Zondagnamiddag ga ik met mama buiten wandelen. Ze is vandaag heel slecht te been, dus wat beweging zal haar goed doen, denk ik. Maar mama schuifelt met haar voeten over de grond en hangt aan mijn arm.
Al vlug stel ik voor om op een bank in het zonnetje te gaan zitten. Ze gaat meteen akkoord. Ze blijft stofstijf vóór de bank staan. Gaan zitten is voor haar de laatste maanden een hele opgave. En vandaag is het niet anders. Ze wil (of kan?) haar benen maar niet plooien. Ik neem haar in haar taille vast en druk haar zachtjes naar beneden, zoals het de verzorgenden ook doen. Met veel geduld krijg ik mama eindelijk op de bank. Na die moeilijke klus zegt mama zuchtend: Ik ben op!. Ik geloof haar, want ze ziet er moe uit. We blijven op het bankje genieten van de laatste zonnestralen, hand in hand, heel dicht tegen elkaar aan.
Met etenstijd keren we naar mamas afdeling terug. Als de boterhammen worden opgediend, zit mama alweer te knikkebollen. Ze is wel degelijk heel erg moe.
Vrijdagmorgen is mama heel verward. Het dringt niet echt tot haar door dat ik haar dochter ben. Ook terwijl ik haar haar in de krulspelden draai, blijft ze heel afwezig. Tien, twintig, dertig keer? Ik weet niet hoeveel keer ik haar mama matjen noem. Ze glimlacht eens naar mij en daar houdt het mee op.
Ineens kijkt mama mij heel bezorgd aan en vraagt: En wat als ons Ellen komt?
Woensdagavond had ik een vraaggesprek met een journaliste over de ziekte van Alzheimer en vooral over hoe mama en wij, haar kinderen, daar mee leven. Zijn er ook nog leuke momenten samen met jouw mama? vroeg zij mij. Spontaan antwoordde ik: Oh ja! en ik vertelde haar wat er net deze namiddag is gebeurd.
Mama en ik lopen arm in arm rondjes op de afdeling waar ze verblijft. Luide muziek galmt door de gangen. Een bewoonster heeft naar vaste gewoonte de muziek op haar kamer keihard aan. Iedereen kan of moet er maar van meegenieten. We horen het schitterende liedje van André Van Duin: Als de zon schijnt.
Met de laatste zonnestralen die naar binnen schijnen, nodigt dit vrolijke liedje uit tot meezingen en dansen. Mijn zangkunst is niet echt wat je noemt geschikt voor toehoorders, maar mama en ik zijn daar helemaal alleen. Dus ik zing het refreintje mee en mama neuriet. Ik neem haar hand in mijn hand en we maken enkele danspasjes. Mama beweegt nog enkel de heupen wat, haar voeten verplaatst ze bijna niet. Maar door haar glinsterende oogjes, merk ik dat ze ervan geniet. Ze blijft zachtjes tegen mij aangeleund meebewegen op de muziek. Als ik voor de derde keer het refreintje meezing, neemt ze mij lachend vast en legt dan haar hoofd op mijn schouder. Mama en ik dansten vroeger, toen er nog niets aan de hand was, wel vaker samen. En al blijven we nu eigenlijk enkel maar een beetje ter plaatse trappelen, dat is voor mama en mij een leuk moment. We dansen tot de muziek stopt en wandelen dan weer gewoon verder.
Zondagavond komen we even over zes uur weer thuis van vakantie. Enkele omleidingen hebben voor wat vertraging op de weg gezorgd en nu is het eigenlijk te laat om nog bij mama langs te gaan. Dus Arsène en ik besluiten te wachten tot maandagnamiddag.
Mama is blij als ze ons ziet. Niet uitbundig, gewoon blij. Ons echt herkennen, doet ze niet. Ze is vrolijk om de aandacht die ze krijgt. Het geknuffel en de dikke zoenen die ze van Arsène en mij krijgt, maken haar nog blijer. Als we vragen of ze met ons meegaat, knikt ze met glinsterende oogjes overtuigend van ja.
We maken een korte wandeling en trakteren haar dan op een lekkere Normandische pannenkoek. Mama is goed gezind. En op haar eigen onhandige manier, knuffelt zij ons ook. Ik zie een tevreden mama en dat voelt goed. Ik kan het niet nalaten te denken en vooral te hopen dat ze toch nog een heel klein beetje weet wie we zijn.
Het personeel heeft zoals altijd zijn best gedaan om voor haar te zorgen. Denise is weer de trouwe vriendin gebleken die mama extra verwende met haar vele bezoekjes. Karoline was er bij het avondeten en hield ons mama in de gaten. Er werd samen gelachen, dat hoor ik wel aan de verhalen. Aan knuffels en dikke zoenen ontbrak het mama niet, die kreeg ze zeker en vast voldoende van Denise en Karoline. Bedankt lieve mensen voor zoveel vriendschap.
Nog een grote merci aan iedereen voor de goede zorgen, inzet en toewijding.