Zondagmiddag komt Simone bij mama op bezoek. Zij is een achternicht van mama en één jaar jonger. Simone is iemand die de familieband in ere houdt. We hadden steeds telefonisch contact. Zij is van mamas ziekte op de hoogte, maar door omstandigheden hebben we elkaar een hele tijd niet gezien. Wij waren zo een twee jaar geleden samen met mama, die toen pas was opgenomen in het rusthuis, bij Simone thuis uitgenodigd. Toen ging het nog vrij goed met mama. Dat was de laatste keer dat ze elkaar hebben gezien.
Mama zit op haar kamer, vast in haar stoel. Ondertussen haalt een dement dametje, dat onlangs is opgenomen en nog vrij rondloopt, mamas kamer overhoop. Moet kunnen, denk ik. Mama zegt meteen tegen de nieuwe vriendin: Dat is mijn dochter. De dame kijkt me lief aan, ik breng de kamer weer op orde en het vrouwtje verdwijnt stilletjes. Terwijl ik mama klaar maak voor het bezoek, vertel ik haar dat Simone komt. Ze hebben als kind samen gespeeld. Ze hebben als volwassenen de goede en slechte momenten in hun leven gedeeld. Maar mama weet bij God niet over wie ik het heb! Misschien gaat het wel beter eens zij Simone ziet, denk ik. Misschien komt dan weer alles terug?
Rond half drie rijdt Simone met haar auto de parking van het rusthuis op. Simone is daar, mama, zeg ik. Simone? vraagt ze twijfelend. We lopen haar tegemoet, maar mama blijft stokstijf staan als Simone haar wil omhelzen. Ik ben Simone, lacht haar achternicht haar toe en neemt mama eens goed vast. Simone merkt meteen dat er iets verkeerd is. Mama herkent haar niet. Zoals steeds neem ik mama in bescherming en trek verontschuldigend de schouders op.
We gaan met zijn drieën naar de cafetaria. Simone wil bijpraten met mama. Maar algauw merkt ze dat ook dat niet meer lukt. Vol ongeloof om de afasie die mama parten speelt, zegt ze stilletjes tegen mij: Ik versta haar niet ik weet niet wat ze wil zeggen Ik leg haar uit dat mama door de ziekte van Alzheimer de meeste woorden al is kwijtgeraakt. Dat ze niet alleen geen gesprek meer kan voeren, maar het ook niet meer kan volgen. Voor Simone komt het hard aan, dit had ze niet verwacht. Nu pas dringt het tot haar door hoe erg mama er aan toe is. Als ze bovendien merkt dat ik mamas pannenkoeken met suiker bestrooi en die voor haar in stukjes snijd, wordt het haar teveel. Ze duikt weg onder tafel, haalt een zakdoek uit haar handtas en droogt stiekem haar tranen.
We proberen toch om herinneringen aan vroeger op te halen. Dat is niet aan mama besteed. Als het over mijn overgrootmoeder gaat, spreekt Simone over tante Elodie, ik over grote meme. De verwarring voor mama is kompleet. Ze zit binnen de kortste keer totaal ongeïnteresseerd aan tafel. Ze wordt lastig als een klein kind, gaat rechtstaan, gaat dan weer zitten, klaagt er voortdurend over dat ze het veel te warm heeft en wil uiteindelijk weg.
Simone had zich deze namiddag met mama helemaal anders voorgesteld. Triest kijkt ze mama aan en zegt dan tegen mij: Hetzou niet mogen op die manier oud worden, het zou niet mogen
Op donderdag 5 januari 2006 nodigde Marc Uytterhoeven in zijn talkshow De Laatste Show de toen nog jonge Vlaamse groep Yevgueni uit. Zij brengen Nederlandstalige nummers uit waarin ze knap chanson, kleinkunst en pop tot één geheel weten te vermengen.
Het liedje Oud en Versleten van lead-zanger Klaas Delrue is zeer duidelijk maatschappijkritisch bedoeld. Het is een pro-euthanasie lied die hij schreef naar aanleiding van het aftakelingsproces van zijn beide omas.