Herkent u de verschillen tussen dementie en vergeetachtigheid? Doe de kennistest 'Waaraan herken ik dementie'. Deze test neemt ongeveer 5 minuten in beslag.
Woensdagnamiddag, na de wandeling in het park, komen Denise, mama en ik de hall binnen van het rusthuis. We lopen gearmd, mama tussen ons in, want de laatste tijd kan ze best wat steun gebruiken bij het lopen. Twee bejaarde kloosterzusters zitten aan een tafeltje. Door het typische kapje op hun hoofd, zijn ze duidelijk herkenbaar als nonnetjes, ook voor mama. Bij hen aan tafel zit een jonge man. Hij heeft een aktetas bij zich, er liggen papieren op tafel. Er wordt druk heen en weer gepraat. Mama krijgt hen in de gaten, kijkt met zekere minachting in hun richting en draait dan bruusk haar hoofd weg van het gezelschap. Zonder gêne, zegt ze luidop: Hm, de nonnen zitten ook te vrijen! Denise en ik kijken naar elkaar, moeten onze lach onderdrukken. We zetten een tandje bij en glippen vlug met ons drietjes het hoekje om.
Met een pot bijna verwelkte orchideeën in de handen, - waar heeft ze nu die weer gevonden? - loopt mama verloren in de gang. Ze is weer volledig het noorden kwijt, dat heb ik wel direct in de gaten. Als ze me ziet zijn de tranen er weer. Kind toch, ik kan niet meer Breng me alstublieft naar ergens anders is het eerste wat ze tegen me zegt. Dat komt goed uit dat je even weg wilt, mama. Ik kom je halen. Watdenk je ervan om eens met me mee te gaan? Kun je eens zien hoe mooi de bloemen in onzetuin zijn. Bij het horen dat ze mee mag, kan haar geluk niet op.
Het instappen in de auto verloopt zonder veel problemen en weg zijn wij. Als ik de oprit oprij, beseft ze eigenlijk niet goed waar ze is. Tot ze de stem hoort van Arsène, die geknield in een bloemperkje zit te wieden: Dag ma, hoe is het? Hoewel ze slechts enkele meters van hem vandaan staat, speurt ze de hele tuin af waar hij is. We gaan enkele stappen dichterbij, hij zit vlak onder haar neus. Ik wijs hem aan, maar mama merkt hem maar niet op. Hier ma, hier zit ik, hier! zegt Arsène. Zeg, kun jedan niet eens naar mij roepen! krijgt hij als antwoord van mama.
Terwijl we in het zonnetje op het terras wat drinken, krijgt ze opeens de bloemen in de gaten. Mooi, heelmooi en ze ruiken goed. Ze imiteert de geluiden van een vogeltje dat lustig zijn lied zit te zingen in een boom. Daar heeft ze dus nog altijd oor voor. Ze houdt de bijen in het oog die rond zoemen. Ja, de natuur kan haar nog altijd boeien.
We geven de bloemen water, terwijl ze er bij is. Dapper helpt ze Arsène mee om de tuinslang af te rollen, nadat ze gevraagd heeft wat voor een ding dat is. Veel kan ze niet doen. Ze staat zeer onvast op haar benen in het gras en ik heb schrik dat ze zou vallen.
Dan passeert de buurvrouw en haar dochter, op wandel met hun hondje. Mama stapt aan mijn arm op hen af. Ze fluistert me ondertussen toe: Ik zou ook zon hondje willen. Al vlug zit de kleine Yorkshire in mamas armen. Nu kan haar dag niet meer stuk.
Na de babbel met de buren, helpt Arsène haar in de auto en ik breng haar terug naar het rusthuis.