Mama, Denise en ik zitten woensdagnamiddag in de tuin van het rusthuis. We hebben een zitbank uitgezocht in het zonnetje, beschut tegen de wind door een haag. Mama zit rustig in haar rolstoel, af en toe zegt ze een woord, af en toe grijpt ze naar Denises handen of de mijne. Als ze die te pakken heeft, worden de handen geknuffeld en gezoend. Terwijl mama zorgeloos, haar zonnebril op haar snoet, geniet van het buiten zijn, hebben Denise en ik het over Marcel en Karoline. Sinds maandag is Marcel terug opgenomen in het ziekenhuis en morgen zal hij dan uiteindelijk een kleine ingreep ondergaan.
Ik hoop dat het probleem van Marcel nu snel kan worden opgelost en dat hij nadien rustig kan herstellen op zijn kamer in het rusthuis. Een ziekenhuisopname is voor een Alzheimerpatiënt steeds een ingrijpende gebeurtenis. En uit de verhalen van Karoline weet ik dat dat voor Marcel niet anders is. Weg uit zijn vertrouwde omgeving, voelt hij zich allicht verloren in het ziekenhuis. Bovendien begrijpt hij niet meer wat er met hem gebeurt en wordt hij angstig of raakt zelfs in paniek, vertelde Karoline tijdens één van de ziekenhuisopnames van de laatste tijd.
We duimen hard voor deze twee lieve mensen. We hopen dat alles goed verloopt en dat Marcel binnenkort weer hier in het rusthuis is.
Met Moederdag is het de traditie dat Arsène en ik samen bij mama op bezoek gaan. Vroeger werden we steevast die dag bij haar thuis uitgenodigd. Het was steeds een gezellige namiddag en avond. Nu moeten we voor het zoveelste jaar op rij met Moederdag naar het rusthuis.
Mama zit in de leefruimte. Ze wordt door ons alle twee uitgebreid gezoend en een gelukkige Moederdag toegewenst. Dat zoenen vindt ze, zoals altijd, weer heerlijk; de moederdagwensen gaan aan haar voorbij.
We nemen mama, in haar rollende zetel, meteen mee naar haar kamer. Daar ligt een geschenkje op haar te wachten dat haar voor Moederdag wordt aangeboden door het rusthuis. Ik toon haar het cadeau, pak het voor haar uit, vertel haar dat het een bodylotion is, dat ze toch wel heel lekker zal ruiken mama reageert niet. Ze kijkt me aan en zelfs met de flacon in haar handen, begrijpt ze niet waar ik het over heb. Als ik een kleurrijk truitje uit de kast haal, krijgt dat wel haar aandacht. Arsène en ik helpen haar in de nieuwe pull en ze glundert.
We gaan met mama, - in rolstoel -, wandelen in de tuin. Daarna gaan we naar de cafetaria. Eerst gaan we binnen zitten, dan zoeken we plekje uit buiten op het terras. Een drankje erbij en we hopen dat mama 'geniet' van haar Moederdag!
Wil je deze videoclip afspelen op volledig scherm, klik dan op het laatste icoontje (met de 4 pijltjes) onderaan rechts in de werkbalk van het filmpje. Met de Esc-toets op jouw toetsenbord bovenaan links keer je terug naar dit kleiner formaat.
Fragment uit het VTM-nieuws van zaterdag 7 mei 2011: Meer en meer jonge mensen worden getroffen door Alzheimer, een hersenziekte die het geheugen aantast. Er leven in ons land zo'n 8000 jong dementen. Zij stoten dikwijls op onbegrip omdat de meeste mensen dementie alleen met bejaarden associëren.
Sommige bewoners van mamas afdeling zitten in de leefruimte vóór de televisie, anderen zitten in hun zetel op een rijtje tegen de wand. Daar zit mama ook. Ik merk meteen dat ze voor haar doen wel alert is vandaag. Het lijkt alsof ze Clarysse, de dame die naast haar zit, de les aan het spellen is. Als mama klaar is, is het net of ze wacht op een weerwoord van haar buurvrouw. Ze kijkt zwijgend, maar streng de lieve dame aan. Clarysse laat dit alles gelaten over zich heen gaan en kijkt me lachend aan.
Als ik mama een zoen wil geven en ondertussen haar zetel uit het rijtje probeer te halen, wijst ze vermanend met haar vinger in mijn richting en zegt: En gij gaat u daar niet mee moeien! Mama heeft er niet eens erg in dat ik het ben. Oké, ik ga er mij niet mee bemoeien, antwoord ik, terwijl ik haar een kus geef. De kus doet wonderen: mama is de discussie al lang vergeten en kijkt me meteen glimlachend aan.
We gaan op ziekenbezoek, mama. We gaan eens kijken hoe het met Marcel is. Hij ligt nog steeds in bed en maandag moet hij terug naar het ziekenhuis, leg ik haar totaal nodeloos uit, want mama snapt helemaal niet wat er aan de hand is met Marcel. Hij werd een tijd geleden in het ziekenhuis opgenomen om een kleine ingreep te ondergaan. Een longontsteking en een daarop algemene verzwakking, gooide roet in het eten. Zijn behandelende arts nam geen risico en stelde de operatie uit. Tot tweemaal toe werd Marcel opgenomen in het ziekenhuis, tot tweemaal toe kwam hij terug naar het rusthuis zonder dat de ingreep was gedaan. Een verschrikkelijke tijd voor Marcel, die door de ziekte van Alzheimer niet eens meer kan zeggen hoe hij zich voelt, waar hij pijn heeft Een zenuwslopende periode voor zijn vrouwtje Karoline, die zich voortdurend afvraagt hoe het nu verder moet met haar man.
Ik rij mama met haar zetel de kamer van Marcel binnen. Hij zit rechtop in bed, ziet er wat beter uit en kijkt naar de televisie. Karoline, die probeert om toch steeds de moed er in te houden, en ik doen een babbeltje. Mama wordt meestal vrolijk van Karoline. Als ze Karolines stem hoort, gaat ze meestal aan het lachen.
Maar vandaag geeft mama ons, - en vooral mij,- af en toe een snedige opmerking. Moeilijk of totaal niet te verstaan weliswaar, maar door mamas stemintonatie en haar verontwaarde blik in ons richting, merken we wel dat ze het niet eens is met ons. Af en toe haalt ze naar me uit met plotse bewegingen. Mama is echt humeurig. Ik denk dat het de tijd van de maand is bij jouw ma zegt Karoline. Daar moeten wij dan vreselijk om lachen, maar mama blijft doodernstig.
Na het ziekenbezoek gaan Denise, die ook eventjes is langs geweest bij Marcel, en ik met mama in de rolstoel naar buiten. Mama is net daarvoor nog even met een verzorgende naar het toilet geweest, heeft een droge pamper aan en is weer in opperbeste stemming. Terwijl we op het terras van het rusthuis een drankje drinken, gaat mama weer lekker aan het knuffelen. Ze geniet zichtbaar van mij en van Denise.
Als het etenstijd is zegt Denise: Marcella,ik ben weg, waarop mama haar glimlachend antwoordt: Ja, kom we zijn weg! Dat doet toch weer een beetje pijn, want Denise en ik gaan weg, maar mama blijft daar achter. Ze zit klaar aan tafel voor het avondeten en Denise en ik staan op de gang naar haar te wuiven. Mama heeft ons meteen in de gaten, kijkt in onze richting, wringt haar arm van onder het voorgebonden servet en zwaait terug. Ze zegt nog iets en blijft lachend naar ons kijken. Dat is lang geleden zegt Denise verwonderd.
Donderdagnamiddag bij het boodschappen doen, kochten we voor mama orchideeën. Arsène en ik vonden het een leuk cadeautje voor Moederdag. Ik koos voor bloemen met de felle fuchsiakleur, dat zou mama zeker opvallen.
Als ik vrijdagmorgen naar mama vertrek om haar haar te doen en de was op te halen, neem ik de pot orchideeën mee. Mooie bloemen voor Moederdag, zeg lachend de hoofdverpleegster, die ik aan de lift tegenkom. Ik ben echt benieuwd of mama dat ook vindt. Ik haal er maar zelf de verpakking af en wil dan enthousiast het kleurig potje aan mama geven. Kijk eens mama, orchideeën. Voor jouw Moederkensdag. Hoewel ik haar de bloemen voorhoud, ziet mama ze niet. Ze kijkt dwars door de pot heen. Zelfs de fellekleur van de bloemen kan haar aandacht niet trekken. Mama kijkt me een beetje onbegrijpend aan als ik erover doorga hoe mooi die bloemen wel niet zijn. Ze staart me aan, blijft onbeweeglijk in haar zetel zitten en neemt de pot niet aan. Ze ziet de bloemen niet, punt uit!
Ik geef de orchideeën voor Moederdag een plaatsje op de vensterbank.
Het zonnetje schijnt woensdagnamiddag, maar de wind is zo fris dat ik toch met mama maar liever binnen blijf.
We zitten samen op haar kamer. Mama lijkt heel tevreden vandaag. Ze kijkt me glimlachend aan en ze praat druk tegen mij in haar Alzheimertaaltje. Mama wijst dingen aan die er niet zijn, maar ik ga volledig mee in haar leefwereld. Als ze overtuigd iets aanwijst wat ik absoluut niet zie en zegt Kijk, t is een schoontje, hé? , beaam ik dit meteen. Dat levert mij een tevreden en goedkeurend knikje op van mama.
En dan kijkt ze ineens dromerig in het niets. Mama is plots zó ver weg. Ze staart voor zich uit. We zitten dan gewoon stilletjes dicht bij elkaar. Zwijgend, afwezig, terwijl haar hand zachtjes speelt met mijn hand. Maar ook zonder woorden, geniet ik ervan om bij haar te zijn.
Mama werd tijdens onze vakantie rotverwend door Denises vele bezoekjes. In een mailtje die Denise ons toestuurde tijdens ons verblijf in de Provence schrijft ze het volgende: Ik ben iedere dag uw mama eten gaan geven in de kamer, het is gezelliger en ik kan haar eens een zoen en een knuffel geven. Gisteren, heeft ze mij blij verrast. Na een dikke zoen tot afscheid, zei ik: "Ik ga weg", en ze antwoordde me spontaan: "Gade weg en komde weere?
En precies dat éne zinnetje, waarin mama, op een simpele en eenvoudige manier maar toch klaar en duidelijk verstaanbaar, aan Denise vraagt of ze nog terug komt, dat heeft Denise danig plezier gedaan. Het was een blijk van appreciatie die haar vooral emotioneel trof: haar vriendschap wordt door mama op prijs gesteld! En dat is voor Denise een leuke opsteker die ze meer dan terecht verdient.
Paasmaandag in de late namiddag zijn we terug uit de Provence. Nog vóór we thuis onze reiskoffers uitladen, gaan Arsène en ik eerst bij mama langs. We willen zo snel mogelijk naar haar toe, kijken hoe het met haar is.
Denise, die gedurende onze vakantie (ongevraagd) zowat elke avond rond etenstijd bij mama op bezoek was en haar eten gaf, is ook nu bij haar. We zijn blij dat we elkaar na twee weken terugzien. En ons mama? Die zit stralend in haar zetel. Mama kijkt mij glimlachend aan, ze maakt ongecontroleerde drukke bewegingen met haar tot vuisten gebalde handen. Ze lacht, ze neemt me vast, we zoenen elkaar, we knuffelen intens. Als ook Arsène mama een dikke kus geeft, kijkt ze hem blij en tevreden aan.
Er wordt door Denise en ons wat heen en weer gepraat. Mama, gevangen in haar eigen leefwereld, lijkt me steeds in de gaten te houden: als ze naar me kijkt, glimlacht ze. Ik denk dat ze toch blij is dat we er zijn!
Morgen is het zover: we vertrekken s namiddags richting Frankrijk. Nu Arsène hersteld is van alle gezondheidsproblemen, gaan we met de paasvakantie er even tussenuit naar onze vaste stek in de Provence.
Omdat ik mama een vijftiental dagen moet missen, ben ik deze week toch wat extra bij haar op bezoek geweest. Hoewel ik weet dat ze in goede handen is, vind ik het nog steeds lastig om haar achter te laten. Woensdagnamiddag is Arsène ook nog bij mama langs geweest: Ik wou haar toch nog eens zien vóór we op reis gaan!
Vrijdagmorgen ga ik nog mamas haar doen en haar zeker nog wat extra zoenen en knuffelen. Eén ding stelt me ietwat gerust: ons echt missen zal ze niet doen!
Met deze fantastische lentedag ga ik zaterdagnamiddag eerst met mama in de rolstoel, wandelen in de tuin. Daarna zoeken we de rust en de intimiteit op van haar kamer. Mama zit in haar zetel, ik op een stoel, dicht tegen haar aangeleund. We zoenen wat, we knuffelen wat, dat vindt mama heerlijk.
Ze neemt mijn hand vast en speelt er wat mee. Ze streelt het, ze bekijkt het, ze legt het weg op de leuning van haar zetel, ze neemt het terug. Het is alsof mijn hand voor mama een ding, een gewoon voorwerp is. Ik laat haar rustig spelen. Dan neemt ze mijn hand vast en legt het op haar hart. Heel intens wrijft ze er over, echt met liefde. Ze brengt mijn hand naar haar mond en wil er een kus op geven. Door de draaibeweging die ze met onze ineengestrengelde handen maakt, zit echter haar eigen hand tegen haar mond. Mama geeft er een dikke zoen op. Ze kijkt me zo lief aan, en overstelpt de hand met dikke kussen.
Mama heeft er helemaal geen erg in dat ze haar eigen hand kust. Maar dat is niet erg, ik ga er toch vanuit dat die dikke zoenen voor mij bestemd zijn.
Vrijdagmorgen komt mama ondersteund door twee stagiairs naar haar kamer gewandeld. Ze heeft net haar wekelijks bad gekregen en dat gebeurt in de grote badkamer, wat verderop in de gang. Mama geniet telkens weer van het in bad gaan. Vindt ze het fijn om in het warme water te liggen? Brengt het haar rust? Na het bad is mama meestal goedgezind maar soms wordt ze er heel slaperig van. En dat is zeker vandaag het geval.
Ik sta op de gang op mama te wachten. Haar kamer is net gedweild, dus we kunnen niet meteen naar binnen. Mama staat vóór haar kamerdeur, hangend tussen de twee verzorgenden in, de ogen gesloten. Het is alsof ze rechtstaande slaapt. Ze reageert op niets, ook niet op mij.
Als even later de vloer is opgedroogd, kunnen we naar binnen. Mama zit op een stoel, ik praat tegen haar, geef haar een zoen, een knuffel haar ogen blijven dicht. Ondertussen draai ik haar haar in de krulspelden, föhn haar haar, borstel haar haar, maar mama blijft slapen. Als ik steeds opnieuw met de woordjes mama mama haar aandacht probeer te trekken, draait ze eindelijk haar hoofd in mijn richting, glimlacht, maar haar ogen blijven dicht. Gek!
Pas als ik klaar ben met mamas kapsel en de verzorgenden mama terug in haar rollende zetel laten plaatsnemen, opent ze de ogen. Toch krijg ik nauwelijks contact met haar.
Wat later ga ik naar huis, mama is opnieuw ingedommeld.
Woensdagnamiddag is mama nergens te bespeuren. Ze is niet op haar kamer en ook niet in de leefruimte waar een groepje bejaarden onder leiding van een ergotherapeut samen zitten breien. Ze zijn allen dement, maar praten nog met elkaar en zingen samen liedjes uit de oude doos. Het is een gezellige bedoening.
Een personeelslid vertelt me dat mama in de kleine leefruimte zit, samen met nog twee medebewoonsters. De vriendelijke dame loopt even met mij mee en zegt dat, in het kader van werken met kleine leefgroepjes, de drie oudjes samen muziek hebben beluisterd. Terwijl we in de kleine leefruimte staan, vertelt ze verder: We hebben hen muziek laten horen uit de tijd dat zij jong waren. We zoeken steeds naar dingen die hen nog kunnen boeien We doen ons best. Of jouw ma er nog echt wat aan had, was moeilijk te zien. Maar Clarisse, (een hoogbejaarde dame) die vroeger zelf pianospeelde (en nog als ze daar de kans toe krijgt), heeft er enorm van genoten. We zijn net klaar, maar ze mogen nu in alle rust nog wat nagenieten.
Mama heeft het niet in de gaten dat ik er ben. Ik neem haar mee in haar rollende zetel en ga met haar nog eventjes op ziekenbezoek bij Marcel. Er was met hem meer aan de hand dan alleen maar constipatie. Hij ligt met koorts in bed en moet dinsdagmorgen naar het ziekenhuis voor een kleine ingreep. Hij zal een dag of drie, misschien vier, in het ziekenhuis moeten blijven. Karoline, die er moe uitziet, is er het hart van in. Zij vertelt over de zorgen die ze zich maakt nu Marcel ziek is en ook over zijn naderende opname in het ziekenhuis. Ondertussen doet mama doodleuk en ongegeneerd de laden en de deur open van de kast waar ze naast zit. Als Karoline, toch lachend, opmerkt: Marcella uit mijnkasten blijven, hé , kijkt mama haar even aan en doet onverstoord verder met het openen en weer dichtmaken van de laden en deuren. Karoline en ik kijken elkaar eens aan, trekken onze schouders op en praten verder.
Wat later ga ik met mama naar haar kamer. We knuffelen wat en plots zegt ze tegen mij, na een reeks niet te verstane woorden: Ga eens wat buitenspelen. Ik antwoord gewoon: Ja en mama knikt goedkeurend. De kinesist komt mama halen voor haar 10 minuten fietsen. Dat vindt mama toch wel leuk. Ze lacht en doet een beetje gek terwijl haar benen rondjes draaien. Als Denise, die net is toegekomen, met haar hand mamas arm aanraakt als begroeting, snauwt mama in haar richting: t Is koud!
Na de fietsoefening is mama dringend toe aan een intieme verzorging. Er hangt een kwalijke urinegeur rond haar en dat vind ik verschrikkelijk. We gaan naar mamas kamer en zij wordt door een verzorgende, stappend aan zijn arm, naar de badkamer gebracht. Hij zit op zijn knieën vóór mama terwijl hij haar een verse broek aantrekt. Mama kijkt over hem heen en zegt tegen mij, zwaaiend met haar vinger in de lucht: Ik moet jou dan veel vertellen De man, ook al gewoon aan mamas brabbeltaaltje, schrikt van deze korte, maar duidelijke zin. Hé, Marcella, ga jevertellen over mij? vraagt hij goedlachs. Waarop mama hem verwonderd aankijkt en antwoordt: Welnee, zeg! Terwijl mama nog doodernstig op het toilet zit, proesten wij het beiden uit. Als de verzorgende de kamer verlaat, zegt hij nogmaals lachend: Marcella, vertellen over mij, hé! Maar mama weet niet meer waar hij het over heeft.
Na de verzorging gaan Denise en ik met mama tussen ons in, de gangen rond, zonder rustpauze. Mama stapt goed. Terug op haar kamer zegt ze: k Ga mij een beetje zetten We helpen mama meteen in haar zetel. Rond vijf uur ga ik het dienblad halen met het avondeten en laat ik mama rustig op haar kamer eten. Als mama klaar is, zet ik de televisie aan. Denise en ik geven mama nog een dikke knuffel en gaan weg. Denise keert op haar stappen terug (net zoals ik gisteren) om nog even stiekem te kijken of mama wel naar de televisie kijkt. Gisteren in ieder geval wel en vandaag? Ze kijkt naar haar nieuwe televisie, echt waar! zegt Denise tevreden. We gaan naar huis, mama zal snel slapen. Het was wel een heel drukke namiddag voor haar.
Vrijdagnamiddag gaat op mamas afdeling de jaarlijkse ziekenzalving door. Men houdt er aan om bij deze gebeurtenis de familie uit te nodigen. Ook het personeel, dat dagelijks instaat voor de verzorging van de bewoners wordt hierbij nauw betrokken.
De bejaarden zitten samen in een kring in de leefruimte naast hun familielid of een personeelslid. De plechtigheid wordt geleid door de aalmoezenier en de pastorale werkster van het rusthuis. Alles verloopt in alle eenvoud, heel ingetogen, terwijl zachte klassieke muziek op de achtergrond speelt.
Ik zit naast mama. Terwijl er samen wordt gebeden, speelt mama ondertussen met het vouwblad waar de gebeden op staan. Af en toe praat ze door het gebed heen. Mama beseft, zoals de meeste bewoners die hier aanwezig zijn, niet wat er gebeurt. De aalmoezenier gaat de kring rond voor de handoplegging. Als hij vóór mama staat en hij zijn grote handen zachtjes op mamas hoofd legt, schrikt ze enorm. Neen, neen zegt ze ontsteld. Als de handen even op haar hoofd blijven liggen, zegt mama stilletjes, wat wanhopig: Afblijven afblijven Maar de aalmoezenier stoort zich daar niet aan en doet rustig verder met wat hij moet doen. Het zalven laat mama heel gewillig toe. De pastorale werkster biedt nadien aan alle bewoners de communie aan. Mama heeft geen idee dat de Heilige Hostie haar wordt voorgehouden en ze weigert die pertinent. Neen! zegt ze en houdt de lippen strak op elkaar.
Na het slotgebed worden we aan tafel uitgenodigd. Familie en de bewoners worden verwend door het personeel van de afdeling met koffie en cake. Daar heeft mama wel best zin in, ze geniet van haar tas koffie en eet twee grote plakken cake op!
Woensdagnamiddag ga ik naar mama. Op deze prachtige lentedag staat één van de verzorgende weer klaar om met een bejaarde de tuin van het rusthuis rond te wandelen. Ze vertelt me dat ze net met mama (in de rolstoel) is buiten geweest en dat mama er zichtbaar van genoot. Mama is in ieder geval opgewekt, dat zie ik meteen.
Ik ga eerst met mama (in haar rijdende zetel) even bij Marcel en Karoline langs. Marcel wordt 66 jaar vandaag. Na dit kort bezoekje, - Marcel is geconstipeerd en ziet er ziek uit -, maken een verzorgende en ik mama klaar om nog eens naar buiten te gaan. Denise is er ondertussen ook. We besluiten om een drankje te drinken op het terras van de cafetaria van het rusthuis.
Mama zit in haar rolstoel lekker in het zonnetje tussen ons in. Ze neemt in haar linker hand een hand van Denise en in haar rechterhand een hand van mij en houdt die beide stevig vast. Ze wil die handen ook niet meer lossen. Het is voor mama heel belangrijk geworden dat ze ons kan aanraken, kan voelen. Geeft het haar een gevoel van veiligheid? Voelt ze zo onze nabijheid? Of is dat voor haar nog de enige vorm van communicatie? Mama blijft de ganse tijd bijna bewegingsloos zitten, vooruit kijkend in het niets, onze handen nog steeds stevig omklemmend. Mama is zo dicht bij ons en toch zo veraf, ik mis haar enorm.
Terug op de afdeling stappen we met mama tussen ons in nog even door de gangen, zo krijgt ze wat beweging. Dan zegt Denise, die vroeger toen mama nog goed was bijna elke maandag op bezoek kwam terwijl ik les gaf: Ik mis die maandagen, dat ik naar je mama kwam. Ik mis het om met haar te gaan wandelen en samen koffie te drinken Ja, ik mis dat enorm.
Zaterdagnamiddag zit mama in haar zetel in de leefruimte. Ze slaapt. Zachtjes maak ik haar wakker en ze kijkt me verwonderd aan. Op mijn zoen op haar wang reageert ze niet, ze blijft me nors aankijken. Waarschijnlijk nog niet goed wakker, denk ik.
Ik breng mama in haar zetel naar haar kamer. Ik stel voor om met het zonnig weertje terug de tuin in te gaan. Hoewel ze niet begrijpt wat ik zeg, gaat mama toch uitbundig aan het lachen. Het warm aankleden door een verzorgende verloopt tamelijk vlot, meer door de handigheid van de verzorgende dan door het toedoen van mama. Als mama klaar zit in de rolstoel, merk ik dat een slaper in haar ooghoek zit. Ik neem een zakdoek en wil die wegnemen. Maar dat ervaart mama, afgaande op haar heftige reactie, als pijn. Neen neen! zegt ze kordaat. Ik leg haar duidelijk uit wat ik wil doen, maar mama wil niet dat ik haar oog aanraak. Van zodra mijn hand in de richting van haar gezicht komt, slaat ze boos in het rond. Het zakdoekje verdwijnt dan maar in mijn zak. Ik probeer het later nog wel eens met een propje watten en warm water, dat is lekker zacht. Mama zit nu alweer te lachen.
Buiten zoek ik weer ons plekje op. Ik ga er vanuit dat mama net zoals woensdagnamiddag gaat genieten van het zonnetje. Maar dat is buiten mamas wisselende stemmingen gerekend, waarvan ze ten gevolge van de ziekte van Alzheimer, heel vaak last heeft. Dan zit ze te lachen, dan weer is het of ze in huilen gaat uitbarsten, dan weer is ze plots rustig en poeslief, dan weer is ze heel druk ... Ongecontroleerd verandert haar stemming van de ene op de andere seconde, zonder ook maar de minste aanleiding. Ik zit hierte zweten, zegt ze mopperend. Ik kan me moeilijk voorstellen dat je bij een temperatuur van amper 14 graden, al zit je gezellig in de zon, kan zweten. t Zonneke hé, mama, antwoord ik, dat doet goed, hé? Ze kijkt me lief aan, neemt mijn hand in haar hand en knikt goedkeurend van ja. Even is ze weer tevreden en zit ze me glimlachend aan te kijken, dan snikt ze - zonder één traan te laten het weer uit. t Iskoud, zegt ze heel misnoegd.
Ik keer met mama terug naar haar kamer. We zitten nog wat knus bij elkaar, maar echt vrolijk wordt ze niet vandaag. De slaper laat ik dan maar in mamas ooghoek zitten, ze heeft het vandaag al moeilijk genoeg door al die wisselende stemmingen.
Het was een lange, koude winter en al die tijd bleef mama binnen. Nu woensdagnamiddag het zonnetje volop schijnt, kriebelt het om met haar weer naar buiten te gaan. Ik heb al een rolstoel op haar kamer klaar gezet.
Mama uit de zetel halen en haar warm aankleden kan ik niet alleen. Hoewel ik dit telkens toch een beetje gênant vind, vraag ik toch weer om hulp. Terwijl mama door de verzorgende (en mij) lekker wordt ingeduffeld, - wat een hele karwei is, want mama werkt totaal niet mee -, vertel ik mama dat we naar buiten gaan. Ze reageert niet. Denise is ondertussen ook de kamer binnengekomen. Als mama eindelijk, ondersteund door de verzorgende en mij, rechtop staat, zegt ze plots: Ik zal zehier eens allemaal buiten zwieren! Mama klinkt heel ernstig, maar wij moeten er allen om lachen. Waar haalt ze dat nu ineens uit? Geen mens die dat weet.
Als mama eindelijk in de rolstoel zit, gaan Denise en ik met haar naar de tuin van het rusthuis. We zoeken meteen een zonnig plekje uit, beschut tegen de frisse wind. Mama vindt het allemaal goed. Ze richt haar gezicht op naar de zon, ze sluit haar ogen en glimlacht. Ze voelt blijkbaar goed de stralingswarmte van de zon en ze blijft, duidelijk genietend, een tijdje onbeweeglijk zitten. Dan wil ze weer knuffelen. Wat is mama goedgezind!
Als we terug op de afdeling zijn, wandelen Denise en ik, met mama tussen ons in, moeiteloos de gangen door. Zonder rustpauze. Als ik een korte babbel doe met Karoline, rukt mama mij aan de arm: Kom! en ze zet een stap vooruit. Nu moet Karoline lachen om ons mama. Dan maar geen babbel, je ma wiltvoort, zegt ze lachend.
Na de wandeling, gaan we naar mamas kamer. Nu kan ze vóór het avondeten nog wat uitrusten. Mama stapt gewillig tot bij haar zetel en gaat bijna zonder hulp zitten en dat verwonderd ons. Meestal blijft mama stokstijf staan, weet ze niet meer dat ze de benen moet plooien om te gaan zitten. Maar nu gaat het zonder problemen. Denise is net haar handen aan het wassen in de badkamer als mama zegt: Kom één, twee, drie Ze steunt met haar linkerhand op de leuning van haar zetel, ik heb haar rechterhand vast en mama staat recht! Ik roep meteen: Denise, toe kom kijken ! Denise, die heel goed weet hoe moeilijk het is om mama vanuit haar zetel rechtop te krijgen, blijft verbaasd naar mama kijken: Ze staat recht ze staat recht en dit zonder hulp Een tweede wandeling zit er niet meer in, dat zou te vermoeiend worden. Maar blijkbaar heeft mama vandaag, na haar korte zonnebad energie te over!
Toen Arsène, mama en ik enkele maanden geleden in de cafetaria zaten, merkte hij het ineens op: Mama schenkt helemaal geen aandacht aan mij, ze is voortdurend met jou bezig. Ik zit aan de verkeerde kant! We zaten aan een ronde tafel, mama tussen ons in. Arsène en ik zaten beiden op dezelfde afstand van mama, ik aan haar linkerzijde, Arsène rechts van haar. Was het puur toeval of was het inderdaad zo dat mama niet reageerde op wat er rechts van haar gebeurde?
Ik ging er nadien speciaal op letten en het viel me op dat Arsène die dag wellicht gelijk had. Ook Denise en Karoline kwamen met datzelfde verhaal: 'mama reageert het best als je aan haar linkerzijde zit of staat'. Ik ging allerlei redenen bedenken waarom. Wordt mama soms doof aan haar rechterkant? Zou haar aangeboren linkshandigheid er iets mee te maken hebben? ...
Karoline dacht dat misschien de rechter helft van mamas hersenen het meest is beschadigd. De ziekte van Alzheimer zorgt er inderdaad voor dat er zenuwcellen in bepaalde delen van de hersenen verloren gaan en zo verdwijnen bij Alzheimerpatiënten langzaam de vaardigheden tot het kennen, het waarnemen en het overdenken van wat er zich rondom hen afspeelt.
Op bezoek bij mama, zit je nu het best aan haar linkerzijde.
Na de zware uitslaande brand die vorig jaar op 6 augustus in het rusthuis van Melle het leven kostte aan negen bejaarden, kreeg de brandveiligheid in rusthuizen heel wat aandacht.
De overheid werkte nieuwe veiligheidsnormen uit en nu wordt er nog gewacht op het wettig van kracht worden van de nieuwe regels. Maar in het rusthuis waar mama verblijft, wacht men niet op de nieuwe maatregelen. De directie wil het rusthuis zo brandveilig mogelijk maken. Ze namen o.a. al het initiatief om al hun eigen oude televisietoestellen te vervangen door flatscreens. Het gevaar voor brand door implosie van de beeldbuistoestellen is de reden. De oude toestellen op de kamers van de bewoners moeten later ook weg.
Voor de bejaarden plots een extra onvoorziene grote kost. Veiligheid voor alles: al wekenlang zie ik TV-verkopers of familie van de bejaarden druk bezig met het vervangen van de oude toestellen. Maar heeft het wel zin om voor mama een nieuwe televisie te kopen? Ze heeft er eigenlijk geen aandacht meer voor en begrijpt totaal niets meer van wat er zich op het scherm afspeelt. Toch zet ik haar televisie nog af en toe aan en het geeft steeds iets gezellig. Bovendien kon ik het niet over mijn hart krijgen om haar dit ook nog af te nemen. Arsène is zaterdag in de Aldi een grote flatscreen, die net in promotie was, gaan halen. Zondagnamiddag hebben we mama haar nieuwe televisie gebracht. Arsène schakelde alles aan en liet de nieuwe televisie spelen.
Of ze daar nu echt blij mee was, ik denk het niet: mama had er weinig interesse voor. Maar die enkele korte momenten dat ze aandachtig het scherm bekeek, overtuigde ons dat de beslissing om een nieuw toestel te kopen de juiste was.
En de oude TV vond snel een andere bestemming. Een bejaardenhelpster van mamas afdeling zou het naar de vriendin van haar dochter brengen, die nog geen televisie had.
Vandaag woensdag 2 maart is het 43 jaar geleden dat papa verongelukte. Mama verloor plots de man van wie ze zoveel hield, ik was mijn lieve papa kwijt. Die dag werd in onze beide geheugens gegrift voor altijd: de dag dat papa het leven werd ontnomen, de dag dat het leven van mama en mij voor altijd veranderde.
Jarenlang stelde mama zich dezelfde vraag: Waarom? Hij was nog zo jong. Dat kan ik niet aanvaarden. Zo een goed mens, waarom? Nu spreken mama en ik niet meer over die dag. Mama kan het niet meer en ik praat er al evenmin over om toch geen trieste herinneringen boven te halen.
Mama en ik zitten rustig dicht bij elkaar op haar kamer. Ineens zegt ze verschrikt: Papa, papa ? Ik neem haar hand in mijn hand en flap er gewoon uit wat mij het eerst te binnen schiet: Dat is in orde, die komt nog wel. Ze hoort of begrijpt niet wat ik zeg. Ze heeft tranen in haar ogen, ze kijkt me triest aan: Papa hij was nog zo jong! Mama kijkt van me weg, maar even snel draait ze zich weer om. Lachend! Het is zo een goede mens, zegt ze. Mama gaat vrolijk verder in haar onverstaanbaar Alzheimertaaltje, terwijl ik nog steeds denk aan wat ze net zei.
Mama heeft al jaren geen besef meer van tijd, laat staan dat ze vandaag zou weten dat het 2 maart is. Voor de zoveelste keer begrijp ik niets van wat er zich in haar hoofd afspeelt. Puur toeval dat ze dit, uitgerekend vandaag, zegt?
De bejaardenhelpster, die mama zaterdagnamiddag een intieme verzorging geeft, is het ook opgevallen dat mama de laatste tijd meestal opgewekt is. Vroeger weende ze meer. Ze was vaak verdrietig. En ze kon tegen ons ook lelijk uit de hoek komen, maar nu is dat over. Het valt me op dat ze nu meestal tevreden is Ze begrijpt niet meer wat we van haar willen. Bij de verzorging houdt ze zich zo stijf als een plank. Dat is een reactie van schrik, omdat ze niet meer weet wat er met haar gebeurt. Maar toch is ze blijer dan vroeger ze beseft het niet meer vertelt ze. We zijn het erover eens dat mama nu misschien beter af is dan voorheen. Ze heeft zoveel verdriet gehad toen ze besefte dat het verkeerd ging met haar. Ze is opstandig geweest. Ze was gegeneerd dat zij vergat en bepaalde dingen niet meer kon.
Kan mama nu weer vrolijk zijn zonder zich zorgen te maken over wat er met haar gaande is? Ebt nu ook alle besef van haar ziek-zijn bij haar weg?