteeresilos
, waarin het GFT-materiaal eerst door anaërobe (luchtvrezende) bacterieën wordt
gecomposteerd. Hierbij spoelen wat van de zouten uit. Het reeds gecomposteerde
materiaal wordt vervolgens buiten op hopen gezet. Er volgt een tweede
compostering, nu door zuurstofminnende bacteriën.
Ik heb 20
kubieke meter jong materiaal laten brengen. Dit zijn 250 kruiwagens. Door het
keren volgde een nieuwe composteringsperiode.
Vandaag ben
ik begonnen met het uitvoeren van de compost op de bramenhaag en peren en
pruimen ernaast.. Vooraf heb ik op de grond wat basaltmeel -gemalen vulkanisch gesteente, rijk aan
sporenelementen gestrooid.
Vervolgens
strooide ik wat bentoniet. Bentoniet is het interessantste kleimineraal dat bij
wijze van spreken acht armen heeft om voedingsstoffen vast te houden.
Hierop komt
een flinke laag compost, voor een hele tijd voeding van de bodem en de planten
die er op groeien.
Met de
kaalslag door mijn kleinfruitkooi en van de bramenhaag in het vooruitzicht,
verschoven naarvolgend voorjaar, had ik
twee jaar terug op een geschikte plaats enkele bomen gerooid en een nieuw
kweekperceel aangelegd.
Fluxys gaat
namelijk een tweede aardgaspijp aanleggen dwars door de tuin. De eerste dateert
al van 1968.
Nu heb ik
stevige palen geplant.
Er werden 3
draden gespannen: 1 op 1m80, 1 op 1m50, en 1 op 1m20.
Ik was er
verwonderd over dat de ranken of takken op die twee jaar zo fel gegroeid zijn
dat ik ook de hoogste draad al voor een flink stuk kon bekleden.
Volgend
jaar zullen ze al wat dragen, een balsem op de wonde voor de struiken die eraan
gaan.
Kippen en ander pluimvee als opruimers, vervolg (Met dank
aan Vincent voor de aanvulling)
Loslopend
pluimvee ruimt in de tuin veel onkruid en onkruidzaden op.
Denk maar
aan de gretig gegeten muur.
Zij ruimen
veel insectenlarven (maden), wormen en rupsen op. Denk aan de grauwe maden van
de langpootmuggen of emelten, aan de engerlingen, larven van meikevers, aan
ritnaalden, de maden van de kniptorren, aan larven van de taxuskevers enz.
Ze zijn ook
voorname opruimers van de pissebedden, die in tegenstelling met oorwormen, de
schil van appelen wel kunnen doorboren. Zij bevuilen ook de vruchten. Het Nederlandse vakblad
Fruitteelt van oktober meldde dat er dit jaar in de fruitpercelen meer
schade was opgetreden dan anders.
Aan de voet
van de fruitbomen overwinteren zowel de fruitmot als de appelbloesemkever.
Fruitmot is de de veroorzaker van de made die onze appelen waardeloos maakt.
De
appelbloesemkever legt een eitje in de nog gesloten bloemknop. Na korte tijn
begint de larve aan haar vraatwerk en is de knop verloren.In een goed vruchtjaar kan je dit beschouwen
als een vruchtdunning, maar in een beurtjaar zorgt de appelbloesemkever voor
een echte ravage.
Pluimvee is
hier een welgekomen opruimer.
Ganzen zijn
sterke grazers. In een boomgaard houden zij het gras kort en dit voorkomtstambasisroten zorgt voor minder schuilplaatsen voor woelmuizen.
Van in de
herfst krijgen mijn kippen de beschikking over de ganse tuin.
Ze krabben
heel graag in de bladeren onder de bomen en pikken uit de bovenlaag de poppen
van meerdere insecten. Met de ophokplicht kan deze operatie niet doorgaan.
Gelukkig weten de dieren niet wat ze missen!
Op dit
ogenblik ontpopt de kleine wintervlinder; ook de grote(re) wintervlinder, doch
deze is eerder een zeldzaamheid. Het wijfje kan niet vliegen. Het mannetje wel.
Je kunt deze kleine, bruine vlindertjes rond deze tijd tegen verlichte ramen zien fladderen.
Scharrelende kippen ruimen een aantal van de wintervlinders op.
De
wintervlinder kan heel wat schade berokkenen aan de ontluikende bladeren.
Van een
vriend kreeg ik dit voorjaar een telefoontje dat er aan zijn bomen haast geen
(gave) bladeren meer stonden. Zijn boomgaard is wel eerder een jungle, waarin
kippen zich zouden kunnen verschansen tegen vossen.
Kippen zijn
er nooit geweest. Kippen houden kan niet bij een vegetarier-veganist. Kippen zouden
anders in tijden zonder ophokplicht!- zeer goede medewerkers zijn om de
begroeiing toch iets in toom te houden.
Dat ik in
mijn tuin niet overmatig last heb van slakken, dank ik wellicht aan het
opruimingswerk van de kippen.
Een maand
terug liet ik ze hun hun werk doen in een verwaarloosd hoekje met oude
kleinfruitstruiken. Op korte tijd hadden ze het ganse terrein omgewoeld en
proper gekrabd. Nu was het veel gemakkelijker om er de restanten van de
netelwortels uit te halen.
Als antwoord in de MAILGROEP TUINIEREN heb ik net het volgende geschreven.
ALS JE
WEINIG PLAATS HEBT.
In een
kleine tuin zou ik eerst en vooral kleinfruit
aanplanten. De beste handleiding
die ik hiervoor ken is (toevallig ?) ook een uitgave van de Vereniging voor
Ecologische Leef en Teeltwijze vzw (VELT), namelijk Kleinfruit ISBN
90-800626-2-6.
Wat
grootfruit betreft is men aangewezen op een gezond ras (vooral +/- resistent
tegen schurft), geënt op een M9 onderstam of op een M 26. Vraag 2 appelen die
gelijktijdig bloeien en die niet beurtjaargevoelig zijn.
Op mijn blog /fruit gaf ik wat meer uitleg over
het onderscheid tussen laag half en hoogstam(Halfstam tegen hoogstam).
Kersen zou
ik laten wegvallen omdat de vogels met de vruchten tenminste wanneer die er
zijn- aan de haal gaan, tenzij je zeer goed afschermt. Enkel met een boompje op
Gisela 5 onderstam is dit te doen.
Vergeet
niet dat er zeer goede peren (mits een goede bemesting) zijn, geënt op kwee.
Gewoonlijk nemen deze bomen minder plaats in dan appels.
Ik heb
slechts ondervinding met een beperkt aantal rassen, waarover ik bericht heb.
Als pruim
zou ik Opal aanraden. Je hebt maar 1 boom nodig en die draagt elk jaar, eind
juli lekkere vruchten.
Mispels
worden stilaan een onbekende. Thuis in Ichtegem hadden we drie mispelbomen in
de haag staan. De grootste boom had eerder kleine vruchten, maar met een goede
smaak. De mispels aan de andere, grote boom waren minder van kwaliteit. De
derde was een jong boompje waarvan ik mij niets speciaals herinner.
In 1974,
met de vreselijk natte herfst kon men niet op het land.Overal liepen de beerputten (aalputten in het
West-Vlaams) over in de grachten en verbrandden de hagen. Toen gingen ook de
mispelbomen eraan.
43 Jaar
geleden plantte ik hier mijn eerste mispelaar. Ik heb die ook verder geënt op
meidoorn. Dit is het vroegste ras dat ik heb.
Hiervan
begonnen de vruchten te vallen en ik heb beide bomen geplukt.
Sommige
vruchten worden albeurs. Dit wil zeggen dat de mispel zacht en bruin wordt: het moment
om deze te eten. Ik heb altijd van de zoete, appel-bananensmaak gehouden.
Meestal
hoor je zeggen dat de mispel rot wordt. Dit is pas na een tijd het geval,
wanneer de vrucht niet gegeten of verwerkt wordt.
Ik heb
meerdere rassen. De andere zijn nog niet rijp.
In mijn
eerste blogs schreef ik over de schimmelaantasting.
Er zit
alvast momenteel- als het niet erger wordt -, een goede kant aan. Sommige vruchtbeginsels verdorden en
zorgden voor vruchtdunning. Daardoor zijn de resterenden nog beter uitgegroeid.
Als laatste heb ik de Baujade geplukt. Baujade is een Franse kruising van het Institut National de le Recherche Agronomique (INRA).
De vrucht is het resultaat van opeenvolgende kruisingen van de
sierappel Floribunda, die resistent is tegen schurft, met Rome Beauty,
Golden Delicious, Reinette du Mans en Granny Smith. Uiterlijk heeft hij
het meeste weg van deze laatste, maar is een zoetere appel, met wat
aroma.
De kleur is vrij groen. Na lange bewaring verschuift het accent naar geel.
Het is de vrucht die bij mij het langst bewaart (tot mei) en dan nog
behoorlijk smaakt. Dit jaar aten we de laatsten op half juni.
Het vruchtvlees is wit-groenig. De appel smaakt beter dan hij eruit ziet.
De productiviteit is uitstekend. Vorig jaar waren er echt te veel
vruchten. Toen waren ze klein. Dit jaar benaderen ze meer de
middelmaat. Ik plukte ongeveer 40 kg, wat zeker niet slecht is
voor een matig grote boom (op MM 106 onderstam). De meeste appelen kon
ik vanop de grond plukken. Ook deze vruchten begonnen nog niet te
vallen, maar ook hier was de vogelvraat vlug aan het toenemen. Bij het
plukken pits ik de vruchten af bij de inplanting van de steel.
De Ontario is een appel die uit de
Canadese provincie Ontario stamt. Het is een appel voor dubbel gebruik
keuken en dessert. Hij bewaart tot april. Dit jaar zal dit niet het
geval zijn, want mijn beide bomen zitten in een compleet beurtjaar met
slechts een paar vruchten.
Op het groeipunt van een tiental toptakken zag ik gisteren
een bloemtros. Nog nooit voordien zoiets gezien. Dit verschijnsel
deed zich alleen op de boom op onderstam 111 voor, niet op de MM
106. Ik heb ze
weggeknipt, want bloei gaat met veel energie van een boom lopen.
In de
mailgroep Tuinieren is het doen om potas. Scheikundige potas is regelrecht vergif. Daarom geenpotas gebruiken. Die is toch genoeg.voorradig in de bodem
Als je de
mail leest van iemand anders,dan is dit duidelijk niet het geval.
'Ik heb een keer patentkali gebruikt voor het planten van aardappelen.
Gewoonlijk is de oogst hier schraal.Hoe raar het ook moge
klinken. Die keer toen ik patentkali gebruikt had was de oogst overvloedig en
toch lekker. Is dit ook vergif?
Ik gebruik potgrond, kompost enz. ' In mijn
tuin, waarin sinds 1963 geen scheikundige meststoffen meer gebruikt zijn, kan
ik niet klagen. Toch zie ik bv dat wortelen positief reageren op wat bijkomende
kaliumbemesting via vinasse.
Peren en
pruimen hebben die bijbemesting ook nodig.Zo gaat al mijn houtasse naar mijn pruimenbomen. Houtasse bevat naast
potas, ook nogal wat kalk en voor pruimen is kalk onontbeerlijk.
Patentkali
is in de biologische teelt, alhoewel een delfstof, omstreden, omdat de kalium
te vlug zou opgenomen worden. Tomaten worden er al eens mee opgepept. Beroeps
moeten eerst toelating hebben om patentkali, in geval van noodzaak, te
gebruiken.
Vele mensen planten halfstammen in hun tuin. Na
enkele jaren moet men helaas bestatigen, dat deze bomen veel te groot worden.
Tussen een hoogstam of een halfstam is er geen verschil, alleen de stamhoogte.
Inderdaad moet men rekening houden met het toekomstig
boomvolume.
Er zijn mensen die zomaar een hoogstam planten in een
kleine tuin, waar ze beter een 5 tal laagstammen zouden zetten.
Doch zomaar een halfstam gelijkschakelen met een
hoogstam is ook niet correct. Alles hangt af van de gebruikte onderstam. Een
halfstam is een stam van ongeveer 1 m 30 of iets meer.
Een hoogstam meet 2 m 20.
In mijn blogs fruit heb ik het er meerdere keren over
gehad.
Een
hoogstam ent men meestal op een zaailing. Doch ik heb
ooit een Schone van Boskoop als struik, op 60 cm (laagstam) gekocht. Later bleek dat er geënt was op een
zaailing. De omvang van de kroon is deze van een hoogstam en hij is
minstens 9 m hoog. Geënt als een
hoogstam komt daar nog anderhalve m bij.
Mijn voorkeur gaat naar een lage halfstam. Ik heb
geënt op M 26, MM 106 , M 7 en MM 111. Beide laatsten moet ik wel meer in toom
houden daar ik de bomen niet veel hoger wil dan 5 m.
( Hierbij hou ik rekening met mijn leeftijd. De tijd dat ik als enige
naar de hoge eksternesten klom in de populieren, ligt al 55 jaar achter
mij!) Ik plant op rijen van 4m en in de rij ook op
4 m, soms iets minder , als ik weet dat het ras niet zon sterke groeier is. Ik
kan mij dit permiteren, daar ik voldoende ruimte heb. Hierbij moet je weten dat ik teel op zandgrond.
Er
zijn groeikrachtiger gronden. Moest ik zon grond hebben, dan zou ik hoogstens
een MM 106 gebruiken, om niet een te grote boom te bekomen.
Ik heb mijn
zaailing Aleida genoemd, naar mijn
echtgenote Aleide.
De boom
staat er al een kleine 20 jaar.Tot
vorig jaar stond hij gedeeltelijk in de schaduw van een Acasia, die vorig jaar
bezweken is onder een stormwind. In zijn val heeft hij de toptakken van de
appelaar mee afgerukt.
Dit jaar
waren er nog meer vruchten dan vorig jaar. Een gevolg van de domper op de
kopgroei?
Het is een
gemiddeld grote appel, groen en een ietsje rood gestreept. De smaak voldoet
voor een winterappel.
Dit jaar
zal ik het ras iets meer in de gaten houden. Ik weet nog niet hoelang de
natuurlijke bewaring is. Een winterappel is het alleszins.De vruchten begonnen nog niet te vallen, maar
anderzijds hadden de merels het, sinds korte tijd, sterk op de
vruchten gemunt.
Om te plukten moest ik ze met de duimnagels afpitsen op de inplanting
van de lange, fijne steel. In de hand lukte het nog onvoldoende.
De zwarte vlekken van de regenvlekkenziekte vallen nogal mee.
Wat
kankergevoeligheid betreft valt het eveneens mee. Ik heb slechts een paar kankertakjes
weggebroken.