Mama zit zaterdagnamiddag in de leefruimte samen met andere bewoners voor het grote televisiescherm. Vandaag kunnen ze de wielerwedstrijd Parijs - Nice volgen. Ondanks de lawaaierige commentaar van de reporter is mama, in tegenstelling tot vorige week, vandaag wel ingedommeld.
Als ik haar een zoen geef, wordt ze langzaam wakker. Ze kijkt me met kille ogen aan. Ze blijft me onbeweeglijk aanstaren en doet absoluut niet de minst moeite om mijn zoen te beantwoorden. Ze gunt me zelfs geen glimlach, ze staart me onbegrijpend aan.
Ik verhuis mama met haar zetel naar haar kamer. Zelfs nu we gezellig onder ons tweetjes zijn, blijft ze heel rustig. Op de vele knuffels die ik haar geef, krijg ik nauwelijks reactie. Ze lijkt zo moeilijk bereikbaar vandaag. Tot ze dan toch eindelijk me af en toe glimlachend aankijkt. Ze neemt mijn hand in de hare en ze lacht naar me. Nu kijkt ze me ineens heel lief aan. Ze streelt mijn hand. Daagt er iets bij mama? Ben ik toch nog bekend? Ik neem haar vast en knuffel haar weer. Ze slaat haar armen om mijn nek, zoent me en lacht dan heel uitbundig. We laten elkaar los en zitten weer stil naast elkaar. Tot mama plots met ruwe kracht intens over mijn arm en schouder streelt. Ze weet van geen ophouden en ik laat haar doen. Voilà! zegt ze na een tijdje en ze houdt op met strelen. Ze legt haar handen op haar tafeltje, ze wordt heel stil. Haar ogen laten me los en dwalen de kamer rond, ze zakt weer weg in haar eigen Alzheimerwereldje.
Begin maart is er naar jaarlijkse gewoonte op mamas afdeling de gemeenschappelijke ziekenzalving.
Woensdagnamiddag, rond de klok van twee uur zitten de bewoners en hun familie of vrienden, die aan de zalving deelnemen, al in een grote kring bij elkaar. Bij de oudjes die geen eigen volk naast zich hebben, zit een personeelslid. De prachtige klassieke muziek, die op de achtergrond speelt, maakt de stemming nog ingetogener. De pastoor van ons dorp en de pastorale werkster van het rusthuis leiden de plechtigheid. Er wordt gebeden, dan volgt de handoplegging en de zalving.
Laat iedere bewoner gewillig de handoplegging ondergaan, ons mama niet. Als de pastorale werkster zachtjes haar handen op mamas hoofd legt, protesteert ze stilletjes, maar heel duidelijk: Niet op mijn hoofd! Meteen doet de pastorale werkster met een knipoogje naar mij wat mama vraagt en ze houdt haar handen gewoon boven mamas hoofd.
Als wat later tijdens de communie aan mama de hostie wordt voorgehouden, blijft ze onbeweeglijk zitten en houdt ze de lippen strak op elkaar. De pastorale werkster glimlacht alweer begrijpend in mijn richting en gaat zonder aandringen verder. Marcel daarentegen, die twee stoelen verder zit, hapt meteen toe bij het zien van de hostie. Karoline en ik, - we zitten naast elkaar -, werpen elkaar een blik van verstandhouding toe. Marcel denkt aan eten! fluistert ze me verdoken in het oor. Het klinkt misschien oneerbiedig, maar voor velen van deze dementerenden is de heilige hostie gewoon verworden tot een snoepje. Echt begrijpen doen ze deze ganse plechtigheid niet.
Na het slotgebed worden de bewoners en hun familie door de hoofdverpleegster uitgenodigd aan de koffietafel. Iedereen wordt verwend met koffie en cake.