Zondagavond zitten mama en ik op haar kamer knusjes hand in hand bij elkaar. Nog wat knuffelen net vóór het avondeten. Ik doe haar zoals steeds de groeten van Arsène. En zoals iedere keer weer reageert mama totaal niet. Ze zit gewoon, haar blik op oneindig, voor zich uit te staren. De naam van haar schoonzoon zegt haar dus helemaal niets meer.
En ondanks ik weet dat zij nog maar heel weinig begrijpt van wat ik zeg, vertel ik haar toch dat Arsène deze week naar de dokter moet. Ik spreek haar niet over de CT-scan en dat we daarna een afspraak hebben bij de oncoloog om de resultaten van de chemokuur te bespreken. Ik vertel haar ook niet dat we donderdagmiddag weten hoe het zit met de longtumor.
Het eerst wat ik ga doen als ik terug onder de mensen mag komen, is naar ons ma gaan, zei Arsène onlangs. Het is bijna 6 maanden geleden dat hij mama nog eens zag en hij mist haar. Dus dat binnenkort Arsène bij haar op bezoek komt, vertel ik mama wel.
Ze kijkt me lachend aan, dan plots weer heel streng. Neen, mijnheer! zegt ze wat verontwaardigd.
|