Het zonnetje schijnt woensdagnamiddag, maar de wind is zo fris dat ik toch met mama maar liever binnen blijf.
We zitten samen op haar kamer. Mama lijkt heel tevreden vandaag. Ze kijkt me glimlachend aan en ze praat druk tegen mij in haar Alzheimertaaltje. Mama wijst dingen aan die er niet zijn, maar ik ga volledig mee in haar leefwereld. Als ze overtuigd iets aanwijst wat ik absoluut niet zie en zegt Kijk, t is een schoontje, hé? , beaam ik dit meteen. Dat levert mij een tevreden en goedkeurend knikje op van mama.
En dan kijkt ze ineens dromerig in het niets. Mama is plots zó ver weg. Ze staart voor zich uit. We zitten dan gewoon stilletjes dicht bij elkaar. Zwijgend, afwezig, terwijl haar hand zachtjes speelt met mijn hand. Maar ook zonder woorden, geniet ik ervan om bij haar te zijn.
|