Zondagnamiddag ga ik met mama buiten wandelen. Ze is vandaag heel slecht te been, dus wat beweging zal haar goed doen, denk ik. Maar mama schuifelt met haar voeten over de grond en hangt aan mijn arm.
Al vlug stel ik voor om op een bank in het zonnetje te gaan zitten. Ze gaat meteen akkoord. Ze blijft stofstijf vóór de bank staan. Gaan zitten is voor haar de laatste maanden een hele opgave. En vandaag is het niet anders. Ze wil (of kan?) haar benen maar niet plooien. Ik neem haar in haar taille vast en druk haar zachtjes naar beneden, zoals het de verzorgenden ook doen. Met veel geduld krijg ik mama eindelijk op de bank. Na die moeilijke klus zegt mama zuchtend: Ik ben op!. Ik geloof haar, want ze ziet er moe uit. We blijven op het bankje genieten van de laatste zonnestralen, hand in hand, heel dicht tegen elkaar aan. Met etenstijd keren we naar mamas afdeling terug. Als de boterhammen worden opgediend, zit mama alweer te knikkebollen. Ze is wel degelijk heel erg moe.
|