Als Arsène en ik zondagnamiddag bij mama toekomen, zit ze te slapen. We maken haar zachtjes wakker. Heel verdwaasd kijkt ze ons aan. We geven mama de nodige tijd om te bekomen. En dan heeft ze ineens door wie we zijn. Haar oogjes glinsteren, ze is blij dat we er zijn. We verlossen haar uit de stoel en gaan dan met haar naar haar kamer.
Ik ga eerst proberen of ze naar de wc wil. Maar dat blijkt een ondoenbare klus te zijn geworden. De opdracht neerzitten zegt mama nog maar weinig. Ondanks het steeds maar herhalen van: Zet je neer, mama, kijkt ze me onbegrijpend aan en blijft ze stokstijf rechtstaan. De wc- pot herkent ze al een tijdje niet meer. Voor haar is het een zeer onhandig ding geworden om op te zitten en bovendien ziet ze er helemaal het nut niet meer van in. Korte tijd geleden ging het steeds zo: Mama, we gaan eerst naar het toilet en dan gaan we op stap! Mama was het daar steeds volledig mee eens en met de nodige hulp ging ze vóór elk uitstapje netjes naar de wc. Nu lukt het niet meer. We gaan dan maar zonder voorafgaand toiletbezoek op weg naar de cafetaria.
Mama heeft enorm veel aandacht voor Arsène. Net als vroeger noemt ze hem: Jongetje, zowat haar troetelnaam voor haar schoonzoon. Als we dat horen en mama mij wat later haar zoete noemt, kijken Arsène en ik elkaar aan. Een knikje van verstandhouding naar elkaar: Allesis oké met ons ma, ze kent ons nog! Arsène brengt mama aan het lachen en ze keert zich naar mij toe. Met haar stil piepstemmetje zegt ze trots: Dat is een kerel, jong!
In de cafetaria zit ze naast hem. Om de haverklap wordt Arsène door mama over de rug gewreven. Wat ze allemaal op Arsènes pull ziet, is voor ons een raadsel. Maar het lijkt wel of ze hem afstoft. Steeds opnieuw. Maar het afstoffen verandert ook in een liefdevol en teder geknuffel. Mama gaat zelfs rechtstaan en geeft Arsène zelfs een dikke kus op zijn rug. Karoline, die er samen met Marcel is komen bijzitten, en ik zitten de kijken naar dit tafereeltje. Het is zó eenvoudig mooi. Het straalt zoveel nog niet vergeten vriendschap en liefde uit!
Maandagavond arriveerden wij om 23.45u met de TGV in Rijsel. Door hevige sneeuwval in Frankrijk was de snelheid van de trein beperkt tot 220 km per uur en hadden we drie kwartier vertraging. Rond 1u.s nachts waren we weer veilig thuis.
Dinsdagmorgen hebben we wat uitgeslapen en de valiezen aan kant gedaan. Toen begon het al flink te kriebelen om naar mama te gaan. Ik moest s namiddags les geven, maar ik wou haar absoluut zien. Dus toch nog even vlug naar mama! Ik was zo blij om haar terug te zien en haar weer eens goed te kunnen vastpakken. Maar mama keek me aan en herkende me niet. Pas toen ik weg ging, zei ze: Dag zoete, tot morgen!
Woensdagnamiddag gaan Arsène en ik samen naar mama. We gaan eerst Denise ophalen, want we willen niet dat ze over de gladde trottoirs te voet naar het rusthuis gaat. We komen met ons drieën bij mama toe, die in de leefruimte zit. Mama is opgewekt en geeft mij meteen een dikke kus. Dat voelt goed. Als ze Arsène ziet, slaat ze haar armen om zijn nek. Ze herkent hem meteen en dat maakt hem gelukkig. Ook Denise wordt door mama hartelijk begroet. Mama is in opperbeste stemming, lacht en ziet er tevreden uit. Is ze dan toch blij dat wij er weer zijn? Heeft ze ons toch gemist? Vragen die onbeantwoord blijven. Karoline en Marcel komen er ook bij en we gaan even later met zijn allen naar de cafetaria. Mama laten we tussen Arsène en mij in neerzitten, dicht bij ons om haar van tijd tot tijd te kunnen knuffelen. We drinken er eentje op het nieuwe jaar. We zijn weer allemaal samen, het is goed!