Mama is enkele kilos bijgekomen. Ze beweegt nog bitterweinig en brengt bijna ganse dagen door in haar zetel, veilig opgeborgen achter het tafeltje. Bewegen wordt steeds moeilijker voor haar omdat vanuit haar hersenen geen signalen meer worden gestuurd. Mama weet eigenlijk niet meer hoe het doodgewone stappen moet.
En ik ga ervan uit dat ons mama zich geen zorgen meer maakt: geen zorgen meer om haar zelf, geen zorgen meer over die verschrikkelijke onomkeerbare aftakeling, geen zorgen meer om haar kinderen, mama maakt zich om niemand of niets nog zorgen. Dat is bij haar natuurlijk geen onverschilligheid. Haar hoofd is ziek. Nu lijkt mama meestal een blij en zorgeloos mens, vaak genietend van de dingen die zich afspelen rondom haar. Kleine, eenvoudige dingen die ze nog kan bevatten.
Wellicht door tekort aan beweging, maar vooral door de 'innerlijke rust' die ze nu kent, komen de vele kilo s, die ze in het begin van haar ziekte verloor, er nu heel langzaam weer bij. Arsène en ik gingen enkele dagen geleden naar de winkel om nieuwe kleren voor mama. We kochten alvast een nieuwe winterjas en een zwarte lange broek voor haar.
Toen twee verzorgenden mama de nieuwe jas en broek aanpasten, vond mama dit bijzonder leuk. Ze stribbelde niet tegen, werkte gewillig mee en zat smakelijk te lachen. De verzorgenden vroegen zich zelfs af of mama nu toch nog echt blij kon zijn met die nieuwe kledij. Geen mens die dat weet, maar toen mama en ik weer gewoon met ons tweetjes op haar kamer zaten, bleef mama enorm opgewekt. Ze keek me plots aan en zei: Kom, wij gaan taartjes eten! Ze steunde, alsof ze rechtop zou gaan staan, met beide handen op de leuning van haar zetel. Maar daar bleef het bij en mama zat me rustig glimlachend vanuit haar zetel aan te kijken. De taartjes was ze allang vergeten!
|