Als Arsène en ik zondagnamiddag bij mama op de kamer komen, ligt ze in een bolletje gerold, wakker in bed. Ze kijkt ons verdwaasd aan, ze weet niet wie we zijn en ligt ongegeneerd met haar billen bloot.
Ik wil die naaktheid meteen bedekken. Maar mama houdt haar laken, dekentje en hoofdkussen als een dierbare schat met haar twee handen krampachtig vast vóór haar borst. Ze pruttelt met een duidelijke: Néée! flink tegen als ik haar haar schat ontfutsel. Na wat gefriemel kan ik haar magere, blote benen verstoppen onder het laken.
Twee verzorgenden komen mama rechtop zetten in bed, maar langzaamaan hangt ze weer ongemakkelijk scheef. Arsène en ik proberen het zelf om haar rechtop te krijgen. Terwijl Arsène tegen mama praat, nemen we haar met zijn tweeën vast onder de oksels en steunen haar rug met een kussen. Mama kijkt even in Arsènes richting en zegt: Stoute jongen! Hoewel geen van ons twee weet waar ze die woorden plots vandaan haalt, moeten we er toch een beetje om lachen.
Arsène en ik gaan om beurt bij mama zitten, strelen haar armen en handen en praten met haar. Af en toe glimlacht ze. Als mama, bedolven onder onze knuffels haar ogen sluit en weer wegzakt heel ver van ons vandaan, halen Arsène en ik herinneringen op hoe Moederdag vroeger was!
|