Gisteren kregen we een brief van het rusthuis. Een prijsstijging vanaf 1 juli 2008 met 4,04 %! De dagprijs wordt nu vastgelegd op 42,74 per dag. De laatste prijsaanpassing was op 1 juli 2007. Op de achterzijde van deze brief kan je lezen dat deze verhoging van de dagprijzen werd voorgesteld aan de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt-Prijzendienst. Zij hebben daar kennis van genomen en klaar is kees.
Reken bovenop de dagprijs nog de dokterskosten, medicijnen, pedicure, haarkapper, af en toe wat nieuwe kleren en je spreekt al over een niet onaardig bedrag dat maandelijks moet worden neergeteld. De oudjes kunnen wat dieper in hun portemonnee tasten of weer de spaarcentjes aanspreken. Ik stel mij toch de vraag: wie kan zulke prijzen in godsnaam nog betalen van zijn pensioentje? Het pensioen dat zeker niet steeg met 4,04 % per jaar. Maar geen haan die daarover kraait.
Zondagnamiddag zijn Arsène en ik bij mama op bezoek geweest. Tussen de regenbuien in zijn we op het terras iets gaan drinken. Mama was nog steeds goedgezind. En ja hoor, we hebben met zijn drietjes rustig zitten praten. Een echt gesprek kan je het niet meer noemen, het is zó onsamenhangend. Arsène en ik begrijpen ook niet altijd waar mama het over heeft. Meestal houdt het helemaal geen steek. Zijzelf heeft gelukkig niets in de gaten, en wij laten ook niets merken. Want ze geniet er zo van!
Dinsdagnamiddag ben ik samen met Denise naar haar geweest. Eerst een wandeling in het park en dan lekkere soesjes met chocoladesaus eten. Mama nog steeds goedgeluimd. Ze lepelt zonder problemen haar hele dessertbord leeg.
Vandaag, alweer vrijdag, dus ik speel weer voor kapster. Ik sta met mijn rug naar haar toegekeerd, gebukt om de krulspelden uit de kast te halen, als ze zegt: Ons Ellen heeft ook een flinke kont! Ik kan haar geen ongelijk geven. Met mijn 75 kilo blijft van mijn vroegere slanke lijn niet veel meer over. Maar ik draai me om naar mama. Gespeeld kwaad - en dat merkt ze toch nog wel - , zeg ik luid: Wablief? Ik zal maar doen of dat niet heb gehoord! En alweer heeft ze het meeste plezier. Het doet deugd om haar zo te zien lachen.
Ik blijf nog even bij haar terwijl ze haar soep eet. Waar is ons Ellen? vraagt ze ineens. Ik zit toch naast je, mama zeg ik. Ze kijkt naar mij, legt haar hand op mijn arm: t Is toch de ouderdom, hé? vraagt ze vertwijfeld.