Zondagnamiddag ga ik nog even naar mama. Maandagmorgen vertrekken we voor enkele dagen naar Zuid-Holland, even uitwaaien op Goeree Overflakkee.
Als ik op mamas afdeling kom, word ik meteen aangesproken door een verplegende. Ze vertelt me dat ze zojuist met mama en Marcel door de gang is gaan wandelen. Jouw ma zit nog maar net terug in haar stoel. Het zou kunnen dat ze wat moe is, legt ze uit. Ze heeft deze middag netjes op de wc geplast en gekakt. En deze namiddag heeft je ma met wat hulp van mijn collega een lekker stuk appelcake gegeten, vertelt ze vrolijk enthousiast verder. Zij is één van de vele verzorgenden op mamas afdeling die echt met hart en ziel haar job doet.
Het personeel werkt zich uit de naad, maar komt vaak handen te kort. Bij fouten, problemen of mistoestanden in de geboden hulp en dienstverlening, zijn zij het die als eersten de klachten en het ongenoegen van de familie van de oudjes moeten incasseren. Maar er is niet altijd meteen een ander aanspreekpunt. En dat is jammer!
Van de eerste mooie lentedagen profiteer ik om met mama naar buiten te gaan. Het valt me op dat het stappen voor haar steeds lastiger wordt. Na een korte wandeling in het park van het rusthuis, gaat mama volledig voorover lopen en ik heb best moeite om haar rechtop te houden. Ze heft haar voeten niet meer op, maar schuifelt over de grond. Elke kleine oneffenheid is voor haar een gevaar om te struikelen.
Donderdagnamiddag is Denise ook op bezoek bij mama. Met een steunende arm aan de linkerkant en eentje aan de rechterkant lukt het mama beter om te gaan. Maar toch merkt ook Denise de achteruitgang van mama op. Jammer hé? En zeggen dat we vorig jaar nog zo gezellig met zijn drieën naar het Beukenpark gingen zegt ze. Ja, dat klopt. Nu geraken we niet meer verder dan de tuin van het verzorgingstehuis. Bovendien moeten we voortdurend een rustpauze inlassen. We gaan dan maar lekker in het zonnetje op een bank zitten. En één ding is zeker: mama geniet toch van het buiten zijn. Als Denise en ik haar vragen of ze niet te moe is, antwoordt ze tevreden: t Is goed.
Maar als we mama terug brengen naar haar afdeling, zien we dat ze wel behoorlijk moe is van zo een kleine inspanning. Mama is natuurlijk ook weeral een jaartje ouder, ze beweegt wellicht te weinig, zit ganse dagen gefixeerd in de stoel en de ziekte zet zich steeds meer door.