We hebben mama bevrijd uit haar stoel. Vooraleer Arsène en ik met haar naar buiten gaan, laat ik haar nog eerst naar het toilet gaan. Er zijn al enkele ongelukjes gebeurt tijdens onze korte uistapjes en dat wil ik zeker voorkomen. De ervaring heeft geleerd als mama aangeeft dat ze dringend moet, er een toilet in de directe nabijheid moet zijn of dat het verkeerd gaat. Té vernederend voor haar vind ik.
Ik heb het al meteen in de gaten, het toiletbezoek wordt weer een hele klus vandaag. Het kost al een pak moeite om mama bij de wc te laten plaats nemen. En dan begint het gevecht met de broek. Van zodra ik die naar beneden haal, trekt mama die weer op. Het duurt eindeloos: - Mama, je kanniet naar het toilet met je broek aan! - Dat weet ik wel Broek af, broek aan. - Jou broek moet uit - Ja, dat weet ik! Broek af, broek aan. - Mama alsjeblief, die broek moet uit - Zeg, dat weet ik hé! Broek af, broek aan. Maar de strijd met de broek wordt door mij gewonnen en eindelijk lukt het.
Nadien wil mama haar handen wassen, - nog een gewoonte van vroeger die ze nog niet is kwijtgeraakt. Ik laat de kraan een tijdje lopen tot het water lauw is, want anders komt er luid protest dat het te koud is. Ik neem haar handen en stop ze onder het lopende water en geef haar de zeep. Het schuimt alle kanten op, maar mama geniet van zon handen wassen sessie. Oké, genoeg, zeg ik, nu nog afspoelen en afdrogen. Terwijl ik klaar sta met de handdoek, kijkt ze me aan en zegt triest: Isdat niet erg voor al die kleine dingen hulp nodig hebben?
Toen ik vrijdagmorgen mama vertelde dat Marcel s avonds terugkeerde uit het ziekenhuis, was het net of ze het allemaal begreep. Met haar hand op haar hart zei ze: Echt? 'k Ben zo blij voor die man, t is een brave, Ellen, echt waar. Even later was haar uitleg over Marcel, voor mij totaal niet meer te begrijpen. Ze had iets, maar God weet wat, voor hem klaar geplaatst in haar kamer, maar ze zei dat hij er s morgens niet wou gaan opzitten. Ze was daar diep over teleurgesteld. En Marcel zijn naam bleef de ganse tijd dat ik bij haar was, maar door haar hoofd spoken. Te pas en te onpas werd hij vernoemd.
Vandaag gaan mama en ik even bij hem op bezoek. We zijn blij als we hem zien. Hij ziet er stukken beter uit. Hij zit nu ook in een geriatrische stoel, want alleen lopen is er echt nog niet bij. Maar Marcel 'reageert' weer. Karoline straalt en vertelt uitbundig, dat hij net naar het toilet is geweest. Als hij zélf zijn drinkbeker vast neemt en wil drinken, roept ze opgewekt: Kijk, kijk, Ellen, hij kon dit gisteren in het ziekenhuis ook al alleen! Ik bedenk dat ze, na alles wat ze heeft meegemaakt, net als ik, zo heel blij kan zijn met van die hele kleine dingen. Soms is voor haar een simpele kus krijgen van haar man al feest.
En mama, die heeft vooral oog voor de kleine peuter die rondloopt in de kamer en bij opa op bezoek is. Karoline, die mama vertelt dat ze morgen bij het avondeten weer samen bij haar ventje en mama aan tafel zit, krijgt daarop een dikke knuffel. Als ik mama voorstel om de familie alleen te laten en nog even gedag te zeggen aan Marcel, is ze meteen akkoord. Ze gaat pal voor hem staan, steekt haar hand uit en zegt: Dag, Marcel!
Mama zit, opgesloten in haar stoel, te wenen. Ik hoor het van zodra ik uit de lift stap. Ik ga meteen naar haar en geef haar een kus: Dagmama. Ze kijkt me aan, hoofdschuddend van neen, haar blik is één en al onbegrip. Ik ken u niet, madam zegt ze zeer aarzelend. Ik ben het: Ellen help ik haar. Ze blijft me heel verward aankijken en schudt weer van neen. Ik ben Ellen, jouw dochter herhaal ik nog eens. En dan weet ze het weer: O, kind toch!
De verplegende zeggen mij dat mama deze namiddag naar het bal populaire is geweest, dat doorging in de cafetaria van het rusthuis. Daar kijk ik van op, want al die drukte is niets voor mama. Maar ze heeft het best naar haar zin gehad, ze heeft zelfs gedanst, vertellen ze mij enthousiast, tot het haar weer plots te veel werd en weg wilde vóór het feestje was afgelopen. Mama herinnert er zich niets meer van.
In alle rust gaan we nog even met ons tweetjes wandelen. Ik vertel haar het goede nieuws dat het weer de goede kant uit gaat met Marcel en hij binnenkort weer terug naar huis komt. Ze luistert, maar of ze het begrijpt, weet ik niet. In ieder geval is de lege plaats aan tafel, haar niet eens opgevallen.