Veertien dagen geleden zaten we s avonds rond etenstijd met
zijn allen op mamas kamer: mama in bed, Arsène in de zetel, Marcel in zijn
rollende zetel, daarnaast Karoline, Denise en ik. Een gezellig samenzijn zoals
we er in de loop van de jaren vele hadden: een ernstige babbel, een grap, een
lach, een traan.
Zaterdagnamiddag waren Arsène, die een goeie dag had, op
bezoek bij Lydia die haar vakantie doorbrengt aan zee. Terwijl we genoten van
het deugddoende zonnetje kreeg ik van Karoline een smsje met de boodschap dat
Marcel ziek was. Het klonk heel ernstig, hij had hoge koorts.
Marcel is al zo
vaak door het oog van de naald gekropen, dat ik dacht dat lukt hem deze keer
ook wel. Maar hij werd met de dag steeds zieker. Gisterennamiddag belde Karoline
dat het heel slecht ging met haar man. Ik ben naar hen toegegaan. Ik schrok
toen ik Marcel zag en besefte meteen dat hij deze keer de strijd zou verliezen.
Gisterenavond kregen we het trieste bericht: om 21u05 was Marcel overleden. Die
lieve man die in de jaren dat we hem kenden door zijn Alzheimerziekte nog nauwelijks
een woord sprak, de man met zijn lieve ogen, de man die heel af en toe toch nog
eens naar ons lachte We waren van die man gaan houden. Hij was een vriend
geworden, een vriend die we zullen missen.
Onze gedachten zijn nu vooral bij
Karoline en haar immens verdriet om het verlies van haar ventje, zoals ze hem
zo vaak noemde. We wenen met haar mee. Arsène en ik willen ook langs deze weg
ons innig medeleven betuigen aan Karoline en haar familie. Karoline, je moet
weten dat Marcel voor altijd een speciaal plekje in ons hart krijgt.