We hebben mama bevrijd uit haar stoel. Vooraleer Arsène en ik met haar naar buiten gaan, laat ik haar nog eerst naar het toilet gaan. Er zijn al enkele ongelukjes gebeurt tijdens onze korte uistapjes en dat wil ik zeker voorkomen. De ervaring heeft geleerd als mama aangeeft dat ze dringend moet, er een toilet in de directe nabijheid moet zijn of dat het verkeerd gaat. Té vernederend voor haar vind ik.
Ik heb het al meteen in de gaten, het toiletbezoek wordt weer een hele klus vandaag. Het kost al een pak moeite om mama bij de wc te laten plaats nemen. En dan begint het gevecht met de broek. Van zodra ik die naar beneden haal, trekt mama die weer op. Het duurt eindeloos: - Mama, je kan niet naar het toilet met je broek aan!
- Dat weet ik wel
Broek af, broek aan. - Jou broek moet uit
- Ja, dat weet ik!
Broek af, broek aan. - Mama alsjeblief, die broek moet uit
- Zeg, dat weet ik hé!
Broek af, broek aan. Maar de strijd met de broek wordt door mij gewonnen en eindelijk lukt het.
Nadien wil mama haar handen wassen, - nog een gewoonte van vroeger die ze nog niet is kwijtgeraakt. Ik laat de kraan een tijdje lopen tot het water lauw is, want anders komt er luid protest dat het te koud is. Ik neem haar handen en stop ze onder het lopende water en geef haar de zeep. Het schuimt alle kanten op, maar mama geniet van zon handen wassen sessie. Oké, genoeg, zeg ik, nu nog afspoelen en afdrogen. Terwijl ik klaar sta met de handdoek, kijkt ze me aan en zegt triest: Is dat niet erg
voor al die kleine dingen hulp nodig hebben?
|