Zondagnamiddag zijn Arsène en ik bij mama op bezoek geweest. Tussen de regenbuien in zijn we op het terras iets gaan drinken. Mama was nog steeds goedgezind. En ja hoor, we hebben met zijn drietjes rustig zitten praten. Een echt gesprek kan je het niet meer noemen, het is zó onsamenhangend. Arsène en ik begrijpen ook niet altijd waar mama het over heeft. Meestal houdt het helemaal geen steek. Zijzelf heeft gelukkig niets in de gaten, en wij laten ook niets merken. Want ze geniet er zo van!
Dinsdagnamiddag ben ik samen met Denise naar haar geweest. Eerst een wandeling in het park en dan lekkere soesjes met chocoladesaus eten. Mama nog steeds goedgeluimd. Ze lepelt zonder problemen haar hele dessertbord leeg.
Vandaag, alweer vrijdag, dus ik speel weer voor kapster. Ik sta met mijn rug naar haar toegekeerd, gebukt om de krulspelden uit de kast te halen, als ze zegt: Ons Ellen heeft ook een flinke kont! Ik kan haar geen ongelijk geven. Met mijn 75 kilo blijft van mijn vroegere slanke lijn niet veel meer over. Maar ik draai me om naar mama. Gespeeld kwaad - en dat merkt ze toch nog wel - , zeg ik luid: Wablief?
Ik zal maar doen of dat niet heb gehoord! En alweer heeft ze het meeste plezier. Het doet deugd om haar zo te zien lachen.
Ik blijf nog even bij haar terwijl ze haar soep eet. Waar is ons Ellen? vraagt ze ineens. Ik zit toch naast je, mama zeg ik. Ze kijkt naar mij, legt haar hand op mijn arm: t Is toch de ouderdom, hé? vraagt ze vertwijfeld.
|