Vrijdagavond, tijdens het drinken van ons aperitiefje was mama, zoals zo vaak, weer ons gespreksonderwerp. Als we willen dat ma het nog wat gezellig heeft als we op bezoek gaan, zegt Arsène, moeten werekening houden met datgene wat haar nog boeit. En hij somt op: Kinderen, dieren, muziek, de natuur en buiten wandelen, snoepen. Met het aanhoudende zomerweer beslissen we om zaterdagnamiddag met haar op stap te gaan. Even buiten het enge wereldje van het rusthuis, dat zalhaar toch ook wel eens goed doen,vindt Arsène.
We denken aan het cafeetje 't'Oud Liefken' bij ons in de buurt. Het was maanden dicht, maar wordt nu door een jong koppel uitgebaat. Het is prachtig gelegen: aan de ene kant ligt het smalle kanaaltje De Lieve, aan de andere kant weiden, met een zicht op het Schipdonkkanaal. Een mooi stukje natuur. Bovendien hebben ze een schat van een hond, die de gasten graag verwelkomt. Misschien iets voor ons ma? We zullen een rolstoel meenemen, want het is een eindje stappen. Alles is goed gepland en dan gooien de wegenwerken roet in het eten. Als ik zaterdagvoormiddag even op verkenning ga, merk ik dat een stuk van het wandelpad is onderbroken. We zien wel! zegt Arsène.
Mama is weer zó blij als we bij haar komen. En dat ze met ons mee mag op stap begrijpt ze maar al te goed. Terwijl ik haar klaarmaak, gaat Arsène een rolstoel halen. De derde rolstoel die hij uitprobeert, is de goeie! We kunnen vertrekken, maar de problemen met het wandelpad spelen in ons hoofd. We wandelen voorbij onze auto: Zullen we eens kijken of ma in de auto kan stappen? vraagt Arsène. Ik ga al meteen heel bedenkelijk kijken, want maanden geleden hebben we het ook nog geprobeerd. Zonder succes, want mama wist bij God niet hoe ze in onze auto kon stappen. Oke, we zullen het nog eensproberen, zeg ik. En geloof het of niet, maar met de nodige hulp, zit mama even later trots en dolgelukkig in onze auto. De rolstoel bergt Arsène op in de koffer, je weet maar nooit bij het terugkeren!
We rijden om de wegenwerken heen naar het cafeetje. Mama babbelt ondertussen in haar zo eigen geworden brabbeltaaltje honderd uit. Na een kort ritje komen we aan. We worden begroet door de vriendelijke uitbaatster, maar ook door de lieve hond Bowie. We zoeken ons in de tuin een tafeltje uit onder een parasol. Mama vindt alles goed, ze blijft uitbundig. Als ze hoort dat er huisgemaakte chocolademousse is, wil ze die meteen proeven, en ook nog een fruitsap erbij. Arsène en ik bestellen een biertje. Mama glundert bij het zien van de chocolademousse. Maar laat die nu juist opgediend worden in een kopje met oortje aan! En dat is een reuze probleem voor haar. Met haar nog zeer beperkte denkvermogen dient een kopje om uit te drinken! Maar zit daar nu die lekkere chocolademousse in? We helpen haar op weg en dan lukt het haar. Bij elke hap zegt ze genietend: Mmmm, mmmm! Als plots de zon op haar schijnt, voelt ze de warmte en wrijft ze bezorgd over haar arm. Mama is het type dat eerder rood verbrand dan mooi bruin wordt en ze zegt: Ik ga hier rooien, hoor! Arsène en ik weten allebei wat ze bedoelt. Ze vindt de hond leuk die stokjes aanbrengt, met de bedoeling dat je die meteen weer weggooit. Twee wielertoeristen in vol ornaat: strak hemdje, korte aanspannende broek met bretellen, een enorme helm op het hoofd, hebben beleefd gevraagd of ze er mochten komen bijzitten. Mama zit hen een tijdje te bekijken en zegt, met een laatdunkend knikje in de richting van beide heren: Dat zijn ook wel rare! Ja, dat is nu weer typisch mama, totaal geen gêne meer! De koeien die in de weide lopen, noemt ze paarden, maar het kan ons geen barst schelen. Als ze het kommetje nootjes ontdekt die we bij ons biertje kregen, wil ze daar ook wel van proeven. En dan gaat het weer even mis, ze neemt het kommetje vast en wil de nootjes opdrinken! We moeten haar echt wel in de gaten houden, maar dat deert ons niet. Ons ma geniet en dat was de bedoeling van onze namiddag uit.
Met de nodige hulp en veel geduld stapt ze later in onze auto. We keren terug naar het rusthuis. Mama is moe. Arsène en ik houden een goed gevoel over van deze geslaagde namiddag: even weg uit de omgeving van het rusthuis, eventjes weer in de gewone wereld. Dat is wat we mama zo graag gunnen.
Vrijdagmorgen ben ik, zoals altijd, op post om mamas haar in de krulspelden te draaien. Ze is wel in bad geweest, heeft verse kleertjes aan, maar haar haar is niet gewassen. Ik stap naar het bureau en vraag om uitleg. Ik wist niet dat datmoest! zegt een jong meisje een beetje verveeld. Zij is een toekomstige kleuterleidster, die zonder ervaring in het omgaan met demente bejaarden, het heeft aangedurfd om als jobstudente in het rusthuis te komen werken. Je moet het maar doen! Bovendien klopt het wat ze zegt: op mamas badkamer ligt een briefje: vandaag in bad, van haar wassen staat niets vermeld. Na wat heen en weer gepraat, wordt mama s haar toch nog gewassen met de hulp van een collega. Ik hou stilletjes de boel in de gaten, maar uiteindelijk verloopt alles prima.
Er scheelt toch niets hè? Ik vraag mij dat af omdat het hier zo stil blijft. Lieve groetjes voor jullie.
Ik ben een trouwe bezoekster van jouw blogje, maar ben enorm bezorgd dat het hier zo stil blijft. Alles toch ok hoop ik. Lieve groetjes.
Ik kreeg van enkele trouwe lezers van mijn blog de bezorgde vraag of er iets mis was, of er iets scheelde met mama. Het was zó stil op mijn blog!
Eigenlijk schrik ik er nu zelf van dat het al een tijdje geleden is dat ik mijn dagboek bijhield. Ik voelde na onze reis niet echt de behoefte om meteen alles neer te schrijven. Goed uitgerust en totaal ontspannen kan ik alles weer beter aan. Met het prachtige zomerweer genieten Arsène en ik nog na. We doen af en toe een terrasje, ontvangen vrienden of worden zelf uitgenodigd. Zo blijven we in vakantiestemming.
Ik ga wel regelmatig bij mama langs. De dagdagelijkse problemen kan ik (voorlopig althans?) beter relativeren. Houden zo?